De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

De mysterieuze meerwaarde van de migrant (1)

De mysterieuze meerwaarde van de migrant (1)

donderdag 12 maart 2015 17:01
Spread the love



Migranten zijn als kruiden in de soep van ons bewustzijn en ons beeld van het bestaan

In tijden van crisis wordt ons een ongewone inkijk geboden in de
mysterieuze diepte van het leven. Migranten blijken Schatten van inspiratie.
Radicaler dan de mensen die sterk op ons zelf gelijken, helpen zij ons bij het
zoeken en worstelen met de allernieuwste vormen waarin Eeuwige Vragen en Uitdagingen
zich aan ons voordoen. Na een tijdje zonder crisis hebben wij immers de neiging
in onze eigen leugens te gaan geloven, gemakshalve. In onze tijd zijn de grote
Leugens vooral de impliciete boodschappen van neo-liberalisme en commerciële
cultuur, van de competitiecultuur. De stijgende berg mensen die niet meer mee
kunnen, al dan niet door geestelijke burn out, sociale armoede, angsten,
verslavingen… is intussen een grote reminder dat het wel degelijk om leugens
gaat. Wijzelf en vele van diegenen die ons leiding geven, hebben al te lang ons
hoofd in het zand gestoken. Guy Tegenbos merkte in een standpunt in De
Standaard vorige week terecht op dat er vandaag meer problemen zijn met de
gezondheid van de geest dan met die van het lichaam. Heel onze gezondheidszorg
en onze politiek is in die zin verouderd, op een oud spoor bezig. Politici
hebben het contact verloren met de diepste noden van de burgers van deze tijd.
Daar boven op komt dat arme mensen onterecht verketterd worden. Uit onderzoek
blijkt dat er in het UK bijvoorbeeld 6,7 miljoen working poor zijn, werkende
armen. Zij doen wonderen met hun budgetten, zijn spaarzaam en inventief. Toch
kijken meer welvarende mensen neer op hen, en culpabiliseren hen, en trachten
hen meer dan ooit te laten betalen. Een recente studie van de Schotse Kerk
heeft als titel “The lies we tell ourselves; ending comfortable myths about poverty”.
In zulk klimaat van leugens en zelfbedrog, kunnen de verhalen en profielen van
vreemdelingen een reality check bieden. Eentje die heel de beschaving op den
duur ten goede komt. Want eerlijk duurt 
het langst.  

Inspiratie is van levensbelang

Na de moordaanslagen in Parijs (en de verijdelde aanslagen elders) moeten
we het hoofd koel houden maar het hart warm. Wij kunnen steun vinden in het
besef: “Celui qui me dérange, éveille en moi la vie” – “Wie mij stoort, die wekt
het leven in mij op!”. Dat is een van de conclusies die de stichter van de
Ark-gemeenschappen, Jean Vanier, puurde uit levenslang samen leven met mensen
met een beperking. We mogen de scheefgroei in gewelddadig, opdringerig gedrag
van mensen en godsdiensten best bestrijden. Maar tegelijk zijn wij geroepen het
wonder te blijven zien in mensen van alle soorten. (Het evangelie dat oproept
tot aandacht voor de kleine kwetsbare mens, is en blijft in die zin een geniale
sleutel tot goed leven met diepgang en waarachtigheid).

