De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

De ‘two-spirit’ en het Westen

De ‘two-spirit’ en het Westen

zaterdag 18 juni 2011 18:54
Spread the love

Dit artikel is gebaseerd op een literatuurstudie die ik in juni 2007 schreef over de indiaanse ‘two-spirit’ traditie. Toen volgde ik een opleiding in ‘gender- en seksualiteitstudies’ aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Het oorspronkelijke werk was 19 pagina’s lang. Terwijl het heel wat informatie bevatte die ik als heel waardevol achtte, was de bruikbaarheid ervan echter beperkt omdat het te lang en te subjectief was, en niet vlot las met al die bronverwijzingen. Nu wens ik dit alles dus te herschrijven zodat mensen het op een dieper niveau kunnen begrijpen.

Ik ga de naam ‘two-spirit’ tussen haakjes zetten, omdat elke indiaanse stam een eigen woord ervoor had binnen de eigen taal. Ook schrijf ik ‘indiaans’ in plaats van ‘native American’ om maximaal te proberen Engels te vermijden waar mogelijk.

DE ONTDEKKING VAN DE ‘TWO-SPIRIT’

Toen Europese ontdekkingsreizigers, veroveraars en missionarissen voor het eerst aankwamen in de Amerika’s, stonden ze versteld om in indiaanse stammen meerdere mensen te ontmoeten die ‘gekleed waren alsof ze tot het andere geslacht behoorden’. Ze waren nog meer geshockeerd om te leren dat dit gebruik heel wijd verspreid was, en dat vele stammen een redelijk tot zeer hoog respect hadden voor deze mensen. De naam die men snel kleefde op deze gendervariante mensen was ‘berdache’. Dat is een woord afkomstig uit het Perzisch dat iets betekent in de zin van ‘schandknaap’. Het Europese oordeel was heel hard: deze ‘two-spirits’ waren sodomieten, lage en te verachten wezens die zich wentelden in hun zonden ten opzichte van God, en natuurlijk ook verwijfde zwakkelingen. Er bestaan bejubelende etsen waarop ‘two-spirits’ levend worden opgegeten door de honden van de conquistadores. Die etsen werden teruggestuurd naar Spanje om de Katholieke Kerk te plezieren dat het werk van God was verricht.

Honderden jaren lang, terwijl Europese kolonisten steeds meer land afnamen van de indianen, werd er niks goed gezegd over deze ‘two-spirits’. Toen indiaanse stammen steeds meer in het defensief kwamen te staan en later tot reservaten werden veroordeeld, volgde de ‘two-spirit’ dit lot. Waar indiaanse stammen veel van hun tradities verloren, werden ‘two-spirits’ door kerkleiders actief geleerd om zich te schamen voor wie ze waren, via indoctrinerende scholen of geïmporteerde haat voor gendervariant gedrag. 

Waar antropologen uiteindelijk de aanwezigheid van ‘two-spirits’ hadden geregistreerd in meer dan 150 stammen van Alaska tot Argentinië (wat het tot een bijna universeel gegeven maakte in de Amerika’s), lijkt deze traditie vandaag op uitsterven te staan. De oorspronkelijke betekenis ervan lijkt verloren zowel voor indiaanse als Westerse samenlevingen en hun bestaan staat in geen enkel geschiedenisboek.

Maar wie waren nu deze ‘two-spirits’, hoe voelden ze zich, hoe leefden ze, en hoe komt het dat er zovelen van hen leefden in de Amerika’s, terwijl onze eigen erkenning van gendervariatie nog maar zo minimaal en recent is?

Om deze vragen te beantwoorden, moet je door een eindeloze stroom van antropologische werken waden. Die lijken bijna allemaal meer de vaste veronderstellingen van de observeerders weer te geven dan het gevoelsleven van de mensen die geobserveerd werden. Voor een missionaris met een bijbel onder de arm, waren zij vleesgeworden zonde ten opzichte van God. Voor een veroveraar waren ze verwijfd en ‘dus’ zwak. Voor een feministe waren ze de invasie van universeel mannelijk privilege in die laatste veilige ruimte van vrouwelijkheid. Voor homoseksuele onderzoekers waren ze de spirituele voorouders van man-met-man-seksualiteit. En voor de meeste mannen die de traditie onderzochten, bestonden er enkel mannen die vrouwen worden, en geen vrouwen die mannen werden, aangezien de reflectie van hun eigen Europese culturen het voor hen onmogelijk maakte om zelfs maar het idee te bevatten dat een vrouw een sociale rol en status kon hebben voorbij die van moeder. 

Tenslotte hebben weinigen uiteindelijk gepolst naar de stem van de indianen zélf, en noemen we dus nu niet echt hun éigen stemmen ‘de Waarheid’, maar wel alles wat we hebben kunnen interpreteren vanuit onze eigen eurocentrische brillen.

