Interview, Nieuws, Economie, België, Tmd, Dexia -

Dexia, de tijdbom die ons nog 20 miljard kan kosten

Wie het boek van insider Bernhard Ardaen over de ondergang van Dexia leest, fronst meermaals de wenkbrauwen, schudt verontwaardigd het hoofd en hapt zelfs een paar keer naar adem. Ardaen is ook de eerste die vrij secuur narekent hoeveel de val van de Belgische systeembank de belastingbetaler nog zal kosten. Een interview.

zondag 6 mei 2012 13:36
Spread the love

Bernhard Ardaen is een echte insider. Onbekend bij het grote publiek en zelfs bij de meeste mensen die het financiële wereldje volgen, maar wel iemand die al twintig jaar actief is in de financiële sector en die advies leverde bij alle cruciale keerpunten van Dexia.

Tijdbom Dexia, de inside story is één van de boeken die je moet gelezen hebben als je de financiële crisis die vijf jaar na het uitbreken nog altijd in alle hevigheid woedt, wil begrijpen. “Ik heb met dit boek nooit de bedoeling gehad om zondebokken te zoeken of beschuldigingen te uiten. Ik wil alleen proberen uit te leggen wat er de voorbije twintig jaar met de erfenis van de BAC en het Gemeentekrediet is gebeurd, en hoe het komt dat Dexia in de financiële crisis zo zwaar in de klappen heeft gedeeld”, schrijft Ardaen ergens in het begin van het boek.

En tijdens ons interview vertelt hij: “Ik geef een feitelijk relaas. Ik denk dat ik nog een rol heb te spelen om de tijdbom mee onschadelijk te maken. Ik wil dan ook vermijden dat ik teveel de stempel opgeplakt krijg: het is gemakkelijk om achteraf met de vinger te wijzen.”

Dat is een heel bescheiden opstelling. Wie het boek leest, krijgt wel degelijk inzicht in de schuldigen. Maar Ardaen slaagt er in om duidelijk te maken dat het debacle van Dexia niet de fout is van één of enkele individuen. Er was de megalomane expansiedrift van toenmalig topman Pierre Richard (kopen, kopen, kopen, zo vat Ardaen de strategie van Richard samen), er was de deregulering van de financiële sector waardoor banken “onhandelbare molochs” werden, er was Jacques Guerber die van Dexia’s kernactiviteit (kredieten verlenen aan gemeentes) een hefboomfonds maakte, er is de doofheid van de toezichthouders en politici die alle alarmbellen negeerden.

Maar voor we met Ardaen de geschiedenis induiken, eerst een blik op de toekomst. Wat gaat Dexia – het vehikel dat overblijft nadat de bank die ondertussen Belfius heet er werd uitgelicht – ons nog kosten?

Luc Coene, gouverneur van de Nationale Bank, liet eind april achter gesloten maar niet geheel lekvrije deuren weten dat Dexia een kapitaalsverhoging nodig heeft. Klopt dat?

“Coene heeft uiteraard meer cijfers dan ik. Hij zal zo’n uitspraak niet doen als daar totaal geen behoefte aan is. In mijn boek staat een scenario dat volgens de enen te optimistisch is en volgens andere misschien te pessimistisch. Ik ga er van uit dat de pot in 2014 leeg is. Maar de toezichthouders kunnen niet wachten tot de pot helemaal leeg is. Zolang Dexia een bank is, blijven de regels voor banken van toepassing en is er altijd een minimumkapitaal vereist. Daarom zou het kunnen dat Coene al vroeger aan de alarmbel trekt.”

En de Belgische overheid moet dat kapitaal ophoesten.

“In principe kan ook de privésector in het kapitaal van Dexia stappen. Er kan nu al een openbaar bod gedaan worden op de aandelen en voor 400 miljoen euro is de bank van u. Waarom doet niemand dat?”

Omdat er geen 400 miljoen meer uit te halen is?

“Waarschijnlijk.”

Die kapitaalsverhoging kan nare gevolgen hebben voor ons land.

