Defensie-adviseur Michèle Flournoy en minister van buitenlandse zaken Anthony Blinken zijn voorstanders van alle aanvalsoorlogen sinds Bill Clinton. Foto: thegrayzone.com
Analyse - Jonathan Cook,

De planeet kan niet genezen zolang we de Westerse oorlogsmachine niet ontmaskeren

Wie Jonathan Cook nog niet ontdekt heeft kan hier kennismaken met onze vertaling van zijn zoveelste uitstekende blogpost. Deze echte journalist, die naam waardig, toont het ware gelaat van de Westerse oorlogsmachine met zijn tentakels over heel de wereld, die alleen stand kan houden tegen de publieke opinie dankzij de bereidwillige hulp van de mainstream media. Een vrij lang artikel, maar volledig de moeite waard. Hoelang blijven wij deze waanzin nog dulden?

vrijdag 11 december 2020 15:28
Spread the love

 

De wereld op een politieke manier proberen begrijpen kan lastig zijn, tenzij je de rol van de staat in de kapitalistische maatschappij begrijpt. De staat is er niet in de eerste plaats om de stem van de burgers te vertegenwoordigen of democratische rechten en waarden in stand te houden. Het is een instrument dat de concentratie van rijkdom en macht in de handen van slechts enkelen afdwingt.

In een recente post schreef ik over “externalities” (externe effecten/kosten) – de mogelijkheid voor bedrijven om de ware kosten die eigen zijn aan het productieproces van zich af te schuiven.

De last van deze kosten wordt heimelijk op de schouders van de bredere maatschappij gedropt: dit wil zeggen, op die van jou en mij. Of op de schouders van zij die zich buiten ons gezichtsveld bevinden, ergens in het buitenland. Of de toekomstige generaties. Het externaliseren van de kosten betekent op die manier maximale winst voor de rijke elite in het hier en nu.

De wanhopige taak van de perceptiemanagers van het kapitalisme is het om ons economisch systeem los te koppelen van de groeiende klimaatcrisis – om ons begrip van het oorzakelijk verband tussen beiden te breken.

Onze eigen maatschappijen moeten de rekening betalen van de geëxternaliseerde kosten van tabaks- en alcoholbedrijven, alsook van de chemische en de auto-industrie. Buitenlandse gemeenschappen krijgen dan weer te maken met de kosten van de bommen die door onze “defensie”-industrieën gedropt worden.

Toekomstige generaties zullen op hun beurt moeten leren omgaan met de fatale kosten die de bedrijven hebben toegebracht aan onze aardbol, door decennialang ongereguleerd hun afvalproducten overal ter wereld te mogen dumpen.

Het goddelijke recht om te regeren

In het verleden bestond de job van de grote mediabedrijven erin deze externalities te verbergen voor het brede publiek. Naarmate de kosten echter onmogelijk te negeren werden, zeker in het licht van de immer dreigende klimaatcrisis, veranderde de rol van de media.

Nu is hun belangrijkste taak het verdoezelen van deze kosten onder het mom van ‘maatschappelijk verantwoord ondernemerschap’. Dit komt niet als een verrassing. De gevestigde media profiteren uiteindelijk ook van geëxternaliseerde kosten en moeten wel de externalities van hun moederbedrijven en diens eigenaars en adverteerders verhullen om zelf winst te maken.

Er was een tijd waarin koningen de klasse van de kerkelijke clerus prezen omdat ze de bevolking op dergelijke manier kon manipuleren dat die passief haar uitbuiting onderging, door middel van de doctrine van het goddelijke recht. De hedendaagse “mainstream” media hanteren dezelfde principes.

Ze bestaan om ons ervan te overtuigen dat kapitalisme, het winstmotief, de accumulatie van immer groeiende rijkdom door de elite en externe kosten die de planeet verwoesten slechts de natuurlijke gang van zaken zijn, en dat dit het best mogelijke inbeeldbare economische systeem is.

De meesten onder ons zijn tegenwoordig dan ook zo geïndoctrineerd door de media dat we ons nauwelijks nog een functionerende wereld zonder kapitalisme kunnen voorstellen. In de afwezigheid van kapitalisme zijn onze gedachten ingesteld om meteen naar een soort Sovjet-achtige situatie af te dwalen, met lange wachtrijen voor de verdeling van brood of zelfs naar een evolutionaire terugval waarbij we terug in grotten wonen.

Die gedachten verlammen ons, waardoor we niet in staat zijn om te bedenken wat er eventueel verkeerd of inherent onduurzaam is aan de manier waarop we momenteel leven, of om in te zien naar welke suïcidale toekomst we op weg zijn.

