De hautaine nonchalance van het negationisme (De zaak Bart De Wever versus Pierre Mertens)
Opinie, Nieuws, België, , Bart de wever, N-VA, Jodenvervolging, Negationisme, Pierre Mertens, Laster en eerrroof, SOMA, Politiek misbruik van het verleden, Hugo Franssen, Dossier N-VA - Hugo Franssen

De hautaine nonchalance van het negationisme (De zaak Bart De Wever versus Pierre Mertens)

Het staat in de Vlaamse kranten: dat het Oostenrijkse stadje Amstetten woensdag het ereburgerschap van Adolf Hitler na een emotioneel debat heeft ingetrokken. Omgekeerd valt er maar weinig te lezen over de rechtsgang, ook woensdag, in het geding van N-VA-voorzitter Bart De Wever tegen Pierre Mertens, de éminence grise van de Franstalige letteren in België. En dat weinige zit nog scheef ook.

donderdag 26 mei 2011 15:25
Spread the love

Beurskrant De Tijd vindt het “alle fatsoen voorbij” dat De Wever een negationist genoemd wordt. En Knack titelt: “Pierre Mertens wil afrekenen met Bart De Wever voor hof van assisen”. Het omgekeerde is waar: het is De Wever die een strafprocedure voert tegen de schrijver omdat die bepaalde uitspraken van hem negationistisch noemde.

“Laster en eerroof”, beweert de voorzitter van de grootste Vlaamse partij, die ooit in zijn column cynisch uitriep: “U weet dat ik een nazi ben in het diepst van mijn gedachten”. (1)  En dus moet de schrijver voor de rechter verschijnen.

De splinter in het Oostenrijkse oog en de balk in het Vlaamse?

Woensdag werd de zitting tot 13 december verdaagd. De raadkamer wenst met dat uitstel de advocaten van de twee partijen de gelegenheid te geven langer te kunnen pleiten, met getuigen en stukken.

Het is ook niet niks: Pierre Mertens is niet alleen een schrijver met hoog Nobelprijsgehalte, hij is ook emeritus van de ULB na een professoraat internationaal recht. Zijn specialiteit: oorlogsmisdaden, de rechten van de mens in conflictsituaties.

Hij is in deze een internationaal gerenommeerde wetenschappelijke autoriteit. Dat zo iemand een politiek leider van negationisme beschuldigt, is toch een feit van betekenis? De tv-journaals van de RTL en de RTBF besteedden woensdag dan ook veel aandacht aan de rechtszaak. Maar de VRT en VTM zwegen in de Vlaamse taal: Pierre Mertens is toch een Franstalige, wat gaat ons dat aan?

Rechts, het gevecht om een woord en om de geschiedenis

Het negationisme dat De Wever wordt aangewreven, slaat op een concreet gegeven: de Jodenvervolging in Antwerpen. Daarover hebben talrijke studies en boeken van historici, o.a. het monumentale rapport Gewillig België (2007) dat in opdracht van de Belgische regering is opgesteld door het Studie- en Documentatiecentrum Oorlog en Hedendaagse Maatschappij (SOMA), onomstotelijk aangegeven hoe groot de fatale verantwoordelijkheid was van de Vlaamse beweging, maar ook van het ‘neutrale’ gemeentebestuur van Antwerpen, met name bij de Jodenrazzia’s in de zomer van 1942. Daar waren ambtenaren en de politie van de stad actief bij betrokken.

Toen burgemeester Patrick Janssens (SP.A) daarvoor verontschuldigingen van de stad aanbood, vond De Wever dat ‘opportunistisch’ en ‘gratuit’. En verder: “Waarom worden er nu excuses aangeboden, zestig jaar later? Ze worden misbruikt voor actuele redenen: het bestrijden van het Vlaams Belang. (…) De bestuurders moesten onder moeilijke omstandigheden beslissingen nemen. Ik vind het niet zo moedig nu naar die mensen na te trappen (…) Niet alleen Patrick Janssens en andere partijen misbruiken de Holocaust, ook de Joodse gemeenschap en Israël doen dat.”

