De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Gezondheidspersoneel vieren 1 mei

De medische brigades: een wezenlijk onderdeel van Cuba’s visie op gezondheid!

woensdag 30 september 2020 15:10
Spread the love

In deze tijden van corona, heeft Cuba zich positief in de schijnwerpers geplaatst binnenlands door zijn efficiënte aanpak van de pandemie en in het buitenland door het zenden van de Henry Reeve medische brigades naar 23 landen. Dat dit geen toeval is, willen we in dit historisch overzicht duiden.

Internationale solidariteit: een wezenlijk onderdeel van de gezondheidszorg
Gratis gezondheidszorg voor de ganse bevolking was vanaf het begin één van de belangrijkste uitdagingen, helemaal in de lijn van de humanistisch principe van sociale gelijkheid die aan de basis lagen van de Cubaanse revolutie. Stilaan bouwde Cuba de gezondheidszorg uit met als uitgangspunten: gratis en toegankelijk voor iedereen zonder onderscheid, met als basis sterke lokaal verankerde eerstelijns gezondheidsdiensten… en internationale solidariteit. In oktober 1962 kondigde Fidel Castro aan medische hulp te bieden aan Algerije dat slechts enkele maanden eerder zijn onafhankelijkheid van Frankrijk had bevochten. Op 23 mei 1963 vertrokken vijfenvijftig gezondheidswerkers naar Algerije voor een periode van 12 maanden. Het is het begin van de lange traditie van medische brigades die de nationale gezondheidszorg in het gastland gaan versterken. De volgende twee decennia zendt Cuba uit solidariteit medische samenwerking naar landen als Angola, Ethiopië en Nicaragua, die net een onafhankelijkheidsstrijd hadden gewonnen. Strikt genomen kunnen we hier nog niet spreken van spreken van de uitvoer van medische diensten, omdat noch de artsen noch Cuba zelf hiervoor vergoed werden. De samenwerking werd gezien als een solidaire bijdrage aan de bevrijding en de ontwikkeling van deze landen. De Cubaanse artsen ontvangen enkel een basiscompensatie voor logement en onderhoud, gedragen door de Cubaanse overheid.
Na het uiteenvallen van de Sovjet Unie, wijzigde de economische context voor Cuba compleet. Daarom schakelde Cuba in de jaren ’90 over naar ‘Asistencia técnica compensada’ en vraagt het land dat het gastland het loon en de verblijfskosten van de Cubaanse medici op zich neemt, alsook een bijdrage aan Cuba voor de algemene kosten van het internationale gezondheidsprogramma. Brazilië, Jemen, Zuid-Afrika en Jamaica sloten dergelijke overeenkomsten af.

Consolidatie van de internationale medische samenwerking
Na de verwoestende doortocht van orkaan Mitch in 1998 in Centraal Amerika, zendt Fidel Castro noodbrigades naar de getroffen landen. Gezien de zwakke economische situatie van deze landen, doet Cuba het voorstel om op structurele basis de gezondheidszorg mee op te bouwen. Het is de start van het programma Programa Integral de Salud. Dit PIS is veel ambitieuzer en beoogt de versterking van de openbare basisgezondheidszorg in de armere en/of afgelegen regio’s van het gastland. Cuba stuurt in een eerste fase voornamelijk eerstelijns geneesheren, die tevens de opdracht krijgen om het lokale medische personeel verder op te leiden. De brigades worden gratis en op solidaire basis ingezet voor een duur van 2 jaar. In Cuba zelf worden de brigadisten medisch-technisch en met taalcursussen ondersteund en maakt men een prille start met het toekennen van stimulansen (bijvoorbeeld: voorrang bij toekenning nieuwbouwwoning).
Cuba aanvaardt ook om buitenlandse jongeren tot arts op te leiden, zodat de Cubanen zich na verloop van tijd kunnen terugtrekken. Met die bedoeling richt Cuba op 15 november 1999 het Medisch opleidingsinstituut voor Latijns-Amerika – ELAM op, waar de volgende jaren duizenden jongeren uit alle landen van het continent tot arts worden opgeleid.

Het PIS-programma krijgt een sterke impuls nadat Hugo Chavez in 2003 de Bolivariaanse Revolutie afkondigde. Dank zij de financiële steun van Venezuela kan Cuba de medische samenwerking naar veel meer landen uitbreiden. Het is begin van de Zuid-Zuid-samenwerking, waarbij (aanvankelijk alleen) Venezuela financiert en Cuba de inzet van de medische brigades in het gastland voor zijn rekening neemt. De brigades verruimen zowel geografisch als wat medische specialiteiten betreft hun werkterrein in de gastlanden. Het programma kent zijn hoogtepunt tussen 2005 en ’09 en breidde zich in die periode uit naar 25 landen, ook buiten Latijns-Amerika.  Intern krijgen de brigades, waarvan de artsen en verpleegkundigen over heel het gastland verspreid werken, een sterkere structuur, met een maandelijkse supervisie en de inbedding van de PCC – Cubaanse Communistische Partij in de brigades. Ook krijgen de Cubaanse artsen en verpleegkundigen systematisch een extra vergoeding.

