De kracht van tuinen
Voedsel -

De kracht van tuinen

dinsdag 16 oktober 2012 15:41
Spread the love

Privé-tuinen leveren ongetwijfeld een bijdrage aan de publieke gezondheid, de biodiversiteit, voedselsoevereiniteit, mildering van klimaatverandering en andere diensten. Helaas zijn privé-tuinen voorlopig één van de minst onderzochte categorieën van landgebruik, verscholen als ze zitten achter de gevels van de stedelijke en residentiële ontwikkeling. Het gevolg is dat er geen aparte aandacht voor is bij de opmaak van ruimtelijke ordening en sociaal-economisch- en milieubeleid. Onderzoek aan de KUL wijst op het potentieel van het ‘tuinen-complex’.

In het boek ‘The powerfull garden’ (2011) gaan KUL-medewerkers Dewaelheyns, Gulinck en Bomans dieper in op de verschillende functies die tuinen vervullen. Het boek baseert zich ondermeer op hun onderzoek in opdracht van de Vlaamse Milieumaatschappij in 2007 naar de grootte-ordes van inputs- en outputs in en uit tuinen. Aan de input-zijde gaat het dan over water, compost, energie, dierenvoer, meststoffen … en aan de output-zijde over gazonmaaisel, compost, water, snoeihout, groenten, fruit … Inzamelen van data gebeurde via een internet-enquete, veldbezoeken en statistische data.

In dit artikel beschrijven we de vaststellingen omtrent de voedselproductie in het ‘tuinen-complex’ Vlaanderen. Bijkomende data werden verzameld voor de stadsregio Leuven in het kader van het project Leuvense Voedselstrategie.

De naakte cijfers

Voor Vlaanderen wordt de oppervlakte tuin geschat op 13% van de totale oppervlakte: dit zijn de privétuinen maar ook een gedeelte van het openbaar groen. Beperkt tot de privétuinen aansluitend bij woningen hebben we het over 8 à 9 % van de oppervlakte. Ruim acht op de tien woonsten (84%) heeft een tuin. Het grootste deel ervan is gazon: aanwezig in 99 % van de tuinen. In de meeste gevallen neemt het gazon meer van 50% van de totale tuin in beslag.

In 42 % van de onderzochte tuinen is een moestuin aanwezig. Als algemeen cijfer geldt dat 72% van de tuineigenaars één of andere productie heeft van voeding die bedoeld is voor de directe consumptie. Naast groenten gaat het om fruit, noten, eieren, vlees …

Vanwege een veranderde cultuur van het huizenbezit werden huis en tuin meer dan ooit consumptieobjecten, eerder dan instrumenten van zelfvoorziening zoals weleer. Toch is het belang van voedselproductie bij ons nog relatief hoog in vergelijking met bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk. In ‘The garden complex’ staan de resultaten van een onderzoek in 5 Engelse steden, waaruit blijkt dat in slechts 20 % van de Engelse tuinen aan voedselproductie wordt gedaan. Voor Vlaanderen ligt dat cijfer dus veel hoger, alhoewel er enig voorbehoud is in de vergelijking omdat de dataverzameling niet op dezelfde manier is gebeurd.

Voor het vervolg van dit artikel verwijzen we naar de publicatie op http://www.voedselteams.be/blog/de-kracht-van-tuinen. Vanwege enkele tabellen was helemaal overzetten op DWM iets moeilijker.

take down
the paywall
steun ons nu!