De levensader van het imperium

Terwijl we halsoverkop als lemmings richting de klif geduwd worden door een kapitalisme dat niet functioneert binnen de normen van het gezond verstand of duurzaam denken, groeit ook de drang naar een steeds intensievere oorlog. Oorlogen zijn immers dé slagaders van het bedrijvenimperium dat zich in de VS bevindt.

De nieuwe documentaire over Greta Thunberg ‘I Am Greta’ gaat niet over klimaatverandering. Dit gaat over iets veel belangrijkers: de ongrijpbaarheid van gezond verstand in een waanzinnige wereld.

Het imperialisme van de VS is van hetzelfde laken een broek als eerdere vormen van imperialisme, zowel op vlak van de gebruikte methoden als het uiteindelijke doel. Maar in de laatste fase van het kapitalisme zijn rijkdom en macht sterk geconcentreerd.

Technologieën hebben een hoogtepunt bereikt en desinformatie en propaganda tot op hoog ontwikkelingsniveau zonder precedent. Surveillancetechnieken worden bovendien indringender en agressiever, en tegelijk blijven ze zeer verborgen. Het vernietigende potentieel van kapitalisme kent geen grenzen. Toch vermindert dit de aantrekkingskracht van oorlog niet.

Oorlogen staan toe om grondstoffen in te palmen en te controleren. Fossiele brandstoffen beloven toekomstige groei, zij het slechts op korte termijn en absoluut niet duurzaam.

Oorlogen vereisen dat de staat zijn geld investeert in de belachelijk dure en vernietigende producten die de wapenindustrieën voortbrengen, gaande van gevechtsvliegtuigen tot bommen. Dit rechtvaardigt op zijn beurt de overdracht van nog meer openbare grondstoffen in de handen van privé-handen.

De wapenlobby dringt dan ook steevast aan op een steeds agressiever buiten(- en binnen-)lands beleid en pleit op die manier voor de verantwoording van nog meer investeringen en grotere uitbreiding van de defensiecapaciteiten, en een toenemend gebruik van wapens op het slagveld, zodat hun voorraden aangevuld moeten blijven.

Oorlogen bieden – openlijk of verborgen – de kans om slecht-verdedigde en zich verzettende maatschappijen, zoals Irak, Libië, Jemen en Syrië te hervormen, waarbij grondstoffen in beslag worden genomen, markten uitgebreid en het bereik van de bedrijfselite toeneemt.

Oorlog is de ultieme industrie om groei teweeg te brengen, enkel ingeperkt door ons vermogen om ons te laten overtuigen over nieuwe vijanden en dreigingen.

Oorlogsmist

Voor de politieke klasse zijn er niet enkel economische voordelen verbonden aan oorlog. Met een ecologische ramp om de hoek biedt oorlog een tijdelijke “Verlaat de gevangenis”-kaart. Tijdens oorlog wordt de bevolking aangemoedigd om nieuwe en grotere opofferingen te maken, waardoor de openbare rijkdommen uiteindelijk overgedragen worden aan de elite. Oorlog is als het ware het ultieme piramidespel van de zakenwereld.

Deze “oorlogsmist” beschrijft niet enkel de moeilijkheid om te weten wat er juist gebeurt in het heetst van de strijd. Het gaat ook over de angst, die gevoed wordt door berichten over een existentiële dreiging die het normale denken, de normale voorzichtigheid en het normale scepticisme volledig terzijde schuiven. Dit is de creatie van een fantasmagorische vijand die de zondebok van de bevolking wordt, waarbij de echte daders buiten schot blijven – de bedrijven en hun politieke trawanten.

Deze “oorlogsmist” bewerkstelligt de chaos van gevestigde controlesystemen en protocollen die ons in staat stellen om te gaan met nationale noodsituaties, waarbij de accumulatie van rijkdom en macht door de grote bedrijven wordt verhuld en gerationaliseerd, alsook de verdere overname van de overheidsorganen. Het is de vergunning die toelaat “uitzonderlijke” veranderingen aan de regels in te voeren die dan het normaal worden. Het is de desinformatie die doorgaat voor nationale verantwoordelijkheid en vaderlandsliefde.

Permanente besparingen

Dit alles verklaart waarom Brits premier Boris Johnson, volgens een nieuw rapport van zijn regering, onlangs nog 16,5 miljard Britse Pond (18,2 miljard euro) beloofde te spenderen aan defensie, in een periode waarin Groot-Brittannië met moeite de pandemie onder controle kan houden en waarin de Britse economie een systemische crisis kent onder invloed van corona, Brexit en een nieuwe lading winterse overstromingen. Cijfers die deze week werden vrijgegeven tonen dat Groot-Brittannië de grootste economische inkrimping in drie eeuwen ondergaat.

