"Het enige wat er Joseph Kabila nog stokken in de wielen kan steken, is een eensgezinde oppositie, die alle onderlinge meningsverschillen opzij zet, de grote ego’s voor een keer uitschakelt en de kiezer een eenheidskandidaat voorstelt", schrijft Guy Poppe.
Nieuws, Afrika, Politiek, Congo, Geweld, Verkiezingen, Journalisten, Joseph Kabila, CENI, Monusco, Verkiezingscommissie, Presidentsverkiezingen Congo, Parlementsverkiezingen, Intimidatie, Analyse, Guy Poppe, Jean-Pierre Bemba, Etienne Tshisekedi, Kengo wa Dondo, Mobutu Nzanga, Commission des biens mal acquis, Logistieke problemen - Guy Poppe

De rode loper voor Joseph Kabila

Eind vorige maand, op 28 oktober, is in Congo de verkiezingscampagne begonnen. Een maand hebben elk van de elf presidentskandidaten om de kiezer ervan te overtuigen om op hem te stemmen. Een analyse door oud-radiojournalist Guy Poppe.

woensdag 23 november 2011 17:30
Spread the love

In die selecte groep van elf zit er geen enkele vrouw, ik moet dus geen moeite doen om de vorige zin gendercorrect te formuleren. Op de 500 zetels in de Kamer azen 18.386 Congolezen, bijna het dubbele van het aanzienlijke aantal in juli 2006, de vorige parlementsverkiezingen. In sommige kiesdistricten, als Kinshasa, krijgt de kiezer een nog lijvigere stapel papier – niet zomaar een stembrief, maar een hele bundel – mee naar het stemhokje dan vijf jaar geleden.

Maar wat het officiële begin van de campagne hoort te zijn, valt ook te beschouwen als het feitelijke einde van de kiesstrijd. Het gevecht is gestreden, de overwinnaar heeft de flessen Primus koel staan. De 28ste oktober is er in de eerste plaats een punt gezet achter de loopgravenoorlog die zowat het hele jaar door gevoerd is, al zijn verrassende wendingen van het laatste moment niet uit te sluiten.

“Op 28 oktober is een punt gezet achter de loopgravenoorlog die zowat het hele jaar door gevoerd is, al zijn verrassende wendingen van het laatste moment niet uit te sluiten”

Hoe is 2011 immers ingezet? De politieke klasse in Congo had haar Nieuwjaarsroes nog niet uitgeslapen – en net als zij de doorsnee Kinois, Kasaïen, Katangais of bewoner van het Evenaarswoud evenmin – of de afgevaardigden van het volk joegen met zevenmijlslaarzen een grondwetswijziging door het parlement.

Joseph Kabila stond ze met de chicotte (nvdr: zweep uit nijlpaardenhaar, die vooral in de koloniale periode erg berucht was in Congo) in de hand aan te manen tot spoed. Voor iedereen het goed en wel besefte, was de verkiezing van de toekomstige president in niet meer dan één ronde, geen twee meer, in de grondwet ingeschreven.

Als de volksvertegenwoordigers en andere gezagsdragers in Congo voortaan alle netelige dossiers in sneltreinvaart tot een goed einde brengen – de corruptie en de verkrachtingen bijvoorbeeld, om er maar twee te noemen, dan staat het land er goed voor om binnen de kortste keren weer op het peil van Zuid-Korea te zitten, zoals vijftig jaar geleden, en zijn plaats in de G20 in te nemen.

Er zijn nog landen waar ze de president in één ronde verkiezen – in de Filipijnen, IJsland, Kenia, Malawi, Mexico, Togo, Zambia en Zuid-Korea bijvoorbeeld – en het Congolese parlement heeft de procedure voor herziening van de grondwet keurig gevolgd zoals het hoort, maar toch houd je een nare smaak in je mond over van zo’n grootscheepse machinatie.

“Het Congolese parlement heeft de procedure voor herziening van de grondwet keurig gevolgd zoals het hoort, maar toch houd je een nare smaak in je mond over van zo’n grootscheepse machinatie”

Want dat is het uiteindelijk. Je kunt die verandering van kiessysteem afdoen als de bonne guerre, zoals dat zo mooi heet in het Frans. Het gebeurt namelijk wel vaker dat politici hun macht proberen te consolideren door ingrepen in de wet en desnoods de grondwet van hun land.

