Opinie, Nieuws, Politiek, Gent, Besparingen, Gent, Burgemeester Daniel Termont, Gemeentefinanciën, ACW-Gent-Eeklo -

De kunst van het besparen in ‘Termontville’

De besparingen in Gent gaan niet ongemerkt voorbij. Er is niettemin een gebrek aan gelaagde en genuanceerde analyse. De oppositie kwam, samen met de media, ook niet erg sterk en genuanceerd uit de hoek. We doen een poging enkele keuzes te brengen in overeenstemming met het bestuursakkoord. We stellen echter ook enkele vragen die tot nu toe ontbreken in het debat over de besparingen in Gent. Een stedelijke democratie leeft van de degelijkheid van dit debat.

maandag 16 december 2013 18:10
Spread the love

De besparingen in Gent gaan niet ongemerkt voorbij. Natuurlijk speelt hier het Gent vs Antwerpen spotlicht: Termontville versus De Wever City, zoals Bart Eeckhout van De Morgen dat beschreef. Dat bericht ging viraal op sociale netwerksites. The good and the bad, je weet wel. Het gaat er misschien in als zoete broodjes, maar het blijven besparingen, and they are ugly.

De verschillende beleidskeuzes tonen aan dat politiek ertoe doet! Gent heeft zonder twijfel de sociale en ecologische kaart getrokken. Die is op veel vlakken coherent met de beloftes in het bestuursakkoord. Ze situeert zich binnen een besparingspolitiek als de kunst van het mogelijke binnen de partijconstellatie van de bestuurscoalitie. Door onze lens Vlaams in te stellen, en dus veraf tussen Gent en Antwerpen, zien we de specifieke politieke en ideologische verschillen.

Er is niettemin een gebrek aan gelaagde en genuanceerde analyse. De oppositie kwam, samen met de media, ook niet erg sterk en genuanceerd uit de hoek.

In wat volgt doen we een poging enkele keuzes te brengen in overeenstemming met het bestuursakkoord. We stellen echter ook enkele vragen die tot nu toe ontbreken in het debat over de besparingen in Gent. Een stedelijke democratie leeft van de degelijkheid van dit debat.

Wie een put graaft …

Laat ons beginnen bij het begin. Het financiële plaatje van voor de verkiezingen was niet voor iedere partner even transparant. Dat verklaart enkele onhaalbare beloftes die werden gedaan. De confrontatie met de reële inhoud van de stadskas bracht enige ontnuchtering. De financiële put wordt voorgesteld als een gat dat er gekomen is buiten de handelingswil van lokale bestuurders om.

Die put kwam tot stand door een gecombineerde reeks van gebeurtenissen en beslissingen. Andere schaalniveaus en instituties dragen een grote verantwoordelijk, zowel de federale als de Vlaamse overheid, als banken. 

De problemen ontstaan op zich niet door schuld, maar door de crisis: minder inkomsten uit personenbelasting, 12 miljoen kapitaal en 2 miljoen jaarlijks dividend van Dexia kwijt [1], al weigerde Gent dan nog wijselijk de laatste ronde van kapitaalverhoging via de Gemeentelijke Holding [2].

En beleidskeuzes: de liberalisering van de energiemarkt met minder dividend, de pensioenlast  van de gemeenten die vanaf 2011 volledig ten laste van de gemeenten komt, de politiehervorming en brandweerhervorming en het stedenfonds, … Bij ongewijzigd beleid dreigde in Gent een exploitatietekort van 105 miljoen euro.

Daarnaast investeerden overheden ook in vastgoedprojecten, architecturale pareltjes (genre Stadshal) en allerlei evenementen die Gent weer op de kaart zouden zetten. Gronden werden verstrekt aan projectontwikkelaars en gebieden werden administratief klaar gemaakt voor vastgoedontwikkeling door stadsbedrijven, of spektakelarchitectuur werd unisono betaalt door de lokale overheid.

Er werd geld gepompt in een reeks events die van de stad een toeristische trekpleister moesten maken. Zelfs voetbaltempels (concert-spektakel-event-concert-hall) werden paradepaardjes die de lokale kassa doen rinkelen. De competitieslag tussen steden wordt Vlaams, Belgisch, Europees en zelfs internationaal uitgevochten. Met andere woorden, ook lokale overheden hebben dus een hand in deze financiële put.

Natuurlijk valt het geld niet uit de lucht. Aan de basis van het positieve investeringsbericht, waarmee de persconferentie van de stad Gent strategisch opende, ligt er niettemin een zware besparing, die op zich weer in evenwicht wordt gebracht met nieuwe inkomsten. 

