Nieuws, Wereld, Economie, Economische crisis, Tmd -

De crisis van het kapitalisme: een andere economie is noodzakelijk én mogelijk

In een lezing op 28 april 2011, tijdens een conferentie te Rome, georganiseerd door de ‘Rosa Luxemburg Stichting Brussel’* schetst Marc Vandepitte de contouren van een ander economisch model.

zaterdag 20 augustus 2011 18:25
Spread the love

Het kapitalisme wordt geconfronteerd met een ernstige crisis op verschillende fronten.i De wereld heeft daarom dringend behoefte aan een andere economische orde. Vertrekkend vanuit de meest fundamentele tegenstelling van het kapitalisme maken we eerst een diagnose van wat er fout gaat. Daarna formuleren we enkele krachtlijnen voor een mogelijk alternatief. Omwille van het belang ervan gaan we dieper in op de kwestie van economische groei versus ontwikkeling. We concluderen met enkele praktische en concrete voorstellen voor een alternatief economisch programma.

Inleiding: gebruikswaarde en ruilwaarde

De meest fundamentele tegenstelling van de kapitalistische economie is het onderscheid tussen gebruikswaarde en ruilwaarde is.ii Elk product of dienstverlening heeft zowel een gebruikswaarde als een ruilwaarde, maar het is uit de ruilwaarde dat winst wordt gegenereerd. En winst, dat is de bron van kapitaalaccumulatie.

Om die winst en ook de accumulatie te maximaliseren, reduceert elke economische speler de goederen en diensten tot hun ruilwaarde en probeert hij zoveel mogelijk ruilwaarde te genereren. Deze maximalisering is geen kwestie van ambitie of ondernemerszin, het is een noodzaak omwille van de ijzeren wet van de concurrentie.

De maximalisering van winst en accumulatie veroorzaakte in het verleden, en veroorzaakt nog steeds vandaag, een immense historische dynamiek – een dynamiek die werkelijk alles in de wereld heeft veranderd en waardoor de geschiedenis in een stroomversnelling is gekomen. Het kapitaal heeft de wereld veroverd met de kracht van een tsunami.

Waarom dat gebeurd is valt eenvoudig te begrijpen. Omwille van de winstmaximalisatie probeert het kapitaal namelijk elk product, elke dienstverlening, elke menselijke activiteit en zelfs de activiteiten van de natuur, om te zetten in ruilwaarde. Dat transformatieproces is echter een radicaal en alles behalve eenvoudig proces. Het veronderstelt immers dat het kapitaal alle goederen en activiteiten die het wenst om te zetten in ruilwaarde, domineert, onderwerpt en instrumentaliseert en daarbij ondervindt het heel wat weerstand. Het is daarom een eindeloos proces van onderwerping en onderschikking.

Om dit historisch proces te beschrijven gebruikte Karl Marx in De Grundrisse de term subsumptie. Subsumptie, afgeleid van subsumeren, is het samenbrengen of insluiten van iets onder datgene dat het bevat en verheft. De term is afkomstig uit de logica maar krijgt bij Marx een maatschappelijke en zelfs ontologische betekenis. Het is de act waarin een onderliggende, inferieure vorm wordt opgenomen, ondergebracht en omgevormd in een hogere vorm.

De subsumptie-beweging bevat twee componenten: subordinatie en assimilatie. De superieure entiteit eigent zich een lager wezen toe en transformeert het conform met zichzelf; het is de reductie en assimilatie van de mindere tot de meerdere.iii

Het gaat verder dan het omzetten van goederen in koopwaren. Dit proces gaat over het kneden en reconstrueren van de hele planeet, de hele samenleving en alle sociale relaties en ideeën, in functie van de behoeftes van het kapitaal. Het kapitaal handelt m.a.w. als een permanente demiurg (schepper) van de samenleving.

Het basis economisch paradigma is duidelijk: prioriteit van ruilwaarde over gebruikswaarde. Daar moeten we van af. Maar indien we op zoek gaan naar een alternatief paradigma, dan is het belangrijk om te zien dat dit basis economisch paradigma een onlosmakelijk onderdeel is van een overweldigende dynamiek. Men kan het ene niet los maken van het andere.

