In Chili woeden al jaren massale sociale protesten tegen het neoliberale beleid van de regering,(2019). Foto: artificialorder.wordpress.com
Analyse - Camila Vergara, New Left Review

De afwijzing van de nieuwe Chileense grondwet

De Chileense ontwerpgrondwet van 2022 – de meest progressieve grondwet ooit in termen van sociaaleconomische rechten, gendergelijkheid, inheemse rechten en de bescherming van de natuur – werd op 4 september door bijna 62 procent van de kiezers in een nationale volksstemming verworpen. Hoe konden de Chilenen, nadat ze in oktober 2019 in opstand waren gekomen om een nieuwe grondwet te eisen en nadat ze er vervolgens met overweldigende meerderheid voor gekozen hadden om het grondwetgevend proces in gang te zetten, het voorgestelde ontwerp afwijzen?

maandag 12 september 2022 13:37
Spread the love

 

Het is moeilijk gebleken korte metten te maken met Pinochet en zijn erfenis. Waarom zouden de Chilenen zich scharen achter rechtse krachten die de grondwet van Pinochet in stand willen houden? Dit verbazingwekkende resultaat vraagt zeker om een multi-causale verklaring.

Ik zal me hier beperken tot twee van de meest prominente redenen: de rechtse desinformatiecampagne in de traditionele en sociale media, en de uitsluiting van hele delen van het volk bij het grondwetgevend proces.

De steun voor Rechazo (ʻVerwerpʼ, van het grondwetsontwerp) was het grootst in gemeenten met lage inkomens, waar de opkomst ook hoger was dan in de gegoede buurten. Terwijl bij de volksraadpleging van 2020 de oppositie tegen het grondwetgevend proces werd aangevoerd door de drie rijkste gemeenten, kwamen dit keer de armste buurten massaal opdagen om tegen het voorgestelde ontwerp te stemmen.

Ook in tegenstelling tot 2020 was stemmen nu verplicht – met boetes voor niet-naleving – waardoor de mensen uit de volksbuurten gedwongen waren om te stemmen, uit angst voor de kosten van stemonthouding. De opkomst steeg aanzienlijk, van vijftig procent naar 86 procent, en van de 5,4 miljoen nieuw uitgebrachte stemmen koos 96 procent voor verwerping.

In totaal kreeg de ontwerp-grondwet slechts 4,8 miljoen stemmen – één miljoen mensen minder dan er twee jaar geleden voor een nieuwe tekst stemden. Dit was echter niet alleen een stem tegen de nieuwe grondwetstekst. Het was ook een afwijzing van de regering van Gabriel Boric en haar partijen: de ‘nieuw-linkse’ coalitie van Frente Amplio, de Communistische Partij en de partijen van de oude Concertación (de coalitie van centrumlinkse partijen die Chili van 1990 tot 2010 regeerde).

In ochtendpraatprogramma’s en avondjournaals werd het document herhaaldelijk als ‘extremistisch’ en ‘slecht geschreven’ afgedaan.

Apruebo (‘Goedkeuren’) werd gesteund door ongeveer hetzelfde aantal mensen dat in december 2021 op Boric stemde, in de tweede ronde van de presidentsverkiezingen, tegen de extreem-rechtse kandidaat José Antonio Kast – wat erop duidt dat hij er sinds zijn aantreden niet in is geslaagd zijn achterban uit te breiden.

Stroom aan vervalsing en desinformatie op tv en op sociale media

Er is minstens een miljoen dollar gestoken in de campagne die een maand heeft geduurd om meer bekendheid te geven aan de ontwerpgrondwet. Ongeveer negentig procent van deze middelen werd uitgegeven door het Rechazo-kamp, dat bestaat uit de rechtse partijen, delen van de christen-democraten en de nieuwe centrumcoalitie ‘Amarillos por Chile.’

In ochtendpraatprogramma’s en avondjournaals werd het document herhaaldelijk als ‘extremistisch’ en ‘slecht geschreven’ afgedaan, terwijl conservatieve denktanks het publiek bestookten met opiniepeilingen van twijfelachtige nauwkeurigheid waaruit bleek dat de meeste mensen het nieuwe ontwerp zouden afwijzen.