Dat alles kwam terzelfdertijd met de Beleids-en Beheerscyclus (de zogenaamde BBC) waar Vlaanderen de lokale besturen oplegt een meerjarenplanning en een strategisch financieel plaatje op te maken, waar men in Gent kan terugvallen op de ervaring en traditie van strategische en langetermijnplanning. Geen makkelijke taak om die processen op elkaar af stemmen.

Moet die weer opvullen, …

De besparingen zitten (vooral) bij het eigen personeel. Tegen 2019 moet de stad Gent afslanken van 4.434 naar 3.999: een verlies van 435 full time equivalenten (FTE) voor de ‘Groep Gent’ (stadsbestuur, stadsontwikkelingsbedrijf Gent (SOG), OCMW en andere diensten zoals de politie en het stadsonderwijs).

Toch belooft het beleid ons heel wat nieuwe jobs: 81 jobs in het stedelijk onderwijs, 221 bij het OCMW en de politie krijgt 29 agenten extra. Die extra jobs meegerekend, verdwijnen er in totaal dus 107 banen. Beperkte afvloeiing, zo lijkt het wel.

Meer zelfs, als je het stuk van Yasmine Kherbache (SP.A-Antwerpen) in De Morgen leest, zou een mens bijna dankbaar moeten zijn voor de manier waarop er bespaard wordt in Gent; tot zes keer minder dan in Antwerpen. [3] Toch gaat het om een besparing van twintig miljoen op personeel.

Het voornaamste wat we moeten onthouden, is dat een nieuwe organisatiestructuur, een soort departement ‘samenleven’, alles efficiënter en effectiever maakt. Ook enkele andere departementen zoals de stadsdienst Cultuurparticipatie moet samensmelten met CIRCA, met een besparing van rond de 110.000 euro, eenzelfde verlies als bij de Jeugddienst (al wordt het daar gecompenseerd door Vlaamse middelen).

Los van de beleidspeak daarrond kan men enkele vragen stellen. Waarom ziet men zo’n efficiëntie- en effectiviteitskuur nu pas? Als het beter kon met minder, wat deden we dan de laatste legislaturen? We stelden de voorbije jaren vast dat bij stad en OCMW verschillende extra staffuncties gecreëerd werden, waardoor de organisatiestructuur topzwaar werd.

Deze extra functies, waarvan we het nut op zich niet in twijfel trekken, zijn elk eigen dynamieken gaan ontwikkelen en doen hiervoor beroep op de rapportage- en registratiegegevens van veldwerkers. Deze laatsten zagen hierdoor hun werklast verhogen en de tijd die men in veldwerk kon steken, verminderen.  

Een andere bedenking is dat er net in de vorige legislaturen heel wat geld werd geïnvesteerd in consultancylonen en reële manuren van de stad Gent om de hele organisatiestructuur (vooral op het niveau van de stafdiensten) te herdenken. Dat dit nu nog eens moet worden overgedaan, moet toch enkele vraagtekens oproepen.

Ook over de natuurlijke afvloeiingen hebben we enkele vragen.

(1) De stads- en satellietorganisaties, zoals het huisvuilophalingsbedrijf Ivago, de politie en OCMW, moeten besparen op werkingskosten en overdrachten: 25,5 miljoen euro tegen 2019. De politie en OCMW krijgen nieuwe mensen, waardoor de politievakbond al tevreden reageerde. Blijft dus vooral IVAGO over.

Op zich is de besparing bij IVAGO erg vreemd, wetende dat een van de grootste bekommernissen, en erg terechte ergernissen, in de 19de eeuwse gordelwijken net de problemen met vuilnis en illegaal storten zijn. Recent werden nog 9 ton vuilnis opgehaald na een rommelmarkt in de Brugse Poort. [4]

Ook de hele problematiek van GAS-boetes zou hier wel binnen kunnen komen via de achterdeur: één van de voornaamste redenen voor die boetes is net sluikstorten en afvaldumpen. Wat men dus bespaart op IVAGO zou langs de achterdeur voor kwetsbare groepen verrekend en aangerekend kunnen worden.

(2) De stad laat personeel afvloeien met beperking van naakte ontslagen: wat wil dit zeggen voor de werkdruk van het personeel en voor de dienstverlening? Al zal een deel van die natuurlijke afvloeiing te verantwoorden zijn door informatisering, toch geeft de stad geen volledig beeld over het totale plaatje per dienst, wat een genuanceerde inschatting moeilijk maakt.

Dit zou minstens planmatig moeten worden aangepakt. Er zijn zonder twijfel diensten waar het met minder kon/kan. Dat de stad Gent er bijvoorbeeld bekend om staat om erg interventionistisch te zijn met zijn regiefunctie, en soms delen en taken van het middenveld inneemt met te verregaande praktijken die worden uitgebouwd, heeft twee kanten van de medaille.