Als we het economisch paradigma willen wijzigen of transformeren dan zullen we de allesomvattende dynamiek moeten stoppen en breken. Als je wil vliegen dan moet je de gravitatiewetten neutraliseren of uitschakelen.

Subsumptie: een vraatzuchtige dynamiek

Ongelijkheid en machtsconcentratie

De eindeloze accumulatie van kapitaal – gebaseerd op de uitbuiting van arbeid – heeft de productie van rijkdom op gang gebracht op een nooit geziene schaal en snelheid. Maar het onderliggend mechanisme van die accumulatie berust op tegenstrijdige belangen: hoe lager het loon, hoe hoger de winst.

Polarisatie is dus inherent aan het systeem met als gevolg dat rijkdom sterk geconcentreerd wordt in de handen van hen die de productiemiddelen bezitten. In België bezitten de tien procent rijksten meer dan 50% van alle vermogens. In de VS bezitten de één procent rijksten zelfs 30% van alle rijkdom.iv

Maar rijkdom betekent ook macht. De concentratie van rijkdom gaat gepaard met de concentratie van macht. In elk kapitalistisch land ligt de echte macht in de handen van een kleine elite. Zij hanteren de hefbomen in de economie en de financiële wereld, zij controleren de media en leggen de krijtlijnen van de politici vast. Het zijn deze mensen die hun jaarlijkse hoogmis vieren in Davos.

Dit mechanisme van concentratie en polarisatie binnen de landen heeft zich herhaald op internationaal niveau, met name in de uitbuiting van het Zuiden door het Noorden. Om de transfer van rijkdom van Zuid naar Noord te garanderen werd de internationale arbeidsverdeling opgezet en uitgebouwd.v

Samir Amin stelt terecht dat het Noord-Zuid conflict (Centrum-Periferie) een onlosmakelijk onderdeel is van de geschiedenis van het kapitalisme.vi

Op wereldschaal is de polarisatie tussen rijk en arm ongelofelijk. Het gezamenlijk inkomen van 950 multimiljonairs overtreft het inkomen van 40% van de wereldbevolking.vii Het zelfde is waar voor de (militaire) krachtsverhoudingen. Met 4,6% van de wereldbevolking besteden de VS 43% van de totale militaire uitgaven wereldwijd.viii

Arbeid

De bron van meerwaarde (winst) en accumulatie is arbeid. Daarom is het de waar bij uitstek waar de ruilwaarde de overhand heeft gekregen op de gebruikswaarde. Enkel verloonde arbeid – dus met een ruilwaarde – wordt als arbeid gezien. We kunnen enkel overleven – en bestaan dus enkel – indien we onze arbeid ruilen op de arbeids‘markt’.ix

De onderschikking van arbeid aan kapitalistische behoeftes heeft geresulteerd in belachelijke lonen (850 miljoen arbeiders, of 28% van het wereldtotaal, worden beschouwd als ‘working poor’x), vervreemding, onmenselijke werkomstandigheden of ontoelaatbare stress, informele arbeid (tussen 52 en 78% in het Zuidenxi), of structurele werkloosheid (nog eens 7% wereldwijdxii).

Activiteiten gericht op de reproductie (opvoeden van kinderen, huishouden), meestal uitgeoefend door vrouwen, worden noch betaald noch naar waarde geschat.

De markt

Het kapitalisme heeft de markt niet uitgevonden. De markt, zowel lokaal als internationaal, bestond reeds eeuwen voordat het kapitalisme het licht zag. Het kapitalisme schafte de markt ook niet af, maar gebruikte en transformeerde die wel in functie van zijn noden, en meer specifiek in functie van de noden van de sterkste speler op de markt.

De kapitalistische markt heeft evenwel niets van doen met de ‘vrije’ markt. Het is een oligopolide en gestuurde markt. Dat betekent dat in elke sector een handvol multinationals het geheel domineren en er – met hulp van ‘hun’ staatsoverheden of internationale instellingen – de regels opleggen: concurrentie wordt uitgeschakeld of beperkt wanneer het schadelijk is en opgelegd wanneer het voordelig is. Kapitalistische bedrijven zelf zijn één voor één planeconomieën, waarvan de schaal die van nationale staten in heel wat gevallen overtreft.