Als de Britse bevolking nog meer bezuinigingen moet ondergaan en zich moet onderwerpen aan een permanente staat van besparingen terwijl de economie achteruitgaat, zal Johnson – de eeuwige populist – met een sterk verhaal moeten komen. Daarvoor zal hij de reeds bestaande, angstaanjagende verhalen over Rusland, Iran en China nog meer moeten opsmukken.

Om die verhalen geloofwaardig te maken zal Johnson moeten doen alsof die dreigingen ook echt werkelijkheid zijn. Met andere woorden, hij zal stevig investeren in defensie. Dergelijke uitgaven, die haaks staan op de huidige duurzaamheidsuitdaging, zullen uiteindelijk de zakken vullen van de bedrijven die Johnson steunen. Op die manier blijven hij en zijn maatjes aan de macht, mede door hem op te hemelen via hun mediabedrijven.

Nieuwe verkoper gezocht

Die cynische werking van dit syseem werd belicht in een geclassificeerd CIA-memorandum van 2010, beter gekend als “Red Cell”. Het werd gelekt aan WikiLeaks, zoals journalist Glenn Greenwald ons nogmaals herinnerde deze week. Deze CIA-memo kaartte de angst in Washington aan voor het Europese scepticisme tegenover de “war on terror” na 9/11 onder leiding van de VS. Dit had op zijn beurt tot gevolg dat de Europese bondgenoten beperkt werden in hun vermogen om de VS te steunen, terwijl het zijn goddelijke recht om oorlog te voeren uitoefent.

De memo stelde tevens dat Europese steun aan de VS-oorlogen na 9/11 voornamelijk vertrouwde op een gevoel van “publieke onverschilligheid” – het feit dat de Europeanen grotendeels onwetend werden gehouden door hun eigen media over wat die oorlogen inhielden. Maar met een toenemende vlaag van anti-oorlogsgevoelens groeide de zorg dat dit zou kunnen veranderen. Er was dringend nood aan het verder manipuleren van de publieke opinie ten voordele van oorlog.

De inlichtingendienst van de VS besloot dat oorlogen een facelift nodig hadden. George W. Bush toonde zich met zijn Texaanse cowboy-zwier als slechte verkoper. De CIA richtte zich daarom tot identiteitspolitiek en faux humanisme, in de veronderstelling dat dit een groter effect zou hebben op het Europese publiek

Een deel van de oplossing bestond uit het accentueren van het lijden van de Afghaanse vrouwen om zo de oorlog te rechtvaardigen. Een ander deel was echter om president Barack Obama te gebruiken als het gezicht van een nieuwe, bezorgde kijk op de oorlog. Hij had niet lang daarvoor de Nobelprijs voor Vrede gekregen – ook al had hij niets gedaan om daadwerkelijk vrede te brengen en heeft hij zelfs bijgedragen tot de oorlogvoering van de VS – wat hoogstwaarschijnlijk deel uitmaakte van deze poging om de “war on terror” te heruitvinden. Opiniepeilingen toonden aan dat de steun van Europeanen voor de VS-oorlogen aanzienlijk groeide wanneer ze eraan herinnerd werden dat Obama deze oorlogen steunde.

Zoals Glenn Greenwald observeert: Obama’s grootste waarde was niet het eindigen van oorlogen, maar net deze te verbloemen, te promoten en te verkopen met mooie praatjes. Ze zagen hem als precies dat waar VS-presidenten voor dienen: instrumenten om een merk en een reputatie te creëren van de rol van de VS in de wereld, die kunnen ingezet worden om zowel de binnenlandse bevolking in de VS te overtuigen en vervolgens ook de wereldgemeenschap, voornamelijk om eindeloze, barbaarse VS-oorlogen voor te stellen als humanitaire projecten die mensen zullen helpen – het voorwendsel van elke oorlog doorheen de geschiedenis.

Een Obama-style facelift

Zodra de staat begrepen wordt als mechanisme om de macht van de elite te verankeren – waarbij oorlog het meest vertrouwde instrument is om die macht te concentreren – wordt ook de wereld verstaanbaarder. Westerse economieën zijn altijd koloniale economieën gebleven, zij het met een Obama-style facelift. Oorlog en plunderingen – zelfs als ze verhuld worden als “verdediging” of in de naam van zogenaamde vrede – blijven nog steeds de kern van de westerse missie.

