Couckje van eigen deeg?

Couckje van eigen deeg?

zaterdag 8 november 2014 15:53
Spread the love

Toen ik gisteren het voortreffelijke nieuws
vernam dat je voortaan zelf kan kiezen waaraan je de meerwaarde die je creëert wil besteden, heb ik meteen de Administratie der Directe
Belastingen gebeld.

Fiscus: Goede namiddag, Administratie der
Directe Belastingen?

Ik: Ah goede middag, met Stefaan Vermeulen.
Ben ik bij de dienst inkomensbelastingen?

Fiscus: Zeer zeker meneer Vermeulen, wat
kunnen wij voor u doen?

Ik: Wel, mevrouw, ik vernam vandaag dat het mogelijk is om zelf te beslissen waaraan je als burger de meerwaarde die je
creëert bij de verkoop van iets, euh… enfin, een bedrijf of zo, wel dat je zelf
kan beslissen waaraan je dat dan weer uitgeeft in plaats van het door te
storten aan de fiscus?

Fiscus: …

Ik: Dat klopt toch, die informatie?

Fiscus: Blijft u even aan de lijn, meneer? 

Ik doelde natuurlijk op het bericht dat de
heer Coucke de winst die hij haalt uit
de verkoop van zijn firma Omega Pharma aan Perrigo weer zal investeren in
nieuwe, Vlaamse bedrijven. De winsten doorstorten aan de bodemloze staatskasput
– mooi woord, meneer Coucke – vindt hij immers geen goed idee.  

De ambtenaar van de Administratie der Directe
Belastingen is weer aan de lijn:

Fiscus: Wij hebben geen weet van dergelijke
regeling, meneer Vermeulen, mag ik u vragen van waar u die informatie heeft?

Ik: Ah, dat las ik in de krant vandaag… en ik
hoorde het ook op de radio: er is een man in West-Vlaanderen die zijn bedrijf
heeft verkocht voor een stevig bedrag – bij mij gaat het over minder geld, hoor
mevrouw  – welnu, die man uit
West-Vlaanderen legde uit dat hij zelf mag beslissen waar die opbrengst naar
toe zal gaan. Ik dacht dus, mevrouw, dat… 

De dame van de Administratie onderbreekt me kordaat: 

Ficsus: Meneer Vermeulen, u bedoelt
waarschijnlijk meneer Coucke van die wielerploeg. In België bestaat er geen meerwaardebelasting. Dus moet die meneer daarop geen
belastingen betalen.

Ik: Ja ja, dat begrijp ik, maar daar bel ik nu
juist voor. Ik ben schilder, geen eh, muurschilder of zo, maar een
kunstschilder, zoals ze dat zeggen. Nu heb ik op mijn meest recente
tentoonstelling een werk verkocht – niet voor een miljard hoor – en ik zou daar
ongeveer de helft belasting op moeten betalen, maar… 

Weer moet de mevrouw van de Administratie me
onderbreken:

Fiscus: … dat zijn inkomsten uit arbeid,
meneer, die vallen dus onder de Directe Belastingen, met andere woorden…

Nu onderbreek ik de dame, vriendelijk maar
kordaat:

Ik: Mevrouw, dat is niet echt arbeid. Hoe moet
ik het zeggen: ik ben nogal een luie schilder. Ik bedoel, ik heb niet echt hard
of lang gewerkt aan dat schilderij dat ik verkocht heb. 




Het is naar waarheid dat ik dit vertel aan de
ambtenaar van de Belastingen. Tijdens de vernissage van die bewuste
tentoonstelling kreeg ik van enkele bezoekers de opmerking dat ik het
precies niet zo nauw neem met mijn schilderwerk. Ik laat stukken doek
onbeschilderd of spring heel slordig om met penseel en verf. Mijn antwoord
luidde toen: ‘Tsja, een schilderij is geen patattenveld, beste vrienden.’ Maar
dat is een heel andere discussie. 

Ik: Ziet u, mevrouw, aan sommige doeken werk
ik echt wel een week of zelfs een maand, dat is vooral in olieverf dan. Maar
zo’n acryl doek is soms op een uur of twee klaar. Dat is nu eenmaal zo, ik ken
het gevaar van een werk kapot verven, dat begrijpt u wel. Daar moet iedere
schilder voor op zijn hoede zijn… Feit is: normaal heb ik een uurtarief van 30
euro per uur, dus dat doek is na 2 uur schilderen ongeveer 60 euro waard.
Gelukkig heb ik het voor wat meer kunnen verkopen. Eigenlijk wel een heel stuk
meer, en nu wilde ik die meerwaarde zelf ergens zinvol aan besteden in plaats
van ze aan de fiscus door te storten.

