Het aantal Vlaamse leerlingen die de school te vroeg verlaat en dus zonder einddiploma op de arbeidsmarkt komt, is schrikwekkend hoog (foto dewerkmarkt.nl).
Nieuws, Samenleving, Politiek, België, Onderwijs, Karin Heremans, Thuistaal, Analyse, Anderstaligen, Iqra, Schoolverlaters -

Dossier schoolverlaters: het belang van thuistaal

Het Steunpunt Studie- en Schoolloopbanen meldt dat 11,1 procent van de Vlaamse leerlingen schoolverlater is. Dat is te veel. Veel te veel. Dat moet anders kunnen.

zaterdag 21 september 2013 06:30
Spread the love

Het onderwijs staat alweer, nog steeds misschien, voor een hele hoop uitdagingen. Hoe passen we een eeuwenoud systeem aan aan de huidige realiteit? In hoeverre moet je kinderen leren omgaan met iPads en iPhones? Hoe gaan we om met godsdienst in de klas in een meer en meer pluralistische maatschappij? En vooral: hoe gaan we het verrassend hoog aantal schoolverlaters tegen gaan?

Het percentage vroege schoolverlagers ligt bedroevend hoog. Dat meldt het Steunpunt Studie- en Schoolloopbanen. In Vlaanderen ligt het gemiddelde percentage op 11,1 procent, maar in grootsteden ligt dat percentage aanzienlijk hoger. In Mechelen zit men aan 19 procent, in Gent aan 22 procent, in Brussel ligt het percentage op 27 en in Antwerpen zelfs op 28 procent. Dat wil zeggen dat in een aantal Vlaamse steden meer dan 1 op 4 leerlingen de school vroegtijdig verlaat. Dat is veel. Veel te veel.

Nog verontrustender is de achtergrond van die schoolverlaters. Het aantal leerlingen dat de schoolbanken te vroeg verlaat, ligt namelijk nog veel hoger bij leerlingen wiens thuistaal een andere dan het Nederlands is. Nederlandstalige leerlingen lopen 9,6 procent kans om vroegtijdig de school te verlaten, anderstalige leerlingen 30,3 procent. Het verschil is op z’n minst gesteld significant en problematisch.

Rechtse reacties

Op 17 september verscheen er in De Morgen een reactie van twee bezorgde politici: Onderwijsspecialist en Vlaams Parlementslid Kris Van Dijck (N-VA) en de voorzitter van het Antwerps districtscollege Zuhal Demir (ook N-VA). Zij zeggen erg bezorgd te zijn en menen dat deze studie moet dienen als een alarmbel. Ze spreken van een jarenlang gefaald federaal migratiebeleid. Al goed, verzuchten ze, dat Vlaams Minister van Inburgering (en Binnenlands- en Buitenlands bestuur, Bestuurszaken, Toerisme, Onroerend Erfgoed en Vlaamse Rand en Voorzitter van de gemeenteraad van Izegem én Vice-minister-president, N-VA) Geert Bourgeouis het inburgerings- en inkantelingsbeleid heeft gekoppeld. Gelukkig.

Want wat is de oorzaak van dat hoge aantal schoolverlaters onder de anderstaligen, volgens hen?

“De kennis van de Nederlandse taal is een noodzakelijke voorwaarde voor een geslaagd inburgeringstraject in het algemeen en een succesvolle schoolloopbaan in het bijzonder.”

Dat is waar. Immers, wanneer zo’n hoog aantal anderstaligen vroegtijdig afhaakt, kan het alleen maar aan hun thuistaal liggen. Zo’n uitspraken klinken voor de hand liggend, en vooral, we moeten met zo’n conclusie niet dieper ingaan op de cijfers en context.

“Maar misschien,” schrijven Van Dijck en Demir, “moeten we nog een stap verder gaan.” “Waarom vervroegen we de leerplicht niet?”

Men kan zien waarom ze dat een goed idee vinden. Op deze manier kunnen we kinderen nog vroeger verplichten Nederlands te spreken, en Nederlands, nogmaals, leidt tot goede punten.

Onderwijs als emancipatiemotor

Dat de anderstalige leerlingen vaker de school verlaten, bevestigt ook Gentse schepen van Onderwijs Elke Decruyenaere (Groen): “39 procent van de jongeren met een andere thuistaal dan het Nederlands verlaten voortijdig de middelbare school. Dat is bijna 4 keer zoveel als bij de jongeren met thuistaal Nederlands. Uit deze cijfers kan je afleiden dat in een klas met daarin 90 procent leerlingen zonder thuistaal Nederlands, 50 procent van de leerlingen de school verlaat zonder diploma. Dat betekent dat het onderwijs als emancipatiemotor, als hefboom, falikant faalt.”