Dat is waarom de Britten, die geloven dat ze de tijd van het imperium reeds lang achter zich hebben gelaten, weleens geschokt zullen geweest zijn toen ze recent hoorden dat Groot-Brittannië nog steeds over 145 militaire basissen beschikt, verspreid over 42 landen wereldwijd. Hiermee hebben de Britten het tweede grootste netwerk van legerbasissen en steekt enkel de VS hen de loef af.

Dergelijke informatie wordt uiteraard niet door de “mainstream”-media verspreid in Groot-Brittannië. Het is aan alternatieve onderzoekswebsites, zoals Declassified UK om dergelijke berichten verspreiden. Op die manier blijft het merendeel van de Britten in het duister tasten over het gebruik van hun belastingen, terwijl er door de regering wel opgeroepen wordt de buikriem nog strakker aan te halen.

Het Britse netwerk van militaire basissen in het buitenland omvat 145 plaatsen in 42 landen.

Het netwerk van Britse legerbasissen – veel in het Midden-Oosten, dicht bij ’s werelds grootste oliereserves – is wat de veelgeprezen “speciale relatie” met de VS in stand houdt. Die basissen zijn ook de reden waarom Groot-Brittannië – ongeacht wie eerste minister is – nooit een eis zal weigeren wanneer Washington oproept tot steun voor hun oorlogen, zoals het geval was in Irak in 2003, of in Libië, Syrië en Jemen. Groot-Brittannië is niet alleen een satelliet van het Amerikaans imperium, het is de spil van de westerse imperialistische oorlogseconomie.

Ideologische alchemie

Zodra dit punt gemaakt is, wordt de nood aan externe vijanden – voor onze eigen Eurazië’s en Oostazië’s (een allusie op de fictieve grootmachten die elkaar bestrijden in de dystopische roman 1984 van George Orwell, nvdr.) duidelijker.

Sommige van die vijanden, vooral de kleinere, komen en gaan zoals vraag en aanbod dat vereist. Irak domineerde de westerse aandacht gedurende twee decennia. Nu het zijn doel heeft gediend, worden de slagvelden en de “terroristische rekruteringsbasissen” gereduceerd tot een voetnoot in het dagelijkse nieuws. Op dezelfde manier werd de Libische boeman Muammar Gaddafi als paradepaardje in het nieuws gebracht, tot hij aan de bajonet gespietst werd. Nu kan de horror van het huidige, chaotische Libië rustig genegeerd worden, ondanks het feit dat het een bolwerk voor illegale wapen- en mensenhandel geworden is. Reeds een decennium lang wordt de voorheen onopvallende Arabische dictator van Syrië Bashar Assad gepresenteerd als de nieuwe Hitler. Die rol zal hij ook toebedeeld krijgen zolang die de noden van de westerse oorlogseconomie voedt.

Vooral Israël, een andere spil van het Amerikaanse imperium, een spil die tevens kan gezien worden als een uitbesteed testlabo voor wapentuig van het militair-industriële complex, speelt een belangrijke rol in de rationalisering van deze oorlogen. Net zoals het redden van Afghaanse vrouwen van het Midden-Oosterse patriarchaat het meer verteerbaar maakt voor Europeanen dat Afghanen gedood worden – zowel mannen, vrouwen als kinderen – kan het vernielen van Arabische staten als humanitair gebaar gezien worden terwijl het tegelijk ook de Israëlische vijanden vernietigt, en op zijn beurt, door een vreemde, impliciete ideologische alchemie, de vijanden van alle Joden.

De Britse zichzelf kritisch en progressief noemende krant The Guardian looft de leider van een van de meest barbaarse middeleeuwse regimes ter wereld een ‘risiconemer met grote ijver voor hervormingen’. Screenshot theguardian.com

Hoe opportunistisch en volledig los van de realiteit het westerse discours over Israël en het Midden-Oosten is, wordt duidelijk wanneer de onaflatende bezorgdheid over Syrië’s Assad word afgewogen tegen de nonchalante onverschilligheid voor de moordende leiders van Saoedi-Arabië, die al decennialang terroristische groepen in het Midden-Oosten sponsoren, waaronder de jihadisten in Syrië.