Fiscus: Dat lijkt me toch eigenaardig, meneer,
dat u aan het ene schilderij maar 2 uur werkt en aan een ander een maand. Ik
schilder zelf ook een beetje, enfin, gewoon op de academie. Maar ik werk aan
alles ongeveer even lang.

Ik: Ah, dan weet u toch waar het over gaat,
als u zelf schildert. En wanneer u nu een werk verkoopt…

Fiscus: Maar meneer Vermeulen, verkopen… Er
hangt 1 aquarel in de keuken bij mijn zus, voor de rest is dat niet goed genoeg
om op te hangen, wat ik maak.

Ik: Maar neen, mevrouw, u moet trots zijn op
wat u maakt, u moet uw huis vol hangen en dat van vrienden en familie ook.

Fiscus: Bon, meneer, dat doet hier niet ter
zake. Het gaat over de wettelijke regeling omtrent belasting op meerwaarde en
een schilderij valt nu eenmaal onder arbeid en niet onder meerwaarde.

Ik: U beweert met andere woorden dat mijn
schilderijen geen meerwaarde bieden.

Fiscus: Meneer Vermeulen, u moet mijn woorden
niet verdraaien. 

Ik had de dame van de fiscus inderdaad met opzet verkeerd verstaan. Een schilderij kan enorm veel meerwaarde
betekenen, en dan niet slechts in de enge economische betekenis. Maar ook dat
is een andere discussie. Om het met een boutade te zeggen: Ford Genk is er
straks niet meer, terwijl de wereld nog vol hangt met schilderijen van Rubens
en Van Dyck, niet? 

Ik kwam terug terzake 

Ik: Mevrouw, begrijp me niet verkeerd, ik wil
best aan de fiscus betalen. Ik deel niet de opvatting van meneer Coucke, die
vindt dat belastinggeld vaak slecht besteed wordt. Hij vergeet onderwijs,
fietspaden, ons parlementair bestel, steun voor startende kmo’s, ons wegennet zowel als het openbaar vervoer,
enfin te veel om op te noemen. En wat zijn vraag naar een efficiëntere overheid
betreft: dat is een onnozele verzuchting. De overheid moet volgens mij
effectief zijn, niet efficiënt. 

Ik vreesde dat het gesprek zou ontsporen en
ons veel te ver zou leiden, de dame aan de andere kant van de lijn was trouwens
een waardige gesprekspartner die duidelijk met kennis van zaken sprak over vele
onderwerpen. Maar ik wilde terugkeren naar de initiële reden ons onderhoud: de
beslissing om het resultaat van het creëren van meerwaarde naar eigen
goeddunken te besteden. 

Dus schakelde ik over op een constructieve
argumentatie: 

Ik: Weet u, mevrouw, dat ik net als meneer Coucke het plan heb
om alles terug te investeren in de economie, hoofdzakelijk in de Vlaamse
economie zelfs (misschien niet zo exclusief Vlaams als meneer Coucke, maar dit
verzweeg ik wijselijk). We willen dit weekend met de hele familie eens goed
uit gaan eten, bijvoorbeeld, en mijn vrouw en ik hebben ook plannen om wat snoeiwerk
te laten doen in de tuin, zo voor de winter. Daar gaan we geen Roemeen of
Indiër voor laten afkomen natuurlijk. Als u het niet erg vindt, wil ik ook nog
wel een deeltje reserveren voor wat buitenlandse investeringen, het
betreft een 2-tal ngo’s die werkzaam zijn in die landen waar Ebola zo lelijk
huishoudt op dit ogenblik.

Fiscus: Dat is erg nobel van u meneer, maar ik
moet u teleurstellen. Wij zullen niet positief kunnen antwoorden op uw vraag. U
zult gewoon belasting moeten betalen op de verkoop van die schilderijen. 

U kunt het al raden, het gesprek leverde verder
niets op. Ik werd correct, vriendelijk en eerlijk geholpen, dank aan de
dienstdoende ambtenaar dus. Maar besteding naar eigen inzicht zat er dus niet
in. 

Ach, het is natuurlijk niet meneer Couckes schuld
dat hij zijn centen niet aan de fiscus kan doorstorten, wel van meer dan één
generatie politici die nooit werk hebben gemaakt van een wet die daarvoor
zorgt. 

Maar toch, snapt u het? Ik niet.

take down
the paywall
steun ons nu!