Interview -

Dirk Avonts: “België moet dringend medicinale cannabis mogelijk maken”

Wereldwijd zien we een opvallende politieke kentering in de benadering van medicinaal en/of recreationeel cannabisgebruik. Het veel gehoorde beklag, dat landen hierbij de Internationale Drugsverdragen van de Verenigde Naties schenden, blijkt onjuist. Over de Belgische politieke inertie en het huidige repressieve model, en "hoe het anders kan én zou moeten", sprak ik met arts, professor (RUG) en OCMW-raadslid voor Groen te Antwerpen, Dirk Avonts.

dinsdag 11 juli 2017 11:40
Spread the love

In 2016 onderzocht professor van Kempen, op vraag van verschillende Nederlandse gemeenten, of een andere benadering dan de huidige repressieve en verbiedende benadering ten aanzien van cannabisgebruik, mogelijk was. Zijn lijvig rapport, Internationaal recht en cannabis II. Regulering van cannabisteelt en -handel voor recreatief gebruik: positieve mensenrechtenverplichtingen versus VN-drugsverdragen, besluit dat dit niet alleen kan, maar misschien zelfs wenselijk is. Dit komt omdat het Handvest van de Verenigde Naties voorrang aan de mensenrechten verleent. Mede hierdoor is het geen verrassing dat steeds meer landen hun beleid betreffende medicinaal en recreationeel cannabisgebruik aanpassen.

Een snelle geografische ronde leert ons dat ondertussen acht staten van de VS, Uruguay en Canada het recreationele cannabisgebruik reguleerden. Andere landen (Portugal, Oostenrijk, Argentinië, onlangs Frankrijk…) decriminaliseerden het recreationele gebruik. Nog meer landen (Australië, Italië, Kroatië, Duitsland, Tsjechië, Nederland, Griekenland…) en negenentwintig staten van de VS, voorzien de mogelijkheid om cannabis voor medicinale doeleinden te gebruiken. Het eindgeroffel van dit veranderingslied lijkt nog veraf.

België ondergaat, met een liberale premier en een liberale arts verantwoordelijk voor de volksgezondheid, ondertussen opvallend onbewogen de wereldwijde aanpassing. Nochtans raakt de repressieve benadering van het recreationele en het medicinale cannabisgebruik aan de individuele vrijheid van de burger, de mensenrechten en is ze niet conform met de hedendaagse wetenschappelijke gegevens. Idealen die de liberale traditie van oudsher koestert. Maar verder dan het toestaan van het gebruik van Sativex, medische mondspray met cannabisextracten, voor een zeer select groepje MS-patiënten, gaat mevrouw De Block vooralsnog niet. Over de Belgische politieke inertie en het huidige repressieve model, en “hoe het anders kan én zou moeten”, sprak ik met arts, professor (RUG) en OCMW-raadslid voor Groen te Antwerpen, Dirk Avonts.

Cannabisgebruik is volgens hem een maatschappelijk fenomeen, dat de overheid op een verstandige manier dient te regelen, waardoor het zo weinig mogelijk schade veroorzaakt bij de gebruiker en de samenleving. Concreet betekent dit, enerzijds, dat de overheid informeert en aan de ontrading van cannabisgebruik werkt. Deze eerste benadering richt zich vooral op -18jarigen, waarvan de hersenen nog ontwikkelen. Zij doen er trouwens goed aan om, voor dezelfde reden, alcohol en tabak te vermijden. Waar het, anderzijds, volwassenen betreft dringt een goed geregelde cannabislegalisering zich op.

Avonts: “De overheid moet de verkoop en distributie van cannabis in handen nemen. Daarbij is het belangrijk dat men de te koop gestelde cannabis op zijn kwaliteit controleert. Hierdoor weet men zeker dat deze geen insecticiden, pesticiden of andere ongewenste stoffen bevat. Bovendien weet men dan precies hoeveel het THC-, het roesveroorzakende element in cannabis, gehalte bedraagt. Vandaag is dit niet het geval. Mensen die bij straatdealers kopen, kennen de samenstelling van hun cannabis niet. Vanzelfsprekend is dit niet zonder gevaar. Het is een beetje alsof je in een café een pint bestelt en een triple met pesticiden geserveerd krijgt. Niemand zou dit willen, en volksgezondheid zou het niet tolereren. Nochtans is dit in de cannabiswereld de alledaagse realiteit!”




