Opinie -

De schande van het weten: Erdogan en Wilders

Waarom Wilders de Erdogan van Nederland is, en de AKP de PVV van Turkije.

donderdag 31 maart 2016 15:48
Spread the love

Professor Bülent Ari zit in het bestuur van de Sabahattin Zaim Universiteit in Istanbul. Onlangs verscheen hij op TV, om daar opmerkelijke uitspraken te doen:

“Ik vertrouw op het begrip van onwetende mensen, die geen basisschool of universiteit hebben gevolgd… Ik krijg nachtmerries als ik zie dat het analfabetisme in Turkije terugloopt. Zij die dit land in stand moeten houden en besturen zijn de onwetenden… Met vooraan de professoren, bestaat het meest gevaarlijke volk uit de afgestudeerden aan een universiteit. Wie niet meer dan de basisschool heeft gedaan begrijpt Turkije het best.”

Niet bepaald een reclamespotje voor een studie aan een universiteit. En dat van een professor. Dat Ari ondanks zijn verbluffende inzichten een hoge positie op een universiteit kreeg komt omdat Turkije anno 2016 zeer speciale criteria kent bij de benoeming van leidinggevenden aan een universiteit. Capaciteiten en het stimuleren van de wetenschap zijn daarbij ondergeschikt aan loyaliteit ten opzichte van de regerende Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling (AKP) en president Erdogan.

Ihsanoglu

De AKP wordt vaak een anti-intellectualistische partij genoemd. Erdogan heeft dan ook weinig op met intellectuelen. Tijdens de campagne voor de presidentsverkiezingen in 2014 verweet hij zijn tegenstrever, Ekmeleddin Ihsanoglu, teveel gestudeerd te hebben.

En dan is Ihsanoglu nog religieus en conservatief georiënteerd. Linkse academici vindt Erdogan veel erger. Hij ergert zich bont en blauw aan de als links bekend staande Midden-Oosten Universiteit (ODTÜ). Hij en zijn lakeien beschouwen dat als een poel van verderf. Dat ODTÜ tot een van de weinige Turkse universiteiten behoort die op de QS World University Ranking vermeld staat zal de ergernis er niet minder op maken.

Pol Pot

Anti-intellectualisme gaat niet alleen vaak hand in hand met populisme, maar ook met autocratische bestuur. De combinatie van deze drie factoren zien we dan ook bij de AKP en Erdogan.

Leiders van totalitaire regimes hebben doorgaans een hekel aan intellectuelen. Met als meest beruchte voorbeelden Mao Tse-Tung, Adolf Hitler en Pol Pot. Laatstgenoemde streefde naar een volledig agrarische samenleving in Cambodja, waarbij intellectuelen als overbodig werden beschouwd. Dat ging tot in het absurde. Het dragen van een bril kon al voldoende zijn om voor abjecte intellectueel aangezien te worden. Veel brildragers gingen om die reden naar de Killing Fields.

Erdogan maakt het natuurlijk lang niet zo bont als Pol Pot. Neemt niet weg dat ook hij intellectuelen als een bedreiging van zijn machtspositie ziet. De AKP moet het vooral hebben van lager opgeleide stemmers. Die moeten naar Erdogan luisteren en niet naar intellectuelen. Anders zouden ze zelf eens na gaan denken. En dat kan natuurlijk niet, want ‘van kennis wordt je niet gelukkiger.’ Daarom is de immer tot opoffering bereide Erdogan bereid dat voor hen te doen…

Zogenaamde intellectuelen

In dit kader dient iedere gelegenheid aangegrepen te worden om intellectuelen te criminaliseren. De drie academici die onlangs werden gearresteerd omdat ze een petitie ondertekenden waarin opgeroepen werd tot vrede, kunnen daarover meepraten.

Voor Erdogan zijn ‘zogenaamde intellectuelen’ een vijfde colonne van buitenlandse machten die Turkije willen vernietigen. Zijn vazal, premier Ahmet Davutoglu, sloot daar vorige week nog bij aan met woorden van een soortgelijke strekking. Terwijl Davutoglu toch zelf een wetenschappelijk achtergrond heeft.

