Children-in-a-classroom
Opinie - Greet Vanthienen, Truus Schuttyser, Patrick Leunens

Drie wijze grijze pubers: opvoeden is meer dan alleen kennis

Drie mensen, drie gepensioneerden, drie ervaringsdeskundigen uit het onderwijsveld. Een ex-kleuterlerares, een ex-lerares lagere school en een ex-directeur basisonderwijs. Zij zijn bezorgd in deze coronatijden. Niet voor zichzelf maar voor de kinderen, jongeren en alle volwassenen die betrokken zijn bij het onderwijs. Ze stellen zich vragen over de toekomst van onze samenleving en welke rol onderwijs in deze speelt. Zij hebben er alvast een duidelijke visie over.

woensdag 23 september 2020 15:11
Spread the love

 

Mijn naam is Greet Vanthienen. Ik ben moeder van vier kinderen, grootmoeder van zes kleinkinderen en ben gepensioneerde kleuterleerkracht. Ik werkte de laatste 8 jaar van mijn onderwijsloopbaan in Freinetschool Triangel in Booischot.

Ik schrijf deze brief omdat ik bezorgd ben over de kinderen in deze coronatijden.

Kind zijn beleef je maar één keer. Het is een belangrijke ontwikkelingsfase in de groei van elk kind. Kinderen leren, ervaren, ondervinden met heel hun wezen. Kennis die ze op die manier verwerven is dus van grote invloed op hun leven nu en ze vormt de basis van hun latere leven als adolescent en als volwassene.

Kinderen nemen actief deel aan wat er in de wereld gaande is. Ze zijn van nature zeer nieuwsgierig naar wat er rondom hen gebeurt en gaan voortdurend op onderzoek. Dit is hoe ze hunkeren naar kennis, zelf leren, zelfstandig worden en zo bewust en krachtig in het leven staan.

Het is belangrijk dat volwassenen, ouders en leerkrachten, respectvol de waarheid vertellen, vragen beantwoorden, rekening houdend met hun leeftijd, wat ze aankunnen, en op een voor hen gepaste tijd.

Kinderen zijn in staat om zelfstandig te denken en te voelen.  Ze merken in hun omgeving onrust, boosheid, geprikkeldheid, angst i.v.m. Corona en de maatregelen.  Ondanks dat we dit goed proberen te verstoppen, nemen ze alles scherp waar. Terwijl we vaak zien dat kinderen van nature helemaal niet angstig zijn, ondergaan ze wel de invloed van deze onrust en angst.

Gesprekken over ziek zijn, coronaregels, wat is een virus, kunnen erg zinvol zijn. Zeker wanneer er tijd en ruimte is waarin ook zijzelf hun eigen indrukken mogen vertellen. Dan  wordt het coronaverhaal op een opbouwende  manier belicht, kan het positief benaderd worden en voelen de kinderen zich gehoord en gesteund. Onderzoeken wat we niet weten, samen met de kinderen, is eveneens voor iedereen interessant. Waardevolle momenten van aanwezige aandacht en verbinding.

Als grootmoeder stel ik mij de vraag of kinderen die boodschappen krijgen op een voor hen  aanvaardbare manier. Hoe kunnen kinderen in de gegeven omstandigheden op de hun eigen natuurlijke manier functioneren?

Ik merk dat aan kinderen verteld wordt dat er overal gevaar is, dat andere mensen gevaarlijk zijn en dat zij zelf ook als een gevaar gezien worden. Er wordt gevraagd aan kinderen om te zorgen voor ouderen, anderen, zodat deze mensen niet ziek worden. Kinderen opzadelen met deze verantwoordelijkheid is onaanvaardbaar. Een beroep doen op kinderen om voor volwassenen te zorgen is alles behalve ok. Volwassenen zorgen voor kinderen, niet omgekeerd. Is het nodig dat deze angsten en zorgen bij de kinderen geïnstalleerd worden?

Hoe moeten kinderen leren in een klas als er niet gecommuniceerd kan worden met zichtbare mimiek. Kan iemand mij vertellen hoe de kinderen taalvaardig worden wanneer ze de bewegingen van de mond van de juf of van de meester niet kunnen zien, ze hen moeilijk kunnen horen of begrijpen? Welke gevolgen heeft dat voor leerkrachten, hoe houden ze dit nog maar één dag vol, laat staan een lange periode? Een stem geraakt vermoeid, ademtekort maakt misselijk.

Het stemt me verdrietig dat een glimlach onzichtbaar is, dat vriendelijkheid niet meer kan uitgedrukt worden. Dat expressie weg is. Bange triestigheid komt in de plaats. Wat doet dat met de gemoedstoestand van blije spontane kinderen? En met die van de leerkracht.