Ondertussen heeft Israël heimelijk een bondgenootschap afgesloten met dat olierijke Saoedi-Arabië en met andere Golfstaten, aangezien al deze landen zich veilig nestelen in de oorlogsmachine van de VS. Nu de Palestijnen volledig naar de diplomatieke zijlijn geschoven zijn en internationale solidariteit in de kiem gesmoord wordt door antisemitische moddercampagnes, komen Israël en Saoedi-Arabië gestaag naar buiten met hun bondgenootschap, als een nog wat verlegen, nieuwbakken koppeltje. Daarin past ook een wel heel goed van pas komende ‘lek’ over een geheime vergadering tussen Israëlisch premier Benjamin Netanyahu en Saoedisch heerser Mohammed bin Salman in Saoedi-Arabië.

De waarschijnlijke beloning voor Israël zit in een nieuwe wet van het Amerikaanse Congres voor nog meer militaire steun dan het recordbedrag van 3,8 miljard dollar (3,1 miljard euro) dat Israël nu al elk jaar krijgt van de VS – terwijl de Amerikaanse economie net als de Britse in zeer nauwe schoentjes zit.

Pompeo’s verklaring dat kritiek op Israël en de vreedzame beweging die aandringt op een boycot van de koloniale nederzettingen ‘antisemitisch’ zijn is het logisch eindpunt van een consensus over het buitenlandse beleid die snel vorm krijgt in de VS en in Europa.

Het Westen heeft ook nood aan grotere, nog meer bedreigende en meer permanente vijanden dan Irak of Syrië. Gelukkig is de vage term “terrorisme” een handig hulpmiddel, aangezien ‘terrorisme’ net de onvermijdelijke reactie op de westerse oorlogsmachine is. Hoe meer bruine mensen we vermoorden, hoe meer bruine mensen we ook legitiem kunnen doden aangezien ze zich scharen achter ‘ terrorisme tegen ons’. Hun haat tegenover onze bommen is uiteraard irrationeel, een soort primitief gedrag dat we eruit moeten stampen met nog meer bommen.

Maar concreet zijn er ook identificeerbare vijanden nodig. Rusland, Iran en China geven een oppervlakkige geloofwaardigheid aan de oorlogsmachine als “defensiemechanisme”. De Britse legerbasissen en Boris Johnsons bijkomende investering van 16 miljard pond (18 miljard euro) in de Britse oorlogsindustrieën heeft alleen zin als Groot-Brittannië tegenover een constante existentiële bedreiging staat. Dit gaat dan niet zomaar over een verdacht persoon met een rugzak op de Londense metro, maar over een verfijnde, duivelse vijand die ons land dreigt binnen te vallen om onze grondstoffen te stelen, waar wij de exclusieve rechten van opeisen, en om onze manier van leven te vernietigen door middel van meesterlijke manipulatie van het internet.

Verpletterd of getemd

Iedereen die wat betekent en deze verhalen in twijfel trekt die de oorlog rationaliseren en bestendigen verandert ook in vijand. De huidige politieke en juridische drama’s in de VS en Groot-Brittannië weerspiegelen de vermeende dreiging die dergelijke actoren betekenen voor de oorlogsmachine. Ze moeten dus ofwel verpletterd of tot onderdanigheid getemd worden.

Trump was aanvankelijk slechts een figuur die netjes getemd diende te worden. De CIA en andere inlichtingendiensten hielpen de georganiseerde oppositie tegen Trump – door bijvoorbeeld het Russiagate-schandaal te staven zonder echt bewijsmateriaal – niet omdat hij een vreselijk persoon is of autoritaire neigingen heeft, maar voor twee andere specifieke redenen.

Ten eerste was Trumps eerste politieke impuls, die al zeer vroeg in zijn presidentiële campagne naar voren kwam, om zich terug te trekken uit de oorlogen waar de VS net zo afhankelijk van is. Hoewel de meeste media Trump openlijk minachten, werd hij nog meer bekritiseerd omdat hij faalde in de enthousiaste verderzetting van de oorlogen eerder dan te oorlogszuchtig te zijn. Ten tweede bleek Trump een nog slechtere verkoopsvertegenwoordiger dan George W. Bush, ondanks dat zijn isolationistische impulsen waren ingetoomd door de overheidsbureaucratie en zijn eigen functionarissen na de verkiezingen van 2016. Trump presenteerde oorlog zoals ze is, in plaats van ze te verbloemen als “interventie” bedoeld om vrouwen en mensen van kleur te helpen.

Trumps amateuristische isolationisme verbleekte echter in vergelijking met twee veel grotere dreigingen voor de oorlogsmachine die het voorbije decennium opkwamen. Ten eerste was er het gevaar voor informatielekken – in onze nieuwe, onderling verbonden, digitale wereld – die dreigden het masker van de Amerikaanse democratie, het masker van Amerika als “baken van hoop” weg te rukken en zo de onderliggende, wansmakelijke realiteit bloot te leggen.

