Interview - Jelle Talsma

‘De droom van Mozes’ van Collectief Theater Hart

Een groep mensen ligt diep te slapen. Om hen heen liggen slaapzakken – onmisbare attributen voor een lange reis. Langzaam worden ze wakker. Ze bidden, wassen zich, en drinken thee. Plotseling klinkt er een luide, korte kreet, als een zweepslag:“RUN!”. De mensen beginnen te rennen voor hun leven. Slaapzakken worden achtergelaten of in paniek van de grond gegrist. Het vredige samenzijn verandert ingrijpend naar een dynamiek van doodsangst.

woensdag 6 april 2016 15:48
Spread the love

Zo begint het toneelstuk Mozes van Collectief Theater Hart, dat op 5 maart in première ging in ’t Werkhuys te Antwerpen. In het stuk wordt het Bijbelse verhaal vertaald naar de hedendaagse realiteit van oorlog en migratiestromen. Collectief Theater Hart maakt sociaal artistieke projecten in de vorm van theatervoorstellingen, in samenwerking met Inburgeringscentrum Atlas. In het collectief werken geschoolde acteurs samen met vluchtelingen en expats uit pakweg tien verschillende landen. Onlangs woonde ik een repetitie van Collectief Theater Hart bij. Daar sprak ik de regisseur en drie spelers van verschillende nationaliteiten. 

“Ik laat mensen die in het verdomhoekje zitten graag zien wat voor kwaliteit ze voor de wereld hebben. Ik geloof niet in uitsluiting. Ik geloof in insluiting. Wie je ook bent.” Aan het woord is Poppe Boonstra, regisseur van Mozes en hoofd van de Antwerpse theateropleiding Acsent. “Vluchtelingen maken voor mij zichtbaar dat de wereld een grote planeet is met verschillende werelden erin. Ze leren ons bruggen bouwen, en laten zien wat we voor elkaar kunnen betekenen.”

Collectief Theater Hart

Collectief Theater Hart ontstond in 1999 in Brussel, vanuit de wens van Boonstra om theater te maken met mensen uit andere culturen. Hij maakte in een periode van zeven jaar met deelnemers die onderdeel waren van een inburgeringstraject tal van stukken. In 2007 stopte hij tijdelijk met het collectief, om het in 2014 nieuw leven in te blazen.

In samenwerking met Hans Jackmaert, die acteur is in het collectief en daarnaast werkzaam is bij inburgeringscentrum Atlas, haalde hij deelnemers met  verschillende achtergronden binnen. Met deze deelnemers en geschoolde acteurs vormde hij het nieuwe Collectief Theater Hart. Hiermee maakte hij in 2014 het stuk het stuk ‘Noah’, een voorstelling waarin Noah een ark bouwt om de onschuldigen te redden van hebzucht en geweld. 

Ongemakkelijke werkelijkheid

De tweede voorstelling van het collectief in zijn huidige vorm gaat over de reis van Mozes, die droomt van een betere wereld voor hem en zijn volk. Het stuk neemt de toeschouwer mee in een ongemakkelijke werkelijkheid waarin de mens moet vluchten om te overleven.

Boonstra maakt fysiek theater doorvlochten met zang en dans. In de voorstelling beweegt het collectief alsof het één entiteit is – als een school vissen of een zwerm vogels. Uit deze entiteit komen protagonisten en antagonisten naar voren – zoals Mozes en zijn broer Aäron – die het verhaal vormgeven.

Door Boonstra’s benadering om zijn spelers als een collectief te laten bewegen wordt de samenwerking tussen de acteurs en de spelers van Inburgeringscentrum Atlas naadloos: een onderscheid tussen geschoolde en ongeschoolde acteurs is nauwelijks te maken.

Vluchteling als bruggenbouwer

Bijzonder aan de boodschap van Boonstra’s adaptatie van Mozes is het heilige geloof in de mogelijkheid van een wereld waarin verschillende culturen naast elkaar kunnen leven. Anders dan het geluid dat vandaag de dag in de media heerst presenteert hij de vluchteling als de sleutel tot een nieuwe wereld.

