Samir Amin (1931-2018). Screenshot Vimeo Les Films de l'An 2
Gabrielle Lefèvre, Entre les Lignes,

De economie demondialiseren tegen de groei, voor een beter leven

Wat betekenden ‘mondialisering’, ‘dekolonisatie’ en ‘degrowth’ vroeger, wat betekenen ze nu? Dit was het onderwerp van een boeiend debat in Brussel op 16 juni 2021, ter nagedachtenis van de Frans-Egyptische econoom Samir Amin. De Frans-Tunesische historica Sophie Bessis en de Franse econoom Gus Massiah wisselden over hem van gedachten met Pierre Galand.

donderdag 24 juni 2021 16:06
Spread the love

 

Samir Amin (1931-2018) was een “denker van de dekolonisering”, een “opvolger van Marx voor het Zuiden” en “de meest geëngageerde militante criticus van de politieke economie en de mondialisering. Zo vatte Gus Massiah hem samen, die zelf met hem aan de basis lag van het altermondialisme.

De dekolonisering werd niet voltooid

Gus Massiah stelt dat de dekolonisering al in 1920 begon met een strategisch verbond tussen nationale bevrijdingsbewegingen en communistische en arbeidersbewegingen in de PCF, de Franse communistische partij.

Hun dekoloniale gedachtengoed veranderde zestig jaar lang het wereldbeeld. Zij brachten het kapitalisme in de problemen door het als imperialisme te veroordelen en een deel van de opkomende nieuwe bourgeoisie in de landen van het Zuiden in die strijd mee te trekken.

In 1927 werd trouwens in Brussel reeds een congres gehouden dat het recht van de volkeren op zelfbeschikking naar voren schoof, wat nu één van de essentiële funderingen is van het internationaal recht en van de VN.

In 1945 vierde Frankrijk zijn bevrijding na WO II, terwijl het land de onafhankelijkheid van zijn kolonie Algerije in bloed smoorde, met ongeveer 30.000 doden in Serif, Guelma en Kherrata. In 1947 maakte een soortgelijk bloedbad tienduizenden slachtoffers in Madagascar. Dergelijke gevallen van meedogenloze onderdrukking door Westerse kolonisatoren maakten een diepe indruk op de nog jonge Samir Amin.

Op de conferentie van Bandung kwamen leiders van pas onafhankelijke landen samen. Vlnr Nehru (India), Nkrumah (Ghana), Nasser (Egypte), Soekarno (Indonesia) en Tito (Joegoslavië). Foto: researchgate.net

Het grote historische keerpunt was de Conferentie van Bandung (stad in Indonesië) in 1955. Daar verkondigen 29 staatshoofden en leiders van onafhankelijkheidsbewegingen het recht van gedekoloniseerde landen op ongebondenheid, met name het recht om zich noch te verbinden met het westers blok van de VS, noch met het blok van de Sovjet Unie (uit deze beweging ontstond de term ‘Derde Wereld’).

Deze Derde Wereld weigerde deelname aan een Derde Wereldoorlog en eiste in de plaats ontwikkeling en een sterke VN-organisatie. Een van de voorname figuren van de conferentie van Bandung, de Egyptische president Gamal Abdel Nasser, nationaliseerde het jaar daarop het Suezkanaal. Een andere voorname figuur, de Chinese minister van buitenlandse zaken Tsjoe En-lai verklaarde toen: “Staten willen hun onafhankelijkheid, naties willen hun bevrijding, het volk wil revolutie.”

Dit was de context van denken en actie van Samir Amin: voor een dekolonisering die tot op vandaag onvoltooid is en voor hulp aan de nieuwe onafhankelijke Afrikaanse staten om een ontwikkelingsbeleid te bedenken dat hun werkelijke ontvoogding toelaat.

Nog steeds een Afrikaanse held, Thomas Sankara. Foto: dailymotion.com

Dit is tevens de betekenis van het alomvattend streven naar een staatsvorm die – in de woorden van Thomas Sankara[1] – het volk helpt zich zelfstandig te organiseren. Dat streven heeft er toe geleid dat Sankara werd vermoord. Zo moeilijk is het te ontsnappen aan de greep van de koloniale machthebbers en aan de neoliberale gemondialiseerde economie.

