De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

De Sprookjes van 1001 Normen en Waarden

De Sprookjes van 1001 Normen en Waarden

zondag 28 augustus 2016 21:16
Spread the love

Leest u ook nog wel eens de media ? Drukt u ook nog wel eens op die afstandsbediening van de TV op een moment wanneer de Rode Duivels nièt spelen ?

Dan bent u er ongetwijfeld de laatste tijd ook vaak mee geconfronteerd: het Grote Verhaal van de Normen en Waarden. Steevast voorafgegaan door “westerse” of, voor wie het nog een tikkeltje exclusiever wil, “Europese”, maar altijd zijn het “onze” normen en waarden.

Het roept bij mij telkens de vraag op of de rest van de wereld zijn normen soms is verloren bij het stofzuigen en dan maar besloten heeft een waarde(n)loos bestaan te gaan leiden, aangezien die eeuwige nadruk op “ònze normen en waarden” lijkt te suggereren dat er daarbuiten enkel maar Het Grote Niets is, een grijze, dikke soep van dichte mist die elke andere norm en waarde vervaagt.

Wie zichzelf reeds een redelijke pief waant maar zijn figuur media-gewijs toch nog een upgrade wil geven, die plakt er heden ten dage dan ook maar meteen een discours over “de Verlichting” aan vast. Wanneer men er naar luistert, is het alsof de aboriginele Vlaming, behalve zijn spreekwoordelijke  baksteen, ook die Verlichting via de moederborst heeft meegekregen. Al die nieuwe Vlaamse filosofen zouden misschien nog een oplossing kunnen bieden voor Joke Schauvliege’s probleem, want ze lijken met bosjes uit de lucht te vallen. “Elk nadeel hep se voordeel”, weet u wel ? En toch stemt het mij allemaal een beetje argwanend, zeker wanneer ik dan Vlaanderens huis-, tuin- en praatprogramma-filosoof Etienne Vermeersch, een man wiens stellingen niet altijd mijn eenduidige goedkeuring wegdragen, maar die ik wel als een gerespecteerd denker beschouw, in De Morgen van 21 juni ll. hoor beweren: “JDC (nvdr: Joël De Ceulaer, journalist bij De Morgen) zet zijn betoog verder met een verwijzing naar mij, als ‘belichaming’ van de verlichting. Hij doet mij te veel eer aan. Hoewel ik mij als een mens van de verlichting beschouw, heb ik daarover onvoldoende gewerkt om mij echt deskundig te noemen.” Wanneer zo iemand dat zegt, geeft dat toch wel een beetje te denken over de deskundigheid waarmee sommige anderen de krantenkolommen vullen en ook wel over de intentie erachter: de Verlichting als kampvuur op het strand van het eigen grote gelijk.

Wild Afrika heeft “the big five”, maar wanneer men het vandaag in Europa heeft over de Verlichting, beperkt men het meestal tot deze Grote Drie: de enige scheidingen die als een succes worden gezien, namelijk die tussen Kerk en Staat en die tussen de verschillende machten; democratie met zijn broertje, de vrijheid van meningsuiting; en tenslotte de gelijkheid van iedereen, met een speciale focus op de gelijkheid tussen man en vrouw. Na mijn inleiding zal het u misschien verbazen, maar er is geen haar op mijn hoofd dat er aan denkt op eender welk van deze drie kenmerken ook maar iets af te dingen. Het zijn stuk voor stuk realisaties, het ene al wat afgewerkter dan het andere, waar ik volledig achter sta en ja, zelfs trots ben om tot een gemeenschap van mensen te behoren die ze als hun leidraad heeft genomen. Waarom dan dit stuk ? Voornamelijk om twee redenen: eerst en vooral omdat ik vind dat, in een wereld die wel geplaagd lijkt door een continentendrift  van allerhande soorten visies, een beetje meer nederigheid ons wel zou sieren. Geen mens die vandaag nog met de titel “missionaris” op zijn naamkaartje zou willen rondlopen, maar dikwijls gedragen we ons wel zo naar de buitenwereld. En ten tweede, omdat het mij stoort dat de idealen van de Verlichting voor ons precies een soort finaliteit zijn geworden: wij hebben onze schaapjes mooi op het droge, “onze normen en waarden” zijn het nec plus ultra van wat er binnen en ver buiten dit universum te vinden is, wij zijn helemaal Kant en klaar. Maar is dat wel zo ?

Laat me beginnen met die nederigheid.

