De illusie van macht
Analyse, Politiek, België - Dimitri Van den Meerssche

De illusie van macht

De indruk bestaat dat de verkiezingen grote veranderingen teweeg hebben gebracht. Klopt dat wel? "De nationale machtserosie is geen oorzaak van de hedendaagse politieke orde, maar slechts één van de effecten van de haast metafysische verandering die onze maatschappij de voorbije decennia heeft ondergaan onder de druk van globalisering. Over die verandering hebben we echter nooit gestemd."

dinsdag 27 mei 2014 12:50
Spread the love

Verandering
voor vooruitgang”
. Dat is de overwinningsleuze van deze
verkiezingen. Waar die nieuwe stemmen vandaan komen is niet van het
grootste belang. In bijna elk verkiezingskanton in Vlaanderen is N-VA
de grootste partij, een simpel feit dat elke democratische
meerderheid buiten de N-VA om een zure bijsmaak zou geven. Terwijl er
langs rechterzijde schuimbekkend wordt verlangd naar de rechtsomkeer
richting vooruitgang, laveert progressief België tussen angst,
teleurstelling en de voorbereidingstaken voor vijf jaar verzet. De
(sociale) media worden overspoeld door vreugdekreten en
woede-uitbarstingen. Plots leven we opnieuw allen samen in een
politiek kneedbare waanwereld, een zeepbel van mediahypnose. We
juichen, schreeuwen, kreunen, fronsen en knielen aan de muren van de
macht. Maar het is al lang niet meer in onze oude stoffige
parlementaire kamers dat de werkelijke macht huist.

De
politieke capaciteit van de N-VA (en elke andere politieke partij of
alliantie) is niet in de eerste plaats beperkt door de nood aan
politieke partners of het verzet vanuit een progressief
middenveld. Het is door de beperkingen die opgelegd worden vanuit een
ideologisch homogeen college van internationale organisaties, een
economische realiteit van horizontale productielijnen en een
versnellende integratie van soevereine staten in een ondemocratische
internationale machtsstructuur, dat de macht van elke nationale
politieke institutie in de hedendaagse context van globalisering is
gereduceerd tot een niveau dat nauwelijks de folklore overstijgt. In
de huidige kamers van de macht is deze overwinning van N-VA zelfs geen
punt van bespreking (of misschien smalend, tijdens de
lunch).

Wat
de N-VA kan, is morrelen aan de woonbonus (of dreigt dan de
vastgoedcrisis?). De N-VA kan heel misschien ook hele kleine
aanpassingen aanbrengen aan de werkloosheidsuitkeringen van een heel
klein deel van de gerechtigden. En waarschijnlijk zal het
gesubsidieerde bestaan van cultureel Vlaanderen niet welvaren bij vijf
jaar N-VA. De teleurstelling bij de jonge gezinnen die moeite hebben
met het financieren van hun eerste woning, de werklozen die zich in
een ongelukkige categorie bevinden en hun uitkering zien eroderen of
de kunstenaar die zonder overheidsmiddelen niet kan werken, moet
uiteraard betreurd worden. Maar zijn we echt tevreden bij de diepte
en ideologische relevantie van dit politieke discours?

Het grote vermogen

Laat ons eens denken aan alles wat vandaag niet meer kan.

Geen
enkele politieke partij kan sociale- of milieuwetgeving invoeren
tegen het belang van eender welke multinational van een land waarmee
we een bilateraal investeringsverdrag hebben. Nog even wachten en dan
komt het trans-Atlantische investeringsverdrag dat de beleidsgrip van
de nationale overheid op de internationale onderneming verder zal
uithollen. Die grip is dan in handen van de internationale tribunalen
voor investeringsarbitrage.