Tot zover de ‘reële’ markt, de markt van goederen en diensten. Maar de overheersing van ruilwaarde over gebruikswaarde heeft ook de kapitalistische markt zelf grondig aangetast en getransformeerd.

Normaal wordt ruilwaarde gecreëerd door het verkopen van producten of diensten die een gebruikswaarde hebben. Maar eigenlijk is dat een omweg. Met het productieproces kan er heel wat misgaan, vooral met de verkoop. Het creëren van ruilwaarde zonder goederen of diensten te produceren, dus zonder de omweg van de gebruikswaarde, dat is het summum. En dat is nu precies wat financiële markten doen.

Het punt is nu dat deze financiële markten zodanig geëxpandeerd zijn dat ze t.o.v. de markt van de reële economie absurde en gevaarlijke proporties hebben aangenomen.

Zelfs de beurskrant Financial Times moet toegeven dat ‘het meest opvallend en dodelijk voorbeeld van deze waanzin, de groei is geweest van de ongereguleerde derivatenmarkten,xiii die opgezwollen zijn tot 600.000 miljard dollar’.

Deze speculatiemoloch is veertig maal groter dan de wereldhandel van goederen en diensten. Het is ook het equivalent van bijna tien jaar economische wereldoutput en komt neer op bijna 100.000 dollar per persoon van deze planeet.xiv Inderdaad pure waanzin. Het zijn deze speculanten die de beurzen doen kelderen, de financiële markten ontregelen en landen economisch wurgen.

De staat

Een belangrijk onderdeel van het subsumptieproces is de ‘stille overname’ van de staat door het kapitaal.xv In een kapitalistisch systeem bestaat de rol van de overheid niet echt in de verhoging van het algemeen welzijn. Haar prioriteit ligt niet in het verschaffen van een fatsoenlijk leven aan al haar burgers of het bevorderen van hun culturele of sociale ontwikkeling.

Haar eerste prioriteit bestaat in het voorzien van de best mogelijke voorwaarden voor het bedrijfsleven om te kunnen bloeien: infrastructuur, lage kosten, lage belastingen, lage lonen, gegarandeerde afzetmarkten, controle van de wereldmarkt, enz. Indien dat oorlog vereist, dan betekent dat ook oorlog, zoals af te leiden is uit de bombardementen van de VS sinds 1945.

DeWereldMorgen.be

De ‘Europese staat’ is ook een goede illustratie van die stille overname. Via de Ronde Tafel van Industriëlen, Businesseurope en andere instellingen heeft het bedrijfsleven een ijzeren greep op de Europese commissie, het hoogste politieke orgaan van de EU.xvi

Het Europarlement heeft praktisch geen macht, en voor elke europarlementair zijn er zes lobbyisten.xvii De financiële crisis en de herhaalde schokken achteraf tonen de complete onderwerping van de politici aan de dictaten van de financiële markten.

De kolonisering van het bewustzijn

Om de macht te kunnen uitoefenen is de steun van de publieke opinie essentieel. Die publieke opinie wordt meer en meer gekneed door de massamedia, en die massamedia is nu bijna volledig in de handen van het grootkapitaal. Ook hier was er een ‘stille overname’. Zelfs de militaire industrie was niet afwezig bij deze overname. Dassault, een Franse wapenindustrieel, is een goed voorbeeld.

De volgende uitspraak van Marcel Dassault, de stichter van het bedrijf, spreekt voor zichzelf: ‘Mijn groep moet een blad hebben om zijn opinies bekend te maken en om te reageren op sommige journalisten die onprettige dingen over de groep hebben geschreven. Ik heb er genoeg van dat sommige bladen mij beledigen, er zijn al te veel onbekwame lieden die de problemen niet kennen. Ik wil daar dus kunnen op antwoorden.’xviii

Vandaag is de arme man eigenaar van meer dan 70 nieuwsbladen of tijdschriften. Het is juist één voorbeeld. Volgens sommige berekeningen is de Franse geschreven pers momenteel voor 70% in handen van wapenfabrikanten.xix

Het gevolg van deze overname is dat het publiek debat niet meer gehouden wordt door de burgers, maar gehouden (of juist niet) én gecontroleerd wordt door de commerciële media. En men moet toegeven dat die commerciële media echte experts geworden zijn in het ‘fabriceren van goodwill’.xx

Het hoeft niet te verwonderen dat, zelfs kort na de debacles in Afghanistan en Irak, de elites er vlot in geslaagd zijn om de publieke opinie warm te maken voor een nieuw militair avontuur. Als dat waar is om ten oorlog te trekken, dan geldt dat ook voor andere aspecten van de samenleving.