“De regels van Eurostat laten toe dat overheden garanties geven aan financiële instellingen zonder dat die bij de staatsschuld geteld worden. Eén van die voorwaarden is dat die garanties gegeven worden aan levensvatbare entiteiten. Bij de Dexia-constructie is na het weghalen van Dexiabank België, en bij de verkoop van een onderdeel van de Franse activiteit, Dexia Municipal Agency aan een Joint Venture met CDC en de Franse Postbank, is afgesproken dat Dexia Credit Local niet langer nieuwe kredieten mag verstrekken. Alle commerciële activiteiten zijn verkocht of weggenomen. Het is een echte bad bank geworden, een entiteit die niet levensvatbaar is, die geen winstmotoren meer heeft.”

“Men kan het alleen nog bekijken als een beleggingsfonds. Het zijn de beleggingen die de financiering moeten kunnen betalen. Er is geen enkel groeipotentieel meer. De verliezen kan je op geen enkele andere manier meer goed maken.”

“Het is niet ondenkbaar dat Eurostat beslist dat België de reële verliezen moet boeken of het bedrag van de ultieme waarborg: 54 miljard euro. In het ergste scenario kan het ook dat het hele vehikel voor 60 procent (het aandeel van België, nvdr) van de balans – dat is 150 miljard euro – bij de staatsschuld wordt geteld. Dat is geen verlies, maar een boekhoudkundige ingreep.”

Heeft dat dan geen enkele impact op de begroting?

“Er staat wel iets op het spel voor de begroting. Ik schat dat Dexia ons 2 à 3 miljard euro per jaar zal kosten gedurende minstens 10 jaar.”

Hoe komt u bij dat getal?

“De portefeuille van de bad bank is statisch. Je moet niet denken dat je daar nog veel mee kan spelen. We zitten met onverkoopbare stukken. Die brengen tussen de 0,3 en 0,5 procent op boven de Euribor, de referentierentevoet. Die kredieten in Frankrijk, Spanje en Italië zijn immers gekocht tegen lage rentes en dat is nog voor 10, 20, 30 jaar zo. Ze kunnen ook failliet gaan. Maar laten we niet uitgaan van een doemscenario en veronderstellen dat ze terugbetaald worden.”

“Door de crisis is het duurder geworden voor banken om zich te herfinancieren. De gemiddelde financieringkost is anderhalve procent. Dat betekent een verschil van één procent op een balanstotaal van 250 miljard. Dat is 2,5 miljard verlies per jaar. Tel daar de personeelskosten en eventuele kredietverliezen – obligaties die niet terugbetaald worden – bij. Dan kom je aan 3 miljard euro. De Belgische staat garandeert daar twee derde van. Dat is twee miljard per jaar. Dat is cash die vandaag al wordt verbrand.”

Als sommige obligaties nog 30 jaar lopen, waarom schat u dan dat het ons maar tien jaar last zal bezorgen?

“De gemiddelde levensloop van die portefeuille is ongeveer 10 tot 13 jaar. Dat gemiddelde bekom je als je alle looptijden reduceert tot één getal.”

In totaal zal Dexia de belastingbetalers dus nog 20 miljard euro kosten?

“Dat is een schatting. De rente kan natuurlijk nog zakken. De risicopremie kan omlaag. In dat geval moet ik mijn berekeningen aanpassen. Het kan 1,8 miljard zijn of 2,2 miljard, maar altijd iets in die orde van grootte. Over die kostprijs werd tot nu toe niet gesproken. Ik wil meehelpen aan die bewustwording. Maar wat het ultieme verlies zal zijn, weet ik dus ook niet. Maar het zal zeker niet beperkt blijven tot 50 miljoen per jaar. Wel 1, 2 of 3 miljard per jaar.”

U stelt voor om het hele ding te beheren als een hefboomfonds. Kan dat de kostprijs doen zakken?

“Mensen vragen me soms of ik een oplossing heb. Als ze daarmee bedoelen dat het ons helemaal niets zal kosten, moet ik hen ontgoochelen. Er zijn wel betere manieren van aanpakken mogelijk die leiden tot een lagere eindfactuur. Het hangt ook af van wat er precies wordt aangetroffen in die portefeuille. Op dit ogenblik zijn er weinig of geen Belgen die daar zicht op hebben.”

Hoe kan dat? België geeft dus garanties aan een bad bank zonder te weten wat er allemaal in zit.

