Displaced
Interview, Wereld, Europa, Samenleving, Politiek, België -

‘Displaced’: Belgische Turken op zoek naar een thuis in Istanbul

Het gevoel nergens thuis te horen, hoe toon je dat? Een gevoel waarmee de tweede en derde generatie burgers met andere roots geconfronteerd worden. In de documentaire 'Displaced' volgt Volkan Üce vier Belgen en Nederlanders van Turkse origine die naar Istanbul verhuizen in een poging zichzelf terug te vinden in het land van hun ouders. Weg van de discriminatie en racisme in hun geboorteland. Maar het romantische beeld van thuiskomen wordt een moeizame zoektocht in een bikkelharde grootstad.

woensdag 8 november 2017 11:28
Spread the love

Volkan Üce is net terug van de première van zijn film op het prestigieuze documentaire festival DOK Leipzig als ik met hem afspreek voor een interview.

Het was voor het eerst dat Üce zijn film samen met een publiek ging bekijken: “Ik zat er met knikkende knieën. De film was tenslotte mijn baby waar ik vier jaar aan heb gewerkt. Het was spannend afwachten hoe ze die gingen onthalen. Maar tot mijn grote opluchting was de volle zaal helemaal mee en ik kreeg achteraf een enthousiast applaus.”

Voordien werkte je aan de universiteit als onderzoeker vanwaar die stap om een docu te maken?  

“Het is niet echt een plotse overstap. Ik had altijd wel iets met film willen doen maar mijn ouders vonden dat er geen toekomst in zat dus koos ik voor internationale politiek.”

“Maar dat gevoel om verhalen te vertellen is wel altijd gebleven. Ik was ook jarenlang actief bij de artistieke kern van het festival 0090 waar ik het filmgedeelte verzorgde. Door allerlei persoonlijke gebeurtenissen besloot ik op een gegeven moment de knop om te draaien en gehoor te geven aan mijn verteldrang. Een Turkse regisseur die ik in die tijd ontmoette heeft me het nodige duwtje in de rug gegeven om het gewoon te doen.”

Waarom koos je voor het thema ‘terugkeren’. Was je er zelf mee bezig?

“Het idee van mensen die terugkeren is inderdaad een onderwerp dat me wel enorm bezighoud. Ik ben hier geboren en getogen en besloot tijdens mijn studies mijn Erasmus te doen in Istanbul. Het beeld dat ik toen had van Turkije was geënt op de mooie warme Turkse familiefilms waarmee ik opgroeide. De realiteit ter plaatse was helemaal anders. Ik voelde me daar meer Belg dan ik dacht.”

“Ik merkte nadien in mijn omgeving dat het idee om naar Turkije te gaan bij heel veel Turkse vrienden leefde. Vooral bij hoogopgeleiden die na hun studies merkten dat de toegang tot bepaalde sectoren toch moeilijk is als je een andere origine hebt. Ze hebben het lastig om hun ambities te realiseren in deze maatschappij.”

Maar ook daar in Istanbul is het knokken om werk te vinden en veel Europese Turken belanden er uiteindelijk in een callcenter waar ze hun eigen naam niet eens mogen gebruiken.

“Ja een aantal mensen die ik volgde zijn ook in die callcenters beland. Ondanks alle skills zoals een grote talenkennis en een westers diploma moet je daar opboksen tegen een bitse concurrentie. Turkije telt vele meer jongeren en ook heel veel hoogopgeleiden. En daarnaast ontbreekt het de Europese Turken ook aan de juiste connecties en netwerken.”

“Dat is het maffe aan de situatie. Je gaat naar een land waar je denkt dat je jezelf kan worden met een universitair diploma op zak. Dan beland je op zo’n callcenter die opdrachten uitvoert voor de Belgische markt en plots moet je je Julie of Ann noemen aan de telefoon. Je verdient er trouwens amper 500 euro met een fulltime job. En de huurprijzen in de betere wijken van Istanbul zijn hoog.”