Maar dat moet geenszins leiden tot een algemene boodschap dat er overal mensen kunnen worden gemist. In overeenstemming met de sterke sociale accenten die gelegd worden, zou men ook het personeelsplaatje, incluis verschuivingen wanneer er personeelsleden wegvallen, kritisch moeten bekijken.

We hebben nood aan Gents stadspersoneel dat een ‘bepaalde’ regiefunctie en dienstverlening kan vervullen om die sociale en ecologische uitdagingen te onderstutten.

Moet die verder opvullen met … nieuwe inkomsten

Door het voorakkoord dat werd gemaakt voor de verkiezingen stond het in de sterren geschreven dat Open VLD deel zou worden van de nieuwe coalitie. Al wordt de partij vaak afgeschilderd als verliezer en kleine partner, toch is haar strategie erg logisch.

Open VLD plooide zich terug op haar corebusiness: economie (waaronder de haven van Gent) en begroting (de financiën dus).  Na het verkiezingsverlies, de hoofddoekenkwestie en het parkeerbeleid, zou ze dit deel van de koek haar niet laten afsnoepen.  Ze zou niet raken aan de algemene personenbelasting (APB), de opcentiemen (OC) en de bedrijfsbelasting (BV).

De bedrijfsbelastingen worden wel geïndexeerd. Een billijke lokale fiscale politiek dient men steeds complementair te bekijken met het gevoerde nationale belastingsbeleid. De fiscale politiek in ons land wordt gekenmerkt door een eerder smalle belastingbasis (hoog voor arbeid, laag voor vermogen en vennootschappen) en een nadruk op belastingen uit arbeid (via APB en sociale zekerheid).

De belastingheffingen hanteren progressieve tarieven bij de APB en de onroerende voorheffing en zijn dus rechtvaardiger, terwijl belastingen op goederen en diensten (BTW) een vlak tarief hanteren.

Wat opvalt is dat de stad kiest voor het status quo en geen nieuw (herverdelend) standpunt inneemt. Aan de APB en de OV wordt niet geraakt. De lokale bedrijfsbelastingen (zoals belasting op bedrijfsvestigingen en motoren) worden gewoon geïndexeerd net als de andere lokale belastingen. Ook in de categorie van de bedrijfsbelastingen wordt geen differentiatie aangebracht, waardoor ook hier een aantal oude onevenwichten blijven bestaan.

Naar hogere overheden gaan voor bijkomende middelen, lijkt geen optie, daar Vlaanderen zich borg heeft gesteld (via Vlaams minister Geert Bourgeois, N-VA) voor de begrotingsdiscipline van de gemeenten. De regionale kas moet kloppen van de regio’s voor het federale niveau. De kosten van de regio’s, die afhankelijk zijn van de kosten en schulden van steden en gemeenten moet dus in de hand worden gehouden. [5]

De retributies die sinds 2008 niet meer verhoogd werden, worden geïndexeerd en stijgen met vijftien procent in één keer. De prijs van restvuilnis- en PMD-zakken, de toegang van de zwembaden, het museumbezoek en de parkeertarieven worden hoger.

Probleem daarbij is dat een deel van de verhogingen van de lokale belastingen (huisvuilzakken, parkeertarieven, zwembaden, administratieve stukken, begravingen, …) niet (principieel) progressief zijn. Ze belasten dus voornamelijk de lagere inkomensklassen, de sociale correcties ten spijt.

De lokale belastingen worden wel geïndexeerd met twintig procent in één keer en worden vanaf 2015 jaarlijks verhoogd met twee procent. Gaan onder andere omhoog: de terrastaks, leegstandstaks, de toeristentaks en de reclametaks. Dat is zondermeer rechtvaardig.

Maar het innen van nieuwe belastingen vraagt ook het heroriënteren van stadspersoneel. Als we alleen al kijken naar de Gentse leegstandstaks, die trouwens gedaald is de laatste jaren [6], dan zien we dat het leegstandsregister niet adequaat is. Leden van de buurtgroepering ‘Precaire Puzzel’ vulden bijvoorbeeld in één weekend de leegstandslijst aan 48 leegstaande woningen, voor de buurt Brugse Poort alleen, terwijl het stadsbestuur er 21 telde (bron: voorstelling werkgroep ‘wonen’ van de Precaire Puzzel op 10 november 2013 door Gregory Cremmerye).

