Interview -

Doe het maar ’s als alleenstaande mama met twee kinderen

Caroline is een alleenstaande mama met twee kinderen. Ze is één van de bijna 52.000 mensen in ons land die onvrijwillig deeltijds werken. Haar deeltijds contract is niet haar keuze, maar de werkgever biedt haar geen voltijdse job aan. Ze getuigt hoe dit haar leven beïnvloedt. Chris Van Droogenbroeck, nationaal secretaris voor de distributie bij de vakbond LBC-NVK, zet het in perspectief voor de hele arbeidsmarkt.

woensdag 18 maart 2015 14:38
Spread the love

Haar deeltijdse job vond Caroline via een uitzendbureau. Ze presteert twaalf uur per week bij een marktonderzoeksbureau dat op zijn beurt werkt voor de Amerikaanse multinational Procter & Gamble (P&G), een van ‘s werelds grootste leveranciers van huishoudartikelen en verzorgingsproducten. P&G behoort tot de grootste bedrijven ter wereld.

Met haar uitzendcontract van twaalf uur verdient Caroline 460 euro per maand. Van de RVA krijgt ze een bijpassing van ongeveer 600 euro. Zo heeft ze in totaal 1.060 euro per maand om met haar twee kinderen van te leven. Daarvan gaat al 670 euro naar de huur. Van het OCMW krijgt ze 198 euro steun om haar elektriciteitsrekening te helpen betalen.

Caroline woonde lang in Brussel. Ze stond er acht jaar op een wachtlijst voor een sociale woning maar verhuisde uiteindelijk naar de Rand omdat de huur in Brussel niet te betalen was. Maar nu eist de Vlaamse overheid dat je Nederlands moet leren om in aanmerking te komen voor een sociale woning in Vlaanderen. De maatregel hangt als een zwaard van Damocles boven het hoofd van Caroline. “Mijn kinderen gaan naar een Nederlandstalige school en ikzelf praat vlot Frans en Engels. Ik begrijp redelijk goed Nederlands maar ik weet niet of dat genoeg is”.

Van alles geprobeerd

Ondertussen zoekt Caroline voort naar een betere job, die haar meer zekerheid geeft. “Ik heb al van alles geprobeerd. Ook op de luchthaven van Zaventem.” Maar het lukt dus niet. Enerzijds is er het feit dat ze geen Nederlands spreekt. Anderzijds is de grote flexibiliteit die werkgevers vragen een struikelblok. “Ik ben alleen met mijn twee kinderen. De flexibiliteit die geëist wordt is voor mij gewoon niet mogelijk!”

Met haar inkomen heeft Caroline het verre van breed. Een vakantie kan zit er niet in. En tegen de kinderen moet ze vaker ‘nee’ zeggen dan ze zou willen. “En dan zijn er de vernederingen om wat hulp van het OCMW te krijgen. Telkens opnieuw moet ik aantonen waaraan ik mijn geld uitgeef. Soms krijg ik opmerkingen omdat ik naar de Delhaize geweest ben en niet naar de Aldi. Ik moet al mijn bankuittreksels laten zien, zodat ze kunnen nagaan wat ik heb uitgegeven.”

De inkomensgarantie-uitkering van de RVA, die haar voorlopig nog net boven de armoedegrens optilt, dreigt door de regeringsmaatregelen te halveren. De maatregel die gratis elektriciteit voorziet, verdwijnt. Het worden harde tijden voor Caroline en haar kinderen.

‘Precaire jobs’

Werken doe je om een menswaardig leven te kunnen opbouwen. Maar zo eenvoudig is het niet altijd. Almaar vaker volstaat een job niet meer om financiële zekerheid en een voldoende stabiel inkomen te garanderen. Met een dure term spreken we dan over ‘precaire jobs’. Concreet gaat het vooral over jobs met kortlopende contracten en over deeltijds werk, zeker in combinatie met variabele uurroosters.

Chris Van Droogenbroeck heeft zich als nationaal secretaris voor de distributie bij de LBC-NVK in het thema verdiept. “Precaire of kwetsbare jobs zijn geen exclusief probleem van de winkelsector”, legt hij uit. “Maar het fenomeen is in onze sector wel sterk aanwezig. De helft van het winkelpersoneel werkt er minder dan drie vierde, en dat is meestal niet uit vrije keuze. Mee als gevolg van de lage lonen in de sector leveren die jobs geen leefbaar inkomen op. En de combinatie met een andere baan is vaak onmogelijk door de variabele uurroosters.”

