De rechterhand weet niet wat de linkerhand wil doen..

De rechterhand weet niet wat de linkerhand wil doen..

maandag 23 juli 2012 11:50
Spread the love

Het thema minimumlonen komt regelmatig op de Europese onderhandelingstafel. Zowel het Europees Vakverbond als het Europees Parlement en de Europese Commissie buigen zich momenteel over het thema. Onze Europese vakbondscollega’s in de 27 lidstaten hebben lang niet altijd dezelfde visie hierop. Sommigen zijn er absoluut tegen. 

Nochtans staat het systeem van loononderhandelingen in tal van landen onder druk als gevolg van de mobiliteit van de werknemers op de Europese arbeidsmarkt sinds de uitbreiding in 2004 en 2007. De werknemers draaien ook nog steeds op voor de gevolgen van de financiële crisis. Het bezuinigingsbeleid dat her en der wordt gevoerd wordt aan den lijve ondervonden.  

Tijdens zijn uiteenzetting over de mededeling van de Europese Commissie over  « een banenrijk herstel» beklemtoonde commissaris Andor dat er decente en duurzame lonen moeten worden gewaarborgd en waarschuwde hij voor lagelonenvallen.  Minimumlonen bieden een oplossing. Ze voorkomen dat werknemers in de armoede verzeilen en zijn een factor voor de garantie van een behoorlijke arbeidskwaliteit. De mededeling benadrukt dat de loonvloeren in overleg met de sociale partners voldoende moeten kunnen worden aangepast en de algemene economische conjunctuur   moeten weerspiegelen. Gedifferentieerde minimumlonen kunnen een middel zijn om de vraag naar werknemers in stand te houden.

Het Europees Parlement keurde twee resoluties goed om werk te maken van een minimuminkomen. Dit is een ruimer begrip dan het minimumloon. Bedoeling is vooral om de armoede te bestrijden via maatregelen op het vlak van sociale zekerheid. Toch wordt ook hier verwezen naar het begrip minimumloon.

Het EVV lanceerde eind juni  2012 een offensief voor een sociaal contract. Het vakverbond wil dat het wettelijke minimumloon  aanzienlijk wordt verhoogd in de landen waar de vakbonden dit nodig achten. 

Waarover gaat het precies

Het minimumloon stoelt op een aanpak die sterk kan verschillen van land tot land. Hier hebben we het over het wettelijke minimumloon in de strikte zin, gebaseerd op een wet of een collectieve overeenkomst. België behoort tot deze categorie met cao nr. 43 van de NAR die een gewaarborgd gemiddeld minimuminkomen vastlegt voor werknemers die normale arbeidsprestaties verrichten. In België geldt vaak ook een sectoraal minimumloon : het moet gelijkwaardig zijn met het interprofessioneel inkomen vastgelegd in cao nr. 43. In werkelijkheid is het meestal hoger. Het minimumloon kan worden vastgelegd via een ondergrens of via indexering. Het bestaat op maand- of op uurbasis. In sommige landen verschilt het naargelang het gaat om leerlingen, stagiaires of naargelang het type activiteit : handen- of intellectuele arbeid.

Als men  op Europees niveau een minimumloon wil bepalen, moeten de economie en de nominale waarde van de nationale minimumlonen convergent zijn. De verschillen tussen de lidstaten zijn echter groot. De verhouding tussen het laagste (Bulgarije) en het hoogste loon (Luxemburg) bedraagt 1 tot 14.

Er moet ook rekening worden gehouden met de koopkracht van de werknemers, de verhouding tussen het minimumloon en het gemiddelde loon in de sectoren en de effectieve dekkingsgraad van het minimumloon. Het verschilt enorm van land tot land.  Volgens een studie van Eurofound ontvangt gemiddeld  1% van alle werknemers in de EU het minimumloon. 

De vraag naar invoering van het minimumloon wordt meestal ingegeven uit rechtvaardigheidsoverwegingen, om de zwakste werknemers te beschermen, armoede terug te dringen of sociale dumping te vermijden, maar ook om de verhoudingen tussen werkgever en werknemer opnieuw in evenwicht te brengen. Doel van het minimumloon is de koopkracht te vrijwaren. Dit is gunstig voor de consumptie en dus ook voor de economische activiteit en de groei. Daarom moet het minimumloon constant worden gevaloriseerd.

De vraag naar invoering van een minimumloon is dus dubbel gerechtvaardigd: zowel vanuit economisch als vanuit sociaal oogpunt.

Volgens de Belgische syndicale logica en gezien het collectieve onderhandelingssysteem in ons land is het minimumloon een instrument van solidariteit en geen instrument van neerwaartse nivellering van de arbeidsvoorwaarden. In Europese vakbondsmiddens leeft immers het idee dat als gevolg van de invoering van een Europees minimumloon de arbeidsvoorwaarden in een neerwaartse spiraal zullen belanden. 

Laten we wel wezen, Commissaris Andor en zijn team dragen het hart ietwat links… De elementen uit de mededeling over het belang van een minimumloon rechtvaardigen wat we zonet in perspectief hebben geplaatst. 

Het probleem is dat de rechterhand van de Europese Commissie waarschijnlijk niet weet wat de linkerhand wil doen : hoe moeten we anders de aanbeveling interpreteren die de Europese Raad op  25 juni 2012 goedkeurde? Ze pleit voor een « balkanisering » van de collectieve arbeidsverhoudingen,  met name in België, via clausules waardoor ondernemingen makkelijker kunnen afwijken van sectorale loononderhandelingen om redenen die verband houden met groei en productiviteit.  Heeft de  Commissie het gemunt op de nationale sociale dialoog die van zo veel nut blijkt ?

take down
the paywall
steun ons nu!