Het gaat ook om leegstaande sociale woningen van de sociale woonmaatschappij WoninGent, die er vooral zijn door de renovatiepauze die opgelegd is door de Vlaamse overheid om zijn groeipad aan nieuwe sociale woningen vooreerst te kunnen betalen. De vraag is hoe men dus nieuwe (of oude slecht geïnde) taksen int, wetende dat er een tekort is, of een gebrekkige planning inzake beleidsuitvoerend werk. [7]

Er komen nieuwe belastingen op nachtwinkels (1.500 euro per jaar meer per winkel) en bouwplaatsen op de openbare weg. Echter, een aantal belastingverhogingen komt terecht bij groepen die er zich niet democratisch tegen kunnen verweren zoals de Pakistanen, Slovaken of Polen in nachtwinkels.

Die ‘sociale stijging’, die centraal staat in het bestuursakkoord voor deze groepen, bemoeilijken op de plaatsen van aankomst (zie Oosterlynck & Schillebeeckx, 2013; Sanders, 2010), lijkt een misrekening gezien het emancipatorische doel in het bestuursakkoord voor deze groepen met migratieachtergrond.

In de meerjarenplanning is ook de nieuwe studententaks opgenomen. De belasting op ‘tweede verblijven’ wordt verhoogd van 650 naar 1000 euro per jaar. Ook wordt de vrijstelling van de belasting op tweede verblijven vanaf 2015 geschrapt voor eigenaars van een gezinswoning waar studenten verblijven. Vergunde studentenkamers blijven vrijgesteld van belasting. Dit is zondermeer rechtvaardig. Ook de belastingen op banken en brandstofpompen gaan omhoog.

Investeringen voor de sociaalecologische stad

Met die besparingen in eigen rangen en nieuwe middelen voert Gent de komende vijf jaar met 465 miljoen euro, minder dan de 520 miljoen euro uit de vorige legislatuur, een nieuw beleid volgens het sociaalecologische bestuursakkoord.

Ten eerste is het opvallend dat het sociaal-culturele middenveld, armoedebestrijdingsorganisaties en de Gentse WMKJ-sector (jeugdwerk met maatschappelijk kwetsbare jongeren zoals vzw Jong, vzw Habbekrats en vzw ‘t Leebeekje) niet geraakt worden. Dat strookt zondermeer met het sociaalecologische bestuursakkoord gestut door het kartel.

Dat is enerzijds een boodschap van vertrouwen naar het Gentse middenveld toe, en anderzijds een garantie op een brede coalitie tussen beleid en middenveld. Met andere woorden, de banden van loyaliteit zorgen voor een brede inbedding voor de komende jaren, voor ideologische onderstutting en ook voor een klimaat van sociale vrede.

Toch wil dat niet zomaar zeggen dat er geen besparingen zijn. Bijvoorbeeld, de stad krijgt “nu” in 2013 van Vlaanderen 422.427,85 voor het jeugdwerk met maatschappelijk kwetsbare groepen. Vanaf 2014 wordt dit opgetrokken tot 980.587,75 euro. Gent financiert het jeugdwelzijnswerk vnl. met Stedenfondsmiddelen en de Vlaamse middelen voor het lokaal jeugdbeleid.

De bijkomende middelen vanaf 2014 investeert men eigenlijk niet in het jeugdwerk, omdat men de Stedenfondsmiddelen vermindert. Dit betekent dat vzw Jong, vzw Habbekrats en vzw ‘t Leebeekje dezelfde middelen krijgen, maar Jong Gent In Actie (jongeren armoede organisatie) en anderen blijven in de kou staan. Gent verwijst hen naar vzw Jong.

Ten tweede in overeenstemming met hoofdstuk 1 van het bestuursakkoord, staat armoedebestrijding centraal [8]. Waar het OCMW volgend jaar een budget krijgt van 83,2 miljoen euro, kent dat een groei tot 93,9 miljoen euro tegen 2019. Er komen ook 221 nieuwe jobs. Naast ouderenzorg, staat armoedebestrijding centraal.

En in overeenstemming met het bestuursakkoord wordt ingezet op de aanvullende steun met in totaal 250.000 euro per jaar en op activeringstrajecten (werkvoorziening).

Daarnaast voorziet het OCMW ook, om Gent ‘kindvriendelijk’ te houden, een investering van één miljoen euro om de kinderarmoede aan te pakken. Het OCMW gaat ook 20.000 euro steun verlenen in premies om mensen die in situaties van noodkoop zitten te ondersteunen.

Uit sociaal oogpunt zal niemand ontevreden zijn met de vaststelling dat prestigieuze bouwplannen achterwegen blijven. Wellicht kan dit geduid worden als een trendbreuk met de voorbije legislatuur.

