Je moet het maar durven eigenlijk, de waarheid geweld aan doen in een ontwerp-congrestekst. Die stelt dat de indexering van de lonen gezien kan worden als een loonsverhoging en/of een extra voordeel. Fout! Als ik de N-VA even ter hulp kan schieten en hen de correcte informatie geven, dan doe ik dat graag.

De automatische loonindexering is een gevolg van de stijgende levensduurte. Doorgaans is die indexering zelfs onvoldoende om de stijging van de levensduurte te volgen – in de praktijk valt die laatste vaak hoger uit. Dankzij de indexering van de lonen behouden werknemers en uitkeringsgerechtigden hun koopkracht. De indexering werkt dus als een economische buffer. Dat is trouwens niet enkel het geval voor de laagste inkomens, want ook tweeverdieners zijn vaak niet zeker of ze het einde van de maand halen. Vaak is er geen loon meer over, maar wel nog maand. Kleine Jan, Bart of Ben zal er wel de dupe van zijn.

De index is een solidariteitsprincipe; het geldt voor iedereen. Dit systeem inruilen voor loonafspraken op sectoraal of bedrijfsniveau naar Duits model is onzinnig. Het zet werknemers tegen elkaar op en betekent op termijn een verarming voor de hardwerkende Belgen – zowel Vlamingen als Walen. Stel dat een bedrijf of sector afspraken maakt voor een éénmalige loonsverhoging tijdens een periode van vier jaar, dan ziet de betrokken werknemer zijn of haar koopkracht gedurende wellicht drie van de vier jaar dalen. Het is op z’n minst een opmerkelijke verkiezingsslogan: ”Stem op ons en je koopkracht gaat erop achteruit!” Hoe kan je dan nog offers verwachten van de gemiddelde Belgische werknemer (voor zolang die nog Belgisch is uiteraard) om onze economie draaiende te houden? Is het trouwens geen elementair economisch principe dat producten verkocht worden aan een voor de consument (en dus werknemer) betaalbare prijs, zodat de levensnoodzakelijk middelen die zo mooi opgelijst zijn in de indexkorf voor iedereen binnen handbereik liggen?

De N-VA mag haar toekomst dan door een roze bil zien, ik zie die eerder zwart in.

Brecht Vancoillie

voorzitter ACOD Jongeren