Wie zal ontkennen dat puur electorale overwegingen, met name het mogelijke verlies van enkele parlementszetels, het hooggestemde verzet van de Franstalige liberalen tegen de splitsing van het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde ingegeven heeft? Wie is er vergeten dat Mortsel dertig jaar geleden niet opgegaan is in de grote fusieoperatie van de havenstad, omdat de toenmalige CVP die Antwerpse randgemeente als een oninneembaar bastion van de christendemocratie beschouwde, dat ze niet onder de knoet van een rode burgemeester wou brengen? Quod non, maar wisten ze toen veel.

De teerling is geworpen

Maar Joseph Kabila heeft het wel bruin gebakken. Met een eenvoudige ingreep, de afschaffing van de tweede ronde van de presidentverkiezingen, door het parlement in ijltempo op nauwelijks veertien dagen goedgekeurd, verzekerde hij zich zonder meer van een tweede mandaat van vijf jaar.

Het lag er dik op dat garantie over zijn herverkiezing de enige reden was voor de in allerijl doorgedrukte maatregel en dat de hoge kostprijs die een tweede ronde met zich meebrengt en het risico dat er weer een golf van geweld over de hoofdstad spoelt (zoals in augustus en november 2006) nepargumenten waren.

De vernedering om niet meteen verkozen te zijn, zoals in 2006, toen zijn rivaal Jean-Pierre Bemba bovendien erin slaagde om in het rechtstreekse duel met hem bijna 42 procent van de stemmen in de wacht te slepen, blijft Kabila deze keer bespaard. Vijf jaar terug had hij zonder zijn landslide victory in het oosten, in Katanga, de twee Kivu’s en de Oostprovincie, zijn slag niet thuis gehaald. Een dergelijke slag, waarschijnlijk niet voor herhaling vatbaar, hoeft hij nu op 28 november niet meer te slaan. Zonder overdrijving kun je stellen dat de zaak beklonken is.

“Een dergelijke slag, waarschijnlijk niet voor herhaling vatbaar, hoeft hij nu op 28 november niet meer te slaan. Zonder overdrijving kun je stellen dat de zaak beklonken is”

Tegenstand in gespreide slagorde

Het enige wat er Kabila stokken in de wielen kan steken, is een eensgezinde oppositie, die alle onderlinge meningsverschillen opzij zet, de grote ego’s voor een keer uitschakelt en de kiezer een eenheidskandidaat voorstelt. Zodat de rechtstreekse tweestrijd zich deze keer in de eerste ronde afspeelt.

Maar Kabila kent zijn pappenheimers. Met zijn ellebogen voelde hij aan dat de in tussentijd van oorlogsmisdaden beschuldigde Bemba, de van het onzalige boycotidee genezen Etienne Tshisekedi, de hem ontrouwe kamervoorzitter Vital Kamerhe en de tot senaatsvoorzitter omgeschoolde mobutist Kengo wa Dondo het nooit eens zouden raken.

Kabila kon zich enkele maanden geleden zelfs de weelde veroorloven om Mobutu Nzanga, zoon van en opnieuw kandidaat, uit de regering te zetten, omdat die toch quantité négligeable geworden is.

Gelijk heeft Kabila gehad en gekregen. Tot dusver althans. Als de oppositie in de loop van de volgende weken tenminste geen wit konijn of een zwart-wit gestreepte okapi meer uit zijn hoed tovert, in de persoon van één man, in wie alle stromingen zich kunnen vinden. Dat zou pas een aardschok zijn.

Maar met Bemba in de cel in Den Haag, waar het Internationale Strafhof hem geen toestemming gegeven heeft om zich kandidaat te stellen, en met Tshisekedi en Kengo niet in staat om onderling uit te maken wie er zich terugtrekt voor de andere, ook al heeft die laatste wel Kamerhe in zijn Sultani-alliantie binnengehaald, lijkt de buit binnen.

Er is sinds negen maanden, sinds de grondwetsherziening van januari, niets gebeurd dat Kabila een strobreed in de weg kan leggen. Negen maanden, de overwinning is voldragen, het is tijd om ze te baren.

Overigens kun je je vragen stellen over wat een figuur als Kengo beoogt met zijn kandidaatstelling. Beter dan wie ook moet hij beseffen dat hij met zijn verleden als lakei van Mobutu, met de concurrentie in de Evenaarsprovincie waar hij vandaan komt – zowel Nzanga als Bemba’s adjudant Bombole snoepen hem daar ongetwijfeld stemmen af – en alleszins met zijn afkomst – zijn vader is een Poolse edelman en zijn moeder een Rwandese Tutsi, de Congolezen vinden in hem moeiteloos een nog makkelijker doelwit dan in Joseph Kabila om hem zijn gebrek aan ‘Congolese identiteit’ te verwijten – maakt Kengo geen schijn van kans dat de Congolezen hem tot president verkiezen.

