De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

De taal van de ondernemers in de media
Maatschappelijk verantwoord ondernemen, Jonge ondernemers, Ondernemen, Onderneming, Ondernemingszin, Ondernemende cultuur, Ondernemersklimaat, Ondernemers, Ondernemer, Ondern -

De taal van de ondernemers in de media

dinsdag 25 juni 2013 23:58
Spread the love

“En als nu de beschaafde taal uit giftige elementen is gevormd of draagster van gifstoffen is geworden? Woorden kunnen nietige stukjes arsenicum zijn: ze worden ongemerkt ingeslikt en lijken geen uitwerking te hebben, maar na enige tijd is de gifwerking er toch.”

Wat de Duitse jood Victor Klemperer schreef, is me altijd bijgebleven. Je hebt geen nieuwe concepten, media en woorden nodig om iemand met je ideologie te doordringen. Je kunt de bestaande woordenschat ook gewoon overnemen, je boodschap verpakken in de duizenden kleine woordjes die ons leesvoer uitmaken. Hoewel Klemperer over de taal van Nazi-Duitsland schreef, blijken ze nog steeds van toepassing. Wat als ons kwaliteitsnieuws uit giftige elementen zou bestaan? Wat als wij met ontschuldige beetjes ingelepeld worden dat wij allen moeten… ‘ondernemen’?

Het kan misschien onschuldig lijken, de vermelding van woorden als “ondernemen”, “ondernemer”, “ondernemend”, “onderneming”, enzovoort. Maar net zoals Klemperer zag in de jaren dertig en veertig, het zit hem meestal niet in het woord op zich, maar in de herhaling van het woord, de vreemde context waarin het wordt gebruikt, de manier waarop het andere woorden verdringt, enzoverder. Op den duur zijn we er vol van zonder te weten hoe, waarom, waardoor. Eens kijken of de onderneming lukt.

‘Moeten iets ondernemen tegen Geens’ pestgedrag’

Vandaag kreeg ik De Morgen in de bus. Ik lees normaal gezien De Standaard, dus ik was verrast. Minder verrassend was het artikel op de voorpagina. Met de hysterische titel “Het gezeur moet stoppen” vertelt De Morgen hoe Koen Geens (CD&V) zich als Minister van Financiën weert. Hij verdedigt zich tegen de kritiek dat hij en zijn trouwe fiscussen een heksenjacht tegen “ondernemers” geopend zouden hebben. Welke “ondernemers” dit zijn (bedrijfsleiders, kleine zelfstandigen, jonge ondernemers, Maurice Lippensen, …), krijgen we niet te lezen. We krijgen enkel van Geens te lezen dat het om “een deel van de ondernemers en hun adivseurs” gaat.

In het artikel merkt de journalist op dat de minister “de voorbije maanden” bakken kritiek over zich heen heeft gekregen. Wat nu de druppel is, krijgen we niet te weten. Waarom dit artikel nu relevant is, dus ook niet echt. Maar misschien was het Alexander De Croo. De journalist stelt Geens retorisch de vraag “Of ondernemers meer respect verdienen van de overheid, zoals vicepremier Alexander De Croo (Open Vld) onlangs opmerkte?” Wel, een betere formulering was dit geweest: “Alexander De Croo (ooit ook ondernemer, Open Vld)”. Want los van het feit dat dit een liberale gemeenplaats is, is het een dooddoener van jewelste om een oud-ondernemer te citeren die het heeft over het gebrek aan respect van de overheid voor ondernemers.

Verderop in de krant, het eigenlijke artikel waar het om draait: een interview met de minister. De titel zegt veel: “Het is niet de bedoeling om ondernemers te pesten”. De nadruk ligt op de negatieve boodschap (ondernemers voelen zich gepest, maar dat is niet de bedoeling), niet op de positieve boodschap (de belastingplichtige moet vertrouwen hebben in de fiscus). Waar nu concreet het pestgevoel vandaan komt, lezen we niet. Enkel in de inleiding op de eerste vraag lezen we dat “er veel animositeit” is “in bepaalde sectoren over een aantal gerichte controles”, en dat zogeheten monsterboetes van 309 procent ongenoegen opwekken.

We weten eigenlijk niet waar de journalist het vandaan haalt dat “een aantal ondernemers” al maanden “met scherp schiet” op de regering. Vandaar deze tip: wantrouw alle titels, inleidingen of onderschriften waar “met scherp schieten” wordt gebruitk. Het stelt meestal niks voor. En daar waar het wel toe doet, bij de scherpschutters in Syrië, daarover lezen we al helemaal niks. Hetzelfde geldt voor “onder vuur”, “de alarmbel luiden” of “alarm slaan”. De regel is: veel kabaal, weinig substantie. Gewoon overslaan, je hebt weinig of niks gemist.

Ondernemers voor zichzelf

En dan waren er onlangs nog de “ondernemers voor ondernemers”. Een propagandablad van grote bedrijven – correctie: een krant waarin ondernemers uit het noorden uitleggen hoe ze ondernemers in het zuiden helpen – met veel inspiratie. Neem nu de titel binnenin: “Ondernemers helpen ondernemers in Cambodja”. Sterk, en dat moesten ze bij de grote kranten ook eens proberen: “De Standaard schrijft over de begrotingsgesprekken”, “Het Laatste Nieuws vertelt misdaadnieuws”, “De Tijd interviewt een ondernemer”. Nochtans stond achterin het artikel een beter (maar daarom geen inhoudelijker) voorstel: “Zweten voor Cambodja”.

Die inspiratie uit zich ook aan de hand van de poging elke kleine producent als ondernemer te gaan beschouwen. Steenbakkers, borstelmakers, winkeliers, enzovoort. Wat moeten de Europese middeleeuwen een zalige tijd geweest zijn: elke smid, boer, winkelier, borstelmaker, bakker, houthakker, visser, … een ondernemer. Meer dan de helft van de bevolking was ondernemer. Omdat hij iets produceerde, zijn familie erbij betrok en het (overschot) naar de markt bracht. De Franse Revolutie was dan ook een revolutie van ondernemers tegen een regering die geen respect toonde voor de ondernemer.

take down
the paywall
steun ons nu!