Ik ervaar dat die houding vruchtbaar is in mijn eigen leven. Ik woon in
een woonwijk die een ziel heeft, waar we elkaar kennen, groeten op straat, elkaar
op verhaal laten komen tijdens Kleine Ontmoetingen. Er verblijven veel gezinnen
waarvan de ouders of grootouders in verre landen het levenslicht zagen. Zoals
Marokko, Nepal, landen in het Verre Oosten. Mijn waakzame inzet om contact te
leggen en te houden met de opgroeiende jongeren met exotische ouders, hen te
wijzen op ontoelaatbaar gedrag, samen met hen op reis te gaan als daartoe de
gelegenheid komt, vormde een wezenlijke bijdrage aan de leefbaarheid en de
vrede in de buurt. De overheden in Leuven bieden een basiskader: jongerenwerker
en buurtwerker van het RISO, Buurthuis, huiswerkbegeleiding, speelpleinwerking,
naaiatelier, sociale huisvesting via maatschappij “Dijledal”, OCMW-werking, ervaren
wijkagent, aanwezige en ervaren gemeenschapswachten, knappe architecten, toegewijde
groendienst en reinigingsdienst…Inzet van vele hoofden en handen doorheen de
jaren maken het samenleven redelijk goed mogelijk. Er zijn dan ook relatief
weinig syriëstrijders uit Leuven vertrokken.

Op kantoor hebben wij eveneens het voorrecht met vrouwen en mannen te
werken die een andere identiteit hebben; mensen met een wortel en stam die
achter de horizon is begonnen. En daarop een Vlaamse ent, een vitale scheut! Die
vier collega’s zijn bijzonder toegewijd aan de taken en aan onze organisatie. Ze
zijn dankbaar voor de kansen die onze boss en wij, de collega’s, hen
bieden. Tijdens de luwe momenten praten wij over koetjes en kalfjes, maar ook over
de grote levensvragen en -uitdagingen.

Onze centrale bevinding is: Migranten zijn op nauw merkbare wijze een
grote bron van inspiratie. Zij zijn per definitie mensen die op een heel andere
manier omgaan met de Grote Uitdagingen in het leven van ieder menselijk wezen:
gezondheid, ziekte, seks, kinderen krijgen en opvoeden, arbeid, mensbeeld,
geld, dood, rouw, macht, voeding, dieren, tijd, voortleven na de dood, contact
met de Schepper en het wonder van het Leven… Het is misschien wel wijs ons oor
bij hen te luisteren te leggen.  

Sublimale ervaringen inspireren

In deze tijd is er een streven naar expliciete, sterke ervaringen
(kicks). Dat is niet altijd zo gek, dat hebben we nodig. Van wisseldouches om
de stress uit onze ziel en lijf te spoelen, tot lekker fel sporten, dansen,
reizen, spannende en inspirerende films en boeken genieten, vrijen tegen de
sterren op… Om even van de grensoverschrijdende vormen zoals drugsgebruik te
zwijgen. Een gevolg van die zoektocht naar intensiteit is echter dat wij soms bijna
zijn vergeten hoe ook kleine, zogenaamde “sublimale prikkels” de geest kunnen
inspiratie leveren. (Het woord “sublimaal” is intussen niet bekend aan mijn
tekstverwerker).

Sigmund Freud, de controversiële maar vernieuwende psychiater en
dieptepsycholoog die leefde in de eerste helft van de 20ste eeuw,
wees er voor het eerst op hoe ons bewustzijn dingen opmerkt in onze omgeving,
ook al blijft die ervaring net onder de drempel van de bewuste aandacht. De
foto van onze geliefden in onze portefeuille doet zo haar werk. Elke keer dat
wij onze brieventas openen om geld of treinkaart te nemen, speelt het sublimale
inspiratie-effect. Zo brengt dat vrede en aanmoediging, als een soort “geluksbrenger”.
Op dezelfde manier doen de schilderijen en foto’s aan de wand in de kamer hun
werk. Of het kruisbeeld in een hal.