Ik heb het vaak genoeg gehoord: “Braaf zijn is geen gave”, dus soms moet men wel eens zijn stoute schoenen aantrekken en opkomen voor waar men in gelooft. Daar is niets mis mee. Maar als men die stoute schoenen aantrekt, moet men wel zorgen dat men er ook recht in staat. En daar schort het soms een beetje. Wanneer de realiteit vaak niet de inhoud weerspiegelt van dat grote Idee waar men zich als aanhanger van profileert, wordt het moeilijk. Het begon eigenlijk al van meet af aan, zoals David Van Reybroeck ons in zijn boekje “Tegen Verkiezingen” aantoont. Of het nu in de Verenigde Staten was of in Frankrijk “de tendens (was) duidelijk: de republiek die de revolutionaire leiders in gedachten hadden en zouden vormgeven, moest eerder aristocratisch worden dan democratisch” (p. 81). En zo geschiedde: reeds van in de prille beginjaren van de revolutie die de Verlichting als sponsor binnenhaalde, werd de stem van het volk in de mate van het mogelijke gesmoord. Zo raakte initieel de Verlichting voor brede lagen van de bevolking niet voorbij de fase van de verzuchting. En ook al is er sedertdien een enorme evolutie geweest, het heeft de leiders van dit continent, ondanks onze verlichte geest en de robuustheid van “onze normen en waarden”, er in de voorbije eeuwen niet van weerhouden bij herhaling niet alleen onszelf, maar ook en vooral de rest van de wereld in brand te zetten, hetzij via kolonisatie, hetzij via wereldoorlogen maar in beide gevallen met even catastrofale gevolgen. De exportversie van onze Verlichting deed in vele gebieden het licht uit. Wanneer dus die krantenfilosofen zichzelf weer eens tot een kind van de Verlichting bekennen, heb ik het gevoel dat zij dat liefst beperken tot pakweg iets meer dan de laatste halve eeuw en dat veel van wat daarvoor kwam, met graagte met de mantel der liefde wordt bedekt. Met andere woorden, onze Verlichting is nog een couveusekindje in het aanschijn van de geschiedenis en de mantel der liefde zit vergeven van de motten.

Oorlogen mogen dan al de meest voor de hand liggende smet zijn op ons “normen en waarden”-blazoen, maar ook in de wondere wereld van de economie zitten er nogal wat dissonanten op ons leitmotif. Heeft u iemand van onze politici het al over “onze normen en waarden” horen hebben in economische context ? Indien ja, zal ik het graag van u vernemen. In die zeer specifieke context, lijkt het mij dat dat normen- en waardenverhaal heel dikwijls wordt vervangen door “onze belangen” en al wat tegen die belangen indruist moet best niet op “onze normen en waarden” rekenen om er heelhuids onderuit te komen. Ik zal in deze de zadenpolicy van Monsanto niet met name noemen. Ik zal ook niet verwijzen naar de ISDS (Investor-State Dispute Settlement”)-clausule die ter tafel ligt in de TTIP onderhandelingen. En ik zal tenslotte geen melding maken van het feit dat Panama- en andere papers, belastingontduiking, afkoopwetten en off-shore constructies even zovele oplawaaien zijn aan de ons zo geliefde “egalité” en de “fraternité”. De “Liberté” blijkt toch al te vaak iets voor wie het zich kan permitteren.

En zelfs op religieus vlak, vandaag hèt strijdtoneel bij uitstek waar wij onze Europese superioriteit, omwille van die scheiding tussen Kerk en Staat, graag benadrukken, zou ik willen pleiten voor wat meer nederigheid. Wij, die ons nu trots beroepen op de christelijke traditie, slepen immers zelf een ontstellende geschiedenis van godsdienstoorlogen, kruistochten en andere religieuze waanzin achter ons aan. Het zijn even zovele tatoeages op onze westerse huid die er voor de eeuwigheid niet meer uitgaan. Ook dichter bij ons dagelijks leven, ons superdiverse nù, pleit ik voor wat meer nederigheid, gebaseerd op het feit dat het schier onmogelijk is alle fenomenen die zich op ons netvlies afspelen ten volle te begrijpen. Terwijl ik wat ideetjes zat te verzamelen voor deze tekst, moest ik plots weer denken aan de praktijk van het voetenbinden in China. Daar werden van oudsher de voeten van de meisjes reeds op zeer jonge leeftijd met windsels zo hard ingesnoerd dat de botten braken en de groei werd geremd, zodat zij, in het beste geval, mooie “lotusvoetjes” (ideaal niet meer dan tien centimeter groot) zouden krijgen. Dergelijke voetjes zouden enerzijds een verbazend erotiserend effect hebben gehad op de mannelijke helft van de chinese bevolking, maar terzelfdertijd, volgens de algemene consensus, ook een middel zijn geweest om de vrouw te onderdrukken en haar aan de haard-met-bijhorend-crocheerwerk te houden. Wat bij dit narratief zelden of nooit wordt vermeld, maar door zowel Wang Ping in “Aching For Beauty” als door Dorothy Ko in “Cinderella’s Sisters” overtuigend wordt aangetoond is dat deze praktijk, ondanks verschillende uitroei-campagnes van een aantal “verlichte” keizers, tot diep in de eerste helft van vorige eeuw is blijven bestaan … omdat de vrouwen er aan vasthielden. Na elke campagne stak het weer de kop op, en wel omdat mooie lotusvoetjes dè sleutel waren naar een hogere sociale positie. Een moeder die uit medelijden met haar kind haar voetjes niet hard genoeg aanbond, moest het ontgelden vanwege haar dorpsgenoten omdat zij de toekomst van haar dochter hypothekeerde. Het leven zoals het is … Moet dit het bestaan van het gebruik dan maar rechtvaardigen ? Allerminst. Het streven moet zijn om die sociale mobiliteit zònder jaren van afgrijselijke pijn tot stand te brengen. Maar het geeft aan dat er dynamieken bestaan die verder gaan dan wat er aan de oppervlakte zichtbaar is en zich buiten ons referentiekader bevinden. Dus als we dat eens in het achterhoofd zouden willen houden telkens we in die “welles-nietes” hoofddoeken- en/of boerkini-discussie belanden, dan denk ik dat de kansen op een zinnige dialoog toenemen.