Deze analyse verschilt van de analyse van Van Dijck en Demir. Voor Decruyenaere is het dus niet de inburgering die per sé faalt, maar wel het onderwijs. Ook haar suggestie tot oplossing verschilt: “Er bestaat intussen heel wat afdoende onderzoek waaruit blijkt dat het taalbad niet werkt en vaak zelfs het omgekeerde effect heeft. De moedertaal toelaten, bevordert het welbevinden en het welbevinden bevordert het leren, ook het leren van een nieuwe taal.”

Taalkunde

Dat laatste wordt vaak aangehaald, maar laat ons het ook eens linguistisch bekijken. De leerling wordt dus verplicht Nederlands te spreken, de ouders worden zwaar aangemoedigd thuis ook hun – pover – Nederlands te beoefenen, en de thuistaal wordt niet toegestaan op de speelplaats.

In de taalkunde maakt men een onderscheid tussen subtractief en additief een tweede taal leren. Subtractief bilingualisme vindt plaats wanneer de ene taal de andere moet vervangen. Additief bilingualisme houdt in dat beiden talen tegelijkertijd worden ontwikkeld. Het Vlaamse onderwijssysteem beoefent het eerste.

Het is die eerste optie die door elke linguïst wordt aangewezen als nefast voor de taalvreugde, zeker wanneer het kind ergens tussen de zes en de twaalf jaar oud is. Wanneer we namelijk de eerste taal wegnemen of discrimineren, en een nieuwe taal introduceren die het kind nog niet goed beheerst, dan staan we de ontwikkeling van het kind in de weg. Het kind gebruikt namelijk die primaire taal om te leren over abstracte onderwerpen.

En laat het nu net die abstracte onderwerpen zijn waarop in ons onderwijs zoveel nadruk gelegd wordt. Het kind wordt met andere woorden een goed leerproces, om abstracte waarden aan te leren ontzegd, waarna het wordt afgestraft omdat het niet goed leert.

Wetenschappelijke conclusies wijzen erop dat het additief bilingualisme ervoor zorgt dat het kind zich veilig voelt in beide talen, en dat het in allebei beter ontwikkeld als beide talen aangemoedigd worden. Jammer genoeg steunt ons onderwijsbeleid op populistische slogans en niet op wetenschappelijke onderzoeken.

Komt nog bij dat het subtractief bilingualisme sterk impliceert dat het Nederlands superieur is aan de thuistaal van het kind. Ook Frans, Engels en Duits zijn sterk bevoordeeld. Tweetaligheid in Vlaanderen is enkel wenselijk als het twee Westeuropese talen betreft. Nederlands-Turks of Nederlands-Pools-Russisch, daar ben je weinig of niets mee.

Men zou denken dat net een flamingant de situatie van deze leerlingen – het negeren van de thuistaal en cultuur, wat leidt tot opstandigheid, schoolmoeheid en in een aantal gevallen tot radicalisering – zou kunnen begrijpen.

Men denkt verkeerd.

Iqra School

Een van de weinige scholen die dit probleem probeert op te lossen, is de Iqra school in Borgerhout. Eindelijk een school die confirmerend wilt omgaan met niet-Nederlandse talen en culturen. Jammer genoeg werd deze school meteen afgeschreven als Islamitisch en Marokkaans.

Eén van de critici was Karin Heremans, directrice van het Koninklijk Atheneum van Antwerpen. In een opiniestuk voor De Standaard zegt zij het volgende. Kijk even of u hier een draad aan kan vastknopen:

“Een cruciaal element zal ook zijn wat Iqra met de twee uur godsdienstonderricht doet. ’Cultuurbeschouwing’ zegt Chakkar, ‘pluralistisch’. Het is een beetje vaag en staat in schril contrast met het GO!, onderwijs van de Vlaamse gemeenschap dat resoluut kiest voor ‘actief pluralisme.’”

Pluralisme staat volgens Heremans in “schril contrast” met pluralisme. Dat leest u goed.

Finland

Het Fins onderwijs wordt al maanden in elke krant en tijdschrift geprezen, en terecht. Het land kent een percentage schoolverlaters van 0.3 procent.

Ook op vlak van meertaligheid lijkt het Fins onderwijs het meest progressief: in Finland probeert het onderwijs de moedertalen van haar leerlingen te promoten. Meer dan 11.000 leerlingen krijgt les in een moedertaal die niet het Fins is. Sinds 1980 al heeft het onderwijssysteem een aantal Somalische leerkrachten in dienst, zodat leerlingen uit Somalië hun moedertaal kunnen onderhouden en hun woordenschat kunnen uitbreiden.

Het Fins onderwijs leidt tot een betere houding tegenover zowel de primaire als de secundaire taal – en dus tot meer eigenwaarde en meer zin om te leren.

Andere redenen tot schoolverlaten, achterliggende redenen, kunnen dankzij de conclusie dat anderstaligen Nederlands moeten leren, achterwege gelaten worden. Zo hoeven we geen echte discussie te voeren over onderwijs. En dat is ongelofelijk jammer.

take down
the paywall
steun ons nu!