Of de trofee van de geschoten ree, de vos of het hert aan de wand bij de
jager thuis. De trofee is weer “in”, ook bij niet jagers, en ook voorbij de
Kersttijd. Voor de authentieke jager herinnert het opgezette gewei hem in een
flits aan het rijke palet van emoties en ervaringen in de wijde natuur op de
dag van de jacht. De aanvankelijke onzekerheid, de spanning, de angst het schot
te missen, het dier te kwetsen, de liefde voor het betreffende dier, de stilte
en de ruimte, de weersomstandigheden, van bar tot mild… Tot, als alles goed
ging, de ervaring van het rake schot, van meesterschap en triomf, van buit
binnen halen na de strijd. Omdat wij autochtonen, onder andere bij de neus
genomen door de Disneystudio’s, het dier zeer sentimenteel zijn gaan bekijken,
is voor sommigen de jacht ondenkbaar, onduldbaar geworden. Andere volkeren
denken daar anders over. Die visie is niet minderwaardig, daar schuilt veel
waarheid in.

Opvoeden tot geloof in Leven voor de Dood

Opvoeding is intussen iets waar alle generaties overal mee worstelen,
dat is een vraag die nooit definitief kan opgelost worden. De exotische moeders
uit het Verre Oosten, zogenaamde Tijgermoeders, hebben pedagogen en ouders bij
ons uit hun zelfgenoegzame positie gehaald, in het bijzonder waar het de
“pedagogische tik” betreft. Hier te lande is de tik, (in mijn jeugd “de
klets/la gifle” genoemd) bijna des duivels geworden. Men is er allergisch aan
geworden. Misschien is dat toch ook omdat ouders vandaag beseffen niet veel krediet
te  hebben bij hun kroost? Afwezig als
zij zijn, opgezogen door het arbeidssysteem. Een jong kind heeft toch in de
eerste plaats veel menselijke warmte, veel vriendelijke aanwezigheid nodig,
naast veiligheid. Ouders en grootouders lijken vandaag veel schuld af te kopen
door kinderen te overladen met gekochte cadeaus. Kindjes worden kleine goden,
die  niets mag overkomen.

Elk systeem heeft zijn voor-en nadelen. In mijn jeugd, bij de harde dokter
als baby, en later door als kind een tiental keren een tik te krijgen, heb ik felle
pijn ervaren. Daarnaast, in verdiepend contrast, ontving ik tedere, warme
liefde en aandacht. Tederheid leerden we kennen als een van de grootste stimulansen
voor geest en hart. Die combinatie lijkt mijn identiteit toch heel wat diepgang
en weerstand te hebben verleend.

Wij hebben een duidelijke grens mogen ervaren aan onze egocentrische
kinderlijke verlangens, door de pedagogische tik van de ouders, en door de
ervaring van precariteit, absolute soberheid. Ons jonge leven was op die manier
zo divers én intens wat betreft de goede en slechte Ervaringen, dat wij in alle
rust niet geneigd zijn te geloven in een “nieuw leven” na de dood (van het
lichaam). Die oude katholieke verhalen zijn niet meer geloofwaardig. Wie de
hedendaagse theologie kent, vindt daar ook niet veel meer van terug. Voor mij
is het duidelijk: ons bewustzijn houdt op met het wegvallen van het leven, met
het uitdoven van de bezieling van ons lichaam. Ok. No problem. Als we hier dit
leven volop in intensiteit én dienstbaarheid leven, dan gaat het leven niet te
snel én is het niet zinloos.

Zo ervaar ik dat. Dit diepe inzicht schrijf ik toe aan de kansen om
geregeld stil te staan en na te denken, die ik heb weten te vrijwaren gedurende
het levenstraject. En aan de gewoonte de andere die verlies lijdt, bij te
staan. De intensiteit van onze jonge jaren, met zowel spelen als meewerken in
het gezin, maakt dat wij dit leven op aarde als bijzonder ‘echt’ ervaren. Nooit
te verwarren met een droom. Niet te evenaren, te verlengen of te compenseren na
de dood. Niet te veel dogma, dus, bitte. Daarin kan ik de standpunten van
agnosten en liberalen bijtreden.