Boonstra zegt hierover: “Je moet je verbeelden hoe de nieuwe wereld eruit ziet, en vervolgens ga je daaraan werken. De kracht van de verbeelding is nergens sterker dan in de kunsten. We leven in een tijd waarin een waas van angst over de wereld is getrokken. Gelukkig zijn er kunstenaars die laten zien hoe een nieuwe wereld eruit kan zien, waar liefde de boventoon voert – in plaats van de angst.”

Het echte verhaal van enkele acteurs

Abdulrahman Hardan(22)  

 

 




 

 

 Hardan vluchtte uit Syrië en woont sinds een jaar in Vlaanderen. Samen met zijn vader Omar en zijn broer Mohamed speelt hij in Collectief Theater Hart. Naast actief te zijn in het theater studeert hij Nederlands, volgt hij beroepsonderwijs en doet hij vrijwilligerswerk bij VZW Integratie en Inburgering Antwerpen. In Mozes speelt hij een scène waarin hij zich liet inspireren door de wanhopige jongeren die moeten vluchten naar een ander land. In het Nederlands en Arabisch roept hij: “Niemand begrijpt mij! Waarom ik?!” 

 

Als ik denk aan Syrië, denk ik aan mijn vrienden die het moeilijk hebben. Ik twijfel of ik terug wil naar mijn vaderland. Het blijft mijn land, maar het Syrië dat ik me herinner is er niet meer. Ik wil de plaatsen niet meer zien waar mijn vrienden zijn gestorven. Dan komen er herinneringen naar boven die ik niet meer wil. Ik wil graag nieuwe herinneringen maken, en de pijn een plek geven.

Leven als vluchteling heeft me veranderd

In Aleppo woonde ik samen met mijn ouders, twee broers en een zusje. Nadat ik vluchtte, woonde ik drie jaar alleen. Een jaar in Egypte, en twee jaar in Turkije. De oorlog en mijn vlucht hebben me veranderd. Het was een moeilijke tijd. Mijn moeder bleef in Aleppo, mijn vader vluchtte naar België, en mijn oudere broer naar Damascus. 

In Egypte besefte ik plotseling dat ik alleen was: ik moest voor mezelf zorgen. Ik ben er sterker door geworden, en wijzer. Vroeger geloofde ik alles wat mensen me vertelden, en dacht ik nergens lang over na. Nu is dat anders: ik heb een mening, en ben niet bang om die te laten horen.

Ik kan me nog herinneren dat ik voor het eerst in aanraking kwam met acteren. Ik was twaalf jaar, en speelde een rol in een film die bij ons in de buurt werd gemaakt. Toen voelde ik al hoe interessant het is om een boodschap over te brengen. Ik weet nog dat ik toen aan mijn ouders vertelde dat ik een groot acteur wilde worden. Dat wil ik nog steeds. Ik weet niet of het realistisch is – maar toch blijf ik het proberen. Het is mijn droom: theater betekent alles voor mij. 

Iedereen wil een mooi leven

Als ik zeg: ‘Waarom ik?’, probeer ik de boodschap te vertolken van de hele Syrische jeugd. Van hen die naar een ander land moeten – terwijl ze dat niet willen. Opnieuw moeten beginnen met een taal, met een studie of een job. Als ik begin aan die scène denk ik aan al het onrecht dat er is. Dan komt er vanzelf een stem naar boven die roept: ‘Waarom ik?!’

In Syrië zeggen mensen: ‘waarom laat je je land achter?’ In Europa zeggen mensen: ‘waarom ben je naar hier gekomen?’ Iedereen wil een mooi leven – niemand wil graag verandering. Wat mensen moeten begrijpen is dat het niet anders kan. Als je in Syrië blijft, sterf je, of moet je in het leger om onschuldige mensen te vermoorden. Daarom vluchten we. 

Nu voel ik me thuis in België. Dat is voor mij de belangrijkste boodschap uit Mozes: dat asielzoekers en Belgen samen beter kunnen leven. Als we asielzoekers het gevoel kunnen geven dat ze thuis zijn, kunnen ze zich ook verantwoordelijk gaan voelen voor België.   

