Chris Van den Bossche

De grootbanken en de Amerikaanse sancties: misplaatste arrogantie in een boetekleed

De VS legde eerder al terecht monsterboetes op aan banken die onder meer samenwerkingsverbanden aangingen met bedenkelijke regimes. Maar waarom blijft de verontwaardiging uit wanneer blijkt dat de VS zelf financiële stromen in de wereld eenzijdig controleert en manipuleert?

dinsdag 3 november 2015 17:15
Spread the love

Bewuste valsheid in geschrifte en een rist uitgekiende misleidingstrucs, om zo financiële transacties in dollars mogelijk te maken in samenwerking met onder andere een fout regime dat net bij een genocide betrokken was. Dat zijn de inderdaad zwaarwichtige redenen voor de monsterboete van ongeveer negen miljard dollar die de VS oplegden aan de bank BNP Paribas.

Die overtredingen waren zeker niet goed te praten en brachten bovendien onze overheid als belangrijke aandeelhouder in grote verlegenheid. En BNP Paribas was niet de enige bank die in de Amerikaanse beklaagdenbank terechtkwam. Ook andere Europese banken deelden in de klappen. Zo heeft bijvoorbeeld ING in 2012 een boete van 619 miljoen dollar aan haar broek gekregen op grond van vergelijkbare aantijgingen.

Nogmaals, op de financiële samenzwering van BNP Paribas met de Soedanese overheid ten tijde van de crisis in Darfur werd terecht gereageerd met morele verontwaardiging. Maar ondertussen missen we in de media toch een even gerechtvaardigde afkeuring van de manier waarop de VS de financiële stromen in de wereld eenzijdig naar zijn politieke hand probeert te zetten.

Het Amerikaanse banktoezicht is in dit verhaal immers niet zondermeer gelijk te stellen aan de witte ridder die ten strijde trekt tegen duistere witwaspraktijken en de financiering van volkerenmoorden en terroristische activiteiten. Het repressieve optreden van de VS in de banksector gaat veel verder, en ver voorbij de grenzen van het politieke fatsoen. Dat hebben we zelf als Vlaamse socialistische beweging een eerste keer kunnen ondervinden in 2006, via onze NGO Fonds voor Ontwikkelingssamenwerking – Socialistische Solidariteit, kortweg FOS-SocSol, die onder andere in Cuba actief is, met een door de Belgische overheid erkend programma. 

Wat was er gebeurd? FOS had in opdracht van het Belgisch ministerie van buitenlandse zaken een irrigatieproject begeleid in de provincie Holguín in Oost-Cuba. Dankzij dit succesvolle project kon de plaatselijke boerengemeenschap haar landbouwareaal aanzienlijk uitbreiden. Het materiaal (buizen, sproeikoppen en dergelijke) was geleverd door een firma die geleid werd door Israëli’s. De afspraak was dat het Belgische ministerie van buitenlandse zaken de factuur voor dit materiaal (circa € 270.000) voor zijn rekening zou nemen.

De betaling zelf werd door FOS via Delta Lloyd uitgevoerd in dollars op een Zwitserse bankrekening. Het bedrag is echter nooit aangekomen. De Amerikaanse Overheid controleert alle financiële transacties in dollars en de vermelding van “Cuba” in de mededeling bij de overschrijving was voldoende om het volledige bedrag in beslag te nemen. De ironie van het lot wou dat enkel de Israëlische leverancier het slachtoffer werd van deze diefstal. Het materiaal was immers al geleverd en geïnstalleerd, en werkte prima. Delta Lloyd werd door FOS in gebreke gesteld, maar ging daar niet op in. FOS stapte naar de rechter en Delta Lloyd betaalde uiteindelijk toch zelf de factuur. Het spreekt vanzelf dat de relaties tussen FOS en Delta Lloyd door deze kwestie vertroebelden en FOS koos voor een andere huisbankier, namelijk … ING.

We schrokken dus niet toen we hoorden dat ook de Gentse afdeling van de v.z.w. Vrienden van Cuba (VvC) in 2013 gelijkaardige moeilijkheden ondervond. Deze afdeling van VvC bereidde haar vierde renovatieproject (met bouwbrigade) in Cuba voor en had net haar 40ste container met hulpgoederen verzonden. Na de renovatie van 2  bejaardentehuizen en 1 materniteit in het westen van Cuba, ging zij zich in 2014 toeleggen op steun voor het operationeel maken van een bouwvvallige vleugel van een ziekenhuis in de buurt van Santiago, in het door de orkaan Sandy geteisterde oosten van Cuba.

Voor een hygiënische bekleding van de muren in deze vleugel werd een grote lading muurtegels besteld bij een Chinese firma. De betaling van het laatste gedeelte van de factuur, een relatief klein bedrag van 500 dollar, uitgevoerd vanop een Argenta-rekening, werd onderschept. Blijkbaar was in dit geval de naam van de betalende vereniging de reden voor de blokkering van de transactie. De VvC hadden minder geluk dan FOS: de levering van de tegels werd afhankelijk gemaakt van de volledige betaling van de factuur.