Met hun tirades tegen de wetenschap verstevigen Erdogan, Davutoglu en figuren als Ari de machtspositie van de AKP. Turkije wordt echter niet beter van aversie ten aanzien van kennis. Zo verklaart het beleid dat daaruit volgt waarom de prestaties van Turkse universiteiten achterblijven. Zolang de AKP haar koers niet drastisch wijzigt zal daar geen verandering in komen. Zeker, de AKP hervormde het onderwijs, maar alleen door daar meer nadruk op religie te leggen. Los daarvan ging de kwaliteit van het onderwijs eerder achter- dan vooruit onder de AKP.

Hoe Turkije op deze manier uit de middle income trap moet komen, is een raadsel. Om maar te zwijgen over Erdogans belofte dat de Turkse economie in 2023 tot de grootste ter wereld zal behoren. Turkije kent zeker een potentieel tot verdere economische ontwikkeling, maar zolang kennis als kwaadaardig wordt voorgesteld zal die belofte niet ingelost worden.

Frissen

We switchen naar Nederland, ook al blijven we in wetenschappelijk sferen. Onlangs zei Paul Frissen van de Universiteit van Tilburg het volgende:

“Het demoniseren van minderheden, het wij-zij-denken, is het klassieke fascistische verhaal door de geschiedenis heen.”

Frissen had het over Geert Wilders, de leider van de Nederlandse Partij voor de Vrijheid (PVV). Wilders reageerde als door een wesp gestoken:

“Wat een haatzaaiende onzin van deze ophitsende nepprof.”

Wilders schreeuwde wild om het vertrek van Frissen, maar kreeg nul op rekest van onderwijsminister Bussemaker. Zij zei:

“blij te zijn dat we in een vrij land leven waar de overheid wetenschappers haar wil niet oplegt.”

Frissen hield eerder al voet bij stuk:

“Volgens de wetenschappelijke literatuur vertonen de uitspraken van de PVV fascistische kenmerken, heel simpel. Daarom verbaast de reactie van de PVV me ook zo. Ik dacht dat ik een relatief objectieve tekst had uitgesproken. Maar kennelijk is het de strategie van de PVV om hier zo op te reageren.”

De moslim en de moslimhater

De druk van Wilders op het ontslag van Frissen leert veel over zijn opvattingen aangaande vrijheid van meningsuiting. Het valt te hopen dat de huidige opkomst van de PVV gekeerd kan worden, anders zie ik het somber in voor Nederland.

Echter, door mijn focus op Turkije dacht ik eerlijk gezegd dat Frissen het over iemand anders had toen ik het eerstgenoemde citaat van hem las. Erdogan is immers ook een meester als het gaat om het ‘demoniseren van minderheden’ en ‘wij-zij-denken’.

Erdogan en Wilders, de moslim en de moslimhater. Dat Wilders een bloedhekel heeft aan de islam begrijpt een kind, ook al ontkent hij het zelf dan. Hij gaat daarbij niet uit van een bepaalde religie, dus daar kunnen we hem niet op toetsen (hij is erg close met de staat Israël, maar het Joods zijn is grotendeels getransformeerd tot een nationaal bewustzijn met een genetisch aspect, en daardoor nauwelijks nog een religie te noemen).

Schijn

Erdogan is een moslim, dat staat als een paal boven water. Maar hoe diep gaat het geloof voor hem? Goed, hij spreekt over de vreugde van zijn dochter om een hoofddoek te mogen dragen, loopt braaf zijn rondje in Mekka en is tegen rente en alcohol. Toch overtuigt hij daar om een of andere reden niet helemaal mee. Zal door het gegeven komen dat religie zich perfect laat toepassen als onderdrukkingssysteem, op voorwaarde dat de onderdrukker de schijn ophoudt het goede voorbeeld te geven.

In dat laatste slaagt Erdogan maar gedeeltelijk in mijn perceptie. Veel vergevingsgezindheid valt er bijvoorbeeld niet te herkennen in zijn handelen. Terwijl dat toch een hoog aangeschreven waarde is in de Koran. ‘De beloning van het kwaad is het kwaad, maar wie vergeeft en het goed maakt, zijn beloning is bij Allah’ (soera 42:40) staat daar.