“Als kredietgever moet je inderdaad normaal het kredietdossier hebben. Ik heb de indruk dat dat onvoldoende in detail bekend is.”

Waarom heeft België niet gewoon foert gezegd tegen de Fransen? Er stroomden elke dag vanuit België tientallen miljarden naar de Franse tak om de rekeningen te doen kloppen. Dan had België toch al troeven in handen om de Fransen het mes op de keel te zetten? 

“Soms zegt men: als uw bankier u 100.000 euro uitleent, is hij de baas. Als hij u 100 miljoen uitleent, bent u de baas. Dexia België had meer dan 50 miljard geleend aan DCL. Bij Dexia België hadden ze het gevoel dat DCL baas was door de grootte van die vordering.”

Is het dan al helemaal in het begin fout gelopen? Toen Crédit Local de France en het Gemeentekrediet in 1996 samen gingen. Vanaf toen begon het geld te stromen van België naar Frankrijk.

“Ik begrijp hoe die fusie tot stand kwam. François Narmon van het Gemeentekrediet en Pierre Richard van CLF vonden dat ze alle twee met een halve bank zaten. In Frankrijk waren ze goed in het verlenen van kredieten, maar ze hadden geen natuurlijke financiering wegens de afwezigheid van een kantorennet. Narmon had meer spaargeld dan hij zinvolle kredieten kon verschaffen. Dat alles gebeurde in een context van de Europese eenmaking waarbij men dacht dat schaalvergroting de enige weg was. De transfer van spaargelden van België naar Frankrijk was dus vanzelfsprekend, want de uitvoering van de basisgedachte waarop de de fusie tussen het Gemeentekrediet en CLF was gestoeld.”

Op zich was er dus geen probleem?

“Het is fout gelopen toen men met dat geld sinterklaas ging spelen in de rest van de wereld. Het was het verhaal van de kikker in een pot water die langzaam kookt. Eerst 20 miljard, dan 22 miljard, … en het bleef maar groeien. Het besef dat het water kookte, kwam te laat.”

Ieder nuchter mens zag toch dat dit niet kon?

“Van zodra je een beursgenoteerd bedrijf wordt, zit je in een andere mindset. Richard wou bij de grootste jongens van Europa horen. Die ambitie is niet verzoenbaar met de waarden van de voorzichtige bankier. Men kan geen tien procent per jaar groeien met hypothecaire kredieten en het ophalen van spaargeld. Zo haal je geen rendement van 15 procent.”

Hoe kan het dat niemand zich zorgen maakte over die enorme balans van Dexia?

“Omdat het ook nog met de internationale regels van Basel II verzoenbaar was. Die kijken naar het gewogen risico. Dexia zat met triple-A’s (AAA-ratings die wijzen op een grote kredietwaardigheid, nvdr) en overheidsschulden. Die werden tussen de  0 en 20 procent gewogen. Dat verklaart dat je een balans kan hebben van 600 miljard met een eigen vermogen van amper 20 miljard.”

Men hield er geen rekening mee dat ook triple-A’s kunnen zakken. Was dat ideologie?

“Omdat Dexia zo goed was. Het is het typische Titanic-verhaal. Overtuigd zijn van de eigen uitzonderlijke goedheid. Dit schip behoudt zijn drijfkracht in de zwaarste stormen. Dat was een axioma, een onaantastbaar uitgangspunt.”

“Bij risicobeheer is diversificatie een goede methode om de risico’s te spreiden. Heb je alleen chocolaatjes in je picnicmand dan zullen die allemaal smelten als het een warme dag wordt. Heb je alleen brood dan zal dat niet meer te eten zijn als het nat wordt door de regen. Het is dus een zaak om de risico’s te spreiden zodat je elke situatie aan kan. Maar als al je producten wel divers zijn maar allemaal met elkaar verbonden zijn, heb je een probleem. En dat was zo in een gedereguleerde markt waarin iedereen met iedereen verstrengeld was. Duizenden verschillende obligaties gedroegen zich als een blok beton.”

Wat gebeurde er met mensen die bij de directie aan de alarmbel trokken.