Het fabriceren van smaak en identiteit

Normaal zou je mogen verwachten dat een economie datgene produceert wat consumenten nodig hebben of wensen. Maar het kapitalisme heeft dat op zijn kop gezet.

De productie wordt georiënteerd op de winstmaximalisatie van de producenten en niet op de behoeftes van de consumenten. Dit stimuleert de productie van overbodige goederen en goedkope producten van lage kwaliteit met een korte levensduur. Het resultaat is de tirannie van modecycli, een wegwerpcultuur en een afvalberg.xxi

Maar het gaat verder dan het kneden of manipuleren van de smaak. Tot en met de persoonlijke identiteit wordt aangetast door deze inversie (van productie en consumptie). Zoals God in de bijbel, creëerde het Kapitaal een Nieuwe Man en een Nieuwe Vrouw naar zijn eigen beeld. Het is een man of vrouw waarvan de bestaanswijze van het hebben de overhand heeft over de bestaanswijze van het zijn.xxii

De identiteit van de Nieuwe Mens wordt nagestreefd door het verwerven van consumptiegoederen, m.a.w. door bezit. Om die Nieuwe Man of Nieuwe Vrouw te creëren werd een gesofisticeerde verleidingsindustrie op poten gezet.

Men kan deze catering van onze onderbewuste en irrationele wensen beschouwen als de luchtmacht van het kapitalisme. Men moet beseffen dat de totale uitgaven aan marketing en publiciteit de militaire budgetten wereldwijd overstijgen.xxiii

Greep op het klimaat

De subsumptie van de natuur door het kapitaal heeft een aanzienlijk en gevaarlijk impact op het klimaat. Het wordt meer en meer evident dat het onmogelijk is om de klimaatopwarming binnen de kapitalistische logica een halt toe te roepen. Men zal dus moeten kiezen: het klimaat redden of het kapitalisme redden.

Het lijkt er nu – helaas – op dat de kapitalistische elite gekozen heeft voor het laatste. The Economist, misschien wel het meest invloedrijke tijdschrift ter wereld en spreekbuis van de economische elite zegt het onomwonden:

‘Wereldwijde actie zal de klimaatverandering niet stoppen. Het gevecht om de globale opwarming te beperken tot gemakkelijk aanvaarde niveaus is dus voorbij.’ (sic) We moeten de klimaatopwarming niet proberen een halt toe te roepen, de wereld moet gewoon harder zijn best doen om te zien ‘hoe we er mee kunnen leven’.

De zeespiegel zal wellicht meer dan een meter stijgen, misschien zelfs twee. Daar moeten we ons bij neerleggen en er ons op voorbereiden door dijken te bouwen, tientallen miljoenen mensen te laten verhuizen naar hoger gelegen gebieden, de geneeskunde af te stemmen op tropische ziektes, enz.

Pech voor de landen van het Zuiden: zij zullen het meest worden getroffen en hebben het minst middelen om zich daarop ‘voor te bereiden’. Maar, maak je daar niet te druk over, want de klimaatopwarming creëert nieuwe opportuniteiten voor de businesswereld. Constructiefirma’s die dijken bouwen en verzekeringsbedrijven bijvoorbeeld zullen gouden zaken kunnen doen. Ook aan emissierechten valt nog een flinke stuiver te verdienen. En uiteraard bieden de groene technologie– en energiesector enorm veel mogelijkheden.xxiv

Tot zover The Economist. Onze Europese Commissaris voor klimaat, Connie Hedegaard, zit helemaal op deze golflengte. In het verleden had ze het nog over ‘morele verantwoordelijkheid’ en over het ‘voortbestaan van de mensheid’. Dat is nu niet langer haar prioriteit. Nu staat business en concurrentiestrijd voorop.