Eén van je personages in de docu hopt van de ene precaire job naar de andere. En loopt een beetje verloren in die grootstad.




“Sule is een jongedame die toegepaste psychologie heeft gestudeerd en meer dan een jaar solliciteerde in België zonder succes. Ze vertrok met veel hoop. Ze is iemand die heel open, positief en enthousiast naar de dingen kijkt. In Istanbul belandde ze regelmatig in bizarre situaties. Ze lijkt wel een verwonderde roodkapje in het bos. En regelmatig komen er wolven op haar af.”

“Er is een spreekwoord over Istanbul die de stad omschrijft als een eettafel van wolven. Ofwel wordt je ook een wolf en zit je mee aan tafel ofwel wordt je opgegeten door de wolven.”

Een andere personage is een Nederlandse Turk die actief wordt tijdens de Gezi-protesten en zich realiseert dat hij toch meer Nederlander is dan hij dacht.

“Hij vond zijn draai niet en kon ook zijn professionele carrière niet van de grond krijgen in Istanbul. De Gezi-protesten waar hij actief bij betrokken raakte en de hardhandige reactie daarop staat symbool voor het uiteenspatten van zijn droom. Het geweld, de kapotte straat. En toen werd zijn vriendin ook nog zwanger. Het was voor hem het moment om terug naar Nederland te keren.”

De zoektocht naar zichzelf wordt voor de personages niet gemakkelijk, ze merken dat ze in de Turkse maatschappij ook niet echt voor vol worden aanzien.

“De meesten zijn vertrokken omdat ze het moe zijn zich constant te moeten verantwoorden voor hun ‘anders’ zijn. Elke keer weer die vragen over waar ze vandaan komen, over Erdogan of over hun religie. Ze denken dat dit alles zal wegvallen als ze in Turkije zijn. Maar de realiteit blijkt toch iets anders te zijn.”

“Ook daar moeten ze zich constant verantwoorden en worden ze in een hokje gestoken, namelijk die van de ‘buitenlandse Turken’. Ze worden daar afgerekend op hun taalkennis. Ze horen dat je niet echt van daar bent door je woordgebruik en je accent. Zelfs voor je begint te praten, aan de manier waarom je wandelt en naar de dingen kijkt, zien ze al dat je niet van daar bent. Je wordt er ook constant mee geconfronteerd.”

“Er is zelfs een aparte benaming voor Turken uit het buitenland. Ze worden Almanci genoemd. Er bestaan ook heel wat grappen over buitenlandse Turken en hun ‘rare’ manier van spreken. Ze worden ook gezien als een beetje naïef en dom. Omdat ze in een andere maatschappij zijn opgegroeid kennen ze de complexere omgangsvormen niet goed.”

“Die verantwoording die ze dachten achtergelaten te hebben blijkt hen ook daar te achtervolgen.” 

In de docu zie je ook dat het leven van de teruggekeerden een beetje eenzaam is.




“Ondanks het feit dat de mensen in Turkije heel warme en hechte banden hebben. Zie je dat het voor de buitenlandse Turken moeilijk is om er nieuwe vrienden te maken. De meeste vrienden die ze maken zijn andere buitenlandse Turken die ze ontmoeten in de callcenters. Op de een of andere manier zoeken ze elkaar ook op.”

“Ze zitten ook vaak in verschillende expatgroepen en doen activiteiten samen met andere Europeanen die in Turkije wonen. Ik zie regelmatig bijvoorbeeld Nederlandse Turken op Facebook die naar typische Nederlandse expatactiviteiten gaan zoals bitterballen maken, of haring en maatjes eten.”

“Vanuit Europees perspectief is het alsof deze mensen terugkeren maar voor de mensen die ik volg is dat niet zo. Voor hen is het een migratie. Ze hebben al hun vrienden en familie hier achterlaten om elders opnieuw iets op te bouwen. Ik heb daar enorm veel bewondering voor.”

De naam van de film heb je uit een gedicht gehaald. In de film laat je je personages dat gedicht citeren. Waarom?

