De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

De wereld van Saffier  Ruiken aan toiletzeep

De wereld van Saffier Ruiken aan toiletzeep

vrijdag 21 maart 2014 16:08
Spread the love

‘s Morgens zag Bert-Bertha doorheen het raam van haar slaapkamer dat er op het terrasdak van de keuken een vlies lag. Die morgen voelde ze zich voluit Bertha en ze dacht aan een maagdenvlies. ‘Het doorboren van het maagdenvlies doet pijn, naar gezegd wordt, veel pijn?’ vroeg Bert zich af. ‘Wat een aanstellerij of plaatsvervangend medelijden, kuiper! Dat is niet jouw zorg, wel de mijne,’ repliceerde Bertha. Verzilverd glansde het ijsvlies op de waterplas in het ontluikend licht.

‘De winter komt eraan, die laat het nooit eens een afweten,’ dacht ze wrevelig.

De kilte van die winterprik drong doorheen de blote zolen haar voeten binnen. Ze hoorde het  gerinkel, haastte zich naar het toestel en nam op.

‘Je was in de badkamer, Fons, het was een boodschap voor jou van een vroegere werkmakker uit de bouw. Bert-Bertha nam de telefoon op, was ze niet aandachtig genoeg of hij heeft zijn naam niet bekendgemaakt. In elk geval we hebben hem niet, hij woonde vroeger in de Vlaamse Ardennen, hij zou later opnieuw proberen,’ deelde moeder Elvira mee.

De associatie met de Vlaamse Ardennen was ruimschoots voldoende om de ijzervlechter op de stellingen naast hem levendig voor ogen te brengen. Een onverdroten militant die zich als een dranghek tussen de afblaffers en de arbeiders wrong. Hoe hij het aan boord legde om van vier verdiepingen hoog een van de eersten bij hem te zijn toen hij op het beton lag te zieltogen. Zijn naam? Het is alweer zoveel jaren geleden dat hij nog eens in zijn oren binnenwandelde, hij klonk als een veertje. Vergeten, een dagje ouder worden zeggen ze dan, niets om je zorgen over te maken. Hij hoorde hem uitspreken uit de mond van de vakbondsafgevaardigde, de sonore borststem en de lettergrepen, ze echoden in de oren, maar het woord geraakte er niet over, hij zag het gezicht van de werkmakker in detail voor hem, naamloos als een product zonder etiket, de naam zat klaar om binnen te springen, maar geraakte klem in een te nauwe doorgang in zijn geheugen of in zijn gehoor en viel dan in een gat. Soms dacht hij: ‘ik voel het tussen tong en lippen en gelast mezelf dan: zeg het gewoon, man.’ Maar telkens sprongen andere die erop geleken, met mogelijk gelijkaardige klinkers in het lege gat. Nu ook weer: Ronny, Dario, Damiaan en barricadeerden het.

 ‘Als ik er niet blijf aan denken, verdwijnen ze en komt het gat weer vrij. Ik zie hem voor mij, ik weet dat zijn naam zo opduikt,’ stelde hij zichzelf en zijn vrouw gerust.

Het doordringend aroma van de dampende koffie in de keuken maakte alle nog sluimerende onderdelen van zijn lijf klaar wakker. En hij dacht aan de kracht van de geur, hoe vrouwen na de oorlog, bij het ruiken van de toiletzeep in hun handen, in tranen uitbarstten. Dat parfum, dat was pas de echte bevrijding.

‘Probeer het maar eens in dit land. Wanneer een voetballer een horrortackle uitvoert en niet navenant gestraft wordt, schreeuwt de meute dat er geen normen zijn. De kreten zijn nog niet verstild of er wordt alweer gesakkerd over een niet doorwaadbare brij aan regelneverij, controles, voorschriften en verbodsbepalingen. Met twee maten meten, naargelang diegene die getroffen wordt.’

Hij draaide een blad om.