Geef kinderen opnieuw de kans om in alle rust, zonder narigheid, angst en zorgen, zich bezig te houden met hun eigen ontwikkeling: leren, onderzoeken, ontdekken, samen spelen en werken, grenzen aanvoelen en aftasten, ravotten, plezier beleven, enz. Meer dan ooit is er nood aan gezonde buitenlucht, bossen, parken, natuur, speeltuinen waar kinderen zich kunnen uitleven.

Ook jongeren hebben recht om zich persoonlijk te ontwikkelen. Zij hebben eveneens ruimte nodig, jeugdhuizen en plaatsen  waar ze elkaar kunnen ontmoeten, steunen, gedachten uitwisselen hun activiteiten kunnen organiseren, samen ontspannen en samenwerken.

Laten we een klimaat scheppen waarin klein en groot sociaal en emotioneel kan evolueren en niet opgezadeld wordt met al deze zwaartes.

Werken maatregelen die genomen en gecommuniceerd zijn met dwang? Onze praktijk leert dat het anders kan. Maatregelen en werk moeten steeds zinvol zijn. Van binnenuit gemotiveerd. Hoe kunnen kinderen en jongeren intrinsiek gemotiveerd worden? Dit zou een belangrijke pijler moeten zijn in het onderwijs. Belangrijker dan het paniek zaaien over opgelopen achterstand, onvoldoende talenkennis, enz.

Kinderen kunnen best mee nadenken op een creatieve manier over mogelijkheden om gezond te blijven. Over leven en dood. We kunnen samen ervaren dat verse lucht, buiten spelen, plezier beleven, creatief zijn , zingen , dansen, gezond eten bijdragen tot gezond zijn. Dat we mekaar op die manier ook helpen. En wie weet wat voor ideeën hebben ze nog. Vaak dingen die wijzelf niet kunnen bedenken. Dat zou mooi zijn.

Ik wil pleiten voor een veilige, mentaal gezonde leefomgeving voor kinderen, gezinnen die het moeilijk hebben, ouders en leerkrachten. Aandacht hebben voor de noden en bezorgdheden van de gezinnen die om gelijk welke reden verstoken zijn voor wat voor ons dagelijkse informatiebronnen zijn. Zo horen we praktisch niets over kinderen van vluchtelingen. Hoe gaat het met hen? In een samenleving waar niet gesproken wordt, woekert frustratie, onbehagen en boosheid. Een samenleving verandert alleen door nieuwe ideeën, anders versteent ze en verdwijnt de vrijheid.

Er zijn individuele leerkrachten die erg hun best doen om kinderen in een zwakke positie te helpen, maar vaak zijn het de structuren die een andere aanpak verhinderen. Dikwijls is het dweilen met de kraan open.

Hoe komt het dat we zo weinig horen uit het onderwijsveld zelf? Ik mis een krachtige stem om op te komen voor de kinderen. Wanneer staan de onderwijsdeskundigen uit de praktijk op?  Ik mis hun visie, een kritische kijk. Waar blijven de voorstellen?

Zoals het antwoord op Corona nu uitgerold wordt, zorgt naar mijn mening voor veel grotere ziektes en problemen allerhande. Het enige antwoord dat we krijgen is beladen met angst, nooit uitleg over hoe we onszelf kunnen versterken en genezen. Ik zie alleen maar paniek die op termijn oncontroleerbaar kan worden. Hoe vinden we hierin en vooral voor kinderen, de juiste weg?

Greet Vanthienen

Ander onderwijs voor een sociale en coöperatieve maatschappij

Vanuit onze jarenlange ervaring in het Freinetonderwijs en de wereldwijde Freinetbeweging, vragen wij ons af of de maatschappij niet efficiënter en humaner zou zijn indien deze ook de basisprincipes van de Freinetpedagogie zou hanteren. Hoe zou dan de aanpak zijn van de coronacrisis, de klimaatproblematiek, de armoede, het migratie- en vluchtelingenthema?

Freinet: door het onderwijs kan een mentaliteit aangekweekt worden waarbij de mens zijn leven zoveel mogelijk zelf gaat bestemmen, binnen de grenzen van het voor een sociale samenleving toelaatbare. [1]

Indien we allen een coöperatieve ingesteldheid verwerven tijdens onze schooltijd, zou het eenvoudiger zijn om samen naar oplossingen te zoeken en daar samen verantwoordelijkheid voor te dragen. Dagelijks ervaren we allen de nood aan vrijheid om ons te uiten zoals we dat willen en te zijn zoals we zijn. M.a.w. ook in deze tijden heeft iedereen behoefte aan vrije expressie. Op zoek gaan en kansen krijgen om via verschillende wegen tot een duurzaam resultaat te komen. Proefondervindelijk verkennen leidt tot gefundeerde verworven kennis. Vanuit de noden en belangstelling van individuele mensen in coöperatief overleg tot oplossingen komen en deze samen realiseren. Zeg maar: natuurlijk leren.