Julian Assange en zijn WikiLeaks zijn een dergelijk gevaar. Het meest memorabele lek – tenminste voor het grote publiek – verscheen in 2007, met de publicatie van de geclassificeerde video Collateral Murder. Deze video toonde hoe leden van een Amerikaanse vliegtuigbemanning burgers vermoordden in de straten van Bagdad en ondertussen mopjes maakten en zichzelf schouderklopjes gaven. Dit was een klein voorsmaakje van de reden waarom westers “humanisme” weleens zeer onpopulair zou kunnen zijn voor zij die wij zogenaamd al jaren de “democratie” proberen bij te brengen.

De dreiging die Assanges nieuw transparantieproject bracht werd dan ook meteen erkend door de Amerikaanse overheidsambtenaren.

Het establishment van politiek en media heeft in een soort van voorzichtige, verfijnde naïviteit getracht de link te verbergen tussen Assanges leven in verschillende vormen van detentie over de voorbije tien jaar, met momenteel zijn detentie in een zwaar beveiligde gevangenis in Londen terwijl hij op uitzetting naar de VS wacht, en zijn succes in het onthullen van deze oorlogsmachine. Dit neemt niet weg dat het Amerikaanse imperium de bestaande definities van “journalistiek” en “spionage” door mekaar heeft moeten schudden en het Eerste Amendement[1] radicaal heeft moeten herinterpreteren om ervoor te zorgen dat Julian Assange tot zijn dood opgesloten zal blijven in een van de streng beveiligde gevangenissen.

Julian Assange stond aan de frontlijn van een oorlog om de journalistiek te hermaken tot een echte check op de uit de hand lopende macht van regeringen. Journalisten hadden een kans om zich aan zijn zijde te plaatsen. Ze kozen er daarentegen voor hem te offeren aan hun bedrijfsbazen.

Generale repetitie voor een staatsgreep

Met de benoeming van Jeremy Corbyn tot leider van de Britse Labour Party deed zich een minstens even serieuze dreiging voor. Corbyn vertegenwoordigde een net zo uitzonderlijk probleem als Assange.

Voor Corbyn ten tonele kwam had de Labour Party nog nooit eerder de dominante positie van het militair-industriële complex in Groot-Brittannië uitgedaagd, ook al werd de oorlogssteun in de jaren 60 en 70 enigszins afgezwakt door het toenmalige sociaaldemocratisch beleid. Het was in deze periode, met de Koude Oorlog op zijn hoogtepunt, dat toenmalig Labour-eerste minister Harold Wilson er door de Britse elites van verdacht werd hun anticommunistische en anti-Sovjet paranoia niet te delen, waardoor hij werd gezien als een potentiële dreiging voor hun verankerde privileges.

Een documentaire van de BBC uit 2006 stelt dat Wilson voor het reële vooruitzicht stond dat het leger, de inlichtingendiensten en leden van de koninklijke familie een gedwongen verandering van regime teweeg zouden forceren. Dit culmineerde met een machtsvertoon van het leger toen het kortstondig het vliegveld van Heathrow bezette zonder enige waarschuwing of coördinatie met Wilsons regering. Wilsons secretaresse Marcia Williams beschreef dit als een “generale repetitie” voor een staatsgreep. Wilson trad niet lang daarna onverwacht af, toen de druk hem blijkbaar te veel werd.

‘Muiterij’ door het leger

Opeenvolgende leiders van de Labour Party, in het bijzonder Tony Blair, hebben Wilsons lesje geleerd: neem het nooit, maar dan ook nooit op tegen de “defensie”-industrie. Groot-Brittannië moet bovenal dienst doen als waakhond voor de oorlogsmachine van Amerika. Wanneer je als leider die taak verwaarloost, pleeg je als het ware politieke zelfmoord.

In tegenstelling tot Wilson, die eerder een bedreiging vormde in de verbeelding van het Britse establishment, was Corbyn wel degelijk een echt probleem voor de militaire status quo.

Corbyn was een van de oprichters van de Stop the War-coalitie die opkwam als reactie op de ‘war on terror’. Hij eiste expliciet een einde aan Israëls rol als prominente speler in de imperialistische oorlogsindustrie. Corbyn ondervond enorme tegenstand binnen zijn eigen partij en werd zelfs beschuldigd van het ondermijnen van de “nationale veiligheid”. Toch bleef hij strijden voor een openbaar debat over de afschrikking die het defensie-establishment claimde als voorwendsel voor het programma van de Trident kernonderzeeërs die effectief onder de controle staan van de VS. Corbyns socialistische agenda maakte ook duidelijk dat hij, mocht hij ooit de macht krijgen, de vele miljarden die momenteel naar die 145 legerbasissen gaan, zou herinvesteren in de binnenlandse sociale programma’s.