Over deze concrete uitspraken schreef Pierre Mertens in Le Monde en Knack dat ze negationistisch zijn.

Er is in deze alvast een merkwaardige parallel. En wel met Karel Dillen. In het Vlaams Blok-partijblad van februari 1995 schreef die een artikel over de wet op het negationisme onder de titel ‘Politieke uitbuiters’.

Dillen betuigt er om te beginnen “ons diep medeleven met de verschrikkelijke tragedie welke de Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog is overkomen”. Let wel, het is niet zo dat Dillen hier de historici bijtreedt. Wélke tragedie, de omvang en de verantwoordelijken ervan … hij laat het allemaal in het midden.

En daarna veegt hij ieder die leden van zijn partij met negationisme in verband durft te brengen, de mantel uit: “Wij kunnen slechts onze verachting uiten voor dit stel rekels uit Vlaanderen en elders die zich op een schandelijke, ja weerzinwekkende wijze te buiten gaan aan een politiek misbruik van het onnoemelijk leed der Joden om een politieke partij – het Vlaams Blok – aan te vallen en in een kwaad daglicht te stellen. Zij horen aan de schandpaal. Ik klaag derhalve scherp de politieke hyena’s van de linkerzijde en van de beschaamde rechterzijde én hun soortgenoten van de mediawereld aan.”

Het is het hautaine ressentiment van de verstokte Vlaamse rechtsmarcheerders die het bij het eigen gelijk van toen houden. Wie daar anders over denkt krijgt het stempel van politieke uitbuiter

“In Vlaanderen heerste lang na de oorlog een mythe die de collaboratie van de Vlaamse beweging minimaliseerde of goedpraatte als een daad van nobel idealisme.” Dat schrijft Rudi Van Doorslaer, de directeur van het SOMA. (2) Gelukkig is die mythe door het werk van historici stilaan ondergraven en is het tijdsbeeld over de oorlogsjaren veranderd.

Lieven Saerens heeft in zijn boeken Vreemdelingen in een wereldstad (2000) en De Jodenjagers van de Vlaamse SS (2008) alvast het Antwerpse collaboratieverleden boven gespit. Hij schraapte een halve eeuw schimmel van een slecht Vlaams geweten.

Maar de leider van de grootste Vlaamse partij, die afwezig was op de rechtszitting van woensdag, wenst daar niks mee te doen. Hij kijkt liever door zijn bewasemde achteruitkijkspiegel naar zijn Vlaanderen. “De huifkarren worden in een cirkel geplaatst en de verongelijkten verschansen zich.” (3)

“Ik heb niet lichtzinnig over negationisme gesproken”

Dat zei Pierre Mertens bij het verlaten van de raadszaal. Er wordt in deze zaak nogal wat mist gespuid over de inhoud van het woord ‘negationisme’. Het begrip wordt dan verengd tot het ‘ontkennen’ van de gaskamers of van de naziconcentratiekampen.

Ten onrechte. De Belgische wet van 23 maart 1995 tegen het negationisme stipuleert klaar en duidelijk dat het niet alleen gaat over het ontkennen, maar ook over het minimaliseren, afzwakken, banaliseren en goedpraten ervan.

In dat licht is het epitheton ‘negationistisch’ voor de uitspraken van De Wever accuraat. Niet voor niks houdt specialist Pierre Mertens voet bij stuk.

Maar De Wever blijft koppig genoegdoening eisen, zowel civielrechterlijk als strafrechtelijk. Het kamp van De Wever maakt zich sterk dat het tientallen getuigen uit de Joodse gemeenschap van Antwerpen kan laten getuigen “die zeer goed weten dat hij de Holocaust niet ontkent”. (4) Alsof iemand dat ooit zou beweerd hebben.

Pierre Mertens zei op het persmoment na de zitting: “Elke burger in het land heeft het recht correct te weten wat negationisme is. Deze wet heeft het niet alleen over de totale ontkenning, maar ook over de onderwaardering van de feiten van de Holocaust.”

