Aliénor d'Aquitaine (of Eléonore) had een turbulent liefdesleven
Nieuws, Wereld, Cultuur, Middeleeuwen, Kruistochten, Valentijn, Aliénor d'Aquitaine, Liefdespoëzie, Hoofse liefde, L'amour courtois, Troubadours, Trouvères, Platonische liefde, Ovidius, Arabische minnedichters, Moorse cultuur, Minnestrelen, Liefdesrechtbanken, Ars Amatoria, Arabische letterkunde -

De liefde komt uit het Oosten

Valentijn = lievekesdag. Zelfs de voorzitter van de N-VA vond het opportuun om in een kwaliteitskrant zijn licht - en vooral zijn ergernis - over deze maatschappelijke gebeurtenis te ventileren. Gespekt en gelardeerd met lichte historische slimmigheden etaleerde de gediplomeerde historicus zijn (beperkte) kennis.

maandag 14 februari 2011 18:20
Spread the love

Geschiedenis heeft echter haar rechten en die liggen vooral in de historische kritiek en deontologie om de wortels van een sociaal fenomeen te duiden. Is het dan verwonderlijk dat specifiek vrouwen en de Moorse cultuur veronachtzaamd worden in een Vlaams-nationalistisch discours?

Het hedendaags ideaal van de romantische liefde wortelt in de Middeleeuwen, en meer bepaald de kenterperiode rond de 12de eeuw. In het tijdvak van feodaliteit, van nieuwe, iet of wat globaliserende economie, van kruistochten, van het ontstaan van universiteiten en scholastiek, van (ingetoomde) debatcultuur groeide ook het begrip van de hoofse liefde of ‘fin amors’ of ‘l’amour courtois’.

Troubadours en trouvères

Vooral rondtrekkende troubadours en trouvères bezongen die ideale liefde tussen een hoogverheven vrouw en een trouwe aanbidder. Het feodale wereldbeeld werd in die hoofse liefde op een platonische manier gespiegeld, maar wel omgekeerd. De aanbidder was de vazal van de vrouw.

En dat was een ommekeer van een bestaande realiteit. ‘Een-hauw-en-een-snauw’ waren immers de Twittertaal van de Middeleeuwse hengsten en haantjes.

De oorsprong van die liefdepoëzie – al dan niet platonisch – werd in het verleden – en blijkbaar in het N-VA-heden nog altijd – bij Ovidius, bij de christelijke zuiveringsactie van de Katharen en bij de Mariaverering gezocht. Die Heilige Maagdverering ontspruit pas een eeuw later als compensatie van een goddeloze, verdorven – maar o, zo lekkere – Evafascinatie in de 11de en 12de eeuw.

Schatplichtig aan Arabische minnedichters

In wetenschappelijke kringen is het evenwel al een tijdje bekend dat de (West-)Europese liefdespoëzie uit de 12de eeuw schatplichtig is aan Arabische minnedichters. Op het Iberisch schiereiland en op Sicilië bloeide toentertijd immers al eeuwen een verfijnde Moorse cultuur waarbij de erotische dichtkunst niet onder de mat was geveegd. Minnestrelen – what’s in a name? – zwierven van hof naar hof en hadden contacten met rijmelaars over de Pyreneeën. 

Het is dus niet toevallig dat de liefdespoëzie een hoge bloei kende in de ‘Langue d’Oc’, de volkstaal bezuiden de Loire. In de contreien van de huidige Provence en de Languedoc verwierven de troubadours en hun smachtende ‘chansons d’amours’ een cultstatus.

Aliénor d’Aquitaine

Eén van die eerste troubadours was Guillaume, graaf van Aquitaine. Zijn kleindochter was de bekende Aliénor – of Eléonore –  d’Aquitaine, die zelf een fameus liefdesleven had. Tweemaal getrouwd, eens met de koning van Frankrijk en eens met de koning van Engeland, en dus tweemaal koningin, en moeder van tien kinderen wist Aliénor wel wat ‘liefde’ was. In elk geval wat de daad was. Geboren nabij Bordeaux was haar opvoeding gekleurd met cultuur en – voor die tijd – fijnzinnigheid.

Aan haar wordt dan ook de oprichting van de liefdestribunalen – ‘les cours d’amours’ –  toegewezen. Tribunalen die zich uitspraken over schendingen en overtredingen van liefdesfeiten. Volgens de 19de eeuwse Franse schrijver Stendhal zijn er voorzeker vier dergelijke tribunalen geweest: in Signe, Pierrefeu, Avignon en in het kasteel van Romanin, vlakbij Saint-Rémy-de-Provence.

Maar zelfs Isabella, gravin van Vlaanderen, zou een liefdesrechtbank hebben voorgezeten. Toch betwisten sommigen het bestaan van deze liefdestribunalen omdat er weinig schriftelijke sporen van hun ‘rechtspraak’ is overgebleven. Het was echter een periode van vooral orale traditie.

De kunst der liefde

Nochtans waren de gedragscodes voor die liefdestribunalen neergepend in de eerste twee volumes van ‘De Amore’, het boek van de kunst der liefde van Andreas Capellanus, een religieuze klerk aan het hof van Poitiers waar zowel Aliénor als haar dochter Marie ronddartelden.

In een derde volume ontkent Capellanus dat er ooit zo’n rechtbanken hebben bestaan, maar intussen had hij wel 31 voorschriften voor amoureuze artisticiteit de wereld ingestuurd. Artikelen daaruit waren: ‘hij die niet jaloers is, kan niet liefhebben; liefde moet geheim blijven; liefde is bescheiden en niet hovaardig; liefde eindigt als het vertrouwen geschonden is; dubbele liefde bestaat niet; liefde kan zowel groeien als slinken; liefde is je geliefde plezieren; liefde is een dienst aan alle vrouwen’, …

Gemakshalve wordt aangenomen dat de bundel richtlijnen van Andreas Capellanus gebaseerd was op ‘Ars Amatoria’ van Ovidius. Maar in het Middeleeuwse Westen was het antieke erfgoed uit Griekenland en Rome diep in de vergeetput verzeild.

De Arabische cultuur was in Spanje, Portugal en Sicilië echter nog lijfelijk aanwezig en is – ook met de kruistochten – in het noorden binnengesijpeld, niet alleen de liefdespoëzie maar ook de geneeskunde en de universitaire scholastiek.

Zo subversief …

In een misogyne maatschappij waar een vrouw als een inferieur wezen ontstaan uit een mannelijke rib en dus zonder rechten werd beschouwd, waren deze liefdestribunalen en hun achterliggende filosofie een verbijsterende nieuwlichterij, zo subversief dat ze amper een paar honderd jaar overleefden en dat nog altijd gebakkeleid wordt of ze wel echt hebben bestaan.

Europa herontdekte dé ‘liefde’ dus opnieuw dankzij de Moorse inmenging. De adoratie van de vrouw en de erotische opwinding, maar ook ‘l’amour pour l’amour’ en de edele liefdeskracht zijn terug te vinden in de Arabische letterkunde van de 9de en de 10de eeuw.

Zelfs een Perzische erudiet Avicenna (Ibn Sina) schreef in de 11de eeuw een ‘traktaat over de liefde’.

Smachten naar liefde … een oud zeer van alle tijden en van alle … culturen.

take down
the paywall
steun ons nu!