Naar aanleiding van de klimaattop in Cancún zei ze: ‘Zij die uiteindelijk de energie-efficiëntie verbeteren alsook de innovatie, zullen meer geld sparen. Zij die dat niet doen, riskeren te worden voorbijgestoken door Chinese concurrenten.’xxv Greg Baker, de Britse minister van klimaatverandering zei dat de deal in Cancún een ‘sterk signaal van vertrouwen zou zenden naar de zakenwereld die miljarden investeert in de nieuwe groene economie’. Volgens de Financial Times verwelkomde de businesswereld inderdaad de resultaten van de klimaattop…xxvi

Hiërarchie tussen de levenssferenxxvii

Het kapitalisme luidde een radicale breuk in met alle voorafgaande maatschappijvormen. Vanaf ongeveer vijfhonderd voor Christus werden alle bestaande maatschappijen, behalve de primitieve in afgelegen gebieden, gekenmerkt door een zelfde hiërarchie tussen de verschillende levenssferen.

De Griekse filosoof Aristoteles heeft het ideaaltype van zo’n maatschappij haarfijn geanalyseerd: de economie (oikos) stond helemaal onderaan en was ondergeschikt aan de politiek (polis). Maar ook de politiek, verantwoordelijk voor de verdeling van de rijkdom en de sociale ordening, stond niet op zichzelf, maar was – juist zoals de economie – ondergeordend aan iets anders.

Beslissingen in die sfeer waren niet alleen een kwestie van meerderheid of machtsoverwicht, maar werden zelf bepaald en georiënteerd door een geheel van waarden, idealen en ideeën, of korter gezegd door het streven naar het goede leven (eudamonia).

We moeten de antieke samenlevingen niet idealiseren. In de maatschappij die Aristoteles beschreef waren de burgers vrijgesteld van arbeid, dat gebeurde door slaven. Ook hadden vrouwen een ondergeschikte positie. Toch biedt zijn beschrijving een interessant model omdat de hele maatschappij gericht is op het meest kostbare wat er is: het goede leven.

Het kapitalisme keerde de hiërarchie tussen de sferen helemaal ondersteboven. Bovenaan kwam de economische sfeer te staan: oorspronkelijk kleine kapitalistische familiebedrijven, vandaag transnationale giganten die de wereldmarkt domineren en nooit geziene hoeveelheden kapitaal en productiemiddelen concentreren.

Zoals we hierboven zagen is de politieke sfeer volledig onderworpen aan die economische macht. De sfeer van de waarden en ideeën tenslotte, is volledig afgestemd op de economische belangen. De topwaarden die gepromoot worden, zijn consumentisme, prestige, zelfontplooiing, het ieder voor zich, het recht van de sterkste, de superioriteit van het blanke ras en de Westerse beschaving, … Het cynisme en pragmatisme vieren hoogtij. Mensen of volkeren die opkomen voor een betere wereld worden afgedaan als dromers en sukkelaars.

DeWereldMorgen.be

Tegendynamiek

Om een nieuwe economische orde in te stellen moet de dynamiek die we hierboven beschreven, een halt worden toegeroepen en moet er een nieuwe, andere dynamiek worden gestart. In zekere zin is zo een nieuwe dynamiek of logica een spiegelbeeld of antipool van de oude.

Het goede leven

De meest fundamentele taak is het herstellen van de hiërarchie tussen de levenssferen. Hierbij is de analyse van Aristoteles hierboven zeer bruikbaar, met dien verstande dat in zijn visie de dimensie van natuur en milieu ontbreekt.

We moeten deze vitale dimensie toevoegen, en daarbij kunnen inheemse tradities – bvb. Pacha Mama – zeer nuttig zijn. Het goede leven (eudamonia) moet vervolledigd worden met het respect voor de natuur. Deze combinatie komt heel dicht bij het inheemse concept ‘buen vivir’.xxviii

In de eerste plaats moet de economische sfeer ondergeschikt worden aan de politieke sfeer. De allocatie van kapitaal en de distributie van het economisch surplus, de handel, het geldwezen, enz. moeten gericht worden op de prioriteiten en noden van de huidige gemeenschap en die van de toekomstige generaties.