Dergelijke inspanningen werden ondersteund door de verspreiding van desinformatie via de sociale media, alsook door de verspreiding van valse exemplaren van de ontwerpgrondwet met vervalste artikelen. In een illustratief geval werd de extreemrechtse Conventie-vertegenwoordiger Constanza Hube betrapt bij het uitdelen van valse kopieën van de grondwet tijdens een Rechazo-bijeenkomst.

Het blijft onduidelijk waarom de regering-Boric zulk slecht werk heeft geleverd bij het informeren van het electoraat over zoʼn cruciale aangelegenheid.

Uit exit-polls en vox pops bleek dat veel mensen verward waren over waar de volksraadpleging eigenlijk over ging; sommigen dachten zelfs dat ze door tegen te stemmen de grondwet van Pinochet afschaften. Dit is niet verwonderlijk, aangezien de enige officiële informatie over het grondwetsontwerp bestond uit dertig minuten televisie-uitzendingen per dag, gelijkelijk verdeeld over Rechazo en Apruebo, gedurende een periode van 28 dagen.

Aangezien de zendtijd aan een hele reeks politieke partijen en maatschappelijke groeperingen was toegewezen, was de berichtgeving gefragmenteerd. Voor de Apruebo-campagne namen tien organisaties deel aan de uitzendingen; zelfs nadat diverse afspraken tussen hen waren gemaakt, kregen sommige uiteindelijk nog geen vijf seconden om hun zegje te doen.

Er waren geen officiële campagneadvertenties, er werden geen folders bij de mensen thuis bezorgd, en er waren geen persoonlijke informatiesessies; alle campagnes werden gevoerd door politieke partijen, ngoʼs of vrijwilligers. Het blijft onduidelijk waarom de regering-Boric zulk slecht werk heeft geleverd bij het informeren van het electoraat over zoʼn cruciale aangelegenheid.

Hoewel de dagelijkse informatieve uitzendingen voor en tegen de nieuwe grondwet weinig invloed hadden op de kiezers – slechts ongeveer 720.000 mensen stemden er elke dag op af – had de eindeloze stroom tv-programmaʼs met politici en zelfbenoemde intellectuelen die desinformatie over de inhoud van het ontwerp verspreidden dat zeker wel.

Leugens en desinformatiecampagnes

Een van de meest verspreide leugens was dat de nieuwe grondwet het huisbezit voor de arbeidersklasse zou afschaffen, op verzoek late abortussen zou toestaan en de deur zou openzetten voor de afscheiding van inheemse gebieden.

Een van de meest verspreide leugens was dat de nieuwe grondwet het huisbezit voor de arbeidersklasse zou afschaffen, op verzoek late abortussen zou toestaan en de deur zou openzetten voor de afscheiding van inheemse gebieden.

Een proeftuin voor desinformatie was de regio Araucanía, een gemilitariseerde zone – onder een uitzonderingstoestand geplaatst vanwege het Mapuche conflict – waar 74 procent van de kiezers ervoor koos het grondwetsontwerp te verwerpen: het op één na hoogste niveau van steun voor Rechazo in het hele land.

Araucanía, een traditioneel rechts bolwerk, was een van de slechts twee regioʼs die er in 1988 voor hadden gestemd om Pinochet aan de macht te houden, hoewel er in 2020 werd gestemd voor het opstarten van het grondwetgevend proces. Eind juni zette Francisco Orrego, een jonge advocaat en woordvoerder van Rechazo, alles op alles om de arbeidersgemeenschap van Angol ervan te overtuigen dat het recht op huisvesting in de ontwerpgrondwet – een van de weinige artikelen die door basisorganisaties waren voorgesteld en uiteindelijk de definitieve tekst haalden – het recht van mensen om hun eigen huis te bezitten zou afschaffen als ze dat met sociale subsidies hadden gekocht (een situatie die voor ongeveer veertig procent van de bevolking geldt).

Hoewel dit onmiddellijk als nepnieuws aan de kaak werd gesteld, bleef Orrego niettemin regelmatig verschijnen in politieke talkshows, waar hij dergelijke leugens onder een groter publiek kon verspreiden.

