Opinie -

Diversiteit en de toekomst van ons onderwijs

Superdiversiteit op scholen kan worden opgevat als probleem. Of het kan worden ontkend. De webredacteur van DeWereldMorgen herinnert zich daar uit haar eigen schooltijd straffe voorbeelden van. In reactie op stellingen van een onderwijsdeskundige vraagt ze zich af waarom de samenleving niet de voordelen van superdiversiteit inziet. En er eindelijk naar handelt.

maandag 1 september 2014 17:09
Spread the love

Onderwijsdeskundige Marc Hermans liet in De Standaard van 1 september zijn licht schijnen over de toekomst van het onderwijs en het probleem van de diversiteit in ons onderwijs: “Een van de problemen is de aangroei van allochtone kinderen. Door de blijvende toestroom uit andere landen evolueren we van een multiculturele naar een superdiverse samenleving met een grote verscheidenheid aan culturele waarden, religieuze overtuigingen en taalachtergronden.”

De oplossing voor dat probleem is volgens hem huiswerkbegeleiding en kinderopvang op vroege leeftijd. Maar ook het opwaarderen van het beroep van leerkracht, zoals in Finland. Daarin ben ik het wel met hem eens.

Maar verder wordt die diversiteit in zijn ogen vooral negatief gepercipieerd. En zoiets beantwoordt perfect aan de angst van de doorsnee Vlaming: dat het arme schorriemorrie met een andere thuistaal ons Nederlands zal doen verloederen. Ik heb in het artikel nauwelijks iets positiefs kunnen bespeuren over het talent dat voortvloeit uit die superdiversiteit, de multitaligheid en het vermogen zich als een kameleon aan te passen aan verschillende omgevingen. Over de rijkdom en creativiteit die deze groep kan bieden voor onze vergrijzende samenleving.

Zolang deskundigen door Hermans’ bril blijven kijken naar die superdiverse  samenleving, zullen ook zijn lapmiddelen geen soelaas bieden.

Alien

Laten we starten met het echte probleem, dat meneer Hermans uit het oog heeft verloren. Een goede vriendin van me is afgelopen juni afgestudeerd als kleuterjuf. Ze is zelf mama van twee kindjes uit een gemengde relatie en enorm geïnteresseerd in die diversiteit en hoe het op een positieve manier een plek kan krijgen in het onderwijs. Ze vond snel werk in een nieuw schooltje in Borgerhout. Ik vroeg haar langs mijn neus weg: heb je de lijst van je leerlingen al gekregen? Het zijn bijna allemaal Marokkaanse kindjes, repliceerde ze. Toen dacht ik: lap, daar gaan we weer.

Ik kreeg flashbacks van die supergettoschool waar ik in de jaren’ 80 heb gezeten, op het Kiel. Op drie straten van elkaar waren er twee scholen met één directrice. Een blanke school en mijn supergettoschool. De directrice zorgde ervoor dat al de Marokkaanse kindjes naar de gettoschool werden gestuurd, ook al kwamen de ouders zich in in de blanke ‘betere’ school inschrijven.

In mijn gettoschool ging het van kwaad naar erger. Niet alleen kregen de kinderen die net toekwamen in het kader van gezinsherenigingen geen begeleiding. Er was ook maar één leerkracht voorzien per twee klassen. Eerste en tweede zaten samen, derde en vierde, vijfde en zesde. De kinderen in de klas moesten zelf tolken voor die nieuwelingen. Terwijl de leerkrachten in de leraarskamer een koffieklets hielden, liepen de speelpauzes meestal uit en zaten we in de winter op de speelplaats uren te verkleumen. De leerkrachten deden in de klas waar ze zin in hadden, en van echt lesgeven was er nauwelijks sprake. Er was amper controle en de ouders waren niet mondig genoeg. 

Er werd me aangeraden om beroeps te doen, net als al de afgestudeerden van die lagere school. Uit koppigheid ben ik naar het technische gegaan. Maar ik begon mijn middelbaar met een achterstand van hier tot in Tokyo. Ik voelde me een alien tussen de Belgische medeleerlingen die ik nooit had gehad in het lager.

Talenten

Die extreme misstanden zullen wel enigszins minder zijn geworden vandaag de dag in de gettoscholen, maar hoe is het mogelijk dat we niet leren uit die fouten uit het verleden? Als Jan, Omar en Anissa al niet van kleins af aan met elkaar leren spelen, ruziemaken en terug goedmaken, vriendschappen sluiten in een schoolomgeving waar ze elke dag bijna acht uur bij elkaar doorbrengen? Elkaars achtergrond op een positieve manier leren bekijken en hun talenten kunnen ontwikkelen? Dan zal het nooit gebeuren.

Daarom de vraag waarom krampachtig vasthouden aan de blanke elite- en middenklassescholen? Wie help je daarmee in een stedelijke context als Antwerpen, waar nu al vijftig procent van de lagere schoolkinderen een andere origine hebben? Welke samenleving willen we?

Zolang we geen beleid uitwerken met verplichte gemengde scholen, zorgen we ervoor dat we in plaats van een superdiverse samenleving (waar talenten op verschillende manieren een plek kunnen vinden in onze maatschappij) vervallen in een gesegregeerde samenleving van wantrouwen, angst en vooroordelen.

take down
the paywall
steun ons nu!