“Een gereguleerd cannabismodel garandeert een veiliger product, waarbij men zowel de gebruikers als de samenleving in haar geheel spaart. Verder sluist de overheid op deze manier geld van de georganiseerde misdaad naar haar eigen begroting, en bezuinigt ze op uitgaven en arbeid bij de justitie- en politiediensten. Bovendien ontlast men deze diensten en kunnen ze andere, prangendere, dossiers aanpakken. Tenslotte kan de overheid met zo een model taksen heffen op de cannabisproductie en -verkoop, wat voor nieuwe inkomsten zorgt.”

Professor Avonts ziet in de legalisering van cannabisgebruik bijgevolg geen graten. Hij staat daarmee niet alleen in zijn partij. Het legaliseren van cannabis voor recreationele en medicinale doeleinden kent bij Groen, Groen+ en Jong Groen een groot draagvlak. Daarmee onderscheiden ze zich van de andere Vlaamse partijen. De jongerenafdelingen van de liberalen en de sp.a zijn de legaliseringgedachte eveneens genegen, maar hun volwassen tegenhangers delen deze genegenheid niet. Vooral de afkeurende houding van de liberalen is opmerkelijk.

Avonts: “De coalitievorming met de N-VA zorgt ervoor dat bepaalde liberale principes niet tot hun recht komen. Daarbij schuwt de N-VA, en andere conservatieve partijen, het niet om reeds achterhaalde mythes betreffende cannabis te blijven herhalen. Zo bestaat de door hun aangehaalde stepping stone theorie niet en ook de bewering dat de war on drugs werkt, is foutief. Daarenboven maken sommige politici opzettelijk geen verschil tussen cannabis en drugs zoals cocaïne en heroïne. Aldus schetsen ze een beeld dat suggereert dat cannabis dezelfde risico’s en effecten heeft dan deze laatste drugs.”

“Volgens mij creëren ze zodoende moedwillig verwarring bij de mensen, waardoor ze een alibi hebben om meer politie op straat te droppen om de overlast van de illegale cannabismarkt in te tomen. Toch werkt hun repressieve aanpak niet! Politie-interventies verplaatsen het overlastprobleem slechts van de stad naar de periferie. Voorts verzwijgt men gemakkelijkheidshalve dat een goed gereguleerde cannabismarkt de overlast wél grotendeels wegneemt. De oneerlijke verwarringstrategie zorgt tegelijkertijd voor een groter draagvlak bij de publieke opinie om de status-quo te handhaven”.

Probleemgebruikers?

Volgens professor Avonts kan men cannabisgebruikers het best vergelijken met sociale drinkers. Wanneer men het gebruik binnen de perken houdt, 91% slaagt hierin, leidt de modale cannabisgebruiker een onopvallend leven. Hij/Zij heeft een baan, gezin, kinderen, hobby’s, …. Het wordt anders bij de 9% probleemgebruikers. Zij hebben de gulden middenweg verloren en gebruiken zoveel dat ze andere taken en verplichtingen, zoals onderwijs, werk, huishoudelijke taken, … niet meer, of niet optimaal, uitvoeren. Dit bestaan leidt meestal naar een sukkelstraatje, mocht men zich daar al niet in bevinden.




Avonts: “Een groot aantal probleemgebruikers heeft ernstige psychische en of lichamelijke trauma’s achter de rug, denk hierbij bijvoorbeeld aan mishandeling of verwaarlozing. Ik ben OCMW- raadslid voor Groen te Antwerpen, en zie er vaak dat andere betrokken mensen of partijen te weinig rekening houden met het verhaal achter de persoon zijn probleemgebruik. Bijna altijd heeft een probleemgebruiker geen adequate medische begeleiding. Vooral de geestelijke gezondheidszorg heeft hierin een belangrijke rol te spelen als we deze mensen willen helpen. “.