Sylvia Obregon (24) 




Obregon groeide op in Colombia waar ze internationale betrekkingen studeerde. In Antwerpen deed ze de master Governance and development. Toen ze klaar was met haar master en in Antwerpen wilde blijven, kwam ze bij Inburgeringscentrum Atlas terecht. Dit bracht haar in aanraking met Collectief Theater Hart. In Mozes houdt ze een monoloog die gaat over een gruwelijke aanval van guerrilla’s op een dorpje. “Ze willen mensen bang maken, dus ze graven diepe gaten in de grond. En het werkt.”

“Als je opgroeit in Colombia, dan zie je overal extreme armoede. Daarom voel ik me al sinds ik me kan herinneren verantwoordelijk voor mijn eigen gemeenschap. 

Er zijn weinig Colombianen die niet in aanraking zijn gekomen met geweld. Mijn eigen ervaring met geweld is nu vijftien jaar geleden. Een van mijn ooms werkte bij een instituut dat opkwam voor binnenlands ontheemden. Toen ik acht was, werd zijn vrouw gekidnapt door de FARC. Dat verwoestte mijn familie. Ik weet er nog maar weinig van, ik kan me alleen nog de laatste kerst herinneren voor de ontvoering: toen het gezellig was en we met de hele familie samen waren. 

Ik wilde stiekem actrice worden

Ze werd een maand na de ontvoering vrijgelaten, nadat de FARC hem onder druk had gezet om zijn ontslag in te dienen en losgeld te betalen. Het voelt voor mij nog steeds gek om hierover te praten – de situatie in Colombia is veel rustiger dan toen – en toch is er de angst dat er weer zoiets gebeurt. Het is een soort trauma. 

Toen ik Poppe voor het eerst sprak, merkte ik meteen dat hij een inhoud wilde verspreiden met zijn stuk – hij heeft een maatschappelijk doel. Voor mijzelf gaat Mozes over acceptatie, en ervoor openstaan om te integreren. We behoren allemaal tot hetzelfde ras. Of zoals we in de voorstelling zeggen: ‘We all come from the sea.’ 

Ik denk dat we allemaal als artiest worden geboren. Het eerste wat je doet als kind is immers tekenen en verven. Als je opgroeit, word je dat ontnomen. In Colombia word je grootgebracht met het idee dat je moet ontkomen aan armoede en financiële zekerheid moet nastreven. Toen ik jong was, zat ik in elke theatervoorstelling en musical op school. Ik wilde stiekem actrice worden: als iemand me vroeg wat mijn ambities waren dan zei ik dat ik dokter of advocaat wilde worden. Jarenlang heb ik niks gedaan met dat creatieve deel van mezelf, totdat ik in Antwerpen kwam en begon met theater.  

Geweld is altijd hetzelfde

Sinds ik weet wat de mogelijkheden van kunst zijn, ben ik me meer bewust van wat kunst kan betekenen voor de maatschappij. Daarom wil ik op een gegeven moment terug naar Colombia en kunst gebruiken om de ontwikkelingen in mijn vaderland te stimuleren. Ik geloof dat theater een land kan laten groeien, op sociaal en economisch vlak. 

Ik word er altijd treurig van als ik mijn monoloog houd over het guerrillageweld. Het is niet mijn persoonlijke verhaal, maar ik praat over dingen die gebeuren op plekken waar er oorlog is. Ik sprak erover met mijn vriend – hij komt uit Kosovo. Die dingen gebeuren daar ook. Geweld is altijd hetzelfde: het draait om wreedheid, en het zaaien van angst. In de monoloog zeg ik: ‘ze willen mensen bang maken, dus ze graven diepe gaten in de grond. En het werkt.’ Zo gaat het: je bent doodsbang als je niet zeker weet of je ooit nog het zonlicht gaat zien. Het voelt als een verantwoordelijkheid om dit verhaal te vertellen, om de mensen te eren die het meegemaakt hebben.”