Dit economisch bestel heeft Samir Amin beschreven in zijn talrijke boeken (Amin schreef in het Frans, al zijn boeken werden ook in het Engels gepubliceerd, jammer genoeg geen in het Nederlands, nvdr). Hij paste het marxisme toe op de werkelijkheid van het Zuiden. In zijn boeken bepaalde hij de productiewijzen opnieuw volgens hun historische en sociale context, legde de wisselwerking tussen centrum en periferie uit[2] en gaf zijn de opvattingen over autonome ontwikkeling los van de mondialisering die door het Westerse kapitalisme wordt opgelegd.

Het kapitalisme past zich aan en blijft domineren

De Frans-Tunesische historica Sophie Bessis stelt dat Samir Amin onderontwikkeling ziet als organisch onderdeel van ontwikkeling naar Westers model zoals dat opgelegd wordt aan de rest van de wereld. Een dergelijke economische ontwikkeling verhindert de staten in het Zuiden zich te voorzien van technische middelen en van geld om hun economie te ontwikkelen in lijn met hun lokale werkelijkheid.

Tunesisch-Frans historica en auteur Sophie Bessis (1947). Foto: Ji-Elle/CC BY-SA 3:0

Ook al was Amin een visionair denker, toch heeft hij er lange tijd over gedaan om zich bewust te worden van het belang van de landbouwers als alternatief voor economische ontwikkeling. Hij bleef lang bij het klassieke standpunt van industrialisering van de landen in het Zuiden om de invoer van dure industriële producten te vervangen. De uitvoer van grondstoffen zowel uit de bodem als de landbouwproducten zijn echter onderworpen aan de regels van de gemondialiseerde markt wat minieme financiële inkomsten voor deze landen betekent, die noodgedwongen arm blijven.

Bessis benadrukt echter dat Samir Amins analyse van deze overheersende krachtsverhouding actueler is dan ooit tevoren. Amin heeft de noodzaak aangeklaagd die het kapitalisme nodig om de periferie uit te buiten. Een voorbeeld daarvan is het extractieve grondstoffenbeleid[3] die “grond wegpompt” en rijkdommen afroomt van landen als de Democratische Republiek Congo.

We moeten volgens Bessis de buitengewone capaciteit ontmaskeren van het kapitalisme om zich aan te passen aan de veranderde Noord-Zuid context die niet meer die van de jaren 1960 is: we hebben nu een gemarginaliseerd Europa dat nog slechts een politieke dwerg is, de VS die de eerste wereldmacht blijven dankzij hun ‘soft power’, hun model (met als ultiem symbool McDonald’s) dat de rest van de wereld blijft aantrekken.

Daartegenover staat de nieuwe macht van China dat wedijvert met de VS dank zij zijn sterke koopkracht, zijn wil om macht te verwerven en het feit dat het land een derde van de schulden van sub-Sahara Afrika in zijn bezit heeft. China kunnen we niet langer als een land van het Zuiden beschouwen. Rusland blinkt ondertussen uit door zijn industriële dynamisme en teert op de uitvoer van zijn grondstoffen, vooral energetische.

Zeg niet ‘ontgroeien’, zeg ‘beter leven’

In de hier geschetste historische context dienen we na te denken over begrippen zoals ‘degrowth’ (negatieve groei) en demondialisering. Volgens Sophie Bessis maakt het begrip degrowth ons bang. Dit is een gevolg van het geloof in de notie van kwantitatieve vooruitgang: hoe meer, hoe beter. Het is dit cumulatie-kapitalisme dat opgelegd wordt aan de hele wereld.

Als men bij de berekening van het bruto nationaal product[4] (bnp) vervuiling en andere milieuhinder gaat doorrekenen, zitten we al in een fase van degrowth. Onze echte economische en sociale situatie kunnen we daarentegen veel beter meten met de Human Development Index  (HDI) van het VN-Ontwikkelingsprogramma UNDP. Zeg dus niet “degrowth”, maar zeg “hoe kunnen we beter leven?”