Hoewel cannabisgebruik in probleemgebruik kan uitmonden, kan men cannabis eveneens als een efficiënt medicijn gebruiken om verschillende ziektes te bestrijden. Het aantal indicaties waarbij men medicinale cannabis (MC) inzet om de patiënt bij zijn lijden te helpen is zeer gevarieerd. Professor Avonts stelt dat het zeker ingezet kan worden bij misselijkheid, om de nevenwerkingen van chemotherapie te verminderen, chronische pijn, spierspasmen, zoals bij MS, maar dat de sprayvorm, Sativex, niet de meest efficiënte toedieningsvorm is.

Avonts: “Aan de universiteit leren artsen hoe het endocannabinoïdensysteem werkt, maar er blijft een bepaalde terughoudendheid om over MC te doceren. Hierdoor weet de arts niet altijd even goed bij welke indicaties het zou kunnen helpen. Dit heeft niet zozeer te maken met het ontbreken van studies die een wetenschappelijke basis voor medicinaal cannabisgebruik rechtvaardigen. Wel blijf medicinale cannabis in vele hoofden een alternatieve geneeswijze, zoals Yoga en andere behandelwijzen, waardoor men het niet echt au sérieux neemt. Van Hatha Yoga zijn er bijvoorbeeld bewijzen dat het werkt bij depressies, maar een professor zal bijvoorbeeld voor de behandeling van depressie eerst verwijzen naar de conventionele medicijnen, en daarna terloops misschien stellen dat sommige auteurs ook in Yoga een remedie zien. Hetzelfde geldt voor een behandeling op basis van MC, het is evenmin een voorkeurbehandeling. De impliciete boodschap is: als arts kan je er niet veel mee.”.

Verontwaardigd

Naast de academische terughoudendheid zorgt de onmogelijkheid om medicinale cannabis in een apotheek te verkrijgen voor het verwateren van de interesse van een arts voor MC.




Avonts: “Artsen bezitten de vrijheid om op basis van hun kennis, behandelingen voor te stellen die zij nuttig achten bij een gegeven medische problematiek. Het niet ter beschikking stellen van MC via de apotheken, ontneemt de arts deze vrijheid. Bovendien is het onethisch om een patiënt een medicijn te ontzeggen, dat zijn/haar levenskwaliteit mogelijks aanzienlijk kan verbeteren. Ik heb in de praktijk zelf gezien hoe na het initiëren van MC bij een pijnpatiënte, ze haar pijnmedicatie drastisch kon verminderen en haar levenskwaliteit toenam. MC moet zo snel mogelijk in de Belgische geneeskunde haar ingang vinden, en goed opgeleide apothekers, die hier meestal interesse voor hebben, dienen voor de verdeling te zorgen.”

“We zouden naar analogie met Nederland een Bureau voor Medicinale Cannabis kunnen oprichten en de producten via Bedrocan, het bedrijf dat de medicinale cannabis voor de Nederlandse overheid produceert, kunnen laten leveren. Het enige dat ons van dit model scheidt, is een wettelijk kader. Ik was zeer verontwaardigd toen ik vernam dat het Antwerpse gerecht bij Trekt Uw Plant (TUP) was binnengevallen. TUP hun manier van werken is een creatieve invulling voor de huidige wettelijke grijze zone dat één cannabisplant per persoon toestaat. Veel medicinale gebruikers maakten hier gebruik van en blijven na de inval zonder medicijn achter. Daarenboven vind ik de vrijheidsberoving en gevangenzetting, van de TUP-leden, een bijzonder strenge en trauma’s genererende maatregel, dat men moeilijk als preventief kan omschrijven. Eerder dan van zulke invallen de nieuwe norm te maken, dienen we de betreffende wetgeving aan te passen.”

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!