En dan heeft er tot nu toe niemand het argument bovengehaald dat hij zijn reputatie als streng beheerder van de overheidsfinanciën alvast tussen 1982 en 1986, toen Mobutu hem tot eerste minister aanstelde, geen eer aangedaan heeft.

Bovendien heeft er tot nu toe niemand het rapport van de Commission des biens mal acquis bovengehaald, uit de tijd, bijna twintig jaar geleden, dat de Nationale Conferentie zonder gebruik van geweld een nieuw Congo zonder Mobutu uit de grond wou stampen. Daarin staat Kengo vermeld als een van de meeste corrupte dienaars van Mobutu. Hij beloofde toen om één miljard dollar (750 miljoen euro!) terug te betalen, maar vergat zijn woord gestand te doen.

“Daarin staat Kengo vermeld als een van de meeste corrupte dienaars van Mobutu”

Opnieuw, de vraag doet ter zake: wat heeft de man uiteindelijk op het oog door zich als kandidaat-president op te werpen? Stemmen afsnoepen van Kabila’s tegenstanders en zich daarna ten dienste stellen van de meestbiedende? De geruchten en speculaties doen al hun ronde in Kinshasa.

Verregaande manipulatie?

Er is grote onzekerheid over de juistheid van de gang van zaken in de aanloop naar de verkiezingen, met name bij de registratie van de kiezers. De verkiezingscommissie (CENI) heeft lang getalmd met de publicatie van alle lijsten én de vanzelfsprekende controle op de inschrijvingen.

Ook vijf jaar terug waren er honderdduizenden fouten, waarvan iedereen toen gevoeglijk aannam dat het om ‘technische’ onvolkomenheden en gebrek aan vertrouwdheid met dat soort activiteit ging. Deze keer is er een aan zekerheid grenzend vermoeden van georganiseerde fraude. Dat de commissie nauwelijks een poot uitsteekt om dat uit te zoeken en daaraan paal en perk stellen, is bedenkelijk.

De Belgische firma Zetes, die de kaarten fabriceert waarmee de Congolezen op 28 november hun stemrecht uit kunnen oefenen, maakt gewag van een groot aantal identieke registraties, m.a.w. kiezers die zich twee of meer keren ingeschreven hebben. Zetes komt alleen al in drie provincies, Bandundu en de Evenaars- en Oostprovincie, op een totaal van bijna 680.000 gevallen uit. Ruim vijf keer meer dan het cijfer dat de verkiezingscommissie naar voren schuift voor heel Congo!

“Deze keer is er een aan zekerheid grenzend vermoeden van georganiseerde fraude. Dat de commissie nauwelijks een poot uitsteekt om dat uit te zoeken en daaraan paal en perk stellen, is bedenkelijk”

Merkwaardig ook dat in streken waar Kabila in 2006 een topscore behaalde – waaraan hij zijn overwinning dus uiteindelijk te danken had – de toevloed van kiezers veel hoger is dan je op basis van de voorspelbare bevolkingsgroei kan vermoeden. De International Crisis Group (ICG) vraagt zich hardop af waarom er zich in Goma 161 procent van het verwachte aantal Congolezen komt inschrijven, op andere plaatsen zelfs meer dan het dubbele, en je op sommige plekken, waar de bevolking Kabila minder gunstig gezind is, veel lagere percentages noteert.

Logistieke nachtmerrie

Anders dan in 2006 staat de Congolese overheid deze keer in voor het leeuwendeel van de financiering – ze neemt 80 procent van de kosten voor haar rekening – én het logistieke aspect van de operatie. Vooral dat laatst kost de verkiezingscommissie hoofdbrekens.

Voor de aanmaak van de stembussen heeft ze een Chinese partner ingeschakeld, nadat een Duits bedrijf het bijltje erbij neergelegd had. Voor de volumineuze stembrieven is er op Zuid-Afrikaanse expertise een beroep gedaan. Zij hebben groen licht gekregen om de stembiljetten voor de presidentsverkiezingen te drukken, voor de veel ingewikkeldere parlementsverkiezingen nog niet.

De achterstand die de commissie opgelopen heeft, geeft voedsel aan het verhaal dat de Congolezen op 28 november misschien alleen hun stem uit kunnen brengen op wie ze geschikt achten als president en ze nog een tijd moeten wachten voor ze hun volksvertegenwoordigers mogen verkiezen.