Dit veronderstelt de regulatie van de economie binnen een democratisch kader, d.w.z. waarbij de belangrijke economische oriëntaties ter goedkeuring worden voorgelegd aan de burgers.xxix

Ten tweede moeten zowel de economische activiteiten als de politieke besluitvorming doordrongen zijn van waarden als gelijkheid, solidariteit, samenwerking, verantwoordelijkheid, respect, waardigheid, tederheid, zorgzaamheid (t.a.v. mens en natuur), …xxx

De oktoberrevolutie (1917) en de Chinese revolutie (1949) waren de eerste breuk met het kapitalistisch systeem en zijn logica. Beide revoluties braken met de kapitalistische hiërarchie van de sferen. In de Sovjet-Unie (en later in de Oostbloklanden) werd de economische sfeer opnieuw ondergeschikt aan de politieke sfeer, meer bepaald aan de communistische partij. Om diverse redenen werd de sfeer van de ideeën en idealen naderhand verwaarloosd. De bevolking herkende zich op den duur niet meer in de politieke koers. Er gaapte een kloof tussen de leiding en de bevolking, en het systeem stortte uiteindelijk in elkaar.

De Chinese revolutie maakte de economie ook ondergeschikt aan de politiek, maar probeerde een stap verder te gaan. De Culturele Revolutie (1966-1976) was een poging om de revolutionaire ideeën en waarden te laten primeren op al de rest, met verwaarlozing van de economische sfeer. Het was echter een geforceerde en brutale poging, die volledig mislukte. De revolutie zette noodgedwongen een stap terug: de economische sfeer werd meer ruimte gegeven en de sfeer van de waarden en ideeën werd bijna gereduceerd tot puur pragmatisme.

In zekere zin is het islamitisch reveil van de laatste decennia ook een poging om een betere hiërarchie tussen de levenssferen herin te voeren. Maar die pogingen zijn in zekere mate anachronistisch, vertonen vaak een democratisch deficit en zijn niet echt een breuk met de kapitalistische logica.xxxi

We moeten ALBA-landen als Cuba, Venezuela, Ecuador en Bolivia zeker niet idealiseren, maar het is mijn overtuiging dat deze landen interessante pogingen ondernemen om de hiërarchie tussen de levenssferen op een bevredigende manier te herstellen. Het is daarom geen toeval dat deze landen in meerdere of mindere mate het mikpunt zijn van moddercampagnes.

Ik beperk mijzelf tot Cuba, dat ik het best ken. Inspiratiebronnen voor de Cubaanse revolutie waren Marx en Lenin, maar ook José Martí. Het resultaat is een originele mix waarin het bewustzijn, ideëen, ethiek en zelfs utopieën een prominente positie innemen. Dat staat in contrast met het klassieke marxisme, waar deze aspecten niet expliciet aanwezig zijn, vaak een marginale positie innemen, of zelfs geweerd worden.

De re-integratie van de ethische en utopische dimensie is volgens mij de belangrijkste bijdrage van de Cubaanse revolutie aan het marxisme.xxxii Ook het milieu krijgt in Cuba veel aandacht. Reeds in 1992, op de Conferentie van Rio, waarschuwde Fidel Castro – als eerste staatshoofd – dat het overleven van de mensheid in het geding was.xxxiii Duurzaamheid is een topprioriteit, en het is geen toeval dat een Cubaanse ingenieur de Goldman Environmental Prize (gekend als de ‘groene Nobelprijs) ontving in 2010.xxxiv

In deze tekst vermeld ik Cuba driemaal als een voorbeeld. Om misverstanden te vermijden: ik heb niet de minste intentie om de Cubaanse revolutie te idealiseren. Zij die mij daarvan zouden verdenken raad ik aan om mijn artikel te lezen over de gigantische uitdagingen waar de Cubaanse maatschappij vandaag voor staat.xxxv

Ook heb ik absoluut niet de bedoeling om Cuba als model te presenteren. Een van de grootste fouten van de twintigste eeuw bestond erin om bepaalde landen of revoluties als na te volgen modellen op te vatten, of die revoluties zelfs te exporteren. Als ik Cuba vermeld is het als een illustratie, als een bron van inspiratie of als een bewijs dat iets mogelijk is.

