Han Soete
Nieuws, Samenleving, België, Discriminatie, Huisvesting -

Darwin op de huisvestingsmarkt: Survival of the fittest

Discriminatie op de huisvestingsmarkt blijft een zeer groot en alomtegenwoordig probleem, zo blijkt uit een rondvraag van DeWereldMorgen.be. De zwakste groepen hebben het vaak het moeilijkst om een woonst te vinden. Werkloos? Vergeet het maar, dat staat vandaag zwart op wit in vastgoedadvertenties. Ben je daarbij ook allochtoon, dan kan je het helemaal schudden.

donderdag 9 augustus 2012 13:09
Spread the love

Het is een oud zeer, discriminatie op de huisvestingsmarkt. Zeer moeilijk te bewijzen, ook. Maar als bij de huurvoorwaarden van het West-Vlaamse vastgoedkantoor Era Becue zwart op wit staat dat een kandidaat-huurder een vast inkomen uit arbeid moet hebben, dan is dat een inbreuk op de antidiscriminatiewet. Er wordt dan wel een uitzondering gemaakt voor pensioen- en invaliditeitsuitkeringen, toch betekent dat dat je niet in aanmerking komt als huurder indien je werkloos bent, of interimmer, of een jonge zelfstandige met onregelmatig inkomen.

In het verleden vonden ook al opmerkelijke onderzoeken plaats. In 2009 ondervonden leden van de huisvestingsactiegroep Alarm van de Molenbeekse vzw Bonnevie dat 28 procent van de 101 geteste eigenaars een verschillend antwoord gaven aan bellers met een Belgische dan wel vreemd klinkende naam.

In 2010 dan onthulde een undercoverreportage van het één-programma Volt dat negen op de tien vastgoedmakelaars bereid waren in te gaan op de vraag van kandidaat-verhuurders om niet te verhuren aan allochtonen. Zoals zo vaak veroorzaakte ook deze Volt-undercoverreportage heel wat ophef. Verontwaardigde persberichten werden de wereld ingestuurd, parlementaire vragen gesteld en sensibiliseringscampagnes gelanceerd. Vandaag lijkt de situatie nog niet verbeterd.

Financiële garanties

In het Vlaams-Brabantse Halle loopt bij vzw Pin (Partners en Integratie) een project waarbij immigranten met een verblijfsvergunning nieuwkomers – meestal asielzoekers – helpen met onder meer de zoektocht naar een stek op de privémarkt.

Omdat ze het Nederlands nog niet beheersen of de wetgeving niet altijd duidelijk is, heeft de meerderheid van de asielzoekers nog geen werk en zijn ze daarom afhankelijk van een vervangingsinkomen. Afhankelijk zijn van een OCMW blijkt op de privéhuisvestingsmarkt echter een onoverkomelijk probleem. “Je moet het letterwoord nog maar laten vallen of je krijgt een nee”, getuigt ‘toeleider’ Lidia Avanesyan. “Mensen die bij het OCMW zijn aangesloten hebben het zeer moeilijk.” Slechts 1 op 50 gezinnen vindt iets via de zogenaamde ‘toeleiders.’ De rest is aangewezen op een informeel netwerk van vrienden en kennissen.

Verhuurders zijn er blijkbaar als de dood voor dat de asielaanvraag van asielzoekers op een dag afgewezen wordt, ze geen OCMW-steun meer krijgen en daarom hun huur niet kunnen betalen.“Wij gaan er nu van uit dat we niet meer met traditionele vastgoedagentschappen kunnen werken, omdat ze allemaal een arbeidscontract willen zien, altijd”, zegt Togolees Corneille Hogbenu.

Een verhuurder heeft natuurlijk financiële garanties nodig. Verhuren is tenslotte een economische bezigheid. Verhuurders mogen dan ook vragen naar bewijzen van zogenaamde ‘solvabiliteit.’ Toch is het bij wet verboden én strafbaar om een onderscheid te maken tussen inkomsten uit arbeid of uit andere bronnen. Vermogen is immers een beschermd kenmerk. Dit wil zeggen dat op deze basis niet gediscrimineerd mag worden, en evenmin op grond van leeftijd, seksuele geaardheid, handicap, gezondheid en nog enkele andere categorieën.