Bovendien zijn de evangelische kerken, die onlangs een alliantie zijn aangegaan met de extreem-rechtse Republikeinse Partij, sterk vertegenwoordigd in Araucanía: hun ledental bedraagt ongeveer 27 procent van de bevolking. Eind februari, nog voordat het artikel over genderrechten door de Conventie was goedgekeurd, riepen vertegenwoordigers van ruim 2.700 kerken in de regio hun gemeenschappen op het ontwerp te verwerpen, waarbij zij abortus als hun grootste zorg noemden.

Hoewel het recht op abortus in de ontwerpgrondwet in algemene termen werd gecodificeerd, door de staat te verplichten de ʻvrijwillige onderbreking van zwangerschappenʼ te waarborgen, had het publiek een verwrongen beeld van deze bepaling. Felipe Kast, de rechtse senator van Araucanía, maakte gebruik van conservatieve radiostations om een advertentie uit te zenden waarin hij beweerde dat de ontwerpgrondwet ʻabortus tot de negende maand van de zwangerschap toestond,ʼ en hij stelde dit aan de kaak als een ʻschending van de mensenrechten van ongeboren kinderen.ʼ

Hoewel voorstanders van Apruebo probeerden terug te slaan tegen deze onwaarheden, was het onmogelijk ze uit de populaire verbeelding te verdrijven.

Misschien wel het meest controversiële onderwerp was echter dat van de rechten van de inheemse bevolking. Hoewel de tekst slechts de afspraken volgde uit het ILO-verdrag over inheemse rechten, dat Chili in 2008 had geratificeerd maar nooit had geïmplementeerd, verzonnen rechtse politici en deskundigen een verhaal waarin inheemse volken de mogelijkheid zouden krijgen het land in stukken te hakken.

Ximena Rincón, senator voor de Christendemocraten, beweerde begin juli dat ze Rechazo steunde omdat het ontwerp de inheemse bevolking (die nog geen tien procent van de nationale bevolking uitmaakt) een vetorecht zou geven over grondwettelijke hervormingen. Hoewel haar live op televisie werd verteld dat dit niet waar was, weigerde zij haar standpunt te wijzigen – en bleven dergelijke verdraaiingen het nationale discours beïnvloeden.

De gevangenen die daadwerkelijk kennis namen van de ontwerptekst, stemden in met de hervormingen; degenen die alleen afgingen op de berichtgeving in de media stonden er onverbiddelijk vijandig tegenover.

Tegelijkertijd bleek uit de stemresultaten van de gevangenissen, waar de gevangenen hun informatie alleen via televisie-uitzendingen ontvingen, hoe sterk de conservatieve media de publieke opinie hadden beïnvloed. Voor het eerst in de geschiedenis mochten gevangenen stemmen, en er werd verwacht dat ze achter Apruebo zouden gaan staan, aangezien de ontwerp-grondwet gevangenen nieuwe rechten toekende, zoals gratis rechtsbijstand, het verbod op dubbele strafbaarstelling, en een volksombudsman om misbruiken te voorkomen.

Toch stemde uiteindelijk slechts één van de veertien gevangeniscomplexen vóór goedkeuring. Dit was niet toevallig het enige complex waar fysieke kopieën van de ontwerp-grondwet waren uitgedeeld aan gevangenen en waar informatiesessies waren gehouden met vrijwilligers van de rechtshulp. Degenen die daadwerkelijk kennis namen van de tekst, stemden in met de hervormingen; degenen die alleen afgingen op de berichtgeving in de media stonden er onverbiddelijk vijandig tegenover.

Volgens een recent rapport hebben ten minste 36 organisaties die niet onder de verkiezingscontrole vallen en daarom hun financiering niet bekend hoeven te maken, in de maanden vóór de volksraadpleging 130.000 dollar uitgegeven aan advertenties op Facebook en Instagram; 97,4 procent van deze advertenties was gericht op verwerping van de ontwerpgrondwet.

