Bron: Pixabay
Jonathan Morris, IPS

De prijs van koffiebonen is verdubbeld, en dat komt door klimaatverandering

Het afgelopen jaar zijn de koffieprijzen wereldwijd flink gestegen. De belangrijkste reden: klimaatextremen in koffieland Brazilië. De prijs van koffiebonen fluctueert altijd behoorlijk, maar zelden kunnen de koffieboeren er hun voordeel mee doen. Zullen zij van deze recente stijging eindelijk kunnen profiteren?

woensdag 6 oktober 2021 15:18
Spread the love

 

Wereldkoffiedag voelde anders aan dit jaar. Die dag, in het leven geroepen door de International Coffee Organization (ICO), moet elk jaar op 1 oktober het product en de uitdagingen waarmee producenten worden geconfronteerd onder de aandacht brengen. Meestal staat de dag in het teken van hoe de lage prijzen voor ongebrande bonen nauwelijks de kosten van de boeren dekken – laat staan dat zij hun gezinnen ervan kunnen onderhouden.

Dat was dit jaar anders: in het afgelopen jaar is de C-prijs – de referentieprijs voor Arabica-koffie van basiskwaliteit op de New York International Commodity Exchange – gestegen van 1,07 dollar per pond (0,92 euro per 454 gram) tot ongeveer 1,95 dollar. In juli was dat zelfs 2,08 dollar.

Vrijwel alle contracten voor koffielevering worden afgezet tegen de C-prijs, waardoor de prijzen voor groene Arabica (ongebrande bonen) het afgelopen jaar met ruim 80 procent zijn gestegen. Die voor Robusta-koffie – een goedkoper, minder smaakvol alternatief – zijn met meer dan 30 procent gestegen. En de kans is groot dat deze prijzen de komende maanden nog verder stijgen. We staan mogelijk aan de vooravond van een grote prijscorrectie die de markt nog jaren verder gaat opstuwen.

Waarom is koffie zoveel duurder?

De belangrijkste reden voor de stijgende prijzen is een aantal klimaatgebeurtenissen in Brazilië. Brazilië is verreweg de grootste koffieproducent ter wereld en is goed voor ongeveer 35 procent van de wereldwijde oogst. Het productievolume schommelt doorgaans stevig tussen ‘hoge’ en ‘lage’ jaren, maar meestal niet genoeg om de prijzen sterk te beïnvloeden. Dat komt doordat producenten hun risico’s verkleinen door voorraadbeheer en het afdekken (hedging) van prijzen met behulp van de koffie-derivatenmarkt.

Maar dit jaar zullen de oogsten waarschijnlijk dramatisch lager uitvallen. Dit komt door een combinatie van ernstige droogte eerder in het seizoen, waardoor het aantal koffiebessen sterk is afgenomen, en recente vorst die de vruchten en zelfs de bomen verder kan beschadigen. De Braziliaanse autoriteiten voorspellen de laagste Arabica-oogst in twaalf jaar.

De grote vraag is hoe dit de toekomstige productie beïnvloedt. Het kan tot vijf jaar duren voordat koffiebomen volwassen zijn, dus pas na een paar seizoenen zal de omvang van de schade duidelijk is. Als, zoals sommige experts verwachten, de vorst maximale schade aanricht en mogelijk twee derde van de bomen treft, kan dat zorgen voor een langdurige afname van de wereldvoorraden. Hierdoor zouden de prijzen de grens van 3 of zelfs 4 dollar kunnen overschrijden.

Een geschiedenis van pieken en dalen

De geschiedenis van koffie wordt is er een van extreme prijsvolatiliteit. Perioden van overdadige voorraden doen de prijzen geleidelijk dalen, telkens tot het moment waarop een catastrofale gebeurtenis – op milieugebied of op politiek vlak – resulteert in een correctie.