“Geen vreemden”

Uit een rondvraag bij Vlaamse discriminatiemeldpunten blijkt dat discriminatie op de huisvestingsmarkt een groot en alomtegenwoordig probleem is. Het meldpunt Antwerpen, verantwoordelijk voor tientallen kleinere steden en gemeenten, meldt een toename in het aantal meldingen, net als de zone-Aalst en Sint-Niklaas. Het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding (CGKR) stelt in zijn Jaarrapport 2011 een voortdurende toename vast van meldingen van weigeringen om te verhuren op basis van het inkomen van een kandidaat-huurder.

Sommigen krijgen te maken met onversneden racisme. Afgelopen juni moest Danny De Pauw (52) op zoek naar een nieuw appartement, omdat de eigenaar het zijne wilde betrekken. De vrouw van Danny, Elisabeth (50), is van Soedanees-Congolese origine en woont al dertig jaar in België.

Na een eerste bezoek, ongeveer half juni, kregen ze van de eigenaar telefonisch te horen dat die uit overleg “met de buurt” geconcludeerd had “geen Afrikaanse” te wensen. Niet veel later beet een eigenaar hem toe, vanuit de inkomhal wijzend naar Elisabeth die in de auto zat: “Geen vreemden!” Letterlijk. En dan nog eens: een vastgoedmakelaar laat weten dat de verhuurder hen door zijn venster gezien had en besliste dat ze “niet welkom” waren. Danig geschrokken van die confrontaties, doet Danny zijn verhaal bij het Meldpunt Discriminatie Aalst. “Heel moeilijk te bewijzen”, klinkt het daar. En dat is het ook. Als er niets op papier staat, ontkent men en daarmee is de kous af.

“Survival of the fittest”

Naast een diepgeworteld maatschappelijk probleem, kan men discriminatie ook zien als een gevolg van schaarste op de huurmarkt, waardoor verhuurders veel selectiever kunnen zijn in de keuze van huurders. Dat zegt Katia Hoorne van de Brugse vzw Westkans, die de discriminatiemeldpunten van Brugge, Kortijk en Oostende coördineert.

“Discriminatie op de huisvestingsmarkt is maar een deel van het probleem, een symptoom”, zegt Hoorne. “Het hoofdprobleem is overduidelijk een algemeen tekort aan huisvesting. Daardoor ontstaat een situatie van survival of the fittest, waarbij minder vermogende mensen, zwakkere groepen, etc, sowieso uit de boot vallen. Huurders zijn bovendien heel goed beschermd in België en moeilijk weg te krijgen. Daarom kiest een verhuurder altijd voor wat volgens hem het meest risicoloze huurdersprofiel is. Er kan pas echt aan discriminatie gewerkt worden als eerst het huisvestingstekort wordt aangepakt, op federaal niveau. Want het één vloeit voort uit het ander. Uiteraard blijven we strijden tegen discriminatie. Maar voorlopig is het dweilen met de kraan open.”

De Belg heeft een baksteen in zijn maag. Door sterke fiscale aanmoediging vanwege de overheid is de voorbije decennia een huisvestingslogica ontstaan die hoofdzakelijk gericht is op eigendomsverwerving. We willen kopen, niet huren. Uit statistieken blijkt echter dat vooral de hogere inkomensgroepen de overstap naar een eigen woonst kunnen maken. In 2010 was 43,7 procent van de 25 procent laagste inkomens eigenaar tegenover 89 procent van de 25 procent hoogste inkomens. De minst vermogenden kunnen vaak niet anders dan huren maar krijgen dan te maken met een onverbiddelijke marktlogica. Het aanbod volgt de vraag niet, prijzen gaan omhoog en huren wordt nog moeilijker.
 

take down
the paywall
steun ons nu!