De ideeënstrijd: waarom taal belangrijk is

De ideeënstrijd: waarom taal belangrijk is

vrijdag 20 november 2015 00:03
Spread the love

Vorige week vonden in Parijs en Beiroet aanslagen plaats die uitblonken in trieste wreedheid. Helaas zou de geschiedenis wel eens kunnen oordelen dat die gebeurtenissen een kantelmoment waren. Al vijftien jaar bevinden we ons in een ‘war on terror’, maar omdat die uitgevochten werd in het Midden-Oosten was amper iemand zich daarvan bewust. Dat is nu anders: er heerst een angstklimaat. De Franse president riep de noodtoestand uit, sloot de grenzen (in retoriek, niet in praktijk) en verklaarde dat zijn land ‘in oorlog was’. Zijn missie: het ‘terrorisme uitroeien’.

Die reactie is enorm problematisch. Zoals David Van Reybrouck al meteen opmerkte, maakt Hollande dezelfde fout als George W. Bush na 9/11: sterke oorlogsretoriek hanteren, waardoor je verplicht bent ‘kordaat’ te handelen. Door op gruwel te reageren met nog meer gruwel (o.a. een vergeldingsactie op Raqqa, waarbij tientallen doden vielen), loopt hij met open ogen in de val. Met de oorlogsretoriek die Hollande hanteert, werkt hij gretig mee aan een zorgwekkende verruwing van het maatschappelijk debat. De geesten worden klaargestoomd voor verregaande ‘veiligheidsmaatregelen’, waaronder ook het verbieden van grote manifestaties zoals de Climate Express. Een vraag stelt zich: is dit het Europa waar we naartoe willen?

De ideeënstrijd

Dat het net een socialistische president is die deze retoriek hanteert, spreekt boekdelen. We leven in een tijd die meent onideologisch te zijn en nog nooit was het geloof zo sterk dat er objectieve antwoorden bestaan voor elk probleem. De reactie van Hollande wordt in de media geportreteerd als een ‘no nonsense’ en ‘common sense’ aanpak waarbij komaf gemaakt wordt met ‘tijdsverspillende’ discussies. Een beangstigend feit: retorisch geweld wordt geaccepteerd en als een normale reactie voorgesteld, democratisch debat en reflectie worden voorgesteld als ‘zwak’ en ‘tijdsrovend’. Als we onze kritische bril opzetten, wordt al snel duidelijk dat Hollande’s uitspraken allesbehalve neutraal zijn, maar door-en-door politiek.

Er bestaat niet zoiets als een ideologie-loze wereld: het is inherent aan de mens om na te denken over hoe we het best zouden leven. Ideeën sturen ons handelen en bepalen dus voor een groot stuk hoe de wereld er rondom ons uitziet. Er is een permanente ideeënstrijd aan de gang, met als inzet de waarden die we als samenleving accepteren. Ideologie is daarom essentieel om te begrijpen hoe onze samenleving in elkaar zit, hoe ze verandert en waarom. Dat is iets wat extreem-rechts erg goed begrijpt: partijen zoals Vlaams Belang en Front National eigenen zich al meer dan dertig jaar essentiële Verlichtingswaarden toe (zoals vrijheid en solidariteit), om ze dan volledig van hun inhoud te ontdoen. Op die manier is het mogelijk om ‘Eigen volk eerst!’ te scanderen en tegelijkertijd te zeggen vrijheid en solidariteit hoog in het vaandel te dragen.

Daarom is het mogelijk voor een socialistische president om zo’n geweldadig discours te hanteren: zijn kleur is rood, maar zijn ideologie niet. Met zijn speech sloeg Hollande de weg in van een uiterst rechts wereldbeeld, waarbij mensenrechten voorwaardelijk zijn en ‘de ander’ (in dit geval: immigranten en moslims) de oorzaak zijn van alle problemen. Ideologisch is dit een capitulatie: door een (extreem-)rechts discours over te nemen, geeft hij zijn tegenstanders gelijk. Daarmee is het debat beslecht en wordt retorisch geweld ‘normaal’. De daarmee verbonden ideeën (‘de grenzen moeten dicht!’, ‘alle moslims uit het land!’, …) worden dan ook een stuk acceptabeler, want ze zijn de logische conclusie van het gehanteerde taalgebruik. Ookal bedoelt de spreker dat niet zo, door zich in die ideologische denkwijze in te schrijven, schenkt hij het legitimiteit en werkt hij die ideeën in de hand. Hollande werkt dus geweld in de hand, in plaats van de vrijheid te vrijwaren en vrede te herstellen.

What is to be done?

Taal is alles. De manier waarop we het gebruiken zegt veel over hoe we denken en hoe we willen dat anderen denken: zowel met wat we wel als niet zeggen (zie o.a. hoe de aanslagen in Beiroet eerst volledig vergeten werden). Door het taalgebruik van politici aandachtig te bekijken, kunnen we erg veel te weten komen over hun intenties en ideeën. Daarom was Hollande’s speech gevaarlijk en verwerpelijk: door zijn woorden zijn mensen banger geworden en is de wereld onveiliger geworden. Dit betekent echter ook dat zijn woorden gecounterd kunnen worden. Een geweldadig discours dat mensen ontmenselijkt, wordt niet bestreden met meer geweld maar met menselijkheid en solidariteit. We hebben geen nood aan meer ‘veiligheid’, wat eerder wijst op instabiliteit en de inperking van mensenrechten. Waar we wel nood aan hebben, is meer democratie, een einde aan geweld en de sociale en economische ongelijkheid die aan de oorsprong liggen. Een vrij, gelijk en democratisch Europa.

Hoe kunnen we dat bereiken? Voor woorden in daden omgezet kunnen worden, moeten er woorden zijn. Daarom moeten we ons volop storten in de ideeënstrijd die gaande is. Leugens moeten ontmaskerd worden, idealen moeten terug een positieve invulling krijgen. Die boodschap moet verspreid worden door ons te organiseren en de straat op te trekken, als waren we een megafoon die steeds luider roept. Er is nog een lange weg te gaan, maar de strijd is alles behalve gestreden.

take down
the paywall
steun ons nu!