‘De Europese Unie gaat de misdaadkartels van banken met megaboetes te lijf, mega?, kruimels, ja, peanuts, GAS-boetes zijn het, meteen achter de tralies, daar zijn ze op hun plaats. ‘

‘Niet te hard roepen, Fons, moesten die witteboord kruimeldieven het horen, met hun dure advocaten zijn ze nog in staat om jou te beboeten voor laster en smaad.’

‘Ik zeg niet dat ze iets misdaan hebben, het is maar een perceptie van mij,’ hekelde hij de politieke broekschijters en bladerde driftig verder.

‘Danny!’ riep hij plots.

Op dat ogenblik rinkelde de telefoon. Hij nam op.

‘Hallo, Fons, hier den Danny,’ klonk het wildenthousiast. ‘Hoe lang is het geleden? Alleszins van de vorige eeuw. Ik ben al jaren op pensioen en woon sindsdien niet ver van jou vandaan. Een vogel doet er geen twintig kilometer over.’

‘Jij wist mij wonen? Dat je nog eens niet langs gekomen bent,’ antwoordde vader Fons verrast.

‘Vroeger stapte ik buiten en smeerde hem, nu kan ik niet meer weg zonder zware bagage mee te sleuren, eerst mijn lijf opgetild krijgen en dan pas op gang komen. Het is precies of ik nu met tweeën ben, ik en mijn karkas. Met de tijd kalven vrienden en kennissen af, soms gaat er al eentje voorgoed de laan uit zonder permissie en zonder te verwittigen. Mijn vrouw hebben ze langs de lies een hartklep van een varken geplaatst, ze heeft er nog een aantal jaren mee geleefd maar is ook al gesneuveld. Het beste wat je dan kan doen is vroegere makkers en vrienden, of wat er nog van overblijft, aanhalen. Dus ik pak me op en kom binnenkort langs,’ beloofde hij.

Vooraleer het klaslokaal binnen te stappen fladderde de klier die om de maand lijf en leden met het allernieuwste modemodelletje drapeerde opzichtig rond Saffier, stilzwijgend misprijzen uitwasemend over de doffe sleur van de omhulsels van haar doelwit.

‘Bij nonkel Mon hangt hetzelfde motief als behangpapier tegen de muren van de schone kamer en om te combineren kozen ze voor de balatum vloerbekleding het zelfde motief, alleen een tikkeltje meer violette. Hij is er al dertig jaar niet meer in geweest,’ poeierde Saffier haar af. 

Die avond schreef ze in haar notitieboekje:

‘Gedurende de afgelopen vijf jaar werden 213 miljoen kinderen bij de geboorte niet geregistreerd. Met andere woorden 1 op 3 kinderen onder de 5 jaar bestaat niet. Toch zijn ze voor een goede waarnemer terug te vinden, in de Saharawoestijn, in armoedige en afgelegen woonplaatsen en onder buitenkant-etnieën. Cijfers zijn dooddoeners. Hoe kunnen politici zich sterk maken dat ze tegen een bepaald jaar, hier volgt weer een cijfer, de helft van de bevolking (hoeveel zijn er dat? hier geen cijfer) uit de honger en de armoede zullen halen? Ze willen de wereld te lijf gaan met wiskunde. Vandaag vertelde een klasgenote dat haar zus onlangs getrouwd was. Niks bijzonders, ze had wel maanden lang gewacht tot de 11de van de12de maand van het 13de jaar in het 3de millennium. En wat die datum dan aan bijzonders om het lijf had? De klasgenoten dobbelden er maar wat op los: extra quota’s geluk in het leven, de liefde verankerd, man gaat minder van bil en blijft bij zijn nest. En wat dat nest betrof, een iemand wist een cijfer uit de mouw te schudden, het percentage echtscheidingen van tegenwoordig. Je reinste cijferfetisjisme. Was het maar lettermagie, ik zou erin trappen.’

Alvorens in bed te kruipen lichtte ze het gordijn op en gluurde de duisternis in. Schriele hoogopgeschoten boomstammen doorkruisten als een streepjescode het luchtvlak. Vanuit hun slaapkamer hoorde ze haar ma prevelen: ‘Mijn grootmoeder trok meer kleren aan dan uit om te gaan slapen.’

take down
the paywall
steun ons nu!