Als Erdogan al vergevingsgezindheid toont dan is het vooral naar clubgenoten, zoals naar de massamoordenaar al-Bashir in Soedan. Verder zie ik vooral wraakzuchtigheid bij hem. Richting journalisten, academici, minderheden, demonstranten, kortom tegen een ieder die zich niet onvoorwaardelijk bij hem aansluit en het waagt zich tegen hem te verzetten. Zijn toorn is keihard.

IS

Natuurlijk, zoals andere religieuze doctrines kan de Koran ook op een andere manier dan langs menselijke waarden worden geïnterpreteerd. De definitie van de goede moslim wordt daar erg rekbaar door. Neem de Islamitische Staat (IS). Daar interpreteert men de Koran op een volstrekt onmenselijke weg, maar het feit dat velen bereid zijn daar niet alleen voor te moorden, maar ook te sterven, benadrukt dat het als de enige waarheid wordt gezien. Er is niet een islam, er zijn er talloze.

Laten we for the sake of the argument dus maar aannemen dat Erdogan een ‘goede moslim’ is. Vergelijken we hem met Wilders dan komt het neer op islam versus haat jegens de islam. Dat is uiteraard een wereld van verschil, en er zijn meer verschillen. Zo splijt Erdogan bevolking vanuit zijn presidentieel paleis en is diens AKP al veertien jaar aan de macht. Wilders vergiftigt de Nederlandse samenleving daarentegen vanuit de oppositie met polarisering. Bij de laatste verkiezingen haalde zijn PVV ook bij lange na niet het stemmenpercentage van Erdogans AKP (al won hij na de aanslagen in Brussel weer een zetel in de peilingen).

Een ander verschil is dat de AKP, met wat doorgaans als neo-Ottomanisme wordt aangemerkt, naar uitbreiding van regionale invloed streeft, terwijl iets dergelijks voor Wilders totaal niet aan de orde is.

Naast de verschillen zijn er echter meer overeenkomsten tussen Erdogan en Wilders dan hun medestanders willen weten. Over de kennelijke opvattingen van Wilders omtrent vrijheid van meningsuiting had ik het al. Hoe Erdogan daarover denkt behoeft weinig betoog, getuige de vervolging van journalisten in Turkije, die hij evenals academici tot ‘terroristen’ heeft verklaard.

Trump

Op dit punt vinden Erdogan en Wilders overigens een metgezel in Donald Trump, want deze potentiële kandidaat voor het Amerikaanse presidentschap heeft al aangegeven dat hij korte metten wil maken met het door veel Amerikanen als heilig beschouwde recht op vrijheid van meningsuiting in de U.S. Constitution. Kan dan ook nog heel onplezierig worden in de VS – en de rest van de wereld – als die mafkees erin slaagt het Witte Huis te betreden.

Populisme dan. Afkeer van gevestigde partijen, het (schijnbaar) op een voetstuk plaatsen van het volk en haar wil (u weet wel, ‘de wens van de natie’), charismatisch leiderschap, een beroep op vaderlandsliefde en eenheid, we vinden het stuk voor stuk, zowel bij Erdogan als bij Wilders (en Trump).

Om dan bij het eerste deel van dit artikel terug te komen: ja, ook de PVV van Wilders geldt zeker als een anti-intellectualistische partij. De niet zo bijster grote lichten onder zijn Kamerleden zijn daar alleen al de levende getuigen van. Daarnaast is er zijn afkeer van linkse academici. De reden ligt voor de hand. Zoals Erdogan moet Wilders het bepaald niet hebben van stemmers die ver gaan in het nadenken. Terwijl Erdogan het bij kritische academici over ‘zogenaamde intellectuelen’ heeft, spreekt Wilders in dat geval van een ‘nepprof.’ Ziet u het verband?

Kortom, wanneer we de islam en de resterende verschillen wegstrepen is Wilders de Erdogan van Nederland, en de AKP de PVV van Turkije.

Volg Peter Edel op Twitter

Peter Edel is schrijver van De diepte van de Bosporus, een politieke biografie van Turkije (2012, Uitgeverij EPO, Antwerpen)

take down
the paywall
steun ons nu!