De Rechtvaardige Rechters: ‘Toe, zeg het maar, ik zal niet boos zijn …’ (deel 3)

woensdag 29 juli 2015 11:22
Spread the love

Een van de meest interessante elementen in de zaak van De Rechtvaardige Rechters is ongetwijfeld de mogelijke bergplaats. Een (kleine) greep uit de meest tot de verbeelding sprekende ‘schuilplaatsen’: graven, biechtstoelen, houten kantelen en de crypte in de Sint-Baafskathedraal, het graf van Koning Albert I, ergens in de kerk van Wetteren, een bunker in een oever van de Schelde, de pastorie van Sint-Laurentius in Antwerpen, het altaar van de Sint-Laurentiuskerk, … Er zijn zelfs medeburgers die beweren dat het originele paneel al lang weer zijn plaats in het Lam Gods heeft ingenomen! Ik kan me dus niet laten kennen en zal, alvorens de jacht verder te zetten op het vooraanstaande wild, mijn duit in het zakje doen. Waar rusten de Rechtvaardige Rechters dan volgens mij (of heb ze alleszins gerust)? Naar mijn bescheiden mening is de kans meer dan bestaande dat De Rechters zich in de abdij van Orval bevinden of er tenminste een bepaalde periode verbleven. Was de regel van Sint-Benedictus niet: ‘Alle gasten moeten ontvangen worden als Christus, want eens zal hij zeggen: ik kwam als gast en gij hebt mij opgenomen’? Laat me jullie even meenemen op een kleine trip (neem gerust een biertje bij de hand) terug in de tijd naar het trappistenklooster van Orval.

In 1953 trokken kanunnik Gabriël Vanden Gheyn, noem hem gerust de
conservator van het Lam Gods ten tijde van de diefstal van De
Rechtvaardige Rechters, en Valère Goedertier, broer van Arsène, samen naar de abdij van Orval. Na hun bezoek aan Orval
(waarvan in feite niemand weet wat ze er écht uitspookten) verklaarde
Valère Goedertier ‘dat hij gerustgesteld was dat zijn broer Arsène
onschuldig was’.
Wat vooral opmerkelijk is: ook Marie-Albert Van der Cruyssen was op dat
moment aanwezig in Orval, hoewel hij al sinds 1948
abt-op-rust was van de abdij, in een klooster in Frankrijk woonde en
zich verplaatste in een rolstoel. Blijkbaar was zijn aanwezigheid toch
van groot belang.Wat werd er aan Valère Goedertier gezegd of getoond in
Orval dat het voor hem de ultieme geruststelling was? Goedertier stuurde
achteraf zelfs een brief aan Mgr. Van Peteghem om hem te vragen
aanwezig te zijn op zijn begrafenis om zo het ultieme eerherstel voor de
familie Goedertier concreet vorm te laten krijgen.

Mogelijk werd in Orval aan Valère Goedertier de ware toedracht van de diefstal uit de doeken gedaan. Het is zelfs niet uitgesloten dat Valère het gestolen paneel te zien kreeg en wat zwijggeld toegestopt kreeg.

Na de diefstal van De Rechtvaardige Rechters werd al zeer snel beweerd dat er ‘een geestelijke’ betrokken was bij de zaak, echter zonder dat iemand meteen een naam noemde. De enige die dat in feite wel deed, was Valère Goedertier. Kort voor zijn overlijden in 1971 stelde hij dat het ging om Arthur De Meester (ken je hem nog?), de secretaris van het bisdom Gent en overleden kort na de diefstal. De naam van De Meester viel enkele jaren eerder ook al in een paar artikels die verschenen in De Standaard. Er kwam echter een bruusk einde aan deze artikels nadat toenmalig hoofdredacteur Jan Boon ‘op het matje werd geroepen’. De Standaard, mede-opgericht door Frans Van Cauwelaert …

