De toekomst van ons onderwijs

Indra Dewitte, Johan Braeckman, Tom Barman en vele andere knappe koppen debatteerden woensdag in de 'Les van de eeuw' over de toekomst van ons onderwijs. Doorheen de dag zaten professoren, artiesten en journalisten samen om voor diverse publieken hun visies uit de doeken te doen.

donderdag 25 maart 2010 16:27
Spread the love

Met de op stapel staande hervorming van het secundair onderwijs was het onderwerp van de Les van de eeuw, een jaarlijks terugkerend evenement in de Gentse Vooruit, dit jaar goed gekozen. Leerlingen, leerkrachten en geïnteresseerden werden in drie verschillende lessen aan het denken gezet over de toestand en toekomst van ons onderwijs. “Als jullie naar huis gaan met het idee ‘zo had ik het nog niet bekeken’, dan is mijn dag geslaagd” sprak organisator Ronald Soetaert, professor onderwijskunde aan de universiteit van Gent.

De bril op de wereld

In de eerste les van de dag legde de organisator uit hoe iedereen met een bepaalde bril naar de wereld kijkt, en hoe die bril voor een groot deel gevormd wordt door het onderwijs. “Zo zal een fysicus de wereld vooral zien in termen van de fysica en een chemicus vanuit die van de chemie.” Deze beperkte manier om naar de wereld te kijken zorgde er volgens hem echter voor dat mensen zich moeilijker konden inleven in de leefwereld van anderen. Dit kon volgens hem nochtans een bijzonder nuttige eigenschap zijn om problemen te leren oplossen “met woorden in plaats van wapens”.  Leerlingen moesten volgens hem “de bril waarmee een ander naar de wereld kijkt leren herkennen”, om zich zo te kunnen ontwikkelen tot meer verdraagzame en communicatieve burgers.

Filosoof Jean-Paul Van Bendeghem, de gesprekspartner van de ochtendles, sloot zich hier volmondig bij aan. Hij pleitte dan ook voor het herinvoeren van de rethorica in het middelbaar onderwijs, een discipline die sinds de middeleeuwen uit ons lessenpakket was verdwenen. Op die manier zouden leerlingen inzicht leren krijgen in de argumentaties van anderen, en hen zo ook beter kunnen begrijpen. Naast inzicht in mensen, moest leerlingen echter ook meer aangeleerd worden om inzicht te krijgen in de wereld om hen heen. Stellingen waar de sprekers van de avondles uitvoerig op zouden verder gaan.

“Weg met het hokjesdenken”

Johan Braeckman, professor wijsbegeerte aan de universiteit van Gent,  stelde in die avondles dat het wegwerken van het huidige hokjesdenken in het onderwijs inderdaad een oplossing zou kunnen bieden om het inlevingsvermogen van mensen te vergroten. In plaats van kinderen een open geest te laten ontwikkelen, werden ze volgens hem nu vanaf het middelbaar al snel “in een hokje gedwongen” van een welbepaalde wetenschappelijke denkrichting.  In het hoger onderwijs werd dit proces enkel versterkt, door alles op te delen in faculteiten en op zichzelf staande vakgebieden. Het leek hem een goede zaak om die richtingen terug met elkaar in contact te brengen, en een aantal algemene vakken in te voeren die mensen een breder begrip konden doen vormen van de wereld om hen heen.

Feiten versus context

Verschillende sprekers stelden ook dat ons onderwijs teveel gericht was op het aanleren van feiten, en te weinig op het duiden van die feiten in een context.  Leraren kregen ook niet meer de tijd om meer achtergrond te geven bij hun lessen, aangezien ze “geketend waren” aan hun leerplannen. Dit terwijl die achtergrond net nodig was om bij leerlingen een kritische levenshouding aan te kweken. “Iedereen beseft dat ons onderwijs beter kan, maar leerkrachten hebben momenteel gewoon niet de ruimte om er iets beters van te maken.” sprak zo bijvoorbeeld Van Bendeghem. Volgens psycholoog Paul Verhaege had het economisch marktdenken, waar het onderwijs tegenwoordig van doordrongen was, veel kapot gemaakt. De overdreven nadruk op maatstaven had het onderwijs steeds minder menselijk gemaakt. Leerlingen werden zo ‘producten’ die moesten klaargestoomd worden voor de hypercompetitieve maatschappij.

De passionele leerkracht

De avond werd afgesloten door Tom Barman en Gerda Dendooven, twee kunstenaars die een pleidooi hielden voor de ‘gepassioneerde leerkracht’.  Barman: “een goede leerkacht moet tonen dat zijn vak interessant is. Negentig procent doet dat niet”. Een gedeeltelijke reden hiervoor vond Gerda Dedoove in het eerder lage loon dat leraren ontvingen, dit terwijl zij met de opvoeding van kinderen een enorm belangrijke taak te vervullen hadden. Een ander probleem bleek opnieuw de nadruk op maatstaven in ons onderwijs. “In plaats van passie over te brengen op hun leerlingen moeten leraren nu hun tijd te besteden aan vele verplichte maar ontmoedigende taken.”

De realiteit

Nu de Vlaamse regering op het punt staat om met de adviezen van de commissie Monard een nieuwe regelgeving voor het secundair onderwijs vast te leggen, ligt de weg open om aan bepaalde van de hierboven aangehaalde gebreken iets te doen. De vraag naar een verbreding van het onderwijspakket (minder hokjes, meer ‘algemene’ vakken) lijkt alvast minstens gedeeltelijk te zullen worden beantwoord. Ook aan de taak van de leerkracht lijkt (hopelijk in positieve zin) te zullen worden gemorreld. Hoeveel van het advies uiteindelijk werkelijkheid wordt, valt natuurlijk af te wachten.

take down
the paywall
steun ons nu!