“De rekening van de verzuiling” van Mieke Vogels

“De rekening van de verzuiling” van Mieke Vogels

Walter Lotens las en recenseerde het boek "De rekening van de verzuiling" van voormalig Vlaams minister van welzijn Mieke Vogels (Groen).

maandag 21 juli 2014 17:25
Spread the love

DeWereldMorgen.be

Het
lanceren van het boek “De rekening van de verzuiling” door auteur Mieke Vogels is
goed getimed. De Groen!-politica gaat na dertig jaar in de politiek met
pensioen, op een ogenblik dat door de zesde staatshervorming ook de
bevoegdheden over welzijn en gezondheid (ouderenbeleid, geestelijke
gezondheidszorg en hulpmiddelen voor gehandicapten) overgeheveld worden van de
federale overheid naar de gemeenschappen.  

Miljarden
euros worden van het budget van het Rijksinstituut voor Ziekte- en
Invaliditeitsverzekering (RIZIV) overgeheveld naar een nieuwe Vlaamse dienst.
Ook de kinderbijslag wordt ‘Vlaams’. Ondanks die goede timing kreeg haar boek
tot nu toe relatief weinig aandacht – De Standaard bijvoorbeeld ging er
volledig aan voorbij –  want de
voormalige politica raakt een zeer gevoelig thema aan. 

Een
verzuild middenveld 

Onze
samenleving wordt gekenmerkt door een voortdurende spanning tussen drie
belangrijke breuklijnen: de levensbeschouwelijke (katholieken versus vrijzinnigen),
de sociaal-economische (arbeid versus kapitaal) en de communautaire
(Nederlandstaligen versus Franstaligen).  

Rond die
breuklijnen hebben klassieke sociale bewegingen (zoals de socialistische en
christelijke arbeidersbeweging)  een verzuild middenveld uitgebouwd met vakbonden, ziekenfondsen,
eigen scholen, hospitalen, jeugdwerking, ouderen- en
gehandicaptenzorg, maar ook week- en dagbladen, sportclubs,
cultuurverenigingen, bibliotheken, fanfares en ga zo maar door.

Deze
“zuilen”, zoals men ze is gaan noemen, garanderen een bedding waarin iedereen
van de wieg tot het graf opgevangen wordt. Of moet ik “werd” schrijven? Neen,
zegt Mieke Vogels, de ontzuiling is nog niet verteerd. Zij verwijst daarvoor naar
Luc Huyse, die stelt dat de ontzuiling van de geesten niet of nauwelijks tot
machtsverlies van die zuilen heeft geleid.  

Met
zijn instemming citeert Vogels deze gepensioneerde Leuvense socioloog: “De
nalatenschap van de zuilen, een enorm kapitaal aan materiële en niet-materiële
goederen is geruisloos overgeheveld naar de organisaties van de politieke
concerns”. De term “verzuiling” is in onbruik geraakt en vervangen door het
beter klinkende “middenveld”, maar de mechanismen zijn dezelfde gebleven.  

Vogels
haast zich eraan toe te voegen dat haar boek geen manifest is tegen dat “middenveld”
van vrijwilligers in jeugdbewegingen, wereldwinkels, ziekenzorg, enz. want dit
is ook haar “middenveld”. De auteur verwijst dan ook uitdrukkelijk naar haar
eigen  achtergrond.

Als
medewerkster van Volkshogeschool Elcker-Ik maakte zij deel uit van de nieuwe
sociale bewegingen, die in het spoor van mei 1968 zijn ontstaan en die de
verzuiling als betutteling en te duur beoordeelden. Haar keuze voor de nieuwe
partij Agalev in 1985 was trouwens ook ingegeven door het feit dat deze partij
geen onderdeel uitmaakte van een van die verzuilde politiek concerns.  

De ijzeren
wet van de oligarchie 

Zij
constateert, dertig jaar later, dat de zuilen nog steeds aan het stuur zitten.
“De verwevenheid tussen zuilen, administratie en politiek zorgt ervoor dat het
marktaandeel en de controle van de zuilen over het aanbod intact blijft,
ondanks de nieuwe inzichten.” (p. 22) Door die hardnekkige verzuiling (en verkokering)
wordt er ontzettend veel geld over de balk gesmeten.  

Die
stelling illustreert ze in haar eerste hoofdstuk over de Vlaams
zorgverzekering, die volgens haar een minikopie is geworden van de verzuilde
ziekteverzekering. Zij berekent dat voor 2012 van de totaalsom van 321 miljoen
euro ongeveer 24,5 miljoen administratieve uigaven nodig waren om de zeven (!)
zorgkassen te laten draaien. Haar alternatief? Meer zorg en minder kas.  

Met voorbeelden
en cijfermateriaal bespreekt Vogels vervolgens de ontwikkelingen in de
gehandicaptensector, de jeugdzorg, de ouderenzorg en de kinderopvang en zij
komt ook hier tot dezelfde conclusies. In al die sectoren speelt “de ijzeren
wet van de oligarchie”. Schaalvergroting leidt tot ‘supermarkten van welzijn en
geluk’ en … machtsconcentratie.  

