De macht van de landbouw volgens Dirk Draulans

De macht van de landbouw volgens Dirk Draulans

dinsdag 10 maart 2015 10:48
Spread the love

Met mijn bedrijf de Natlandhoeve, wat staat voor een samenwerking tussen natuur en landbouw ken ik beide sectoren, hun geschiedenis, van binnen en van buiten. Ik ken de mensen, hun gedrevenheid, hun frustraties, van beide kanten. Draulans schrijft in Knack van 9/3 een sterke opinie, daar kan ik niks vanaf doen. Natuurlijk scherpt hij een aantal kantjes aan, natuurlijk is het niet volledig. Hij speelt ook een spel. Net zoals de Boerenbond. Is het poker, stratego of schaken? Het is in ieder geval politiek. Met al mijn voorkennis herken ik een aantal punten, maar begrijp ik zeker niet alle intriges. De reacties op het artikel stemmen mij triest. De onwetendheid van zoveel mensen is schrijnend. Wat een totaal gebrek aan communicatie vanuit de sector. Wat een totaal gebrek aan interesse voor alles wat mij zo dierbaar is spreekt uit zoveel reacties. Het geeft een gevoel van moedeloosheid. Ik heb maar 2 handen, ik heb maar 24 uur in een dag en maar zo weinig woorden om zoveel te zeggen. 

Voor een goed begrip moet ik een nieuw dier introduceren: de GVE of Grootvee-eenheid. Dit is de noemer om alle dieren met elkaar op te kunnen tellen. Zo is een koe gelijk aan 3 varkens of bijna 7 schapen. Onze Vlaamse gronden kunnen per jaar per hectare voedsel produceren voor bijna 2 GVE. Voor veel gronden is dat zelfs wat minder. Voor enkele teelten met hoge meststofgift is dat wat meer. De dieren die binnen deze 2 GVE te houden zijn kunnen we bestempelen als grondgebonden. In Vlaanderen is de bezetting van de gronden met dieren een stuk boven de 10 GVE /ha/jaar. Alles boven de 2 is te bestempelen als industriële landbouw. Je koopt immers grondstof (voeder), verwerkt het tot een meerwaardig product en je verkoopt het terug. Dat is wat industrie doet. Dat heeft consequenties: Vermits deze activiteiten (stallen) losstaan van Vlaamse gronden kunnen deze bedrijven overal staan, maar zeker niet in het open Vlaamse landschap. Vermits deze activiteiten een stuk verder gaan dan wat het land en de omgeving op een natuurlijke manier kan dragen worden deze activiteiten door de gemeenschap als hinderlijk beschouwd en is er een vergunning nodig.

De politiek en de administratie hebben in het inschatten van de consequenties van de industriële landbouw massaal gefaald. De reden hiervoor is eenvoudig. De grondgebonden bedrijven zijn, om te overleven, een stuk industriële activiteiten gaan inbouwen in hun bedrijf. Doordat er uiterlijk geen verschil is tussen een grondgebonden varken en een industrieel varken werd deze activiteit niet herkend als industrieel. Deze mist is integraal aanwezig. Zowel bij de burger, de politiek als bij de landbouw zelf. Het gros van de veebedrijven is dus vis nog vlees, ook al leeft bij hen nog steeds het gevoel dat ze vlees zijn.

Bij een droge inbreng van cijfers, zoals bij de instandhoudingsdoelstellingen op dit moment, komt deze vermenging echter pijnlijk aan het licht. 

Je kunt begrijpen dat voor mij deze industriële landbouw onmiddellijk mag stoppen. Anderzijds kan ik begrijpen dat er mensen zijn die daar anders over denken. Van hun kant moeten deze mensen begrijpen dat industriële activiteiten aan bepaalde regels gebonden zijn. Ik zie die regels zo:

1. Stoppen met vermenging van grondgebonden en industriële activiteiten. Wil een boer toch combineren om zijn bedrijf leefbaar te houden dan moet dat maar op 2 locaties. Over een beperkte vorm van vermenging is te praten, maar dan wel heel beperkt.

2. Industriële veebedrijven verzameld op daartoe ingerichte terreinen. ipv Uplace… grapje. Sanitaire problemen met meerdere bedrijven samen? Het samenbrengen van duizenden varkens of nog meer duizenden kippen in 1 bedrijf is op zich een veel groter probleem. Meerdere bedrijven samen moet men er dan maar bij nemen.

3. Bedrijven beperken de hinder naar anderen tot een minimum. Mestverwerking, luchtwassers voor geur en nu actueel, stikstof. Locatie naast water- of spoorwegen om transporthinder tot een minimum te beperken. Voor mijn part, aansluitend slachthuizen en versnijderijen.

Als een bedrijf een verhaal heeft, een visie, dan moet dat helder zijn. De veehouders eten al 50 jaar van 2 walletjes. Plaatselijk, bouwen aan het landschap enz… met soja uit Brazilië … is niet langer houdbaar. 

En wat met de huidige probleemgevallen? Heel eenvoudig: warme sanering! Uitbetalen! Het is de gemeenschap die de fout heeft gemaakt om deze bedrijven vergunningen te geven. Het is de gemeenschap die zijn fout moet recht zetten. Laten uitdoven tot einde vergunning is geen optie. Op een landbouwbedrijf wordt niet één keer geïnvesteerd om daar dan 20 jaar mee te werken. Neen, ieder jaar zijn er bijkomende investeringen, waarvan men nu weet dat ze op deze locatie nooit meer afbetaald zullen worden. 

Iedere landbouwer droomt er utopisch van, om na het afbetalen van zijn leningen nog een aantal jaren voor zichzelf te kunnen werken. Hij hoopt een potje reserve op te bouwen, om later dat kleine pensioentje wat te kunnen aanvullen. Deze droom wordt de mensen met ‘code rood’ vandaag alvast ontnomen.

take down
the paywall
steun ons nu!