De vraag rijst ook hoe de verkiezingscommissie de klus klaart om tijdig al het materiaal tot in de verste uithoeken te brengen. Daarvoor zijn er vijf jaar geleden prauwen ingezet én helikopters van de VN-blauwhelmen. Nu maakt Monusco, zoals de VN-missie tegenwoordig heet, duidelijk dat ze wel degelijk instaat voor de veiligheid van de burgers, haar kerntaak, maar dat de commissie niet meer op haar moet rekenen voor praktische logistieke bijstand. We mogen aannemen dat er dezer dagen in Kinshasa enkele mensen wakker liggen.

“We mogen aannemen dat er dezer dagen in Kinshasa enkele mensen wakker liggen”

Aanhoudende intimidatie

Als op 5 september 2011 Tshisekedi naar het kantoor van de verkiezingscommissie CENI trekt om er zich officieel kandidaat te stellen voor de presidentsverkiezingen komt het tot een gewelddadig treffen tussen aanhangers van zijn UDPS en die van de PPRD, de partij van de president.

Aan het hoofdkwartier van de PPRD laten onverlaten een spoor van gebroken ruiten en vernielde voertuigen achter. Was er sprake van provocatie? In elk geval is er sprake van weerwraak. Om 2 uur ’s nachts stichten op de zetel van de UDPS mannen in uniform brand – leden van de presidentiële wacht, zeggen ze daar – en gooien ze ruiten in.

Een televisiestation dat de reputatie heeft dicht bij Tshisekedi te staan, RLTV (Radio Lisanga Télévision), krijgt op datzelfde nachtelijke uur bezoek van brandstichters. Wanneer supporters van Tshisekedi daartegen protesteren, schiet de politie op ze. Er valt een dode.

Dat is maar één voorbeeld van hoe het eraan toegaat tussen twee partijen die in principe in een democratische verkiezingsstrijd verwikkeld zijn. Er zijn meer marsen, optochten en betogingen die niet op een vreedzame manier eindigen. Niet alleen in Kinshasa, ook in Mbuji-Mayi, de thuisbasis van Tshisekedi.

“Er zijn meer marsen, optochten en betogingen die niet op een vreedzame manier eindigen. Niet alleen in Kinshasa, ook in Mbuji-Mayi, de thuisbasis van Tshisekedi”

Beslist is het geen toeval dat de media de schietschijf zijn. Ook Channel Media Congo Télévision is al het mikpunt geweest van een aanval en een ander tv-station, Canal Numérique Télévision, heeft bedreigingen gekregen. Net als Donat Mbaya en Tshivis Tshivuadi, twee boegbeelden van Journalistes en Danger.

Meer dan tweehonderd journalisten zijn op een dag op straat gekomen om zich af te zetten tegen een volksvertegenwoordiger, Yves Kisombe, die op zijn Facebookpagina een collega van hen, van het station RTVS1, beledigd had. Ook dat zijn maar enkele voorbeelden van de manier waarop journalisten en persorganen tijdens deze verkiezingsstrijd onder druk komen te staan.

In de aanloop naar de verkiezingen van vijf jaar geleden kon je een waslijst van incidenten optekenen waarbij media geviseerd waren. Huiszoekende politie- of veiligheidsagenten lieten na hun bezoek redactiekamers en studio’s in puin achter. Journalisten liepen het risico dat ze voor rot geslagen werden of hun materiaal afgepakt zagen of waren het slachtoffer van andere willekeurige (mis)handelingen, gaande van aanhouding zonder reden tot dagenlange opsluiting zonder vorm van proces, zo niet erger. Het is er bepaald niet beter op geworden. Ook nu weer is de lijst van voorvallen ellenlang.

“Journalisten liepen het risico dat ze voor rot geslagen werden of hun materiaal afgepakt zagen of waren het slachtoffer van andere willekeurige (mis)handelingen”

Veel bleef zoals het was

De hamvraag is natuurlijk of Congo stilaan een ander land geworden is sinds de Congolezen vijf jaar terug voor het eerst sinds de onafhankelijkheid in 1960 hun president hebben kunnen kiezen. Vanzelfsprekend is het een karwei van jewelste om op zo’n korte tijd de gevolgen van een mislukte dekolonisatie, een ontspoorde onafhankelijkheid, 32 jaar dictatuur en tien jaar oorlog weg te werken.

Het mag al een wonder heten dat er in Congo weer een centraal gezag bestaat dat in het héle land geldt, dat de economie groeit, de inflatie onder controle is en de munt behoorlijk stabiel, dat de begrotingsinkomsten stijgen en kopermijnen weer meer produceren, dat wegen heraangelegd zijn en het oosten van Congo de facto aansluiting gevonden heeft bij de florerende Oost-Afrikaanse Gemeenschap o.l.v. het goedboerende Kenia en Oeganda.