“Kritische mensen komen terecht bij mensen die met bonussen betaald worden. Je denkt dat je daarmee een intellectueel hoogstaand gesprek voert, maar eigenlijk denkt die mens alleen maar: die komt hier in mijn zakken zitten.”

Bestond die houding ook bij de aandeelhouders?

“De Belgen zijn nooit eendrachtig geweest in dit dossier. Ik heb er geen zicht op wie wat gezegd heeft in de raad van bestuur. Onder de Belgen was unanimiteit nodig om de Fransen tegen te houden. Men kan ook niet ontkennen dat het in de goede jaren aangenaam was om de dividenden op te strijken. De kritische houding kwam er pas toen de problemen opdoken in de VS. Voor sommigen was dat in 2007. Bij anderen duurde het nog tot na de eerste redding eind 2008.”

Sommige aandeelhouders beweren dat zij wel degelijk op tafel geklopt hebben.

“Het is mijn persoonlijk aanvoelen dat van al diegenen die vandaag het zwaarst aangepakt worden, daar toch minstens één van de partijen bij was die zich al heel vroeg bewust was van de financiële crisis. Francine Swiggers (van Arco, nvdr) is hoofd geweest van de marktenzaal bij Bacob. Zij weet hoe de markten in elkaar zitten. Zij kent het concept marktwaarde. Maar in de Dexia-commissie legt zij ook uit dat alle rapporten die ze kregen, niet alarmerend waren.”

U had het net over de impact van de bonussen. De kritiek op die torenhoge bonussen zwelt wel aan.

“De hoogte van een bonus is voor mij minder relevant dan de gevolgen van die bonuscultuur op het handelen in het bedrijf. Als je zegt dat je tegen bonussen bent, zal je heel veel mensen treffen. Van stofzuigerverkopers tot telefonisten, zij werken allemaal met een variabele vergoeding. Ik pleit zeker niet voor het afschaffen van bonussen, maar ik stel wel voor dat we eens nadenken welk soort gedrag we daarmee stimuleren. Een andere discussie is het maximumbedrag dat iemand waard is. Managers werken echt niet 20 keer harder of zijn 20 keer slimmer dan andere werknemers.”

Wat vindt u eigenlijk van het werk van de Dexia-commissie?

(Lange stilte) “Ze kwam te vroeg. Het dossier is nog niet afgelopen. Dan kan je nog geen evaluatie maken. Ze had ook de verkeerde focus. Ze wilde schuldigen aanduiden terwijl men eerst de belangen van België zou moeten in kaart brengen. Het is interessant om lessen te trekken uit het verleden, maar het verleden is nog niet begonnen. Dat is de reden waarom het boek er gekomen is.”

Heeft Leterme de Dexia-crisis goed aangepakt?

“De problemen zijn van die orde dat je niet kan wachten tot er een nota op je bureau belandt. Dit vraagt enorm veel voorbereiding en analyse van mensen met kennis van zaken, om bijvoorbeeld alle scenario’s en alternatieven af te wegen. De Fransen kwamen naar hier met tientallen adviseurs. Alleen al het Franse parlementaire verslag over die laatste operatie… Geen enkel parlementslid kan zo iets schrijven op die korte tijd. Dat moet door iemand anders geschreven zijn. Ze zijn anders en beter georganiseerd.”

“Ik heb geen enkel verwijt tegen de Belgische regering dat ze daar toen zes miljard hebben ingestopt. Chapeau dat de bank toen gered is. Maar er moet toen iets tussen de Fransen en de Belgen gezegd zijn waardoor de Belgen de gemaakte afspraken niet meer in vraag durfden stellen. Op basis van improvisatie is het best mogelijk dat in de gegeven omstandigheden toen voor Dexia en het land de juiste beslissingen genomen werden, maar dat men na de EHBO weigert om de patiënt onder de röntgen te leggen en een operatie te overwegen, dat is onbegrijpelijk.”

Waarom is dat niet gebeurd?

“Dat moet je aan Dehaene vragen die de weerstand gevoeld heeft. Of aan Leterme die nog niet kwam getuigen. Voor mij is dat een raadsel. Maar vandaag zijn de uitdagingen voor ons land zo groot, dat ik eerder geneigd ben te denken aan wat nog komen moet, dan dat ik precies wil weten wie wat gezegd heeft.”

