Nieuws, Wereld, Economie, Bangladesh, Textielfabrieken, Dhaka -

Dodentol loopt op in Bangladesh. Honderdduizenden arbeiders tonen woede

Dit is geen ongeval maar een moord, zei een Bengaalse minister na de instorting van een textielfabriek nabij de hoofdstad van Bangladesh. Een oproep door de lokale overheid om het gebouw te evacueren werd in de wind geslagen. De werkneemsters werden met stokken terug naar binnen gejaagd. Al meer dan 300 lichamen werden geborgen.

vrijdag 26 april 2013 17:29
Spread the love

In het negen verdiepingen tellende gebouw Rana Plaza waren er vijf ateliers. In heel Bangladesh zouden er minstens 4000 dergelijke ateliers zijn. Er werken in totaal meer dan drie miljoen arbeiders, 80 procent daarvan zijn vrouwen.

De arbeiders maken er kleren bestemd voor de export. Die kleren belanden in winkels als Mango, C&A en Benetton, multinationals die daar veel winst mee maken. Voor welke merken de slachtoffers in Dhaka precies werken is blijkbaar moeilijk vast te stellen. Lokale organisatie beweren dat Carrefour en Benetton kleren lieten maken in de ingestorte fabriek, maar beide bedrijven ontkennen dat.

Het minimumloon bedraagt 38 dollar per maand. De vrouwen die de honger op het platteland ontvlucht zijn, kunnen met dit bedrag nauwelijks een piepkleine hut betalen. Tijdens de lange ritten naar hun werk zijn ze vaak het slachtoffer van seksueel geweld. 

Zich organiseren om hun lot te verbeteren is gevaarlijk. Vorig jaar werd de mensenrechtenactivist Aminul Islam gefolterd en uiteindelijk vermoord. De daders werden niet verontrust. Eerder werd Aminul Islam ook al gefolterd door de politie.

Controle door de overheid is zo goed als onbestaande. In de regio rond Dhaka zijn er naar schatting 100.000 fabrieken. Die worden in de gaten gehouden door … 18 controleurs.

Na een vastgestelde inbreuk komen de fabriekseigenaars er vanaf met een boete van 13 dollar. Het leidt tot straffeloosheid en roekeloosheid. Nadat er barsten werden vastgesteld in het gebouw werden enkele winkels en een bank ontruimd. De duizenden arbeiders van de vijf textielfabrieken in het gebouw werden met stokken terug naar binnen gejaagd.

De fabriekseigenaars voelen zich oppermachtig. Vaak hebben ze goede banden met de leidende politieke partijen in Bangladesh. Ook de eigenaar van Rana Plaza is actief binnen de Awami League, één van de twee grote partijen van het land. Tien procent van de parlementsleden is (mede-)eigenaar van een textielfabriek.

Donderdag kwamen honderdduizenden werknemers op straat. Er werden snelwegen geblokkeerd in drie belangrijke industriële gebieden. Fabrieken die de dag van rouw niet respecteerden werden bestormd. Enkele fabrieken werden zelfs in brand gestoken. Uiteindelijk kregen alle arbeiders in de regio een vrije dag.  

De internationale vakbondskoepel IndustriALL Global Union roept samen met vakbonden in Bangladesh op om mails te sturen naar de regering van Bangladesh. Zij eisen het recht om zich te organiseren. betere beveiliging van de gebouwen en een verhoging van het minimumloon. 

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!