De benoemingscarousel: overheidsdienst Duurzame Ontwikkeling bleef verweesd achter
Opinie, Nieuws, Milieu, Politiek, België, Duurzame ontwikkeling, Bernard Mazijn, Rio+20, Overheidsadministratie, Overheidsmanagers, Benoemingen, PODDO - Bernard Mazijn

De benoemingscarousel: overheidsdienst Duurzame Ontwikkeling bleef verweesd achter

Eindelijk worden na een saga van jaren de overheidsmanagers benoemd. Eerst was er het getreuzel van de regering-Leterme, dan was er de politieke instabiliteit en – niet te vergeten – ten slotte het partijtje armworstelen tussen PS en Open VLD. Eén federale overheidsdienst blijft verweesd achter: de programmatorische overheidsdienst Duurzame Ontwikkeling (PODDO).

donderdag 21 juni 2012 11:35
Spread the love

Eindelijk. Eindelijk worden na een saga van jaren de overheidsmanagers benoemd. Voorzitters, directeurs-generaal, enz. Eerst was er het getreuzel van de regering-Leterme, dan was er de politieke instabiliteit en – niet te vergeten – ten slotte het partijtje armworstelen tussen PS en Open VLD.

Tientallen benoemingen kunnen nu doorgaan. Het is een wonder te noemen dat nog gemotiveerde mannen en vrouwen te vinden zijn die – na jaren in de koelkast – de job nog willen opnemen. Hopelijk kunnen ze er nog iets van maken … alvorens we weer naar een periode van instabiliteit gaan na de verkiezingen van 2014.

Tot daar het goede nieuws. Eén federale overheidsdienst blijft verweesd achter: de programmatorische overheidsdienst Duurzame Ontwikkeling (PODDO). Ik hoor u zich al afvragen of dat niet die dienst zou moeten zijn die groeit en bloeit in het aanschijn van Rio+20, de wereldtop over dat thema die dezer dagen plaatsvindt. Inderdaad. De uitdagingen zijn enorm.

Velen, ook bij andere overheidsdiensten zijn  er nog blind voor en er is dringend nood aan o.a. een slagkrachtige dienst met ambitieuze doelstellingen. Lees het maar even na op http://www.poddo.be/nl/inhoud/doelstellingen. De PODDO kan het echter amper waarmaken. En het ligt niet aan de mensen die er in moeilijke omstandigheden werken. Hiervoor zijn er wel meerdere redenen te noemen, maar laat mij even de saga vertellen over het ontbreken van een echte leiding binnen de overheidsadministratie ‘duurzame ontwikkeling’.

Eind 2008 loopt het mandaat van de toenmalige voorzitter van de PODDO – zo wordt het hoofd van de dienst genoemd sedert de Copernicus-omwenteling van Luc Van den Bossche (SP.A) – ten einde. Bij wijze van overgangsmaatregel krijgt hij enkele maanden verlenging opdat Selor ondertussen via een examen een nieuwe voorzitter zou kunnen zoeken.

Maar je weet hoe dat gaat, de administratieve molen maalt langzaam en de periode van verlenging verloopt zonder dat de aanwervingsprocedure is opgestart. Dan maar een interim-voorzitter aanstellen, een van de ambtenaren op de PODDO die deze taak wil opnemen: we schrijven begin 2009.

Enige tijd later lukt het. De Selor-procedure wordt uitgeschreven. En nu komt een stuk persoonlijk verhaal. Een aantal ‘duurzame ontwikkeling’-meisjes en jongens, werkzaam in de regio Brussel, binnen en buiten de administratie, trekken aan mijn mouw om te kandideren.

Nadat ik een en ander in overweging heb genomen –  het engagement voor duurzame ontwikkeling is er al lang, van voor Rio’92 – schrijf ik me in voor het Selor-examen. In juni 2009 vindt de schriftelijke proef plaats, in september 2009 het mondelinge examengedeelte. Uiteindelijk  worden drie personen, waaronder ikzelf, A-geklasseerd, dat wil zeggen ‘zeer geschikt’ om de job van voorzitter van de POD Duurzame Ontwikkeling uit te oefenen. Dit wordt ons door Selor op 12 oktober 2010 meegedeeld, per officieel schrijven.

