maar bitterheid blijkt een zonde
en zuiverheid de wacht
dorps de monden vormen ramen dichtend
deuren dragend gaan de uitgestoken
handen worstelend eigenheid
ze lezen ook niet de juiste wolken of staan met
hinkelende ogen onder af te richten regenwouden,
beter nog het zijn zou hen als
museumstuk te eren het niet en
niet aangeraakt te worden leren
naar grazende leiders zich keren kuddes af en af.