Maya Gebeily en Menna A. Farouk, IPS

De oorlog in Oekraïne dreigt van brood een luxeproduct te maken in het Midden-Oosten

Het conflict tussen Oekraïne en Rusland - beide landen samen zijn goed voor meer dan een kwart van de globale export - heeft de graanprijzen naar de hoogste piek in 13 jaar gejaagd. Dat zorgt voor onrust in het Midden-Oosten, waar heel wat landen afhankelijk zijn van import voor hun basisvoedsel.

dinsdag 8 maart 2022 13:29
Spread the love

 

Oekraïne mag dan duizenden kilometers verderop liggen, maar de 32-jarige Ilham vreest dat haar gezin de gevolgen van het conflict op hun eettafel zal voelen. “Het is nu al te duur voor ons, dus ik kan me niet voorstellen wat er zal gebeuren als de prijzen nog verder stijgen”, vertelt llham die vraagt om niet bij haar volledige naam genoemd te worden. Elders in de voedselarme regio hebben winkeliers in Libanon onmiddellijk brood ingeslagen bij het begin van de Russische invasie. Bakkers in Egypte geven aan dat ze de hogere meelkosten nu al voelen. 

In het Midden-Oosten en Noord-Afrika zouden de gevolgen van de voedselprijzen door de oorlog in Oekraïne miljoenen mensen meer tot “voedselarmoede” kunnen drijven, zegt Abeer Etefa, de regionale woordvoerder van het Wereldvoedselprogramma (WFP)

Kwetsbaar gebied

Door de ontoereikende lokale productie en de hoge armoedecijfers is de regio bijzonder kwetsbaar voor stijgende kosten van basisvoedsel, met alle gevolgen van dien. Woede over de stijgende voedselkosten wakkerden mee de protesten aan van de “Arabische Lente” in 2011. 

Jemen, dat bijna volledig afhankelijk is van de invoer van voedsel, koopt minstens 27 procent van zijn tarwe aan in Oekraïne en 8 procent in Rusland. Zeven jaar van conflicten hebben de economie van Jemen geteisterd, de werkgelegenheid aangetast en de voedselprijzen meer dan verdubbeld – volgens het International Rescue Committee wordt meer dan de helft van de 30 miljoen inwoners van het land geconfronteerd met honger. 

Eind vorig jaar moest het WFP de noodhulp aan acht miljoen Jemenieten inkrimpen wegens te weinig budget, met het risico op een “dreigende hongercatastrofe” als gevolg. Het vooruitzicht van een verdere stijging van de internationale tarweprijzen betekent dat Jemenieten kwetsbaarder dan ooit zullen zijn, denkt Afrah Al-Zouba, die aan het hoofd staat van een Jemenitische non-profitorganisatie die werkt aan het verbeteren van de toegang tot hulp. “Natuurlijk brengt dit mensen in gevaar”, zegt ze. “Het is nooit een probleem geweest van voedselbeschikbaarheid. Het is een probleem van betaalbaarheid.”

Gesubsidieerd brood 

Egypte, een van ‘s werelds grootste tarwe-importeurs, haalt 90 procent van zijn tarwe uit Oekraïne en Rusland. Overheidsfunctionarissen houden de oorlog nauwlettend in de gaten, met het oog op de lokale voedselprijzen. Volgens de Wereldbank leefde al een derde van de honderd miljoen inwoners van Egypte onder de armoedegrens, nog voordat de covid-19-pandemie toesloeg. De staat stelt dan ook traditioneel maximumprijzen in op het brood om het betaalbaar te houden.

Maar terwijl de internationale prijzen naar hun hoogste niveau sinds 2008 stijgen, zei de Egyptische premier Moustafa Madbouly op 16 februari dat de regering voor het eerst sinds de jaren tachtig de prijs van gesubsidieerd brood zal verhogen.

“Ik bevestig dat (de stijging) zal worden toegepast, maar op een manier waardoor we ervoor zorgen dat de meest behoeftige mensen niet worden geschaad”, vertelde Madbouly op een persconferentie, zonder verdere details te verstrekken.

Egyptische bakkers voelden al de angel van duurdere meel- en bakolievoorraden. Rusland en Oekraïne zijn ook belangrijke leveranciers van zonnebloemolie.

Hussein Bagoury (33), eigenaar van een bakkerij in het oosten van de hoofdstad Caïro, zegt dat zijn bedrijf schade ondervindt van de stijging van 50 procent van de meelprijzen en een kleinere piek in de prijzen van bakolie. “Hierdoor verliezen we veel geld omdat onze kosten zijn gestegen”, zegt hij.

Moeilijkheden in het verschiet

Het vooruitzicht van een verdere stijging van de voedselprijzen jaagt de Libanese consument de stuipen op het lijf. Een diepe economische crisis en een scherpe devaluatie van de munt die al sinds 2019 aan de gang is, hebben veel basisgoederen al onbetaalbaar gemaakt voor miljoenen Libanezen. Sommigen probeerden in het weekend voorraden in te slaan in de verwachting dat de prijzen de komende dagen zouden stijgen.

“Ik ging naar verschillende bakkerijen en het is bijna onmogelijk om meer dan één portie platbrood te krijgen”, zegt Fady Moussa, een inwoner van de hoofdstad Beiroet die zondag brood probeerde te bemachtigen. “Het voelt aan alsof Libanon in oorlog is”, zegt hij.

Minister van Economische Zaken, Amin Salam, zei op een persconferentie op 25 februari dat het land alternatieve bevoorradingsopties zou onderzoeken als gevolg van de Russische invasie in Oekraïne, dat goed is voor ongeveer 60 procent van de Libanese tarwe-import. Hij zei dat zijn land slechts genoeg voorraden had om een maand mee door te komen.

Een verwoestende explosie in augustus 2020 in de haven van Beiroet vernietigde namelijk ook een aangrenzend graansilocomplex – de grootste opslagruimte van het land voor tarwe en andere granen.

Hoewel de invoer van tarwe wordt gesubsidieerd en de overheid de broodprijzen kunstmatig verlaagt, is brood voor sommige Libanezen al een luxegoed geworden. Bakkerijen stellen rantsoenen vast voor het aantal broden dat een klant kan kopen, en stellen in sommige gevallen een apart “zwarte markt-tarief” in voor extra broden.

“We zullen helemaal geen tarwe hebben, ofwel tarwe waarvan de prijzen onbetaalbaar zijn”, zegt Ghassan Abou Habib, eigenaar van een van de belangrijkste bakkerijketens van het land, Wooden Bakery. “In elk geval wordt het een moeilijke strijd.”

 

Dit artikel werd eerder gepubliceerd bij IPS-partner Thomson Reuters Foundation.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!