Geëmancipeerde arbeid

Het voorrang geven van gebruikswaarde t.o.v. ruilwaarde moet in de eerste plaats worden toegepast op arbeid. Arbeid kan niet langer gezien en geïnstrumentaliseerd worden als een ‘ding’, als een koopwaar, gekocht en verkocht op een markt. Arbeid moet geëmancipeerd worden, de kwaliteit van arbeid moet hersteld worden. Dat veronderstelt het einde van vervreemding en de afschaffing van uitbuiting. Werkende mensen moeten hun arbeidsomstandigheden zelf kunnen bepalen en meester zijn over hun eigen voortgebrachte producten.

Geëmancipeerde arbeid veronderstelt zowel persoonlijke als materiële autonomie.xxxvi

Ten eerste moeten we een einde maken aan de dominantie van de eigenaars van de productiemiddelen over mensen die, om te overleven, niets anders kunnen dan hun arbeidskracht te ‘verkopen’.

Het zijn de werkende mensen zelf die moeten beslissen over het hoe en wat van hun arbeid en levensactiviteiten. Het moeten m.a.w. ‘vrije’ producenten worden, al dan niet in collectief verband.

Ten tweede moet er een einde komen aan de dominantie van de productie over de producent. In de woorden van Foster e.a.: ‘Het ultieme doel is de rijke ontwikkeling van de individuele menselijke mogelijkheden. … Dit vereist dat er vrije, beschikbare tijd wordt gecreëerd, en dat de samenleving afstand neemt van de tredmolen van de productie.’xxxvii

Om dat te bereiken moet het privébezit van de belangrijkste productiemiddelen ongedaan gemaakt worden. Zonder dat is geëmancipeerde arbeid onmogelijk. Dat houdt geenszins een totale staatscontrole in, maar wel dat de economie gecontroleerd wordt door een (verkozen) politiek orgaan en niet door privé-eigenaars. Het betekent dat de economische logica ondergeschikt wordt aan de staat en niet omgekeerd.

Wezenlijke gelijkheid en het einde van dominantie

Het kapitalisme heeft een kloof geslagen tussen rijk en arm zoals nooit te voren in de geschiedenis. Het ongedaan maken van deze schandalige ongelijkheid is essentieel. Mészáros geeft terecht aan dat, enkel op die basis ‘het mogelijk is om de noodzakelijke harmonieuze relaties te bereiken tussen mensen op alle niveaus, op een historisch duurzame wijze’.xxxviii

Het gaat om gelijkheid op alle mogelijke opzichten: Noord/Zuid, rijkdom binnen nationale grenzen, productierelaties (zie vorig punt), gender, seksuele voorkeur, etniciteit, geloofsopvatting, enz.

Zolang de mensen uit het Zuiden de slachtoffers zijn van het systeem, terwijl de mensen van het Noorden ervan profiteren, is de economische orde onaanvaardbaar.xxxix

Het zelfde geldt voor de andere vernoemde ongelijkheden. Wilkinson en Pickett tonen overtuigend aan dat de ongelijkheid binnen rijke landen een heleboel nadelige effecten veroorzaakt. Het verkort o.a. het leven van mensen en maakt ze ongelukkiger, het verhoogt criminaliteit, tienerzwangerschappen, drugsverslavingen, en het stimuleert overmatige consumptie.xl

DeWereldMorgen.be

Om dit te bereiken zullen de bestaande machtsblokken moeten ontmanteld worden. Ik gebruik doelbewust ‘ontmantelen’, omdat zolang die machtsblokken bestaan, er van een ‘veralgemening van democratie’ geen sprake kan zijn.xli

Het zijn de hoofdkwartieren van het kapitaal die hele economieën in hun greep houden en miljarden mensen veroordelen tot miserie en armoede, die ons in oorlog storten, die politieke apathie en vals bewustzijn cultiveren, en die het milieu om zeep helpen. Het zijn deze hoofdkwartieren die zullen beslissen wat we (niet) zullen doen i.v.m. de klimaatopwarming. In de woorden van Hedges, zij zijn de ‘dodelijke vijanden die moeten verslagen worden’.xlii

We zullen de drie MIC’s moeten ontmantelen: het Marketing Industrieel Complex, het Media Industrieel Complex en het Militair Industrieel Complex. En uiteraard ook de Navo en alle militaire bases in het buitenland. We zullen de financiële en industriële juggernauts en al hun collaborerende internationale instellingen moeten onttronen.