Wat nog ontbreekt in dit plaatje is de enorme nood aan nieuwe woonexperimenten: meer transitwoningen, meer housing first- experimenten voor groepen in de marge van de samenleving en nieuwe migranten die nood hebben aan begeleiding, meer creatieve (en tijdelijke) invulling van sociale woningen.

De sociale woonnood is erg groot in Gent, met zijn geschiedenis van ‘sociaal passief’: laag-kwalitatieve woningen. Leg dat naast de stijgende huur- en koopprijzen op een sociale woningmarkt en je krijgt het gehele sociale woonnoodplaatje. Het is duidelijk dat de crisis- en nachtopvang geen antwoord vormen voor een duurzame integratie en sociale stijging.

Ten derde investeert Gent 8,4 miljoen euro in nieuwe stadsvernieuwingsprojecten aan de Dampoort, de Muide en Nieuw-Gent. Om de lopende projecten af te werken, zoals de Oude Dokken, Tondelier en de nieuwe wijk aan het Ottenstadion, is er 34 miljoen euro voorzien.

Als je dat geld naast het stadsvernieuwingsgeld legt van de vorige projecten ‘Zuurstof voor de Brugse Poort’ en ‘Bruggen naar Rabot’, zonder de Vlaamse middelen natuurlijk, dan zie je dat er heel wat minder geld is; terwijl het nu gaat om drie buurten (met gelijkaardige noden, behalve Nieuw Gent).

De ambities voor de nieuwe wijken zijn dus minder groot, wat veraf staat van het bestuursakkoord waar het allemaal meer moest, participatiever, duurzamer en socialer. Voor ‘Zuurstof voor de Brugse Poort’ en ‘Bruggen naar Rabot’ samen geeft dat publieke investeringen ca. 26.046.718,08 euro, waarvan het stadsaandeel 11.729.922,27 euro of ca. 45 procent voor twee wijken.

De bijkomende subsidies waren 14.316.795,81 euro of ca. 55 procent (waaronder toenmalige SIF-middelen, grootstedenbeleid federale overheid, Europa (doelstelling 2): grond- & pandenbeleid (84.777,18 euro) en het stadsvernieuwingsfonds (4.182.000 euro).

Blijft dat alleen al in de Brugse Poort, ook na het ‘afronden’ van het stadsvernieuwingsproject pas de echte noden duidelijk worden via de Precaire Puzzel die de precaire groepen, plaatsen en situaties in de schaduw in het licht stelden. De totaalinvesteringskost van in de voorbije stadsvernieuwingsprojecten (Ledeberg Leeft, Bruggen naar Rabot, Zuurstof Brugse Poort en de Dampoort) was 52 miljoen euro. [9]

Dat was nog zonder de aankoop van de Standaert-site voor Ledeberg die 1,3 miljoen euro kost, wat een goede zet was die nieuwe opportuniteiten biedt voor de buurtontwikkeling. [10] Met andere woorden (goed en gezond) koken kost geld.

Komt daarbovenop dat succesvolle stadsvernieuwingsprocessen afhankelijk zijn van bijkomende investeringen in kwalitatieve procesbegeleiding door professionelen. Kijken we maar naar het welslagen van het Pierkespark in de Brugse Poort of de site in het Rabot.

De zelfregeneratiegedachte waarop Ledeberg Leeft lang teerde, tot de aankoop van de Standaert-site door de stad kent weinig succes bij die groepen die het niet op zichzelf kunnen. Voor nieuwe migratiewijken zoals De Muide, maar zeker de Dampoortwijk, vraagt deze ervaring dus eerder een enorme meerinzet.

Ten vierde komt er vijftien miljoen euro vrij voor fietspaden en andere infrastructuur en per jaar vier miljoen extra voor onderhoud van wegen, pleinen en schoolomgevingen. Het is duidelijk dat schepen Watteeuw (Groen) doorgaat op het elan dat voor de besparingsronde circuleerde: concrete stappen vooruit zetten, ook in ‘symbolische dossiers’ zoals het weghalen van één rijstrook aan de Gentse Dampoort, de experimentele leefstraten, de kiss & ride-zone aan het Gentse Zuid en het (voorlopige) doorknippen van de Volderstraat.

En de nieuwe drive in mobiliteitskwesties is meer dan nodig. Zelfs de politie, bij monde van Dominique Van Den Eeckhaut, verkeerscoördinator bij de politie, had al gezegd dat “Wil Gent leefbaar blijven, dan moeten we meer gebruik maken van fiets en openbaar vervoer. Maar nog meer auto’s in het centrum, neen, dat gaat niet. (…) Meer verkeer kunnen we echt niet dulden, we zitten aan de grens van onze leefbaarheid. Gent is het slachtoffer geworden van zijn eigen succes en van zijn centrale ligging. De ondergrondse parkings in het centrum hebben een aanzuigeffect dat, zeker op drukke momenten, voor heel wat problemen zorgt.”