Zo heeft vzw
Emmaüs voor het begrotingsjaar 2012 ongeveer 100.000 patiënten of gebruikers,
bijna 6.000 personeelsleden en een balanstotaal van 587.742.304 euro. Een nog
grotere concentratie treft zij aan bij vzw Provincialaat der Broeders van
Liefde, die naast ziekenhuizen en welzijnsvoorzieningen ook scholen in haar
portefeuille heeft. Die concentratie van steeds meer zorgvormen binnen de
verzuilde organisaties en de lange wachtlijsten in alle welzijnsectoren maken
dat er al lang geen sprake meer is van vrije keuze en autonomie.  

“Dat (gesubsidieerde)
geld is van ons” is de mantra van vele grote spelers. Zij maken het de
nieuwkomers op ‘hun’ terrein niet gemakkelijk. Dat blijkt onder meer uit het
trieste verhaal van “Huisje Debo” in Tervuren, dat zich een plaatsje probeerde
te verwerven in de sector van de zelfstandige kinderopvang, waaraan nochtans
een grote nood is, maar die in de wurggreep van de administratie, de sociale
inspectie en het sociaal secretariaat terecht kwam.  

Vraag- en
buurtgebonden aanpak 

Mieke Vogels
signaleert echter ook mooie verhalen zoals dat van Pegode, de voorziening in de
Rupelstreek die een maximaal beroep doet op samenwerking met de bestaande
voorzieningen en overheden in de regio. Die aanpak wordt ook al 25 jaar bewezen
in “Huize de Perrekens” in Geel, waar dementerende bejaarden worden opgevangen
in een huis in de rij.  

Vogels
pleit ook voor een coöperatieve kinderopvang zoals in Wallonië en Frankrijk,
maar “les crèches parentales” maken volgens haar op dit ogenblik geen enkele
kans om van de grond te komen in Vlaanderen. Ook in andere landen zijn er mooie
voorbeelden. Ik denk dan aan Nederland waar de coöperatie “Thuiszorg Dichtbij”
een 24-uur thuiszorg voor terminale patiënten organiseert in de regio’s Drenthe,
Groningen, Zwolle, Twente en Arnhem. 

Dit zijn maar
enkele voorbeelden die passen in de visie van Vogels: in plaats van een
verzuilde moet er een vraag- en buurtgebonden aanpak komen. Terloops vermeldt
de auteur dat zij als Vlaams minister van welzijn en gezondheid in de Vlaamse paars-groene
regering van Patrick Dewael met dat doel voor ogen decretaal (wetgevend) werk
verrichtte. Die inspanning werd door de CD&V-ministers die haar opvolgden
deskundig teruggeschroefd.

Dit boek
is niet alleen een felle aanklacht tegen de verzuilde heilige huisjes, maar wil
ook alternatieven aandragen. Daarvoor reikt Vogels in haar laatste hoofdstuk
zeven hefbomen voor verandering aan, waarin een buurt- en regiogebonden aanpak
centraal staat en waarin een nieuw maatschappelijk middenveld een belangrijke
rol kan spelen. Het is dus niet toevallig dat zij haar boek opdraagt aan een
aantal koppige doordouwers aan de basis. 

De tegenstelling arbeid-kapitaal

Het pleit
voor Vogels dat zij de strijd tegen de
verzuilde machtscenakels niet opgeeft. Gepensioneerd én combattief zijn kunnen best
samen gaan. Dat bewijst zij met dit boek. Dit is een goed gemikte knuppel in
het Vlaamse verzuilde hoenderhok.

Toch meen
ik dat progressieve pijlen niet alleen op dat doelwit moeten worden
afgeschoten. Daarvoor is er die andere breuklijn in onze geschiedenis, met name
de sociaaleconomische tegenstelling, die steeds meer het maatschappelijk leven
gaat bepalen.  

Sinds het
neoliberalisme geruisloos in onze maatschappij is binnengeslopen, wordt de tegenstelling
arbeid-kapitaal beslecht in het voordeel van het kapitaal. In de Belgische
context focust de politieke nieuwkomer NVA niet alleen op de communautaire
breuklijn, maar echoot ze ook het neoliberale discours na, dat via de Chicago
boys en Milton Friedman uit de vorige eeuw is komen binnenwaaien. Lees er Ico
Maly en zijn studie van Bart De Wever en de NVA op na.  

Als goede
neoliberalen houden de NVA’ers niet van het middenveld, noch van het oude, noch
van het nieuwe. Laten we de staat maar ontvetten en de burger als individu zelf
verantwoordelijk stellen voor success en/of mislukking. ‘Responsabiliseren’
heet dat nu wat moraliserend. De burger responsabiliseren betekent echter dat
de onrechtvaardige sociaaleconomische context uit het gezichtsveld verdwijnt. 

“There is no such thing as society. There are
individual men and woman, and there are families”. Wie zei het ook weer? Het thatcherisme heeft in de iets verzachte vorm
van de NVA-gestalte weer zijn intrede gedaan. De NVA heeft geen voet in huis bij
het oude middenveld en probeert via het ARCO-dossier wat politieke bommen te
gooien om schade te berokkenen aan het ACW.  

Dat ACW is een onderdeel van de verzuilde christelijke
zuil maar ook niet vergeten dat de medegrondlegger van de welvaarstaat (of wat
er nog van overblijft).  Laten we
de verzuiling aanpakken, maar niet uit het oog verliezen dat er ook neoliberale katten te
geselen zijn op de lange weg naar een meer rechtvaardige sociaalecologische
samenleving.

take down
the paywall
steun ons nu!