In een tijdperk waarin de superieure positie van het kapitalisme onbetwist blijft moest Corbyn zelfs nog meer vijandigheid verduren van de gevestigde machten dan voorganger Wilson. Van zodra hij verkozen werd tot leider van de Labour Party probeerden zijn eigen parlementsleden, die nog steeds trouw waren aan het Blairisme, hem te verdrijven door middel van een falende leiderschapsuitdaging. Als er ook maar enige twijfel was over hoe de machtige elite de opkomst van Corbyn ontving, bood de Sunday Times onder leiding van Rupert Murdoch een platform voor een niet bij naam geciteerde legergeneraal om zo zijn bezorgdheid uit te drukken.

Enkele weken na Corbyns zege waarschuwde de generaal dat het leger onmiddellijke actie zou ondernemen om te voorkomen dat Corbyn daadwerkelijk macht zou kunnen uitoefenen, met “eender welke middelen mogelijk, eerlijke of gemene”. “Het leger zal dit gewoonweg niet aanvaarden”.

De verkiezing van Corbyn tot leider van Labour heeft het zo ontworpen politieke systeem niet omgekeerd of de wurggreep niet beëindigd van de grote bedrijven over de macht. Zijn overwinning was een ongevalletje en het systeem heeft sindsdien teruggevochten met al zijn macht om die ‘fout’ recht te zetten.

Dergelijke opinies over Corbyn werden uiteraard gedeeld aan de andere kant van de Atlantische Oceaan. In een gelekte opname van een gesprek met Amerikaans-Joodse organisaties vorig jaar sprak Trumps staatssecretaris Mike Pompeo met een voormalige CIA-directeur over hoe Corbyn “spitsroeden zal moeten lopen”[2] om zo te zorgen dat hij geen verkozen premier zou worden. De militaire metafoor was veelzeggend.

Gelinkt aan het gevaar dat Corbyn de verkiezing van 2019 zou kunnen winnen, voegde Pompeo er nog aan toe: “Je moet weten dat we niet zullen wachten tot hij actie onderneemt om dit tegen te gaan. We zullen ons uiterste best doen. Het is te riskant en te belangrijk en te moeilijk om terug te draaien eens het gebeurd is”. Dit alles kwam van de man die over zijn tijd als directeur van de CIA zei: “We logen, we bedrogen, we stalen. Het was alsof we er volledige trainingssessies voor hadden”.

Lastercampagnes en Brexit

Na de spannende uitslag van de verkiezingen van 2017, waarbij de Labour Party slechts zeer nipt verloor, werd de Corbyn-dreiging stevig geneutraliseerd bij de daaropvolgende verkiezing twee jaar later, nadat de partijleider werd gevloerd door een mengeling van valse aantijgingen van antisemitisme en een grotendeels chauvinistische Brexit-campagne om Europa te verlaten.

Er was geen enkel bewijs voor de beweringen dat deze prominente antiracistische volksvertegenwoordiger een opstoot van antisemitisme in de Labour Party had veroorzaakt, maar desondanks toch begon de laster – die schromelijk vergroot werd in de media – snel een eigen leven te leiden. De aantijgingen vloeiden over in bredere – en transparanter opgezette – opvattingen dat Corbyns socialistische platform en kritiek op het kapitalisme eveneens antisemitisch waren. (Lees meer hier https://www.middleeastmonitor.com/20190304-corbyn-critic-claims-anti-capitalism-is-also-anti-semitism/, hier https://twitter.com/stephenpollard/status/1041072254929580041 en hier https://www.theguardian.com/education/2020/sep/27/uk-schools-told-not-to-use-anti-capitalist-material-in-teaching.) Deze lastercampagne was dramatisch effectief in het verwijderen van de schitterende glans van het idealisme waar Corbyn voor stond en dat van hem een nationale speler maakte.