Frans econoom Gus Massiah (1938). Screenshot YouTube European Left

Gus Massiah meent dat de huidige wereldmachten hun weerbaarheid aan het verliezen zijn. Hij verwijst naar de val van het Romeinse imperium door pest, pokken en vulkaanuitbarstingen. Die ineenstorting kan je vergelijken met de huidige pandemie en de ontwrichting van het mondiale economisch systeem die erop volgde, waarvan we nog niet alle gevolgen kunnen inschatten.

“Veeleer dan over ontgroei,” betoogt Gus Massiah “moeten we spreken over transformatie. Wat zijn de drijvende krachten achter deze tweede fase van dekolonisering. Waar gaat de strategische strijd door, die de uitbouw van een sociaal meerderheidsblok kan vormen?”

De Wereld Sociale Fora zijn ontstaan uit sociale en burgerbewegingen. Daarin zijn de organisaties van de werknemers nog altijd de belangrijkste, ook al doodt voor het ogenblik de digitalisering de democratie in de ondernemingen.

Voorts zijn er de boerenbewegingen die zich keren tegen de agro-industrie. Zij hebben al de harten veroverd van de bevolking door hun strijd tegen GGO’s, pesticiden en herbiciden, voor voedselzekerheid, enzovoort. Via Campesina is nu de belangrijkste sociale beweging ter wereld.

Pierre Galand modereerde een gesprek tussen Gus Massiah (l) en Sophie Bessi. Foto: Véronique Vercheval

Daarnaast zijn er ook nieuwe sociale bewegingen ontstaan. Die voor de vrouwenrechten neemt een grote plaats in de strijd en de rekrutering van nieuwe krachten en stelt een revolutionaire vorm van sociale verandering voor.

De bewegingen van inheemse volkeren, met als duidelijkste voorbeeld de Zapatisten in Mexico, zijn een voorbeeld van een nieuwe radicalisering naar vormen van zelfbestuur van onderuit en langs de linkerzijde.

Dan zijn er nog de opkomende bewegingen van migranten die het recht opeisen om te leven en te werken en het recht van vrij personenverkeer.

Ten slotte is er de beweging tegen racisme, die verbonden met dekolonisatie en de strijd tegen slavernij, die maatschappelijke vernieuwing in zich draagt, omdat de strijd tegen racisme vandaag een evidentie is geworden voor de jonge generaties.

Deze ideologische mutaties verontrusten de machten van ‘de wereld zoals hij vroeger was’. Vandaar, zo besluit Gus Massiah, de huidige opkomst van extreemrechts.

Bessis en Massiah besluiten: “We moeten daarom de economie demondialiseren zodat ze eerst en vooral de belangen dient van de volkeren. Dit kan door het evenwicht te herstellen in de economische relaties tussen alle landen in de wereld.

Deze vele nieuwe netwerken van sociale en burgerbewegingen maken het mogelijk goede praktijkvoorbeelden van “beter leven” over de hele wereld te verspreiden, van gelukkig leven in herwonnen evenwicht met de hulpbronnen van de Aarde.

 

Démondialiser l’économie van Gabrielle Lefèvre verscheen in Entre les Lignes op 18 juni 2020. Deze hommage aan Samir Amin (1931-2018) ging door op 16 juni 2021 en werd georganiseerd door het Forum Nord-Sud, het CETRI en Les Amis du Monde diplomatique-Belgique, met steun van CADTM, CNCD, CNAPD en GRESEA. Zie hier een lezing van Samir Amin uit 2012 https://vimeo.com/53548140.

 

Notes:

[1] Zie ‘Thomas Sankara: de Afrikaanse Che stierf op 15 oktober 1987’.

[2] Met het ‘centrum’ worden de geïndustrialiseerde landen bedoeld, de ‘periferie’ de derdewereldlanden die van dat centrum afhankelijk worden gehouden.

[3] Een beleid dat er op gericht is alle grondstoffen in de bodem van de derdewereldlanden in hun ruwe onbewerkte vorm uit te voeren voor verwerking tot verkoopbare producten in de geïndustrialiseerde wereld.

[4] Het bnp is de totale toegevoegde waarde van alle goederen en diensten per jaar van een land, zowel de binnenlands geproduceerde meerwaarde als de in het buitenland door de eigen burgers geproduceerde meerwaarde ten bate van het eigen land.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!