Dat is vandaag echter niet mogelijk in de huidige maatschappij die volledig op economische prestaties en winstbejag gebaseerd is en waarin mensen als werktuigen gezien worden om economische winst te creëren. Daarom pleiten wij voor een revolutionaire ommezwaai in het onderwijs. Het onderwijs dat vandaag alleen en steeds meer en meer onze kinderen en jongeren voorbereidt om een bruikbare schakel te zijn in deze economische tredmolen, als producent en als consument. Economie moet mensen dienen, niet andersom.

Wat zijn dan onze frustraties over het huidige onderwijssysteem?

Het werken met wereldvreemde inhouden, waar de kinderen niet het uitgangspunt zijn. Niet hun groei en ontwikkeling, maar de resultaten die ze moeten bereiken zijn prioritair. Kinderen worden afhankelijk gemaakt van de school, de leerkrachten en de gebruikte methoden. Zo wordt hun afgeleerd om zelf te leren, wat kinderen van nature doen en willen doen. Elk kind wil immers zijn wereld verruimen en er greep op krijgen.

Freinet: De methode is noodzakelijkerwijs vermoeiend vanwege haar eentonigheid; ze is voor kinderen gemaakt door volwassenen; ze is een middel tot afstomping; ze blijft de verering van het gedrukte woord inprenten; ze dwingt de leraars om haar te gebruiken alle kinderen op uniforme wijze de inhoud bij te brengen; men giet de kinderen vol met de gedachten van anderen en doodt langzamerhand hun eigen gedachten; de schoolse methode moet onttroond worden. [2]

Nu schept de school een verkeerd beeld van wat leren is. Op school is leren beperkt tot het ontvangen van kennis, aangeboden door iemand die pretendeert deze kennis in pacht te hebben. M.a.w. als de ‘lerende’ het aangeboden kan reproduceren, heeft die geleerd. Onderwijs ontkent het ‘zijn’ van het kind dat zelf de wereld wil verkennen, al doende met vallen en opstaan.

Zo heeft het, voor het een stap op school heeft gezet, leren lopen, leren spreken en al heel wat inzichten verworven in het functioneren van zijn leefwereld. Dit wordt op school helemaal over boord gegooid want daar is het de overheid/inrichtende macht die bepaalt via de ontwikkelingsdoelen en eindtermen WAT en WANNEER een kind moet leren, wat het moet kennen, kunnen en doen. Zo niet hebben ze een ‘achterstand’ die dringend aangepakt en ingehaald moet worden. Wie niet binnen de lijntjes kleurt wordt gezien als een probleem, moet worden gediagnostiseerd en met een vooraf bepaald plan geremedieerd.  De meningen van de zogenaamde ‘experten’ worden blindelings gevolgd. Ook al werken deze ‘experten’ voor en zijn ze afhankelijk van machtige wereldwijde economische organisaties.

Volgens deze experten zou de coronacrisis in het onderwijs een ‘grote achterstand’ veroorzaken. Hierbij wordt soms als voorbeeld verwezen naar mei ’68 waar het schoolverzuim in Frankrijk bij een hele generatie een negatieve invloed zou gehad hebben. Mocht dit al op een wetenschappelijke manier onderzocht zijn, dan is dit toch weeral geanalyseerd vanuit een economisch standpunt. Maar mei ’68 betekent ook een boost voor veel positieve evoluties in de maatschappij. Hierbij denken we aan de democratisering van het onderwijs, emancipatie van vrouwen, minderheden en achtergestelde groepen, de veranderde visie op de Noord-Zuid verhoudingen, visie op cultuur en armoede, … .

Het is de gangbare opvatting dat de school het monopolie op leren heeft. Deze opvatting wordt door de school zelf in stand gehouden: toetsen, testen, diploma’s, opsplitsen in ASO, TSO, BSO, indeling in jaarklassen, … zijn manieren om dit te bestendigen. Met alle negatieve gevolgen voor de maatschappij.

Er is dus werk aan de winkel om de louter economische visie op onderwijs en leren te herzien. Kinderen moeten kansen krijgen om zelf te leren en samen greep te krijgen op hun leefwereld. Daarom is een humaniserende, actieve en levende pedagogie nodig. Waar wachten we op?

Freinet: Elke methode die het paard-dat-geen-dorst-heeft wil laten drinken is betreurenswaardig. Elke methode die de dorst naar kennis oproept en een sterk behoefte aan werk aanscherpt, is goed. [3]

 

Truus Schuttyser & Patrick Leunens

 

Notes:

[1] De aktualiteit van Freinet. W.A. Jansens Schoonhoven.

[2] Célestin Freinet, een pedagoog voor onze tijd. Michel Barré. Vertaling Rouke Broersma.

[3] Mathieu aan het woord. Célestin Freinet. Vertaling Rouke Broersma.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!