Brexit bracht een gelukkige samenval van omstandigheden voor het establishment. Brexit was immers een politieke uitdaging van formaat voor Corbyn. Hij stond van nature al vijandig tegen de vastgeroeste positie van Groot-Brittannië in het neoliberale Europese project dat als een semi-vrijstaande bondgenoot van het Amerikaanse imperialisme altijd het socialisme zou schuwen. Corbyn heeft echter nooit enige controle gehad over hoe Brexit in kaart werd gebracht. Geholpen door de mainstream media hebben Dominic Cummings en Johnson dit debat teruggebracht tot simplistische beweringen dat het einde van de Europese banden Groot-Brittannië sociaal, economisch en cultureel zou bevrijden. Hun verborgen agenda zag er helemaal anders uit. Een Europese exit was niet bedoeld om Groot-Brittannië te bevrijden, maar om het verder te integreren in de Amerikaanse imperialistische oorlogsmachine.

Dit is net een van de redenen dat Johnsons berooide Groot-Brittannië momenteel 18 miljard euro extra belooft aan defensie. De prioriteiten van deze conservatieve regering bestaan uit het bewijzen van enerzijds de toegevoegde waarde voor het imperialistische project en anderzijds het vermogen om door te gaan met het gebruik van oorlog – met inbegrip van de unieke omstandigheden die de pandemie biedt – om miljarden uit de staatskas door te sluizen naar de zakken van het establishment.

Een Biden-make-over

Na vier jaren Trump heeft de oorlogsmachine andermaal nood aan een make-over. Het eens zo zelfzekere, jeugdige WikiLeaks is momenteel door onophoudelijke aanvallen minder in staat een blik achter de schermen te werpen en mee te luisteren met de plannen van de politieke machten van de toekomstige regering onder Joe Biden.

Tweet

Toch kunnen we zeker zijn dat zijn prioriteiten niet anders zullen zijn dan degene die al werden opgenomen in het CIA-memo van 2010. Bidens regeringsploeg is met een groot aandeel vrouwen in het buitenlands beleid diverser dan het ooit geweest is, rapporteren de media enthousiast. Functionarissen van het Pentagon en oorlogsfanaten in het Congres drongen aan om Michèle Flournoy aan te wijzen als eerste vrouwelijke minister van Defensie. Flournoy heeft net als Bidens eerste keuze voor minister van Buitenlandse Zaken Tony Blinken, een centrale rol gespeeld in het verderzetten van elke VS-oorlog sinds de tijd van president Clinton.

De andere kandidaat voor de job is Jeh Johnson, die de eerste zwarte minister van Defensie zou kunnen worden. Aangezien Biden twijfelt zullen zijn adviseurs op basis van een grondige evaluatie focussen op wie het best de oorlogsmachine kan verkopen aan een publiek dat oorlogsmoe is.

De rol van het imperialistische project is geweld in te zetten als instrument om steeds meer rijkdom te verwerven en naar de zakken van de elite te versassen – of het nu grondstoffen zijn die uit het buitenland worden gestolen of de gemeenschappelijke welvaart van de eigen binnenlandse westerse bevolking. Deze machtsoefening moet heimelijk genoeg uitgevoerd worden, of alleszins van op een grote afstand, zodat geen noemenswaardige weerstand wordt geprovoceerd.

Een sterke dosis identiteitspolitiek kan misschien wat extra tijd bieden, maar de oorlogseconomie is net zo onduurzaam als alle andere zaken waar onze maatschappijen momenteel op gebouwd zijn. Vroeg of laat gaat deze oorlogsmachine zonder brandstof vallen.

 

Het artikel The planet cannot begin to heal until we rip the mask off the West’s war machine van Jonathan Cook werd vertaald door Fleur Leysen. Jonathan Cook is Brits onafhankelijk journalist die sinds 2001 in Nazareth woont en drie boeken schreef over het Israëlisch-Palestijnse conflict. Hij is een vroegere winnaar van de Martha Gellhorn Special Prize for Journalism. Zijn website en blog zijn te vinden op www.jonathan-cook.net. Niemand betaalt Jonathan Cook voor zijn blogs. Als je ze apprecieert, overweeg dan een bescheiden schenking via deze link: “No one pays me to write these blog posts.

Toevoeging van de redactie: Wie wil begrijpen waarom de politiek-economische elite en de grote media Jeremy Corbyn zo passioneel haten vindt hieronder een reden waarom:

 

Notes:

[1] De First Amendment werd in 1791 aan de Grondwet van 1788 toegevoegd. Dit amendement garandeert onder meer de vrijheid van meningsuiting, dus ook de persvrijheid (nvdr.).

[2] Een allusie op de oude militaire praktijk om een gestrafte soldaat met ontbloot bovenlijf door twee rijen soldaten te jagen die hem met een spitsroede slaan. Een spitsroede is een dunne flexibele stok (nvdr.).

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!