Geen
enkele politieke partij kan beslissen wat op de Belgische markt
verkocht kan worden, zelfs niet de sportschoenen gemaakt door
kinderen in Nepal of de iPads die voor minstens 1 procent gemaakt zijn door
iemand die zichzelf uiteindelijk van een gebouw heeft geworpen uit
totale ellende. Over internationale handel hebben we niets meer te
zeggen. Die macht huist bij de Wereldhandelsorganisatie.

Geen
enkele politieke partij heeft vat op de ongrijpbare grote vermogens,
die vaak voor een substantieel deel gegenereerd worden door het
internaliseren van de positieve externaliteiten van publieke
voorzieningen en het externaliseren van sociale kosten. In een
internationaal klimaat van onbestaande transactiekosten zal het
kapitaal altijd vloeien naar degene die er niet aan raakt. De macht
over het grote vermogen huist bij het grote vermogen zelf.

Geen
enkele politieke partij kan verhinderen dat economische productie
verschuift naar de plekken waar ze gepaard kan gaan met sociale
perversiteit en de vernietiging van leefomgeving. De snelste weg naar
meer economische productie vandaag is sociale degradatie. Bovendien
zou geen enkele politieke partij de migratiegolf die het gevolg is
van die fenomenen kunnen opvangen buiten het Europese Schengenregime
om.

Schieten op een schim

In
eender welke coalitie zal onze overheid geen macht hebben over de
fiscale bijdrage van de grote vermogens of de sociale
verantwoordelijk van grote ondernemingen; noch over monetair beleid
en inflatiebestrijding; noch over een sociaal verantwoord
internationaal handelsbeleid; noch over de oorzaak of de regionale
aanpak van migratie. We leven in een institutionele structuur waar
globale productie en handel niet gereguleerd maar gefaciliteerd
worden door globale instituties, zoals het IMF, de Wereldbank en de
Wereldhandelsorganisatie. Dit gaat ten koste van de nationale
soevereiniteit.

Het
rijk waarin we vandaag leven is niet het Belgische Rijk, maar het
rijk van Antonio Negri en Michael Hardt: onze staat is het politieke
subject dat niet meer kan dan het faciliteren van een postsoevereine
globale orde, gekarakteriseerd door globale markten en globale
productielijnen. Dit rijk is niet bewoond door burgers, maar door
producenten en consumenten. Vooruitgang in dit rijk is geen welzijn,
maar winst. De nationale machtserosie is geen oorzaak van de
hedendaagse politieke orde, maar slechts één van de effecten van de
haast metafysische verandering die onze maatschappij de voorbije
decennia heeft ondergaan onder de druk van globalisering. Over die
verandering hebben we echter nooit gestemd.

De
enorme opkomst van het nationalisme in Vlaanderen oogt beangstigend.
Een grote mensenmassa die zwaait met dezelfde vlag, pronkt met
dezelfde tekens en volgzaam buigt voor de retoriek van dezelfde
demagoog, die zal zelden mooie en warme dingen verwezenlijken. Maar
het is nog veel beangstigender te beseffen dat de kritiek op N-VA niet
meer is dan schieten op een schim. En een volk dat niet begrijpt wie
de macht bezit, kan die macht ook niet bekampen in het geval van
onrechtvaardigheid. De maatschappelijke hysterie van de voorbije
weken naar aanleiding van de Vlaamse en Belgische verkiezingen,
bewijst maar al te goed dat we het niet begrijpen.

In
de schitterende film Network van 1976 oreert zakenman
Arthur Jensen: “We no longer live in a world of nations and
ideologies. The world is a college of
corporations, inexorably determined by the immutable by-laws of
business”.
 Bijna veertig jaar later
hebben we het nog steeds niet begrepen en is de macht van de bedoelde
ondemocratische structuren enkel toegenomen. Het is op dat niveau dat
verzet zich zou moeten bevinden, en niet gericht tegen de
campagnewagen van Ben Weyts.

Dimitri
Van den Meerssche is
net afgestudeerd als jurist aan New York University School of Law.
Hij
is
fellow van de Belgian American Educational Foundation.

take down
the paywall
steun ons nu!