De schrijver wees erop dat hij nooit op de man heeft gespeeld: “Ik heb hem niet persoonlijk willen schaden, zoals hij beweert. Ik heb hem niet beledigd. Ik heb hem niet uitgescholden voor fascist, zoals anderen deden die nochtans niet vervolgd worden. Ik ben deze zaak op mijn weg tegengekomen en ik kon daarbij niet anders dan spreken over negationisme. Wat ik kritiseerde, is het gedrag van mijnheer De Wever. Wat ik bestrijd zijn de waarden, het systeem dat hij belichaamt.”

De arrogantie van de ignorantie

De 97-jarige verzetsleider Max De Vries toonde op dat persmoment een anti-Joods artikel van VNV-gouwleider Brouns uit 1942: “Wij zullen de Joden een einde, een katastroof voorbereiden, vreselijker dan ooit een volk of generatie heeft gekend.”

Het artikel verscheen in het VNV-blad De Toekomst. Over toekomst gaat het ook vandaag. Want als de hautaine nonchalance van de oppervlakkigheid het haalt op de onderbouwde genuanceerdheid, dan is intellectuele terreur dichtbij.

De specialist inzake persvrijheid, professor Dirk Voorhoof, schreef in een opinie over de zaak dat De Wever zich hier “in het gezelschap bevindt van politici in Rusland, Moldavië of dichter bij huis Jean-Marie Le Pen of Jörg Haider die het niet kunnen laten schrijvers en opiniemakers voor de rechter te dagen wegens onbetamelijke kritiek.” (5) Hij vindt dat zij het publieke debat met hun strafprocedures proberen te fnuiken.

We leven in een sfeer van “Bart heeft altijd gelijk”. (6)  Professoren als Paul De Grauwe (KU Leuven), schrijvers als Pierre Mertens en schilders als Luc Tuymans maken kennis met de assertiviteit van Vlaamse radicalen die grote moeite hebben met wie anders denkt dan zij.

De potige reacties, de haatmails, het dreigen met broodroof – voor de kunstenaars op de avond van ‘Niet in Onze Naam’ in de KVS bijvoorbeeld – , het blijft crescendo gaan. Het intimiderende effect ervan dreigt “het normale en geciviliseerde debat onmogelijk te maken”, schreef socioloog Marc Hooghe.

En weer is daar, om dat te vergoelijken, het hautaine, misplaatste cynisme van De Wever: “U weet dat ik iemand ben die vol nostalgie droomt van een boekverbranding zoals in 1933. Dat ik nog aangaf dat de excuses van de stad Antwerpen aan de Joodse gemeenschap veel te laat kwamen, was alleen om de aandacht af te leiden van mijn ware aard.” (7)

In het geding is de vrije discussie. Pierre Mertens zei op het persmoment: “Ik zou bij deze zaak gekozen hebben voor een klassiek publiek debat met de Wever, in een universiteit bijvoorbeeld. Maar nu het zo ver is, hoop ik dat een proces voor assisen plaatsgrijpt.”

“Want het is tijd het abces open te steken en publiek een debat te voeren over een dossier dat de politieke sfeer verduistert. En er is niets communautairs in mijn demarche, want ik verdedig de ene Vlaming (de burgemeester van Antwerpen) tegen een andere Vlaming.”

De oude schrijver besloot: “De slachtoffers van toen zijn dood. Zij kunnen het woord niet meer nemen. Zij hebben recht op het woord. Ik heb het in hun plaats genomen en zal dat blijven doen.”

Hugo Franssen

Hugo Franssen is redacteur bij EPO. Deze uitgeverij publiceerde de Nederlandse vertaling van de roman ‘Une Paix Royale’ (Koninklijke Rust) van Pierre Mertens, waarin de Belgische monarchie in haar blootje wordt gezet.

(1) De Morgen, 9 juli 2009

(2) Geciteerd in Roger Rutten, Oorlog en Zwijgen, Berchem 2011, p. 267.

(3) Bart Sturtewagen in De Standaard, 26 januari 2011.

(4) La Libre Belgique, 25 mei 2011.

(5) De Standaard, 8 juni 2008.

(6) Artikel van Marc Reynebeau in De Standaard, 18 januari 2011.

(7) Column in De Morgen, 9 juli 2008.

take down
the paywall
steun ons nu!