Planning

In het verleden was de zorg voor het milieu niet opgenomen in de socialistische planeconomieën.xliii De socialistische planning bevatte ook nog andere belangrijke tekortkomingen. Maar dit is geen reden om planning als zodanig af te schrijven. De planeconomie in de Sovjet-Unie was het eerste experiment om de markt ondergeschikt te maken aan de noden van de burgers. Er zaten dan ook heel wat constructiefouten in.

Belangrijk is op te merken dat het hier over een particuliere poging gaat, niet de enig mogelijke dus. En het zelfde kan gezegd worden over China. Anders gezegd, andere wijzen van planning zijn wenselijk en mogelijk, en vooral, ze zullen noodzakelijk zijn. Ze zullen noodzakelijk zijn om het hoofd te kunnen bieden aan de immense en dringende ecologische uitdagingen. Ze zullen ook nodig zijn om de basisbehoeftes van elke planeetbewoner te kunnen vervullen en om de hierboven opgesomde ongelijkheden te kunnen verminderen. Ze zullen wenselijk zijn om het cultureel peil en de levensstandaard van iedereen te verhogen.

Dat de markt niet in staat is om de basisbehoeftes te vervullen kan gemakkelijk aangetoond worden in twee sleutelsectoren: voedsel en gezondheid.

FAO, de Voedsel en Landbouworganisatie van de VN, berekende dat een jaarlijkse publieke investering van 24 miljard dollar, aangevuld met privé-investeringen, zou resulteren in een verhoging van het jaarlijkse bruto wereldproduct met 120 miljard dollar.

De reden is dat de betrokken mensen dan langer en gezonder leven en dus meer kunnen produceren. Het omgekeerde is ook waar, omwille van de honger verliezen arme landen elk jaar 450 miljard dollar.xliv

Het te investeren bedrag is niet meer dan 8% van wat de boeren uit het Noorden jaarlijks aan subsidie ontvangen. Een subsidie, die tussen haakjes de markten in het Zuiden ontwrichten en daardoor honger veroorzaken…

Een jaarlijkse meeropbrengst van 120 miljard op basis van een investering van 24 miljard, dat is een return van 500 procent! En dan hebben we het nog niet over de miljoenen mensenlevens die zouden kunnen gespaard worden.

Het te investeren bedrag is bovendien zeer bescheiden: 24 miljard dollar, dat is 0,004% van het zakencijfer van de derivatenmarkten. Maar toch is het systeem er blijkbaar niet toe in staat om de evidente en noodzakelijke investering te doen.

De gezondheidssituatie is al even hallucinant. Volgens de Wereld Gezondheidsorganisatie volstaat een jaarlijkse investering van 35 miljard dollar – of ongeveer 1% van de wat Europa en de VS jaarlijks uitgeven aan gezondheidszorg – om elk jaar 8 miljoen mensenlevens te redden. Het zou bovendien een return geven van minstens 360 miljard dollar.xlv

Een ding is zeker, de honderden miljoenen zieke mensen van deze planeet zullen niet genezen worden door de Onzichtbare Hand.xlvi

Men zou economische planning kunnen definiëren als de mogelijkheid om democratisch overeengekomen doelstellingen op te leggen die gericht zijn op een duurzame economische ontwikkeling.xlvii

Er zijn verschillende gradaties van planning. We zijn het helemaal eens met Mészáros dat planning in de praktijk moet gebracht worden op een kwalitatieve wijze, meer bepaald gericht op de vitale menselijke noden en dat bureaucratische planning moet vermeden worden. Dat kan op zijn beurt enkel worden vermeden als de arbeid geëmancipeerd zal zijn (zie hierboven).xlviii

Groei of ontwikkeling?

De meeste economische scholen stellen ontwikkeling of vooruitgang gelijk met economische groei. Het staat buiten kijf dat we dankzij de kapitaalaccumulatie in het verleden een ongekende vooruitgang hebben gekend en dat er een reusachtige ontwikkeling heeft plaatsgevonden, zij het dat die zeer ongelijk is verlopen.

Die ontwikkeling en creatie van rijkdom is zonder twijfel de verdienste en historische rol van het kapitalisme. Maar, op een bepaald momen

take down
the paywall
steun ons nu!