De 500 dollar werd dus een tweede keer gestort via een andere rekening om zo een verdere vertraging van de levering te vermijden. Om de eerste 500 dollar te recupereren hadden de VvC blijkbaar een toelating nodig van de OFAC, Het Amerikaanse Office of Foreign Assets Control, voor de betaling van de muurtegels. Uiteindelijk kregen de VvC, na voortdurend aandringen, de belofte dat hun kleine bedrag zou teruggestort worden.

Waar haalt de V.S.A. het recht vandaan om zomaar, zonder boe of bah, financiële transacties tussen andere landen, in dit geval België en China, te blokkeren en het desbetreffende geld in beslag te nemen, enkel en alleen op basis van de simpele vermelding van de naam “Cuba”? Is dit geen flagrante aanfluiting van het internationale handelsrecht? Zoniet, moet dan dat handelsrecht niet aangepast worden om dergelijke diefstallen te kunnen veroordelen? Moeten we de Franse minister van financiën, Michel Sapin, geen gelijk geven wanneer hij suggereerde om vaker de euro te gebruiken en de dollar te dumpen in internationale transacties, om zo aan de stupide en gemakkelijk te omzeilen automatische controles van het Amerikaanse banktoezicht te ontsnappen?

Ondertussen weigeren vele banken preventief (en dat kun je gerust als goede cliëntenservice beschouwen) om transacties in dollars met een verwijzing naar Cuba uit te voeren, omdat Cuba voor de VS behoort tot de landen met “Ultra Hoog Risico”, zoals Iran, Myanmar, Noord-Korea, Soedan, Zuid-Soedan en Syrië. Het is in elk geval duidelijk dat de VS van hun banktoezicht een eenzijdig instrument maken voor hun buitenlands beleid. En de opening van een VS-ambassade in Havana heeft aan de financiële boycot van Cuba geen einde gemaakt. Om ook dat gedaan te krijgen heeft president Obama een meerderheid nodig in het Congres en die heeft hij vandaag niet. 

Dit verhaal kreeg echter een verrassend staartje. De Vrienden van Cuba van het Groothertogdom Luxemburg, Amistad Luxembourg-Cuba, wilden samen met een plaatselijke erkende NGO het project van VvC Gent in Santiago ondersteunen. Zij brachten een bedrag van €6.500 samen en stortten dit vanop hun rekening bij de BCEE-bank (Banque et Caisse d’ Epargne de l’ Etat) op de Argenta-rekening van de VvC Gent.

Voor internationale transacties werkt Argenta echter samen met ING en die bank besliste de transactie niet door te laten gaan, ookal ging het hier om een betaling in euro’s. Het bedrag werd teruggestort aan Amistad Luxembourg-Cuba, mits afhouding van €7 voor administratiekosten. Als reden werd “ING business decision” opgegeven. De €6.500 werden dan maar cash overhandigd in Luxemburg aan een Gentse delegatie. De verontwaardiging over de houding van ING was uiteraard bijzonder groot en die verontwaardiging wordt door ons gedeeld.

Waar haalt ING het recht vandaan om financiële transacties in euro’s tussen Europese rekeningen te blokkeren op grond van een verwijzing naar Cuba? Het is duidelijk dat niet enkel de NSA en de Federal Reserve schuldig zijn aan eigengereide machtsarrogantie tegenover de Europese “bondgenoten” en hun burgers. We kunnen zeker begrip opbrengen voor de kritiek op de beperking van de politieke en economische vrijheid in een eenpartijstaat als Cuba, ook al is Cuba niet de dictatuur waarvoor het vaak in de Westerse media versleten wordt en kent het land, maar dan wel binnen de grenzen van het officiële ideologische kader, een vorm van geïnstitutionaliseerde basisdemocratie.

We moeten er niet meer van overtuigd worden, na onze herhaaldelijke contacten met Cuba, dat het eiland geen paradijs is, ondanks de belangrijke verwezenlijkingen op het vlak van gezondheidszorg en onderwijs. De houding van ING blijft voor ons echter onbegrijpelijk en onaanvaardbaar. Van de VS weten we dat ze politiek correct zijn op een erg selectieve manier. We zien ze niet meteen sancties nemen tegen landen als Saoedi-Arabië, Israël of China met zijn grote dollarreserves, ook al zouden daar Westerse politiek-ethische argumenten voor kunnen aangebracht worden. Maar waarom moet een Europese bank als ING de VS blindelings volgen in hun politieke keuzes op een terrein (de euro) dat ontsnapt aan de controle van de VS? Dat ING problemen bij haar cliënten wil voorkomen bij transacties in dollars, is OK, zelfs cliëntvriendelijk, maar waarom betalingen blokkeren in euro’s ? Is deze collaboratie een vorm van extra boetedoening van deze voormalige “zondaar” ?

Chris Van den Bossche is provinciaal secretaris van Bond Moyson

take down
the paywall
steun ons nu!