Jef Herrijgers  (38)




Herrijgers volgde de theateropleiding Acsent in Antwerpen. Hij is acteur bij Collectief Theater Hart en werkt als webmaster in de verzekeringssector.
Hij speelt Aäron, de sceptische broer van Mozes, die probeert Mozes’ droom te ondermijnen, en het volk naar zijn hand te zetten. De twee broers komen lijnrecht tegenover elkaar te staan.  “Gij kunt mij niet garanderen dat mijn vrouw en kinderen daar zullen geraken. Of wij daar allemaal zullen geraken. Nee, Mozes, wij kunnen hier niet weg. Er is hier nog genoeg om voor te leven.”

“Op mijn achttiende ben ik economie gaan studeren, voornamelijk omdat ik zekerheid wilde. Mijn ouders gingen uit elkaar toen ik zes was, en ik woonde vooral bij mijn moeder. Zij had vaak moeite om de eindjes aan elkaar te knopen. Hoewel we niets tekort kwamen woog dat besef op mij als kind.  Onbewust leefde de wens om later geen financiële zorgen te hebben. 

Na mijn studie ben ik gaan werken in de financiële sector. Ik werd een echte carrièreman: werken voelde als een verplichting aan de maatschappij. Toen ik dat zo’n tien jaar deed voelde ik me er al een paar jaar niet meer gelukkig mee, en ik wist niet hoe ik het kon veranderen. 

Het leven kan hard zijn

Het leven kan ongelooflijk hard zijn. Mijn zus heeft op een bepaald moment haar kind verloren. Dat was een intens verdrietige periode. Ik ben toen minder gaan werken, en meer tijd gaan doorbrengen met mijn zus en haar gezin. Plotseling stelde ik mezelf de vraag: wat wil je eigenlijk met je leven?

Toen ben ik me gaan heroriënteren, en ander werk gaan doen. Via mijn vrouw kwam ik in aanraking met een clownsworkshop, en later met theater. Toen ik begon aan theater ontdekte ik een innerlijke drive, een levenszin die ik jarenlang opzij had geschoven. 

In het stuk speel ik Aäron, de broer van Mozes. Hij is iemand die het volk op zijn hand heeft, en kan beïnvloeden. Hij is een materialist, een populist en een slachtoffer van zijn eigen angsten. Hij versterkt de negatieve gevoelens van het volk, en ondermijnt de droom van Mozes. Hij is bang om los te laten. Bang om te verliezen wat hij heeft.

Niet meer onverschillig blijven

Ik heb geleerd dat er eigenschappen van Aäron in mij zitten. Het materialistische herken ik, zo heb ik immers ook lang geleefd. Ook zijn angst om los te laten, is me niet vreemd. Door aan dit stuk te werken ben ik me bewuster geworden over waar ik in geloof – hoe belangrijk theater voor me is. Hoe belangrijk ik het sociale aspect van geven in theater vind, onbevooroordeeld. Om samen met een groep iets nieuws, een alternatief, in de wereld te zetten. 

Samen creëren met mensen uit verschillende culturen brengt me enorm veel. Ik sprak laatst met Omar, de vader van Abdulrahman. Hij vertelde dat zijn huis in Syrië kapot is gebombardeerd. Je kan een hoop op het nieuws zien over de oorlog in Syrië, maar het is toch anders als je het hoort van iemand waarmee je bevriend bent. Het is raar hoe een mens zich kan distantiëren van het leed in de wereld. Als je iemand in de ogen kijkt die oorlog van dichtbij heeft meegemaakt, dan wordt het plotseling prangender. Voor mijn gevoel kan ik niet meer onverschillig zijn – die weg is voor mij afgesloten.”  

Mozes werd op 28 en 29 maart vertoond in asielcentrum Linkeroever, en is op 7 april te zien in Cultureel Centrum Berchem. Tickets zijn verkrijgbaar via www.ccberchem.be/tickets

Tekst: Jelle Talsma
Beeld: Charlotte Smeets

take down
the paywall
steun ons nu!