Maar nu even terug naar Dom Albert. Albert-Marie Van der Cruyssen werd geboren als Charles (Karel) Van der
Cruyssen. Hij was een Gentse middenstander en oorlogsvrijwilliger die
uiteindelijk Trappist werd en in 1936 de eerste abt van de nieuwe abdij
van Orval. Hij overleed op 30 april 1955, dus niet zo heel lang na zijn
ontmoeting met Vanden Gheyn en Goedertier. Het opvallende gegeven van
oudere medeburgers met opmerkelijke getuigenissen en hun nakende
ontmoeting met Magere Hein duikt ook nu dus weer op! Ah ja, bijna
vergeten: ook kanunnik Vanden Gheyn blies zijn laatste adem uit in
1955. Van der Cruyssen en Frans Van Cauwelaert (ik geef het maar mee)
waren ook meer dan ‘goede bekenden’ als generatiegenoten en kopstukken van
de Vlaamse beweging. Tijdens zijn legerdienst in de Grote Oorlog zorgde Van der
Cruyssen trouwens voor een serieuze (politieke) rel door te weigeren
Frans te spreken.

Het Lam Gods was het ‘kind’ van Vanden Gheyn. Waarom zou hij dan toestaan dat het gestolen paneel in Orval werd bewaard? De reden ligt voor de hand: ook hij wilde niet dat de betrokkenheid van het bisdom bij de zaak aan het licht kwam.

In het Belgie van het
interbellum werd de heropleving van de abdij van Orval een soort van
symbool van een bloeiend
katholicisme, een wapen in de strijd tegen socialisme, communisme,
esoterie en al wat de kerk als bedreigend ervoer. Zowel de politieke als
de sociale katholieke structuren wierpen alles in de strijd om de
heropbouw van Orval tot een goed einde te brengen. Kardinaal Van Roey
steunde de onderneming, de Katholieke Partij en de Boerenbond deden wat
ze konden en ook de katholieke middenstandsorganisaties overal te lande
droegen een steen bij. Een van die organisaties, de ‘Kring God
en Vaderland’, was overigens gesticht door Van der Cruyssen zelf. Het
was een culturele kring die zich vooral richtte tot de hoge burgerij,
artsen, advocaten en rijke handelaars. De kring opereerde binnen de
overkoepelende ‘Burgerkring van Gent'(Cercle Catholique), waar ook
Arsène Goedertier in ronddwaalde en die gesticht
was door (premier) Gérard Cooreman. Het voorzitterschap werd na diens dood
overgenomen door zoon Henri. Henri Cooreman, jullie nu misschien nog een
totaal onbekende, maar in het vervolg van onze queeste o zo belangrijk

De Kring God en Vanderland vierde trouwens op 8 en 9 april haar 40-jarig
bestaan, twee dagen dus voor de diefstal van De Rechtvaardige Rechters.
Ter gelegenheid van die viering was Van der Cruyssen op dat ogenblik in
Gent, waar hij een paar keer samen op de foto ging met … August De
Schryver.

Henri Cooreman was goed bevriend met de gebroeders Coppejans, die ‘het kaderwerk’ van het Lam Gods vanbinnen en vanbuiten kenden. Hij was eveneens een collega-wisselagent van Arsène Goedertier

De abdij van Orval, zou het kunnen? Het is alleszins een plek waar niet iedereen zomaar onaangekondigd binnen en buiten kan lopen, er vele ‘ontoegankelijke’ en zelfs verborgen ruimten zijn en die voor het bewaren / verbergen van een paneel uit een kunstwerk getiteld Lam Gods eigenlijk niet beter kan uitgekozen zijn. Bovendien: what happens in Vegas, stays in Vegas … 

Afsluiten zou ik vandaag graag doen met een uitspraak van de bekende trappistenpater André Louf: ‘De mens, op zoek naar een nog onbekende inwendige ruimte, is een pelgrim op weg naar zijn hart, zijn diepe ware zelf.’ Deze spreuk kun je terugvinden op de website van de abdij van Orval, op de pagina ‘Bezoek de abdij’ …

Tot gauw !

take down
the paywall
steun ons nu!