Met andere woorden: “er kan geen auto meer bij” [11]. De conclusies van de parkeerstudie klinken ook dramatisch: zo rijden er op piekmomenten in heel Gent 121.794 auto’s rond. Er zijn 121.652 parkeerplaatsen, die niet genoeg zijn om de parkeerdruk te doen dalen. De parkeerdruk in Gent gaat omhoog en zal blijven stijgen als het beleid niet wijzigt. [12]

Ten slotte is het belangrijk dat Gentse burgers en bedrijven klimaatneutraal worden. De transitie wordt ingezet, zo heet dat in het alomtegenwoordige transitiemanagement. Daarvoor zet het stadsbestuur 17 miljoen euro opzij, waarvan 6,6 miljoen voor het energiezuinig maken van woningen.

Al is dit zondermeer noodzakelijk, toch kunnen vragen gesteld worden over de verdeling van middelen en of die wel sociaalrechtvaardig zijn?

(1) Zoals al duidelijk werd in het ReGent-project (en het Kweek-project van Samenlevingsopbouw Gent), is er een immens Mattheuseffect op de ecologische opwaardering van woningen. Er valt weinig te lezen over het terugdringen van bestaande Mattheus-effecten: o.a. inzake premiebeleid.

(2) Dat de grootste CO2-uitstoot komt van de industrie en bedrijfswereld, verklaart technisch waarom dat geld voor transitie in zo’n grote mate naar bedrijven gaat [13].

Maar is dat rechtvaardig terwijl de prijs voor de vuilniszakken (de laagste transitiedrempel) stijgt; ergens toch een basistransitie? ArcelorMittal is één van de voornaamste verantwoordelijken in de Gentse Kanaalzone voor de uitstoot van fijnstof (tussen 2008 en 2011 anderhalf miljoen ton fijnstof en tot 10 procent van de concentraties) [14].

Kunnen we dergelijke actoren niet beter zwaarder belasten, via bijvoorbeeld hogere belasting op motoren en vestigingsbelasting, dan belonen? Waarom blijven dit soort belastingen uit het begrotingsplaatje? De economie krijgt zijn deel van de koek onder het startersbeleid dat stijgt van 2 naar 3,5 miljoen euro en er wordt ook één miljoen euro voorzien “om Gent verder te ontwikkelen als biotoop voor creatieve en innovatieve bedrijven”. We zien hier de Open VLD haar stempel drukken.

Had men trouwens dit deel van het transitiegeld niet beter verder in het verbeteren van het publiek patrimonium gestopt, waar de energiekosten de laatste tien jaar verdubbeld zijn tot 8 miljoen euro? [15]

Toegegeven, het energieverbruik en de CO2-uitstoot dalen in Gent (eigen patrimonium): er werd 3,26 procent minder elektriciteit en gas verbruikt dan in 2003. De ambitie om tegen 2013 tien procent minder energie te verbruiken, is nog moeilijk haalbaar, terwijl men al een nieuw plan heeft om tegen 2018 het energieverbruik met nog eens vijftien procent te laten dalen.

Wat betreft de CO2-uitstoot is de ambitie er zeker met de Gentse klimaatcoalitie de uitstoot te doen dalen. Maar, nieuwe (autogerichte) projecten staan op til die dit zullen bemoeilijken, zoals het nieuwe outletcenter op ‘The Loop’ van Banimmo dat tegen 2016 moet klaar zijn, met 3.000 nieuwe parkeerplaatsen en tussen de 1 en de 3 miljoen bezoekers per jaar.

Ook de Oude Dokken worden ontwikkeld: aan het Dampoortkruispunt zal dat heel wat nieuw autoverkeer aantrekken, net zoals de Ghelamco-arena (het nieuwe AA Gent-voetbalstadion). Dat brengt ons bij het laatste punt.

Schulden buiten het begrotingsplaatje

Al lijkt dat het hele verhaal de laatste dagen toch is dit niet het einde van het verhaal. Er zijn heel wat verborgen kosten en schulden en investeringskeuzes die men graag buiten het verhaal houdt.

De stad heeft samen met TMVW een aantal constructies opgezet die ervoor zorgen dat een aanzienlijk deel van de schulden van de stad buiten de begroting gehouden worden. Hoezo?