En wat vindt u van de toezichthouders? Die hebben alles laten passeren.

“Zij passen de regels toe en dat is voor 80 procent papierwerk, maar zich afvragen of het businessmodel klopt, nadenken over de relevantie van die instellingen voor de buitenwereld, dat doen ze  naar mijn gevoel onvoldoende”.

“Toezichthouders kunnen op basis van Basel ook een kritische reflectie aangaan met het management van de instellingen. Intellectueel is dat wel mogelijk, maar de context is er niet. Die Jean-Paul Servais (topman van bankentoezichthouder CFBA, nvdr) is niet iemand die tegen Mariani kan zeggen: wat u daar doet, trekt op niets. Je hebt aan de ene kant een doorwinterde bankier die 2 miljoen per jaar verdient en aan de andere kant iemand die politiek benoemd is en die maar een aantal aspecten van het bankieren beheerst, namelijk het juridische. Die wordt gewoon naar huis gespeeld. Dat is geen evenwichtig debat.”

U hebt Bacob nog gekend, de bank van de christelijke werknemersbeweging ACW. Zij hadden nooit mogen opgaan in Dexia.

“Dat is te simpel. In de jaren ’90 had je de invoering van de euro. Men dacht toen dat schaalvergroting de enige uitweg was. Fusioneren was in de mode. Het debacle van Lernout en Hauspie bezorgde Artesia (de samensmelting tussen Bacob en Paribas België, nvdr) niet enkel een financiële kater maar ook een deuk in het zelfvertrouwen. Om te trouwen moet je met twee zijn. En het is Dexia geworden. Achteraf kan je vaststellen: van een 100 procent gecontroleerde bank gingen ze naar een financiële reus waar ze maar een minderheidsbelang hadden. De beweging heeft de greep op de zaken verloren.”

Is het ondenkbaar dat die tijd van de coöperatieve banken terugkeert?

“De facto hebben we nu een staatsbank. Als de Belgische staat binnenkort opnieuw af wil van de bank, kunnen er twee dingen gebeuren. Men kan de bank oppoetsen om terug naar de beurs te brengen of aan een buitenlandse groep te verpatsen. Of men kan lokale spelers de mogelijkheid bieden om in een coöperatief verhaal te stappen. Puur theoretisch is het perfect denkbaar dat het gebeurt. Kan een Belgische bank zelfstandig bestaan? Technisch kan dat natuurlijk. Als Dexia Bank België in staat was om een structureel verlies in Frankrijk lange tijd weg te werken, is zij als een onafhankelijke bank zonder bad bank zeker sterk genoeg om te overleven.”

“Maar als men verwacht dat er elk jaar 50 miljoen euro winst bijkomt, zit je weer in een andere dynamiek. In een bank moet je voorzichtig kijken of het financiële plaatje klopt en dan pas mag je plannen maken. In een beursgenoteerde onderneming is het omgekeerd. Daar moet je aan de beursanalisten een target opgeven om ze te verleiden en als je die target niet haalt, straffen ze je af. Als je van die druk van het kortetermijndenken af bent, denk ik dat je zeker een toekomst hebt als staatsbank of coöperatieve onderneming.”

Zegt u nu dat banken en beurzen niet samen gaan?

“Het internationale beursgebeuren is niet combineerbaar met het traditionele bankieren. Om aan die rendementen te komen moet je wel hefbomen en turbo’s gebruiken.”

Als Belfius terug naar de beurs gaat, lopen we opnieuw grote risico’s?

“Ja, die risico’s zijn voor mij verbonden met het beursgenoteerde karakter. Een ceo die aan de aandeelhouders zegt: eerst de klanten en het personeel en dan zullen we wel zien wat er voor jullie overblijft… De kans dat zo’n ceo positief onthaald, wordt is onbestaande.”

De heersende gedachte is nochtans dat je banken aan de grote jongens moet overlaten.

“Bankieren is vrij eenvoudig. Je vraagt geld op en staat kredieten toe. Dat is geen ingewikkelde wetenschap of fysica. Je hebt ook de salons niet nodig om een bank te runnen. Maar sommige figuren hebben wel de banken nodig om macht te verwerven. Dat laatste is wat ze bedoelen met haute finance.”

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!