De procedure voorziet dat hierna de minister bevoegd voor Duurzame Ontwikkeling een gesprek heeft met elk van de drie kandidaten en daarna een beslissing neemt. Minister Paul Magnette (PS) laat het dossier drie maanden liggen en nodigt ons vervolgens uit voor een onderhoud in januari 2010. Op het gesprek deelt hij me mee dat hij binnen de maand zal beslissen. Niks van. Het dossier blijft liggen.

De regering Leterme valt kort daarop, er komen verkiezingen, benoemingen kunnen niet meer gebeuren. In die lange periode van bijna 9 maanden – tussen de uitslag van A-geklasseerde en de val van de regering – nam ik (toen beroepsmatig vooral actief als zelfstandig deskundige ‘duurzame ontwikkeling’) bijna geen nieuwe andere opdrachten aan: je weet maar nooit dat je een maand later kunt/moet beginnen aan het hoofd van de overheidsdienst.

Het vervolg van de saga laat zich raden: meer dan 500 dagen gebeurt er niks. Hoe langer die periode duurt, hoe meer ik onthecht geraak aan een mogelijke benoeming: het uitblijven van een voor mij positieve of negatieve beslissing laat mij steeds meer onverschillig. Het leven gaat immers voort en ik had besloten de touwtjes zelf weer in handen te nemen en onder andere door middel van mijn onderzoeks- en adviesactiviteiten verder aan de weg van duurzame ontwikkeling te timmeren. Er moet daarenboven ook brood op de plank komen.

November 2011 komt er eindelijk een nieuwe regering, we hebben een minister bevoegd voor duurzame ontwikkeling die ook vicepremier is: Steven Vanackere (CD&V). Het belang van duurzame ontwikkeling in de federale regering kan niet meer stuk. Mijn eigenbelang had ik al lang opgeborgen … tot ik half december 2011, nog geen maand na aanstelling van de nieuwe regering, een telefoon krijg van het kabinet van de nieuwe minister: “Of ik eens wilde langskomen om te praten over het beleid ‘duurzame ontwikkeling’ de komende jaren.”

Ik ben een vriendelijke jongen, zeer gemotiveerd en ga dus graag op de uitnodiging in. Groot nieuws: de bestaande procedure van aanstelling van een voorzitter voor de POD Duurzame Ontwikkeling wordt weer opgenomen en ik mag mij verwachten aan een uitnodiging van de nieuwe minister voor een gesprek. In januari 2012 (!).

… Alweer gebeurt er niks. Bij gelegenheid, in de wandelgangen van een of ander evenement ‘duurzame ontwikkeling’ in Brussel, wordt mij gezegd, veelal gepaard gaande met gesteun en geklaag: “Wij zouden wel willen, maar weet je, samen met zovele andere dossiers ligt het moeilijk.” Ik dacht toen: het zal te maken hebben met de armworsteling tussen PS en Open VLD. Je weet wel de benoeming van de baas van de pensioenen.

Begin mei 2012 verschijnt het bericht in de media dat we naar een doorbraak gaan in dat andere dossier. Ik informeer me om eens na te gaan hoe het staat met de benoemingsprocedure voor de POD Duurzame Ontwikkeling. Ah ja, als er beweging is in het ene dossier, dan wellicht ook in de vele anderen, dus ook dat dossier waar ikzelf blijkbaar nog steeds een rol in speel(de).

Snel ontvang ik een antwoord. Er stelt zich een nieuw en onoverkomelijk probleem: tijdens de begrotingscontrole in maart 2012 is op het personeelsbudget van de POD Duurzame Ontwikkeling meer dan 10 procent bespaard. “In principe zijn er dus onvoldoende kredieten om tot de werving van een voorzitter over te gaan tenzij er personeel ontslagen wordt of tenzij wij inmiddels nog een andere oplossing kunnen vinden.” (sic!) 