Neem de Ghelamco-arena. In opdracht van de stad heeft TMVW een aanzienlijk bedrag van 18 miljoen euro geïnvesteerd in de nieuwe sporttempel in Gent: één miljoen euro voor een pakket aandelen, 5,5 miljoen euro via een lening aan de club en 12 miljoen euro voor 7.500 vierkante meter kantoor- en opslagruimte in het stadion. Die laatste investering doet de wenkbrauwen fronsen, zeker omdat TMVW-topman Luc Modderie vergeten was dat TMVW ze had gedaan. [16]

Hoewel schepen van Financiën Christophe Peeters (Open VLD) de opgezette constructie afdoet als een deal die tot stand kwam tussen de watermaatschappij en aannemer Ghelamco, is het duidelijk dat (minstens een aanzienlijk deel van) deze investering er kwam op uitdrukkelijke vraag van de stad.

TMVW is immers een dienstverlenende organisatie die slechts commerciële stappen zet in opdracht van de stad. De stad van haar kant wou namelijk een polyvalente zaal en een schietstand onderbrengen in het stadion, ter waarde van 5,4 miljoen euro (van de 12,1 miljoen euro).

Van dat plan is ondertussen afgestapt, maar voor de ruimtes is ondertussen al een nieuwe bestemming gevonden: het nieuwe erfgoeddepot zal er ondergebracht worden. Jaarlijkse kostprijs: 500.000 euro (volgens de middelen voorzien in het cultuurbudget).

TMVW voert dus investeringen uit voor de stad (aankoop van opslagruimtes), waar de stad dan jaarlijks een bijdrage voor betaalt. Het voordeel van dergelijke constructies is dat TMVW geen BTW dient te betalen op deze investeringen, op voorwaarde dat zij ook instaat voor de exploitatie van die ruimtes. [17]

Uitbesteden van investeringen naar TMVW heeft voor de stad dus het grote voordeel dat zij 21 procent minder betaalt op exact dezelfde investering. Maar, en daar zit de angel, ze geeft op hetzelfde moment ook de dagelijkse werking volledig uit handen. Zoals Peeters zei in De Tijd rijmt dit met een liberale visie op overheid: small government. [18]

Maar dat ook de nodige kosten én risico’s met zich meebrengt.

De stad kan op deze manier de investering wel uit haar begroting halen, maar in ruil moet er natuurlijk jaarlijks een fiks bedrag op tafel gelegd worden voor de huur, waarin onder andere ook de interest van de financiering door TMVW in opgenomen is en de beheerskosten. Uiteraard, want TMVW doet dit alles natuurlijk niet voor niets … Bovendien zal TMVW steeds alle kosten doorrekenen aan de stad en verbindt de stad zich op lange termijn aan TMVW. Bovendien stapt men niet zomaar uit een dergelijke constructie.

Maar daar stopt het niet. Ook aan de rest van de investering blijven risico’s verbonden. Hoewel de investering wordt gedaan door TMVW blijft Gent wel zitten met de risico’s. Als TMVW namelijk niet in staat is om de ruimtes in te vullen (gekocht met de resterende 6,7 miljoen euro), dan moet de stad daarvoor een bedrag van 1 miljoen euro betalen [19]. Niet investeren en toch de risico’s nemen, men moet het maar kunnen.

Zonder aan doemdenken te doen, kunnen we scenario’s bedenken waarbij de stad in slechte papieren kan terechtkomen. Wat als TMVW bij een verslechterend economisch klimaat de commerciële ruimtes niet verhuurd krijgt? Wat ingeval de rente stijgt? Wat als de ruling met de belastingen voor een belastingvrije exploitatie door TMVW in 2016 niet verlengd wordt?

Ook bij de exploitatie horen we soms verhalen die ons de wenkbrauwen doen fronsen. De stad pompt dus, met middelen uit het departement cultuur, 500.000 euro per jaar in het stadion voor huur van de ruimtes voor het erfgoeddepot. Men zou dan ook een geste t.a.v. deze sector mogen verwachten. Niet dus.

Toen Demos er een studiedag rond sportparticipatie wou organiseren, zou haar dit 3.000 euro kosten en 60 euro per deelnemer voor koffie en water. Heeft de stad dan bij Ghelamco en AA Gent niet afgedwongen dat de gemeenschap in de tempel der tempels activiteiten kan organiseren zonder dat er commerciële prijzen worden gehanteerd?

“Het kan toch niet de bedoeling zijn dat hier kaartclubs komen vergaderen”, zo klinkt het daar. Gelukkig scoort het Ghelamco-restaurant meteen met chefkok Danny Horseele, die twee Michelin-sterren scoorde en het Ghelamco-restaurant uitbaat op niveau. Dixit de voorzitter van AA Gent: “AA Gent heeft zo’n restaurant nodig voor de zakelijke uitstraling”.

Conclusie

In een besparingslogica als kunst van het mogelijke brengt Gent het er ‘goed’ vanaf. Er zijn nog heel wat onduidelijkheden in het gehele begrotingsplaatje. Dit is en blijft een besparingsronde met onaangename beslissingen.