DE RECONSTRUCTIE VAN DE ‘TWO-SPIRIT’-TRADITIE

Zoals ik al zei werden mensen die leefden als een gender dat anders was dan hun geboortegeslacht in de Amerika’s geregistreerd in meer dan 150 indiaanse stammen. Daarbij lijkt er evenveel variatie tussen deze tradities te hebben bestaan dan er stammen waren, en blijft het heel moeilijk om het geheel te beoordelen, aangezien de bronnen zelf vaak heel gekleurd en dus onbetrouwbaar zijn.

Maar over het algemeen waren er stammen waarin gendervariatie geëerd was en stammen waar men er op neer keek (stammen waarin het gegeven niet bestond, zijn zover ik weet niet opgetekend). Er waren stammen waarin antropologen registreerden dat ‘two-spirits’ zorgvuldig ‘het andere geslacht’ kopieerden, en stammen waarin men zeer flexibel was in mengvormen van mannelijk en vrouwelijk.  Wellicht kan ik veilig stellen dat het onmogelijk is om één ‘two-spirit’-traditie af te leiden, aangezien indiaanse culturen natuurlijk evenveel van elkaar verschilden als Europese culturen.

Eén traditie is echter heel goed gedocumenteerd en biedt bovendien een mooi beeld hoe een cultuur er uit zou zien waarin gendervariatie in hoge achting stond. Dit waren de Navajo en hun ‘nadleehe’.

Terwijl het Westen het vandaag ongelooflijk moeilijk blijft hebben met wat nu te doen met de 0,7 procent mensen die op één of andere manier interseksueel zijn (wat zich uit in vijf geforceerde operaties in de Verenigde Staten elke dag om interseksuele zuigelingen ‘normaal’ te maken), noemden de Navajo hun interseksuele kinderen ‘nadleehe’. Zij interpreteerden deze nadleehe als de incarnatie van mannelijk en vrouwelijk binnen één lichaam. Dat terwijl (volgens hun mythologie) de meeste mensen enkel een mannelijke of een vrouwelijke essentie kregen, terwijl het andere deel van hun menselijke eenheid als een spirituele bron van inspiratie in de geestenwereld bleef.

Als dusdanig werden interseksuele mensen als heilig ingeschat, en kregen ze de culturele ruimte om hun eigen geslacht, genderrol en expressie in te schatten hoe ze dat wensten.

Interseksualiteit mag dan (al dan niet) zichtbaar zijn bij geboorte, een transgender-identiteit is dat niet. Maar mensen geboren in normale mannelijke of vrouwelijke lichamen konden nadleehe worden doorheen dromen, visioenen of de persoonlijke eis het te zijn. Heel anders dan in Westers denken, waarbij medische scanners maanden voor de geboorte het geslacht van het kind bepalen en vervolgens de ruk richting ‘correct gendergedrag’ meteen start, deden de Navajo niks gelijkaardigs. Voor hen was man of vrouw zijn, en de rol die daarbij komt, iets wat zich langzaam ontplooide doorheen transitie-rituelen op bepaalde punten in een mensenleven (zoals de eerste menstruatie). Voor zo een ritueel was een kind geen jongen of meisje, maar simpelweg een kind. En men zag het als een ongenaakbare wijsheid als een kind op basis van dromen of visioenen koos om het pad voorbestemd voor jongens of meisjes NIET te volgen. Koos dit kind het pad van de andere sekse, of een heel persoonlijk pad als middenweg, dan werd dat geëerd en vaak als een bron van geluk gezien voor de familie.

Op deze manier kregen nadleehe, of ze nu interseksueel waren of gendervariant, de culturele zegen om hun eigen weg te volgen. Daarbij achtte de stam sommige heilige waarheden als complexer dan wat zij zélf konden eisen op basis van een eenvoudige blik op iemands genitalia – zoals wij dat zo graag doen. Het resultaat was dat deze mensen sociaal groot respect konden verdienen als artiesten, helers, diplomaten of spirituele voorgangers, met mensen van hetzelfde geslacht konden slapen zonder dat eender wie dat als homoseksueel inschatte (dat terwijl homoseksualiteit niet per sé als fout werd ingeschat, maar het was een ander gegeven), zich kleden hoe ze dat wilden, enzovoort.

EEN EGALITAIRE SAMENLEVING VERSUS EEN PATRIARCHAAT

Hoe interessant dit alles ook mag zijn, dit beantwoordt nog steeds niet de vraag hoe zo een wijdverspreide traditie kan bestaan aan de ene kant van de Atlantische Oceaan, terwijl het ondertussen een totaal enigma en zonde tegen God blijft in Europa en daar voorbij. Je zou moeilijk kunnen zeggen dat dit een zaak is van een verschillende genetica, dat die indianen effectief lichamelijk anders in elkaar staken dan wij. In deze tijden kijkt men met reden neer op dergelijke racistische beweringen.

