Interview, Nieuws, Politiek, Fotografie, Mexico, Fotoboek, Drugskartel, Boekrecensie, Oorlogsfotografie, President Calderón, Ciudad Juárez, Teun voeten, Narco estado, Drugsgeweld -

“De situatie in Mexico is extreem zorgwekkend”, zegt fotograaf Teun Voeten

ANTWERPEN - Het drugsgeweld in Mexico neemt onrustwekkende proporties aan. In de grensstad Ciudad Juárez worden dagelijks tien mensen - vaak op de meest gruwelijke manier - koudgemaakt. Oorlogsfotograaf en antropoloog Teun Voeten ging er meermaals naartoe en maakte er een aangrijpend fotoboek over met de veelzeggende titel: 'Narco Estado'.

woensdag 10 oktober 2012 10:55
Spread the love

We wandelen doorheen de expositieruimte van De Studio in Antwerpen waar de foto’s van Teun Voeten nog tot 21 oktober aan de muren hangen. De reportage belicht de hele drugsproblematiek: het bloedvergieten, de gruweldaden en de wanhoop, maar ook het verdriet bij de nabestaanden en het protest.

Enigszins geschrokken, stel ik vast dat ik de foto’s heel mooi vind. “Destructie, ellende, dood, verdriet zijn fotogeniek”, reageert Voeten. “Daar kan ik niets aan doen.”

Waarom gaat een oorlogsfotograaf naar Mexico voor een reportage over drugsgeweld?

“De situatie in Mexico is extreem zorgwekkend. Ik was vijf of zes keer in Colombia om het hele verhaal van de narcotrafiek en de criminaliteit van de guerrilla en de paramilitairen te fotograferen. Deze problematiek lag dus wel al een beetje op mijn radar. Ik ben nu 22 jaar oorlogsfotograaf en wanneer een conflict uit de hand loopt, ga ik kijken. En dit conflict vond ik dermate interessant, dat ik besloot om vaker terug te gaan naar dit oorlogsgebied.”

De moorden en lynchpartijen in sommige Mexicaanse steden zijn inderdaad onmenselijk gruwelijk. Maar het lijkt onduidelijk wie tegen wie vecht. Kan je hier eigenlijk wel over een echte oorlog spreken?

“Je hebt grofweg twee soorten oorlogen. Enerzijds de klassieke oorlogen tussen staten met een regulier leger in uniform en waarbij de confrontaties plaatsvinden op welomschreven slagvelden. Daarbij heb je een duidelijke oorlogsverklaring en een vredesakkoord.”

“Anderzijds heb je de zogenaamde low intensity conflicts die jarenlang kunnen blijven voortetteren zoals in Colombia, Sierra Leone en Liberia. Daarbij gebruiken de kopstukken van de strijdende partijen meestal etnische, religieuze of ideologische voorwendselen om oorlog te voeren terwijl ze aan zelfverrijking doen en hun macht zover mogelijk willen uitbreiden.”

“Bij dit soort oorlogen zijn vooral burgers het slachtoffer. De oorlogvoering wordt niet gefinancierd door de regering, maar door allianties met criminele elementen. Het Mexicaanse scenario gaat nog een stap verder, daar zijn de strijdende partijen zélf de criminelen.”

De macht van de drugsbarons is zo groot dat de overheid nog nauwelijks controle heeft in bepaalde steden.

“In elk land is er wel criminaliteit waar de overheid tegen strijdt, maar de macht van de georganiseerde misdaad in Mexico is buiten alle proporties. Dat zie je in geen enkel ander land. In sommige plaatsen dagen de drugskartels letterlijk het geweldmonopolie van de staat uit. Bepaalde provincies hebben ze volledig onder controle.”

Ciudad Juárez is zo een stad waar de overheid machteloos toekijkt op het escalerende geweld. In 2010 werden er 3.600 mensen vermoord en maar liefst 98 procent van de moordzaken wordt nooit opgehelderd.

“In 2009, 2010 en 2011 was Ciudad Juárez de gevaarlijkste stad van de wereld.”

Ongeveer tien jaar geleden las ik in Le Monde Diplomatique een artikel over de mysterieuze verdwijningen van jonge vrouwen en meisjes in Ciudad Juárez. Ze werden verkracht, verminkt en vermoord, maar een grootscheeps onderzoek kwam er niet. Deze straffeloosheid deed vermoeden dat hier invloedrijke mensen achter zaten.

“Het ging om vierhonderd vrouwen en velen werden nooit teruggevonden. Het blijven onopgeloste moordzaken, dus we weten niet wie er verantwoordelijk voor is. Maar er wordt vanuit gegaan dat het een soort van criminele bendes waren van verkrachters en lustmoordenaars. Misschien in opdracht van perverse rijkelui. Maar wederom, niemand weet het precies. Dat probleem wordt nu volledig overschaduwd door het drugsgeweld. Bij de drugsmoorden is het geweld van een totaal andere soort.”

Toch is datzelfde Ciudad Juárez nu de moordhoofdstad van de wereld.

“Inderdaad. Maar dat komt omdat Ciudad Juárez een van de meest strategische plaatsen is in de drugsoorlog. Het ligt op de route naar de VS en heeft vier of vijf grensovergangen.”

