Nieuws, Politiek, Verenigde Staten, Oorlog en vrede, Drones -

Drones stuiten in VS op groeiende tegenstand

Nu de regering van de Amerikaanse president Barack Obama aan een tweede ambtstermijn begint, wordt ze geconfronteerd met een groeiende binnenlandse controverse over het voorkeurswapen in de strijd tegen het terrorisme: het onbemande vliegtuig.

woensdag 23 januari 2013 15:37
Spread the love

Topfiguren in de Amerikaanse regering ruziën al maanden over het zogenaamde playbook, de gedetailleerde regels voor het gebruik van onbemande vliegtuigen. Het playbook bevat onder meer een lijst met doelwitten en voorwaarden voor het gebruik van geweld. Niet alleen de regels zelf staan ter discussie, maar ook de vraag of ze openbaar gemaakt moeten worden.

De afloop van dat debat kan cruciaal worden voor de plannen van Obama om de militaire aanwezigheid in het Midden-Oosten te verminderen. De Amerikaanse president hoopt soldaten te kunnen terugtrekken, maar door middel van drones de strijd voort te zetten tegen Al Qaeda.

De Amerikaanse inlichtingendienst CIA, die het drone-programma in Pakistan beheert en in samenwerking met het Pentagon ook in Jemen drones inzet, vraagt om meer mogelijkheden. Maar Obama’s nieuwe baas voor dat agentschap, John Brennan, zou striktere regels en meer transparantie voorstaan.

Compromissen

Volgens de krant Washington Post wordt het geruzie stilaan beslecht in een aantal compromissen die de CIA toestemming zouden geven om de controversiële aanvallen in Pakistan nog twee jaar voort te zetten onder de huidige regels. In dezelfde periode wil Washington de militaire aanwezigheid van de huidige 66.000 troepen naar 10.000 of minder afbouwen.

Dat leidde al tot kritiek van prominente tegenstanders van de onbemande aanvallen. “Als de VS beslissen om de regels niet te laten gelden in Pakistan, is het hele playbook zinloos, omdat 85 procent van alle aanvallen sinds 9/11 in Pakistan plaatsvond”, zegt Micah Zenko van de Council on Foreign Relations (CFR). Hij schreef het rapport Reforming U.S. Drone Strike Policies, dat grotendeels aan de basis ligt van het huidige debat.

Sinds 9/11 hebben de Amerikaanse strijdkrachten meer dan vierhonderd aanvallen uitgevoerd in minstens drie landen: Pakistan, Jemen en Somalië.

Aanvallen met drones waren al vanaf het begin controversieel. De inzet ervan maakte een einde aan een beleid tegen moorden dat zowel de Republikeinen als de Democraten voerden sinds er in de jaren zeventig voor het eerst moorden door de CIA aan het licht kwamen. Moorden plegen op afstand was bovendien iets nieuws. De operator van de onbemande aanvalsvliegtuigen zit meestal in de VS in een beveiligde omgeving, vaak meer dan 10.000 kilometer verwijderd van het doelwit.

Met name de zogenaamde signature strikes zijn controversieel. Aanvankelijk werden de drones gebruikt tegen specifieke, geïdentificeerde doelwitten. Maar al snel werden bij die signature strikes ook groepen van verdachte terroristen onder vuur genomen van wie de precieze identiteit niet bekend was.

Scherpschutter

Dennis Blair, de voormalige directeur van de Nationale Inlichtingendienst (DNI) vindt de afstand geen probleem. Hij vergelijkt het met een scherpschutter die op afstand een doelwit uitschakelt. Ook de signature strikes kunnen best, vindt hij: “Als we in Afghanistan vechten en we weten dat net over de grens in Pakistan talibanstrijders opgeleid worden, dan denk ik dat we scherpschutters of drones mogen inzetten tegen die strijders op het moment dat ze in een truck stappen op weg naar de grens.”

Tegelijk vindt Blair dat de aanvallen uitgevoerd moeten worden door de Amerikaanse strijdkrachten en niet door de CIA, die van nature gesloten is en de operaties ook niet openlijk mag verdedigen. “Ik ben er sterk van overtuigd dat de aanvallen onder bevel van het Pentagon moeten gebeuren”, zei hij. “De reden waarom we geheime aanvallen gebruiken, is omdat we die kunnen ontkennen. Maar de campagne in Pakistan duurt zo lang dat ontkennen geen zin heeft.”

Zowel Blair als Zenko ijveren voor de openbaarheid van het playbook als de regels vastgelegd zijn. “Een geheim playbook zal de Amerikaanse bevolking niet geruststellen dat hun overheid juist handelt”, zegt Blair.

Handboek voor moord

Andere deskundigen, zoals voormalig CIA-analist Paul Pillar, zetten vraagtekens bij het playbook zelf. “Zo’n playbook voor moorden klinkt als iets bruikbaars, om de juiste beslissing te nemen als een verdachte terrorist binnen bereik is”, zegt hij. “Maar het kan niet helpen om in te schatten of de aanslag op termijn tot meer terrorisme zal leiden door de woede om onschuldige slachtoffers.”

“Door er een routine en instituut van te maken, is er zelfs het gevaar dat de bevelhebbers minder aandacht zullen besteden aan de beslissing. Ze kunnen immers terugvallen op het comfortabele en geruststellende handboek.”

take down
the paywall
steun ons nu!