Je kan makkelijk vragen om de lens om te draaien en naar het Westen te kijken. Hier zien we namelijk duizenden gendervariante mensen die als inherent deel van hun stammen leefden, en waarvan velen veel respect kregen, dat terwijl niks gelijkaardigs bestond in Europa. Als mensen fundamenteel gelijk zijn waar ze ook worden geboren, betekent dit dat er een eindeloos aantal mensen in Europa en daar voorbij hun gevoelens gedurende honderden en duizenden jaren hebben onderdrukt omdat het sociaal geen respect of waarde vond.

Antropologen lijken het erover eens dat vele indiaanse stammen intrinsiek egalitair waren. Ook zij hadden duidelijk afgelijnde mannelijke en vrouwelijke sferen, maar beide werden hoog geacht voor de stam. Mannen konden jagen, handel drijven of oorlog voeren terwijl vrouwen voor kinderen zorgden, dierenvellen behandelden of potten maakten, maar beide werden als belangrijk gezien. Er lijken zeer weinig gelijkenissen dat vrouwen werden ondergeschikt in dezelfde mate als bijbels en Korans dat deden in Europa en het Midden-Oosten.

Nu drijf ik dus de zee in van persoonlijke subjectiviteit. Mensen die niet graag accepteren wat ik hier qua rationalisatie ga suggereren, zijn welkom om dit met een korreltje zout te nemen of het in zijn geheel te negeren.

Als je de wereld bekijkt vanuit een hele grote lens, kan je zien dat gendervariatie zoals het werd ontdekt in de Amerika’s, zich niet tot dat wijde gebied beperkte. In de plaats observeerde men gendervariatie met een plaats binnen de samenleving en vaak een spirituele meerwaarde op eilanden in de Stille Oceaan, de bossen van Siberië, de bergen van Tibet en de steden van Indië. Ik zou er nog de nodige kunnen missen omdat gekleurde interpretaties door Westerse observanten gepaard aan de agressieve hegemonie van het christendom makkelijk elders gelijklopende tradities kan hebben gecorrumpeerd en vernietigd, zonder dat eender wie de kans heeft gehad om met inzicht over hen te oordelen.

Maar als je er een wereldkaart en een algemeen beeld op de menselijke geschiedenis erbij neemt, zie je dat deze plaatsen één ding gemeen hebben, namelijk isolement (behalve dan Indië, maar het hinduïsme lijkt gewoon iets te hebben met ambiguïteit…). Dus je zou je makkelijk kunnen inbeelden hoe een krachtig patriarchaal cultureel offensief (christelijk of moslim of confucianistisch) gendervariatie als optie uit de weg vaagt in dezelfde beweging waarmee die mannelijkheid en vrouwelijkheid definieert en mannen als superieur boven vrouwen verklaart. Enkel in die geïsoleerde regio’s waar die hegemonische androcentrische invloed (nog) niet kon doordringen, konden vrouwen en mannen verschillend maar gelijkwaardig samen blijven leven. Als een directe consequentie van deze gelijke waardering hoefde men er ook niet neer te kijken op mensen die overstaken van het ene gender naar het andere. Of te huiveren van mensen die een mengeling van beide genders maakten, een idee dat nog steeds horror of onbegrip oplevert binnen hedendaags Westers denken.

Maar dit is natuurlijk allemaal een zaak van persoonlijke intuïtie. Ik heb mijn leven niet gewijd aan antropologie en archeologie om te zien of ik ergens in de buurt van de waarheid kom. Daarbij zijn er uiterst weinig onderzoekers die die vraag onderzoeken. Kon men maar teruggaan naar de tijd voor God een man was. Toen volkeren, in Europa en elders, de natuur als een vrouwelijke kracht vereerden. Wat zich uit in de duizenden prehistorische beeldjes die vrouwen afbeelden met dikke borsten, een dik achterwerk en geen duidelijk gezicht – de verheerlijking van vruchtbaarheid in diens meest elementaire vorm.

Mijn verlichte gok is dat die reis in de tijd me zou leren dat elke cultuur die mannelijke en vrouwelijke essenties als intrinsiek gelijkwaardig eert, ook de mensen waardeert die die essenties inruilen, of die een mengeling maken van beide. En indien die waardering niet bestaat, is de veronderstelling van gelijkwaardigheid hoogstens schone schijn of zelfbedrog.

Mare Van Hove, 17 juni 2011

take down
the paywall
steun ons nu!