Uiteindelijk lijkt het erop dat de vooringenomenheid van de traditionele media, plus de miljoenen die zijn uitgegeven om de opinie via de sociale media te beïnvloeden, hebben geholpen om het verhaal ingang te doen vinden dat de Conventie een politiek circus was dat een slordig en onprofessioneel document had opgesteld.

Elitair grondwetgevend proces, indamming energie van het volk

Naast deze desinformatiecampagne stond buitenparlementair links sceptisch tegenover een Conventie die de massamobilisaties van 2019 had verraden. Veel van deze linkse mensen stemden vóór verwerping in plaats van vóór legitimering van het proces. Zij wezen er terecht op dat het pact van 15 november 2019, dat in een achterkamertjesdeal tussen Boric en een hard-rechtse senator was overeengekomen, en dat het kader voor de Grondwetgevende Vergadering (de Conventie) schetste, bedoeld was om de energie van het volk in te dammen in plaats van te kanaliseren.

Vanaf het begin werd het grondwetgevend proces beheerst door de elites, die hun pogingen om de status quo te handhaven intensiveerden naarmate de volksraadpleging naderde.

Er werd een antidemocratische tweederdemeerderheidsregel ingesteld voor de goedkeuring van nieuwe grondwetsartikelen en de gevestigde partijen kregen een buitensporige invloed op het ontwerpproces. Vanaf het begin werd het grondwetgevend proces beheerst door de elites, die hun pogingen om de status quo te handhaven intensiveerden naarmate de volksraadpleging naderde.

Op 14 mei kwam de Conventie met een lange eerste ontwerptekst, waarin progressieve grondwettelijke vernieuwingen waren opgenomen, zoals plurinationaliteit en ecologische rechten. Er werden twee speciale comités gevormd om het definitieve document, dat in totaal 388 artikelen omvatte, te ‘harmoniseren’ en te redigeren, en om een besluit te nemen over overgangsregelingen.

De autonomie van de Conventie werd echter al snel aangetast door de onderhandelingen over de overgang van het ene constitutionele kader naar het andere. Op 16 mei zond de regering een document aan de Conventie, waarin werd aanbevolen de huidige regels inzake natuurlijke hulpbronnen, water en inheems land te handhaven totdat nieuwe wetgeving zou zijn goedgekeurd – dit om een ʻordelijke en geleidelijke overgangʼ te waarborgen.

Dit betekende bijvoorbeeld dat water particulier bezit zou blijven totdat rechtse senatoren, die de helft van de Senaat in handen hebben – en die in 2020 stemden tegen het tot mensenrecht verheffen van de toegang tot water – ermee zouden instemmen het te nationaliseren. De regering beval ook aan dat Boric, wiens populariteitscijfer net boven de dertig procent lag, en de leden van het Congres hun oorspronkelijke ambtstermijn zouden uitzitten, en nog eens drie en een half jaar in functie zouden blijven.

De Conventie is op deze egoïstische eisen ingegaan. Door veel activisten werd dit gezien als een onaanvaardbaar samenspel tussen het grondwetgevende orgaan en de uitvoerende macht, waardoor het hele proces van het opstellen van een nieuwe grondwet in diskrediet werd gebracht.

Drie weken vóór de volksraadpleging begonnen de partijen van de regeringscoalitie de veranderingen uiteen te zetten die zij van plan waren door te voeren indien de ontwerp-grondwet zou worden goedgekeurd. In een poging de rechtse partijen en de partijen van de voormalige Concertación (die nu 38 procent van de ministeries in handen hebben) tevreden te stellen, beloofde Boric om de rechten van de inheemse bevolking strikt af te bakenen en benadrukte hij dat hun inbreng in nationale beleidskwesties niet bindend zou zijn.

Hij verzekerde de gevestigde orde er ook van dat het bestaande neoliberale raamwerk – waarin basisdiensten zoals gezondheidszorg, onderwijs en pensioenen grotendeels door particuliere bedrijven worden geleverd – van kracht zou blijven.