De verworvenheden van het model van de Verlichting moeten wij, die er mee zijn opgegroeid, met alle mogelijke middelen omarmen, precies omdat ze zo goed en waardevol zijn. Maar we moeten het model wel constant in vraag blijven stellen, want uiteindelijk is het niet meer dan dat: een model. Zoals onze Moeder Aarde een planeet is. Wij kunnen ons (nog) niet voorstellen op een andere planeet te leven, maar ze zijn er wel. Met hopen. En zo zijn er ook een massa andere samenlevingsmodellen, die allemaal vanuit hun eigen specifieke context zijn gegroeid: patriarchale, matriarchale, animistische, atheïstische, Amish, chassidische, zigeuner, hippie, kibboets … en uiteraard islamitische modellen. En zo kom ik stilaan bij mijn tweede punt. Wij gedragen ons soms als zouden we een afgewerkt product zijn, een IKEA-bouwpakket waar door de juiste vijsjes op de juiste plaatsen in de juiste planken te draaien een pracht van een kast uit is ontstaan. Een kast waar je terecht trots op bent en die to-taal past in het interieur van je huis. Maar, zoals een chinese sofist ooit beweerde dat een wit paard geen paard was, zo is een lege kast misschien ook wel geen kast. Het is de inhoud die die kast waardevol maakt.

Ik ben blij met de succesvolle opbouw van die kast, maar het stoort mij soms dat wij die prestatie lijken te beschouwen als “doel bereikt”. Of zoals een andere “verlichte” geest het een aantal jaren geleden formuleerde: mission accomplished. Iemand vroeg zich onlangs af waarom de integratie, de “multi-kulti”, ogenschijnlijk heeft gefaald. Een terechte vraag, want als ons model zo superieur zou zijn, hoe komt het dan dat zovelen er niet lijken voor te vallen ? Dus ik antwoordde dat, naar goede aloude Belgische wafelijzergewoonte, wij naast de vraag waarom de integratie heeft gefaald , onszelf ook moeten afvragen waarin ons model tekort schiet. Waarom slaat het schijnbaar niet aan bij vele nieuwkomers ? Het wordt tijd dat we de deuren opengooien en gaan kijken naar de inhoud van onze kast.

Zo komt het mij telkens als zeer vreemd voor dat vele van onze leiders, wanneer zij weer eens de superioriteit van ons model bewieroken, vaak verwijzen naar “de joods-christelijke traditie”. Wij propageren dus met alle mogelijke middelen de seculiere staat, maar grijpen terug naar religie als verklaring voor waar het succes vandaan komt. Het lijkt mij het soort spagaat waarvan wij er net iets te veel kennen om gezond te zijn: de gelijkheid tussen man en vrouw van de daken schreeuwen, maar Saudi-Arabië bondgenoot noemen; ons (terecht) op de borst slaan dat wij voor de laaste zestig en wat jaar in Europa oorlogsvrij zijn gebleven, maar wel massaal wapens exporteren naar andere delen van de wereld, wapens die nu in bepaalde gevallen rechtstreeks tegen ons worden gericht; “100% recycleerbaar” zetten op onze computers en ze dan verschepen naar China of Afrika om daar in verschrikkelijke omstandigheden te worden “gerecycleerd”; schone lucht kopen op de beurs en ondertussen zelf blijven vervuilen; de arbeidsomstandigheden in eigen land bewaken, maar geen probleem hebben om de productie van de eigen high-tech producten en kleding in Aziatische sweatshops te laten gebeuren; in onze buitenlandse betrekkingen overal de lof der democratie bezingen, maar achter de schermen dictators steunen. De lijst kan nog wel eventjes doorgaan, maar van alle bovengenoemde activiteiten zijn er reële slachtoffers, die op een dag op een gammel bootje onze stranden bereiken.

Onze Verlichting is ons fundament en het staat als een rots. Maar we hebben de keuze: we kunnen er een Victor Horta of de eerste de beste prefab bovenbouw bovenop plaatsen. Dat verandert niets aan het fundament, maar wel aan wat de wereld te zien krijgt. En uiteindelijk is het dat wat telt.

(eerst gepubliceerd op 28 augustus 2016 op https://sleeplessinghent.wordpress.com/)

take down
the paywall
steun ons nu!