In de jaren 1930 leidde een combinatie van grote oogsten en een lage vraag door de depressie tot een enorm overschot. Om overtollige voorraden weg te werken besloot Brazilië koffie in zee te dumpen en te verwerken in brandstof. Heel anders was het in 1975, toen Brazilië werd getroffen door zware vorst, veel koffiebomen doodgingen en de productie daalde met 60 procent. Tussen 1975 en 1977 verdrievoudigden de prijzen.

In 1962 voerde de ICO productiequota in om de prijzen op peil te houden in het licht van dergelijke pieken en dalen. De VS steunde dit; dacht daarmee te kunnen voorkomen dat het communisme zich van Cuba naar het vasteland van Latijns-Amerika zou verspreiden. Maar na 1989 werd het quota op Amerikaans aandringen alsnog opgeheven. Dit leidde tot een overschot in aanbod en uiteindelijk tot een koffiecrisis tegen het einde van de eeuw waarin de C-prijs vier jaar op rij onder de 1 dollar bleef steken. Daarvoor schommelde prijs lang tussen 1 en 2 dollar per pond, en door de crash vervielen veel producenten in armoede en honger.

De prijs herstelde zich pas toen een koffieroest (een schimmel) een aanzienlijk deel van de Midden-Amerikaanse en Colombiaanse productie besmette. De bittere realiteit van de koffiemarkt is dat de prijzen voor producenten alleen verbeteren in tijden waarin velen van hen enorme verliezen lijden.

Het Robusta-probleem

In de tweede helft van de jaren 2010 daalden de koffieprijzen, voornamelijk als gevolg van de uitbreiding van de wereldproductie. Het opvallendste voorbeeld daarvan is Vietnam, dat nu de op één na grootste koffieproducent ter wereld is – goed voor ongeveer 18 procent van de totale wereldwijde productie. Maar liefst 95 procent van de Vietnamese productie is Robusta.

Robusta werd voor het eerst gebruikt voor de koffieteelt na een milieuramp waarin de Oost-Aziatisch koffieproductie aan het eind van de 19e eeuw vrijwel geheel werd weggevaagd door bladroest. Tegenwoordig zijn de procedures voor het ‘reinigen’ van Robusta om bijsmaken te verminderen zodanig verbeterd dat branders steeds vaker kiezen voor een groter aandeel Robusta in een blend. Dit wordt met name gedaan in voornamelijk prijsgedreven markten, zoals die van oploskoffie.

Als de prijzen nu blijven stijgen, kan het gebruik van meer Robusta in melanges voorkomen dat koffie te duur wordt voor de consument. Maar vanwege de strenge covid-beperkingen in Vietnam zal dit op korte termijn niet eenvoudig zijn. Deze hebben al geleid tot aanzienlijke verstoringen van zowel het transport van koffie van de centrale hooglanden naar exportknooppunt Ho Chi Minh-stad, als het beheer van de verdere transportlogistiek. Dezelfde problemen doen zich voor in veel andere koffieproducerende landen.

Kleine boeren

Als gevolg hiervan vechten handelaren die voldoende voorraad veilig willen stellen elkaar de tent uit, onderzoeken branders hoe ze prijsstijgingen kunnen doorberekenen aan hun zakelijke klanten, en worden consumenten geconfronteerd met het vooruitzicht hogere prijzen te moeten betalen voor hun koffie.

De grote vraag is: zullen de producenten als winnaars uit deze prijsstijging komen? De Braziliaanse landbouwbedrijven die de onmiddellijke impact van de vorst overleven, zullen dat inderdaad zijn, net als de rijkere, middelgrote boerderijen in Latijns-Amerika.

Maar hoe zit het met de kleine en zelfvoorzienende boeren – goed voor 95 procent van alle koffieboeren? Jarenlang hebben de ICO en haar lidstaten deze boeren voorgesteld als de slachtoffers van de mondiale marktwerking; nu zullen we zien of zij in staat zijn om de toegenomen waarde van koffie aan de boeren terug te leveren. Dan hebben zij op Wereldkoffiedag volgend jaar daadwerkelijk iets om te vieren.

 

Dit artikel is oorspronkelijk gepubliceerd bij IPS-partner The Conversation.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!