Niemand van de Gentse beleidsmakers ontkent dat. Het sociale en culturele middenveld en vooral de WMKJ-sector (VZW Jong) komen er érg goed vanaf. Dat is vanuit het perspectief van de bestuurders een duidelijke boodschap vanuit de stad dat deze organisaties belangrijk zijn en een plaats krijgen in het bestuurlijk plaatje.

Bovendien zijn er wel degelijk ecologische en sociale keuzes gemaakt die in overeenstemming zijn met het bestuursakkoord; en die andere keuzes aantonen dan het Antwerpse stadsbestuur.

Toch is het niet allemaal rozengeur en maneschijn in het progressieve Gent. Als geld – en dus ook een begrotingsplaatje – een reflectie is van een set sociale relaties en machtsverhoudingen, dan zien we niet écht een ‘fundamentele omwenteling’ ontstaan.

Het pad van ‘politiek als de kunst van het onmogelijke’ door op zoek te gaan naar nieuwe evenwichten voorbij het status quo, waarbij machtsverhoudingen ook financieel gereflecteerd worden in een begrotingsplaatje, is niet echt bewandeld. Er blijven heel wat verborgen kosten en onduidelijkheden.

De stad Gent doorstaat de test zondermeer wanneer we richting Antwerpen kijken. Dat moet niet leiden tot een blind optimisme waarbij er geen ruimte is.

Herman Peeters, Pascal Debruyne en Dominique Willaert

Herman Peeters is stafmedewerker bij ACW-Gent-Eeklo; Pascal Debruyne is als onderzoeker verbonden aan de UGent en Dominique Willaert is artistiek leider van Victoria Deluxe in Gent.

Voetnoten

[1] http://www.anneliesstorms.be/deploy/wp-content/uploads/2012/09/111219-toespraak-begroting-20121.pdf

[2] http://www.demorgen.be/dm/nl/3324/Financiele-crisis/article/detail/1000728/2009/09/23/Gent-zegt-neen-tegen-kapitaalverhoging-Gemeentelijke-Holding.dhtml

[3] http://yasminekherbache.wordpress.com/2013/11/12/antwerpen-snoeit-zes-keer-harder-in-dienstverlening-dan-gent/

[4] http://www.nieuwsblad.be/article/detail.aspx?articleid=DMF20130604_00610476

[5] http://www.tijd.be/nieuws/politiek_economie_belgie/Hoge_Raad_Financien_wordt_scheidsrechter_in_begrotingsspel.9429856-3136.art

[6] De Vlaamse gewestbelasting op leegstand waarop de stad Gent opcentiemen heft is verdwenen. Nu rest er enkel de Gentse leegstandtaks.

[7] http://precairepuzzel.blogspot.be/2012/05/actie-tegen-leegstand-in-de-pers.html

[8] http://www.nieuwsblad.be/article/detail.aspx?articleid=dmf20131113_00837173&_section=63048480&utm_source=nieuwsblad&utm_medium=newsletter&utm_campaign=regio-nb

[9] http://www.anneliesstorms.be/deploy/wp-content/uploads/2012/09/111219-toespraak-begroting-20121.pdf

[10] http://www.nieuwsblad.be/article/detail.aspx?articleid=DMF20131011_027

http://www.nieuwsblad.be/article/detail.aspx?articleid=BLMVA_20131115_001

[11] http://www.nieuwsblad.be/article/detail.aspx?articleid=CE3M6KCC

[12] http://www.nieuwsblad.be/article/detail.aspx?articleid=dmf20130930_024

[13] Voor studies over CO2-uitstoot in Gent, zie: Gentse klimaatcoalitie.

[14] http://www.mo.be/artikel/europese-klimaatfraude-brengt-gezondheid-gentse-jongeren-gevaar

[15] http://www.nieuwsblad.be/article/detail.aspx?articleid=DMF20130114_00432961

[16] http://www.demorgen.be/dm/nl/996/Economie/article/detail/1736286/2013/11/06/Formele-beslissing-12-miljoen-voor-Ghelamco-Arena-in-oktober-genomen.dhtml

[17] De voorwaarde voor een belastingsvrije investering bij een eigen exploitatie voor TMVW werd bedongen in een ‘ruling’ met de belastingsinspectie tot 2016. Maar wat daarna?

[18] http://www.tijd.be/opinie/analyse/Met_zijn_investering_in_de_nieuwe_voetbaltempel_doet_Gent_wat_een_overheid_moet_doen.9375859-2336.art

[19] Webpagina Christophe Peeters

take down
the paywall
steun ons nu!