Handhaving van het Chileense neoliberalisme

Hoewel de ontwerpgrondwet de creatie van een openbaar onderwijssysteem, een nationaal gezondheidsstelsel en een openbaar socialezekerheidsstelsel voorschreef, werd het huidige vouchersysteem in het onderwijs niet expliciet ontmanteld, noch het verzekeringsmodel in de gezondheidszorg, noch het individuele spaarsysteem dat de Chileense arbeidersklasse dwingt om van een armoedepensioen te leven.

In plaats van aan te dringen op hervorming van deze dictatoriale systemen, zoals demonstranten al sinds 2009 eisen, stemde Boric ermee in om ze te behouden.

Deze voorgenomen hervormingen toonden niet alleen aan dat de regering van plan was de kernwaarden van het Chileense neoliberalisme te handhaven; ze gaven ook aan hoezeer de coalitie van Boric zowel het ontwerpdocument als de wil van het volk minachtte. Zijn aankondiging dat hij zou proberen de grondwet te hervormen – nog voordat deze ter beoordeling aan het volk was voorgelegd – versterkte de indruk dat de grondwet niet geschikt was voor het beoogde doel.

De constitutionele hervorming die uit het pact voortvloeide, bepaalde alleen dat indien de ontwerp-grondwet zou worden verworpen, de oude grondwet van kracht zou blijven. Wat gaat er nu dus gebeuren?

Dit speelde de Rechazo-campagne in de kaart. De kiezers kregen zo ook de indruk dat zij slechts over een voorlopige tekst zouden stemmen, in plaats van dat zij een stem van betekenis zouden krijgen in de toekomst van het land.

Chili bevindt zich nu in een lastig parket; er is geen duidelijk pad om de dreigende sociaal-politieke crisis op te lossen. Door te stemmen voor het opstarten van een grondwetgevend proces hebben de Chilenen indirect de huidige grondwet van 1980 verworpen. Maar door het afwijzen van de nieuwe voorgestelde grondwetstekst is het door het pact van november op gang gebrachte proces officieel beëindigd, zonder dat er een permanente voorziening voor een nieuw grondwetgevend proces is getroffen.

De constitutionele hervorming die uit het pact voortvloeide, bepaalde alleen dat indien de ontwerp-grondwet zou worden verworpen, de oude grondwet van kracht zou blijven. Wat gaat er nu dus gebeuren?

Vóór de volksraadpleging beloofde president Boric een nieuw grondwetgevend proces op gang te zullen brengen als het voorgestelde ontwerp zou worden verworpen. Zoʼn proces kan echter alleen op gang worden gebracht via een nieuw constitutioneel proces, waarvoor een supermeerderheid in het Congres nodig is. Met het oog op de rechtse oppositie zal dit al moeilijk genoeg zijn.

Maar aangezien de conservatieve krachten de Senaat controleren, lijkt het bijeenroepen van een grondwetgevende vergadering met adequate mechanismen voor participatie van het volk een onmogelijkheid. Het is daarom waarschijnlijk dat Boric zal proberen een andere Conventie in het leven te roepen, op basis van regels waarover hij vanuit een zwakke positie heeft onderhandeld en die nóg meer tegemoet zal komen aan de eisen van de heersende klasse.

Dit zal een door de partijen geleid proces worden – gedomineerd door ʻdeskundigenʼ en beschermd tegen de druk van het volk. Analisten geven de weinige onafhankelijken in de Conventie al de schuld van de mislukking van het ontwerp, waardoor het radicale potentieel dat het proces voorheen had, in rook is opgegaan.

Tegelijkertijd gaan de Chilenen echter alweer de straat op om hun eigen grondwetgevend proces op te eisen – een proces waarbij geen achterkamertjesonderhandelingen plaatsvinden en het volk zelf de macht heeft om bindende besluiten te nemen.

 

Dr. Camila Vergara is een kritische juridische theoreticus, historicus en journalist uit Chili die schrijft over de relatie tussen ongelijkheid, corruptie en overheersing, en hoe gewone mensen institutioneel in staat kunnen worden gesteld om weerstand te bieden aan de onderdrukking door de weinige machtigen.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk in het Engels op New Left Review, en werd door Menno Grootveld vertaald naar het Nederlands op Wereldbrand. DeWereldMorgen.be nam de Nederlandse vertaling over.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!