We moeten het hier doen, aan onze trekken komen én ons inzetten om het bestaan
voor iedereen draaglijk te maken. – En tegelijk: we moeten ook kunnen “niet
doen”. Overgave, gelatenheid, het (tijdelijk) mogen opgeven, op tijd even lui
zijn… het is een houding die veel innerlijke vrede en nieuwe levensmoed kan
opleveren. Dirk De Wachter introduceert terecht het besef dat elke mens een
eigen “lot” heeft. In contacten met nieuwe Belgische Nepalezen leerde ik dat
bevrijdende inzicht zelf ook. “Don’t worry – Trek het je niet aan, Stefaan, dat
behoort tot het domein van “fate”- het lot”. Veel brave autochtone burgers bij
ons gaan inmiddels al dan niet bewust gebukt onder het idee dat zij het leven volledig
zelf moeten maken… Waar is de ruimte voor falen en dwalen gebleven? Voor even
minder efficiënt leven… Nochtans is in de long run niemand immuun voor falen,
is niemand immuun voor geestelijke storingen en kwalen.

Een mens leeft voor ons voort in zijn kinderen, in zijn woorden –
gesproken en geschreven – en in zijn goede, constructieve, liefdevolle daden.
Ik leef voort in al die mensen die ik vitaliteit heb ingeblazen tijdens
ontmoetingen. Soms werd dat heel tastbaar, zoals wanneer ik
kandidaat-zelfmoordenaars kon opvangen, nabijheid bieden, hoop geven en geregeld
hun fatale plannen kon laten opgeven als luisterend hulpverlener aan de
telefonische hulplijn Tele-Onthaal. Dat werk gaf veel radicale voldoening. Of
in mijn werk met achttienjarigen als Bezinningsbegeleider. Of in vriendschappen
met immigranten, die ik graag wegwijs maakte.

Migranten geloven nog

Migranten met religieuze achtergrond kunnen een vandaag heersend zelfgenoegzaam,
oppervlakkig, overmoedig atheïsme uitdagen. Zo kan een waardevolle kern van
autochtoon geloof behoed worden. Media menen vandaag dat het streekeigen,
christelijk geloof kan worden doodgelachen. Nu al een generatie lang 😉

Ligt de dienstbare levenshouding die het christendom aanprijst overigens
niet precies in het verlengde van wat de meeste religies leren, wereldwijd? Is
geloof echt naïef of ongeloofwaardig? Geloven is toch geloven in het Leven?
Gelovig zijn is toch in de eerste plaats geloven in de kracht van Liefde en Goedheid?
In de kracht van je dromen? In de kracht van je belangeloze inzet? In de open
interactie, het contact met de andere mens. En is het niet waar: Gelovig leven
is op heden vooral geloven in de relativiteit van carrière en geld… Zou het
niet kunnen dat religiositeit in de mens zit ingebakken? En dat wij behoefte
hebben aan goden, iconen. En dat vandaag, na het afvoeren van de God van de dienstbare
Liefde, de afgod van de koopkracht zijn plaats heeft ingenomen? En de afgod van
veiligheid? En de afgod van gezondheid?

Is het niet zo dat de helderste bronnen van Betekenis en Vreugde vaak
verborgen liggen, als een schitterend geheim in een oesterschelp op de bodem
van de zee, op plaatsen waar wij hen het minst vermoeden?

 Daarbij moeten we wel opletten. Inspiratie
of niet, een zekere mate van “menselijk tekort” zal altijd het bestaan kenmerken.
Mooie liedjes duren niet lang. We kunnen maar beter opnieuw leren leven met een
beetje gebrek, met een beetje ongeluk. Met onze beperkingen. Dat is iets om bij
stil te staan. Zeker in deze tijden van bedrog en zelfbedrog, in stand gehouden
door commerciële belangen. Van de voeding (met te veel toegevoegde suikers en
vetten, omdat dit doet eten en dus doet kopen) tot big pharma en de
oliebelangen die de ecologische transitie afremmen. Dat verhaal is bekend.

Stefaan Hublou

historicus en onafhankelijk publicist

take down
the paywall
steun ons nu!