We zijn alweer anderhalve maand later en nu weten we het zeker: de oplossing is niet gevonden, zo is mij bevestigd. De POD Duurzame Ontwikkeling blijft verweesd achter.

Weet u, het gaat niet over mij of over mijn  job. Ik was tenslotte maar een van de drie kandidaten. En ik heb inmiddels andere projecten op de sporen. Het bovenstaande is eerder symptomatisch voor politieke inactie, niet alleen op internationaal niveau, maar ook binnen België. Er is immers zoveel meer dat de voormalige en de huidige minister voor Duurzame Ontwikkeling niet gedaan hebben.

Waar blijft het derde Federaal Plan voor Duurzame Ontwikkeling dat in 2008 in zijn ontwerp klaar was? Hoe zit het met de duurzaamheidstoets van alle relevante beslissingen van de ministerraad? Hebben alle administraties nu al een EMAS (Europees Milieumanagement- en Audit Schema) zoals tijdens een van de vorige regeringen beslist werd? Kiest de regering nu voor 100 procent duurzame overheidsaankopen? Wordt het Actieplan Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen uit 2006 ten volle uitgevoerd? Behoort Maatschappelijk Verantwoord Investeren tot de kerntaken van de pensioenfondsen? Enz.

Het zegt veel over de politieke machthebbers in dit land, aan Franstalige en aan Nederlandstalige kant. Duurzame ontwikkeling kan hen geen barst schelen. In een ander opiniestuk schreef ik op 15 februari nog het volgende (zie https://www.dewereldmorgen.be/artikels/2012/02/15/de-index-meten-weten-als-het-resultaat-je-niet-zint-schaf-de-maatstaf-af): “Ja, ik weet wel, dat laatste wordt in sommige gremia meewarig afgedaan als ‘uit de tijd’. Het moet trouwens gezegd: die hoofdschuddende reactie komt voor bij zowat alle politieke families. Hoewel, straks, in de aanloop naar Rio+20, de top over de Aarde met vele staats- en regeringsleiders, die doorgaat in juni 2012 – ‘pour la galérie’ ? – zal iedereen wellicht zijn of haar mond vol hebben van het belang ervan voor de toekomstige generaties. Gedurende de drie dagen van de top …”

Welnu, ik heb me vergist. De meeste politieke machthebbers in dit land hebben zelfs geen drie dagen over om de schijn op te houden op de top van staatshoofden en regeringsleiders: de bevoegde minister voor Duurzame Ontwikkeling gaat niet, de eerste minister laat het afweten, geen enkele Nederlandstalige minister uit de Vlaams of federale regering troost zich de moeite.

Het lijkt alsof de middenvinger wordt opgestoken. Voor de volledigheid: er zijn wel andere ministers die naar Rio+20 zijn gegaan. Ter elfder ure. Het zijn er die in ons land ofwel weinig politieke macht hebben ofwel die duurzame ontwikkeling nooit echt ter harte hebben genomen.

En nu? Ik moet onwillekeurig denken aan het redactioneel in het fameuze nummer van het tijdschrift Nature (7 juni) waar als reactie op de politieke inactie o.a. het volgende wordt gezegd: “It is hard to avoid a certain sense of gloom, if not doom. … The accumulating evidence screams that the consequences of inaction could be dire. As each day passes, the problems become more expensive to solve and the number of available options decreases.”

Als dit over de banken zou gaan, er waren al minstens drie opeenvolgende Europese toppen van staatshoofden en regeringsleiders georganiseerd, met telkenmale een intense voorbereiding op het kernkabinet in België.

Bernard Mazijn

Bernard Mazijn is verbonden aan de UGent, maar schrijft deze bijdrage uitsluitend in eigen naam.

take down
the paywall
steun ons nu!