“Het mag al een wonder heten dat er in Congo weer een centraal gezag bestaat dat in het héle land geldt, dat de economie groeit, de inflatie onder controle is en de munt behoorlijk stabiel”

Maar sla de jaarlijkse armoedebarometer van het Ontwikkelingsprogramma van de VN (UNDP) erop na en je merkt dat Congo op de voorlaatste plaats staat, lager dan het jaar daarvoor. Het houdt alleen het door Robert Mugabe naar de vaantjes geholpen Zimbabwe achter zich. Congo is een van de drie landen in de wereld die er qua menselijke ontwikkeling slechter voorstaan dan een halve eeuw geleden.

Wie in Congo rondreist, komt binnen de kortste keren in aanraking met wat er nog altijd grondig schort. Laat me even teruggaan tot in januari van dit jaar. Iets ten zuiden van Butembo krijg ik het bericht dat Maji Maji-milities de weg onveilig maken en ik beter op mijn stappen terugkeer.

Het wijst erop hoe onveilig dat stuk van Kivu blijft, ook al zijn het even vaak dan politiek geïnspireerde opstandelingen tot struikrover herschoolde rebellen of gewezen en zelfs actieve militairen die de doorgang belemmeren. Op 31 augustus 2011 schieten ze een eind noordelijker op het traject Komanda-Mambasa, dat ik enkele maanden daarvoor probleemloos afgemaald heb, in de buurt van een legerkamp aan een tot wegversperring omgetoverde omgevallen boom een vrachtwagenchauffeur dood. Uniformen met geweren, je kunt ze als gewone Congolees beter uit de weg gaan.

Als ik in Béni, anderhalf uur rijden van Butembo, op vervoer sta te wachten, spreekt een man me aan. Of ik des matériaux wil kopen? Hij heeft 1 kg coltan in de aanbieding. Hier rijst de vraag hoe het zit met de nazorg van de rapporten over de illegale exploitatie van grondstoffen? Het is een kwestie die de inzet van de oorlog vormde en die de regering, in zoverre ze dat echt zelf wil, nog lang niet onder controle heeft.

“Uniformen met geweren, je kunt ze als gewone Congolees beter uit de weg gaan”

Enkele uren oostelijker, in de buurt van Bunia, dicht bij het Albertmeer, hebben dolende politieagenten niets beters om handen dan hard labeurende landgenoten op een brommertje te controleren en ze pas toestemming te geven om weer te vertrekken, ook al is er een of ander papier niet in orde, als de muzungu (nvdr: ‘blanke’ in het Swahili) op de duo-zit gedokt heeft.

Het geeft aan hoe kleinschalige corruptie het sluitstuk is van een systeem waar een officiële functie, op welk niveau ook, vooral dient om af te romen en de eigen portefeuille te spekken. Waarom bijvoorbeeld heeft niet Tullow Oil, dat jarenlang de olielagen aan het Albertmeer in kaart gebracht heeft, de boorvergunning gekregen, maar liep Caprikat ermee weg, een onderneming met zetel op de Maagdeneilanden? Verrassende wendingen zijn in Congo nooit ver weg als het om vette contracten gaat.

Een goede afloop?

Joseph Kabila staat vierkant achter het principe ‘the winner takes all’. Dat hebben in 2006 de gebeurtenissen na de bekendmaking van het verkiezingsresultaat uitgewezen. Bemba kreeg geen kruimel toegeschoven, de volledige taart was voor de gulzige president.

Stel, laten we een levensgrote verrassing niet uitsluiten, stel dat niet Kabila, maar een van zijn rivalen het pleit wint. Zet Kabila dan goedschiks een stap opzij?? Er zijn goede redenen om minstens twee vraagtekens achter voorgaande zin te zetten.

“Er zijn goede redenen om minstens twee vraagtekens achter voorgaande zin te zetten”

Maar is een man als Tshisekedi, koppig als een muilezel, al decennia in de waan dat het lot hem ooit het presidentschap zomaar in de schoot gooit, bereid om een uitslag te aanvaarden waarin hij niet op de eerste plaats staat?? Twee vraagtekens, juist.

Laten we 20 december in onze agenda noteren. Die dag legt de nieuwe president van Congo de eed af.

Guy Poppe

Guy Poppe is oud-radiojournalist voor de openbare omroep VRT waarvoor hij jarenlang de Afrika-verslaggeving verzorgde. Hij publiceerde recent diverse boeken over Congo en Burundi.

(Dit artikel is eerder verschenen in Uitpers nr. 136, 13de jaargang, november 2011)

take down
the paywall
steun ons nu!