Tina Modotti, Workers Parade, 1926.
Cultuur -

Dertiende editie van Courtisane Festival: Een prikkelende trip door de wereld van cinema

Sinds 2002 organiseert Courtisane jaarlijks in Gent een kort maar krachtig festival dat origineel en gedurfd cinematografisch werk in beeld brengt. De dertiende editie, die loopt van 2 t.e.m. 6 april, focust op de post-koloniale cinema en het militante beeld maar biedt ook de kans om Belgisch en internationaal werk van o.m. Miguel Gomes, Wang Bing en Eric Baudelaire te ontdekken. Verder staan er ook lezingen en concerten op het programma.

woensdag 26 maart 2014 10:01
Spread the love

In tijden dat marketing
communicatie zowat alles en iedereen in zijn greep houdt is het
verfrissend te ontdekken dat er nog mensen en organisaties zijn voor
wie klantgericht denken, perceptie en promotie niet het hoogste goed
zijn.

Zo zet de dertiende
editie van Courtisane Festival (www.courtisane.be), van 2 t.e.m. 6 april in Gent, de
organisatoren niet aan om ons met hoogdravende verklaringen m.b.t.
hun identiteit, missie en perspectieven om de oren te slaan. Sterker
nog, ze geven toe vaak zelf het antwoord op de vraag ‘waar staat
Courtisane voor’ schuldig te moeten blijven.

Nu is het onvermogen om
de eigen activiteiten sluitend te definiëren niet meteen handig bij
het indienen van subsidie-aanvragen, maar het zegt weinig over de
kwaliteit en de zinvolheid van organisaties en evenementen.
Courtisane vormt daarvan het beste bewijs.

Dromen
met open ogen

Sinds 2002 prikkelt
Courtisane Festival jaarlijks via film, video en mediakunst onze
verbeelding en onze zin voor avontuur en reflectie. Met nieuw en oud
werk, in verschillende stijlen en talen, gedreven door diverse
emoties en bespiegelingen.

De programma’s van
Courtisane mogen dan heterogeen ogen, ze hebben wel iets gemeen. Met
name de zoektocht naar hoe cinema, via een combinatie van beelden en
geluiden, een zintuigelijke wereld opbouwt die iets zegt over de
werkelijkheid en onze samenleving.

Keer op keer is het opzet
om los van conventies, genres, disciplines en formats een staalkaart
van uitdagend cinematografisch werk te bieden. Werk dat duidelijk
maakt hoe beelden verbonden zijn met fantasie, zingeving en educatie.

In de festivalbrochure
heet het dat Courtisane weg wil “van de categorieën waarmee we ons
vastzetten in wat makkelijk herkenbar en identificeerbaar is” om op
zoek te gaan “naar weerstand, naar wat ons dwingt om dingen te
herdenken”.

Daarbij wordt een
niet-alledaags opzet geformuleerd: “dingen aanreiken om ons samen
over te verwonderen, dingen die ons zin geven om rond te dwalen. We
moeten onszelf toestaan om te dromen, luidop te dromen, te dromen met
onze ogen open”.

Wat ook aangeeft dat de
festivalbezoekers bereid moeten zijn om te dromen én een dialoog aan
te gaan met de vertoonde werken. Dit is geen festival om
achteruitleunend ‘meesterwerken’ te consumeren, het is meer een
gelegenheid om de eigen verbeelding te activeren.

Tussen
oud en nieuw

De twee hoofdsecties van
het festival zijn ‘Artist in focus’, waar de Amerikaanse
experimentele filmmaker Ken Jacbos zijn rond menselijke perceptie
draaiend werk mag duiden, en ‘Selection’. In die bundeling
selectieprogramma’s zit Belgisch en internationaal werk van
narratieve, experimentele en documentaire aard.

De insteek daarbij is
boeiend: en elk selectieprogramma wordt nieuw werk gecombineerd,
geconfronteerd met oude films. Een dialoog tussen oud en nieuw die
peilt naar de interactie tussen beeld en verbeelding.

Dat kan door reizen te
vergelijken (Rond est le monde van Olivier Dekegel en Quixote
van Bruce Baillie), de waarde van beelden als getuigen te onderzoeken
(Dust Breeding van Sarah Vanagt en Le regard du bourreau
van Chris Marker & Leo Hurwitz), de relatie tussen camerabeweging
en muziek bloot te leggen (Sorrows van Gregory Markopoulos,
Place of Work van Margaret Tait, Am Meer van Ute Aurand
en Listening to the Space in my Room van Robert Beavers) of
door de migratiepolitiek tegen het licht te houden (Mille Soleils
van Mati Diop en Twilight City van Reece Auguiste).

De selectieprogramma’s
bevatten naast onbekend werk en minder vertrouwde namen ook projecten
van enkele cultfiguren. Zo is er de kortfilm Redemption van de
eigenzinnige en door het festival van Cannes op de kaart gezette
Portugese cineast Miguel Gomes (Aquele Querido Mês de Agosto,
Tabu
).

Met het magistrale, negen
uur durende Tie XI Qu: West of the Tracks verwierf Wang Bing
een stevige reputatie als documentairemaker. Het is dan ook uitkijken
naar Feng Ai: ‘Til Madness Do Us Part, een vier uur durende
documentaire over het leven in een Chinese psychiatrische instelling.

Even veelbelovend is de
half documentaire, half fictiefilm The Ugly One van Eric
Baudelaire, een romantische politieke fabel die volgens de Franse
regisseur “een confrontatie herbergt tussen twee generaties van
politiek en cinema, als een verkenning van de kwesties van verzet en
spijt”.