Zuid-Zuid samenwerking levert extra inkomsten voor Cuba
Als gevolg van de wereldwijde economische crisis en de doortocht van enkele zware orkanen, kon Cuba de kost van het bestaande internationale medische programma niet langer meer dragen en drong zich een ernstige evaluatie met als doel de beschikbare middelen optimaler te gebruiken. In overleg met de gastlanden werd ondermeer besloten dat de buitenlandse ELAM-studenten het 5de en 6de jaar van hun opleiding in een brigade doorbrengen. De rationalisatie van de brigades leidt ook tot een kleinere personeelsinzet. Het besef groeide dat de medische samenwerking ook een belangrijke bron van inkomsten kan zijn. Zonder de gegroeide solidaire samenwerking over boord te gooien, vroeg Cuba daarom aan het gastland ook een economische compensatie. Ook ontwikkelde Cuba  verder de praktijk van de Zuid-Zuid-samenwerking. Een mooi voorbeeld hiervan is dat ontwikkelingsfondsen van rijke landen via de WHO worden gekanaliseerd voor de inzet van Cubaans medisch personeel in een ontwikkelingsland.
Eenzelfde efficiëntie-redenering maakte het land voor het ELAM-instituut. Vele jaren droeg Cuba volledig de kosten voor de opleiding. Tot eind 2012 behaalden bijna 24.800 studenten uit 105 landen er hun diploma. Maar het begin het tweede decennium van deze eeuw schakelde het land over naar bilaterale overeenkomsten, waarbij de overheden of NGO’s van de landen van herkomst in regel de opleiding betaalden, maar met nog altijd mogelijkheid voor solidaire uitzonderingen.

De medische hulp van Cuba beperkt zich niet alleen meer tot de steun aan de uitbouw van de nationale basisgezondheidsdiensten. Het bekendste nevenprogramma is wellicht ‘Operatie Mirakel’. Op 8 juli 2004 start de Operación Milagro in Venezuela; het programma breidt later uit naar 44 landen van het Zuid-Amerika. Duizenden patiënten krijgen hun zicht terug na katarakt-operaties. Twee jaar later richt Cuba in 22 landen een oogkliniek op, waar dergelijke ingrepen verder kunnen plaatsvinden.

Fidel Castro de grote bezieler van de medische brigades
Kortom, de medische brigades passen vanaf het begin in de solidaire, humanistische en internationalistische visie van Fidel Castro, die altijd de drijvende kracht ervan is geweest: “Onze missie is een doctrine over de gezondheid van de mensen te ontwikkelen, die een voorbeeld is van wat mogelijk is op het vlak van wat voor iedereen op de wereld het dierbaarste is” (20 augustus 1999). De internationale economische context heeft evenwel als gevolg gehad dat de medische samenwerking evolueerde van gratis solidaire bijstand naar een economisch solidair model. Op dit ogenblik hanteert Cuba drie vormen van medische bijstand: a) Cuba draagt alle kosten in zeer arme  landen; b) de kosten worden gedeeld tussen Cuba en het gastland; c) Cuba ontvangt inkomsten voor de geleverde diensten. Maar het land geeft geen details over welke vorm in welk land van toepassing is.

De Brigades Henry Reeve
Op 19 september 2005 richt Cuba op initiatief van Fidel Castro na de doortocht van de orkaan Katrina in de VS de brigade Henry Reeve op, een noodhulpbrigade bestaande uit hoog opgeleide artsen die snel kunnen ingezet worden bij rampen en pandemieën. De brigade kreeg de naam van een VS-burger die in de strijd voor de Cubaanse onafhankelijkheid sneuvelde. De VS weigerde de aangeboden hulp. De eerste brigade van 1.500 gezondheidswerkers vertrekt een maand later al naar het door een zware aardbeving getroffen Pakistan. In 13 januari 2006 vertrekt de eerste brigade met onder de naam Henry Reeve met 25 (para)medici naar het daags voordien door een aardbeving zwaar getroffen Haiti. De brigade groeide uit tot een totaal van meer dan 1.500 gezondheidswerkers. Tussen 2005 en 2019 is de brigade ingezet in 20 verschillende landen naar aanleiding van aardbevingen, orkanen of cholera en ebola. Na het uitbreken van de Covid-19 pandemie heeft Cuba ruim 1.370 gespecialiseerd medisch personeel uitgezonden naar 23 landen, waaronder Italië en Andorra.
Internationaal krijgt de Cubaanse medische aanwezigheid veel waardering. Dat uit zich in het feit dat heel wat landen gebruik willen maken van deze toch wel uitzonderlijke vorm van internationale samenwerking. In mei 2017 kende de Wereldgezondheidsorganisatie WHO een Premie Dr. Lee Jong-wook aan Cuba toe, voor de bijdrage in de strijd tegen ebola in Afrika.

Lees ook:
Medische brigades ‘Henry Reeve’: Nobelprijs of diplomatiek misbruik?

Bronnen:
https://www.medigraphic.com/pdfs/revcubsalpubint/spi-2012/spi121c.pdf 
http://cubacoopera.uccm.sld.cu/datos-y-estadisticas/indicadores-de-servicio/
http://www.escambray.cu/especiales/coronavirus/cubasalva/ (overzicht van de Covid-19 Brigadas Henry Reeve)
Evolución de la colaboración médica cubana en 100 años del Ministerio de Salud Pública

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!