Deeltijds en flexibel

In de distributie is vooral deeltijds werk een verklaring voor het grote aantal kwetsbare jobs. “Zowat een kwart van de werknemers in België werkt deeltijds, maar in de distributie is dat ruim de helft. De helft van die personeelsleden heeft minder dan een drie vierde contract. En dan loert de financiële onzekerheid om de hoek”, vertelt Chris. 

Ook in andere sectoren krijgen steeds meer werknemers flexibele uurroosters onder de neus geschoven. “Denk maar aan de schoonmaak, met shiften in de ochtend- en avonduren. Of aan voor- en naschoolse kinderopvang of andere jobs in de marge van het schoolgebeuren.” 

Flexibele contracten – denk aan jobs van bepaalde duur en uitzendwerk – zijn een andere bron van onzekerheid voor nogal wat werknemers. “Wie nooit werkzekerheid heeft voor langer dan pakweg een week, kan geen stabiel leven uitbouwen. Meer werknemers dan je zou denken, verkeren in die weinig benijdenswaardige situatie. En het aantal uitzendcontracten neemt nog altijd toe.”

Onder aan de ladder

Wie komt terecht in kwetsbare jobs? Vooral werknemers onder aan de ladder. “Wie al weinig kansen heeft op de arbeidsmarkt, verzeilt vaker dan anderen in een onzekere job. Kortgeschoolden of schoolverlaters zonder diploma of getuigschrift vinden moeilijk een stabiele, zekere job”, weet Chris.

“Maar ook jongeren mét een diploma, maar zonder ervaring, draaien dikwijls toertjes in onzekere jobs. Een spiraal waar je in veel gevallen maar moeilijk uit bevrijd raakt. En uiteraard zijn ook werknemers met een migratie-achtergrond of een arbeidshandicap vaak slachtoffers. Een precaire job is vaak de enige mogelijkheid om aan werk te geraken. Maar veel garanties biedt die job niet.”

Meer werk

Er is dringend behoefte aan meer jobs voor deze doelgroepen. “Als ik naar de distributie kijk, merk ik dat er de voorbije tien jaar heel wat jobs zijn verdwenen waarin deze mensen vroeger aan de slag konden. De distributie is nog altijd een arbeidsintensieve sector, maar fenomenen als ‘selfscanning’, automatische prijsaanduiding en digitaal voorraadbeheer hebben jobs vernietigd. Er is nood aan de creatie van nieuwe, waardevolle jobs die zowel voor de winkels als voor het personeel een meerwaarde betekenen. Ik denk bijvoorbeeld aan shopstewards, die mensen met advies kunnen bijstaan of wegwijs maken in de winkel. Werkgevers zouden kunnen investeren in toekomstgerichte vorming voor hun werknemers zodat ze aan de slag kunnen blijven in de sector.” 

“Ook als vakbond hebben we oog voor dit thema, vandaar dat dit de nodige aandacht krijgt op ons LBC-NVK-congres van eind maart. Maar ook op de werkvloer moeten we werk maken van degelijke en duurzame jobs. De voorbije jaren hebben we in de distributie afspraken gemaakt over een beperking van het aantal kleine contracten en contracten van bepaalde duur. Zo mag een werkgever slechts vijf procent van de werknemers een contract van minder dan halftijds aanbieden. Maar de afspraken doen naleven is in de praktijk niet altijd eenvoudig. Zeker niet als de wetgeving de andere richting opgaat en steeds meer mogelijkheden creëert voor kleine en flexibele contracten. Soms lijkt het alsof we dweilen met de kraan open.”

Jan Deceunynck

Dit is een aangepaste versie van een verhaal dat verscheen in Ons Recht van maart 2015. Ons Recht is het ledenblad van de vakbond LBC-NVK, onderdeel van het ACV. Ontdek meer over de LBC-NVK op www.lbc-nvk.be en via www.facebook.com/vakbondlbcnvk

take down
the paywall
steun ons nu!