Manakamana van
Stephanie Spray en Pacho Velez is een fascinerende film die het
kabellifttraject naar de op een Nepalese bergtop gelegen
Manakamanatempel in beeld brengt (via 11 shots wordt het volledige
2,8 kilometer lange traject vastgelegd) en daarbij ook de bezoekers
aan dit schrijn gewijd aan de hindoegodin Bhagwalti portreteert.
Resultaat is een confrontatie van traditie en moderniteit, oud en
nieuw, antropologie en kunst.

Het
post-koloniale beeld

Eind
jaren zestig ontwikkelde de Argentijn Fernando Solanas in zijn
‘Manifest voor bevrijding van de Derde Wereldcinema’ het concept
Third Cinema. Het opzet was om in een postkoloniaal tijdperk
filmmakers uit derdewereldlanden de kans te bieden om een eigen stem
te ontwikkelen via film.

De
achterliggende bedenking daarbij was dat films maken cruciaal zou
zijn voor de identiteit van mensen. Maar het concept Derde Cinema
versterkte de polarisering tussen westers en niet-westers en nogal
wat filmmakers ergerden zich aan het westerse paternalisme.

“De
derde wereld? Dat ben jij,” zegt de Egyptische cineast Youssef
Chahine tegen een westerling in Mark Cousins’ documentaire The
Story of Film
. “Wij hebben bewezen dat we 7000 jaar geleden al
een beschaafd volk waren. Zijn wij zo onderontwikkeld? Beschaving is
heel iets anders: hoe je andere mensen tegemoet treedt, hoe je kunt
liefhebben, hoe je je bekommert om anderen.

Wanneer
je hier bij een straatarm iemand op bezoek gaat en hij kan je niets
geven dan zal hij bij zijn buren brood gaan lenen en je dat
aanbieden. In Europa kun je op straat in elkaar zakken en doodgaan en
de mensen laten je gewoon liggen. Laten we eerst duidelijk stellen
wat we met ‘beschaving’ bedoelen. Dan pas kunnen we het hebben over
een eerste en derde wereld. Dan pas”.

Een
meer dan terechte opmerking maar dat belet niet dat het leerrijk kan
zijn om, zoals in Courtisane’s programmaluik ‘Across the Margins,
Beyond the Pale’ gebeurt, terug te blikken op de post-koloniale films
die onder de noemer Derde Cinema de strijd aanbonden met het
kolonialisme en imperialisme.

Fraaie
staaltjes bevrijdingscinema uit de jaren ’70 die op kritische en
intense wijze tegen de gevestigde macht en de heersende beeldvorming
aanschopten. Verzetsfilms die een heel eigen draai gaven aan genres
zoals komedie, drama, musical en roadmovie.

Absolute
aanraders zijn het nog altijd relevante Senegalese emigratieverhaal
Touki Bouki (Djibril Diop Mambéty), de revolutionaire
Indische musical West Indies (Med Hondo), de culturele
allegorie Como era gostoso o meu frances (Nelson Pereira dos
Santos), de Filipijnse afrekening met het kolonialisme Mababangong
Bangungot
(Kidlat Tahimik) en de Braziliaanse ‘cinema novo’ parel
A Idade da terra (Glauber Rocha).

Het
militante beeld

In
samenwerking met KAKS/HoGent organiseert Courtisane ook het
tweedaagse programma ‘The Fire Next Time’, dat zoals de ondertitele
‘afterlives ot the militant image’ aangeeft, via lezingen en
projecties, focust op het ‘militante beeld’. Het beeld dat aansluit
bij James Baldwins revolutionaire gedachte “The impossible is the
least that one can demand”.

Net
zoals bij het post-koloniale beeld wordt teruggeblikt naar het
verleden om beter na te denken over het heden. Meer bepaald om stil
te staan bij de vraag wat er overblijft van de in de jaren ’60 en ’70
intense verstrengeling tussen cinema en politiek.

Van
een sterk politiek gekleurde kunst – het protest van de
tegencultuur evolueerde tot verzet van de militante cinema die tot
bloei kwam in de seventies – is er momenteel weinig te
bespeuren maar de Occupy en Indignados bewegingen wijzen op de nood
aan films die ingezet (kunnen) worden als communicatietool en
strijdwapen.

Daarom
is het goed stil te staan bij enkele vragen. Kan film in het algemeen
en militante cinema in het bijzonder (nog) een verschil maken? Zijn
er lessen te trekken uit het wegdeemsteren van het militante beeld?
Hoe kunnen ‘oude’ voorbeelden leiden tot ‘nieuwe’ wegen? Op welke
wijze kan film (vandaag nog) politiek zijn?

Naast
de expo ‘L’oeil se noie’ (Eric Baudelaire & Mathieu Kieyebe
Abonnenc) in Kiosk en het event ‘Möglichkeitsraum’ (Angela
Melitopoulos & Bettina Knaup) in Minard worden in Kaskcinema
lezingen gecombineerd met filmvoorstellingen om het ‘militante beeld’
tegen het licht te houden.

Een
buitenkans om Ici et ailleurs van Jean-Luc Godard &
Anne-Marie Miéville (terug) te zien of thema’s zoals o.m. ‘Militant
Cinema: from Thirld Worldism to Neoliberal Sensible Politics’
(Irmgard Emmelhainz), ‘Landscape/Media – an Investigation into the
Revolutionary Horizon’ (Sabu Kohso & Go Hirasawa) en ‘Memories of
upheaval and tropical insurrection’ (Olivier Hadouchi, Mathieu
Kieyebe Abonnenc, Basia Lewandoswka Cummings) geanalyseerd te zien
worden.

Samenvattend:
het programma van Courtisane oogt veelzijdig en boeiend. Meer voedsel
voor gedachten dan kauwgom voor de ogen.

take down
the paywall
steun ons nu!