Al wandelend komen we aan in een verduisterd vertrek waar een jaargang voorpagina’s van een een lokale krant de ene na de andere worden geprojecteerd. De krantenkoppen laten geen twijfel bestaan over de dagelijkse gruwel. Je hoeft geen Spaans te kunnen om te begrijpen dat het menens is in Ciudad Juárez: ‘Matan a 3 en media hora’, ‘Masacran a 13 en fiesta’, ‘Decapitan’, ‘Terror en Motel’.

Elke dag opnieuw een nietsverhullende foto van een bloedbad met daarnaast vreemd genoeg een foto van een blote vrouw. Een groter contrast op de voorpagina is bijna ondenkbaar.

Voor de lokale pers lijken het wel gouden tijden. Maakt ze geen misbruik van de ellende om haar oplage te vergroten?

“Je hebt twee soorten media: de serieuze en de sensationele media. En als je zo een hoog moordcijfer hebt in de stad, dan is het normaal dat de kranten daarover berichten.”

Toen president Calderon aantrad in 2006 beloofde hij komaf te maken met het drugsgeweld. Hij verklaarde de oorlog aan de kartels, maar heeft hij die gewonnen?

“Toen hij plechtig verkondigde dat hij de drugskartels zou verslaan, heeft hij eigenlijk de knuppel in het hoenderhok gegooid. Waar hij een kartel heeft verzwakt, zijn andere kartels er opgesprongen als wolven op een weerloze prooi. En daardoor kreeg je opnieuw een escalatie van geweld die helemaal uit de hand gelopen is.”

Dus zijn aanpak heeft niet gewerkt?

“Er zijn wel bepaalde zware lui opgepakt. En Ciudad Juárez is een beetje rustiger geworden, maar daar zijn verschillende oorzaken voor. Sommigen zeggen dat de oorlog daar al gedaan is en dat een van de kartels de andere overwonnen heeft. Dat het daar dan zo rustig is, betekent niet dat de strategie van de overheid zo goed werkt.”

Dat merk je ook aan de het klimaat in Mexico. Mensen verwijten de overheid dat de aanpak van Calderon de situatie alleen maar erger heeft gemaakt.

“Nou kijk, het is natuurlijk zeer moeilijk om je woede te richten op die gewapende groepen, dus wijzen de mensen in de richting van de overheid. Ik moet toegeven dat sommige elementen in de regering uitermate corrupt zijn, anderen zijn dan weer uitermate inefficiënt. En soms is de regering ook enorm arrogant.”

“Toen twintig tieners in Ciudad Juárez vermoord werden op een feestje, zei Calderon dat het allemaal drugscriminelen waren. De ouders werden zo kwaad en zeiden: ‘Neen, het waren onze kinderen. Ze waren brave, nette jongeren die helemaal niets met criminaliteit te maken hadden’. Dan is Calderon naar Ciudad Juárez moeten gaan om de gemoederen bij de boze ouders te bedaren.”

Als je nu kijkt naar jouw foto’s en terugdenkt aan het moment dat je ter plaatse was, krijg je dan geen weerslag?

“Neen, ik kijk gewoon naar wat ik heb gemaakt. Natuurlijk zie ik ook hoe erg het was. Maar ik ben een professionele oorlogsfotograaf, ik kijk dus vooral of mijn foto’s een goede afspiegeling zijn van de werkelijkheid. Wat zijn sterke shots? Heb ik shots gemist? Hoe zou ik het anders en beter kunnen doen?”

“Ik kijk er dus vooral met een fotografisch oog naar. Maar ik merk wel dat ze bij mensen een hoop losmaken. Iedereen weet dat dit allemaal gebeurt, maar als je gebombardeerd wordt met deze beelden doet het je iets.”

Hoe erg de taferelen ook zijn, toch hebben ze iets ontzettend fotogeniek.

“Dat heb je wel vaker in oorlogssituaties. Destructie, ellende, dood, verdriet zijn fotogeniek. Daar kan ik niets aan doen. En natuurlijk probeer je een mooi beeld te maken. (Hij wijst naar een foto van patrouillerende soldaten in een jeep. Boven hun hoofden hangen grijze, onheilspellende wolken, nvdr) Als je zulke mooie wolken ziet, dan gebruik je dat in je compositie. Dat heeft te maken met het vakmanschap van de fotograaf.”

Geldt dat ook voor een oorlogsfotograaf?

“Het is mijn taak om te informeren en ik kies daar een esthetische vorm voor die mensen aanspreekt. Maar de esthetiek mag niet overheersen, want de inhoud blijft het belangrijkste.”

In welke mate heeft jouw antropologische achtergrond een invloed op jouw fotografie?

“De grondhouding van de antropoloog is zo dicht mogelijk bij de mensen van je verhaal staan. Je moet oog hebben voor de leefwereld van je subjecten en gevoel hebben voor culturele subtiliteiten. Ik verkondig geen grote politieke theorieën, ik richt mij meer op het leven van de gewone mensen.”

Hoop je met jouw foto’s verandering te brengen in de situatie?

“Als fotograaf kan je alleen maar dingen laten zien, hopen dat mensen er iets uit leren en dat de dingen er beter door worden.”

‘Narco Estado, Drug Violence in Mexico’ is een uitgave van Lannoo. De Buren exposeert de foto’s van Teun Voeten nog tot 21 oktober in De Studio in Antwerpen.

take down
the paywall
steun ons nu!