“Displaced* is een gedicht van Bukowski. Ik heb het gedicht als tiener ontdekt en ik kon me er heel hard in herkennen. Het gedicht werd een beetje mijn vriend. Heel toevallig bleek een van mijn personages ook het gedicht te kennen. Het was ook een van haar lievelingsgedichten.”

“Het verwoord dat gevoel van je overal de andere te voelen heel goed. Het gedicht geeft ook perfect weer waar mijn film over gaat. Vandaar de keuze dat als titel te nemen.”

Het avontuur wordt een teleurstelling voor de meesten als ze beseffen dat ze ook daar niet worden aanvaard. Niet echt een hoopvolle boodschap?

“Het is een beetje een pessimistische boodschap in de film maar het is inderdaad zo dat je nooit van dat anders zijn af zult geraken. Geloof in jezelf en in wat je kunt en wees trots op je hybriditeit. Want je zal de mensen nooit kunnen overtuigen dat je geen ander bent.”

“Het feit dat we in twee werelden opgroeien is juist een meerwaarde en geen handicap. Deze samenleving moet net dat talent omarmen en in investeren in plaats van het uit te sluiten. Het feit dat hoogopgeleide mensen hier wegvluchten is een enorme braindrain en een verlies voor onze samenleving.”

‘Wees dankbaar’

“De Vlaming verwacht bijvoorbeeld nog steeds dat we dankbaar moeten zijn. Waarom moet ik dankbaar zijn? Mijn grootvader heeft hier heel zijn leven in de mijnen gewerkt. Hij werd eerst als een dier gekeurd voor hij binnen mocht. Mijn vader heeft ondanks zijn hogere opleiding zwaar werk gedaan in de fabrieken.”

“Ik ben hier geboren maar ik voel nog altijd die zweem van ‘wees dankbaar’ die er hangt. Als je kritiek geeft op de samenleving waarin je bent opgegroeid, ben je ondankbaar en moet je maar naar Turkije gaan. Hoe absurd toch. Ik heb hier evenveel rechten en plichten als een andere burger. Er is niets om dankbaar over te zijn.”

“Mijn initieel idee was om de intro van de film te beginnen met tien anonieme getuigenissen van hoogopgeleide Turkse Belgen die ook vage plannen hadden om te vertrekken. De bedoeling was dat ze aan een psychologe vertellen hoe ze zich hier voelen. We hadden ze bij elkaar gebracht in de wachtzaal van een psychologe en ze een voor naar de psychologe laten komen. Mijn Belgische cameraman en geluidsman waren helemaal in shock van al de verhalen die ze hoorden.”

“Op het einde ging ik terug naar de wachtkamer waar iedereen bij elkaar zat en dat was een ongelooflijk mooi moment. Belgische Turken van over heel het land die elkaar niet kennen en daar met elkaar connecteerden en hun ervaringen deelden van thuisloosheid. Ik wil dat soort herkenning overbrengen met mijn film.”

“Ontheemd zijn is een universeel thema. Ik hoop dat de ontheemden er een zekere troost uit kunnen putten om zich minder eenzaam te voelen.”

Displaced gaat in Belgie in premiere in Antwerpen. Waar: Cinema Zuid op 8/11 om 20h00.

VRT Canvas toont de documentaire op zondag 26 november.

 Meer info: https://www.facebook.com/Displacedmovie/

  

*Displaced

burning in hell
this piece of me fits in nowhere
as other people find things
to do
with their time
places to go
with one another
things to say
to each other.

I am
burning in hell
some place north of Mexico.
flowers don’t grow here.

I am not like
other people
other people are like
other people.

they are all alike:
joining
grouping
huddling
they are both
gleeful and content
and i am
burning in hell.

my heart is a thousand years old
I am not like
other people.
I’d die on their picnic grounds
smothered by their flags
slugged by their songs
unloved by their soldiers
gored by their humor
murdered by their concern.

I am not like
other people.
I am
burning in hell.

the hell of
myself.

Charles Bukowski

take down
the paywall
steun ons nu!