De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Dirk De Wachter.
Dirk De Wachter. Foto: Stefaan Temmerman
Interview -

Coronababbel met verdrietdokter Dirk De Wachter

De coronacrisis draagt toch ook schoonheid in zich. Zo hebben denkers vandaag net dat tikkeltje meer tijd voor andermans nieuwsgierigheid. Ik stuurde op maandag een e-mail naar psychiater Dirk De Wachter, met als verzoek of ik hem enkele vragen rond ziekteangst mocht stellen. Deze ochtend hadden we al een Zoom-date. Je kan de opname integraal bekijken op De Averechtse Vimeo. Een uitgeschreven versie van het gesprek lees je hier.

woensdag 8 april 2020 16:47
Spread the love

 

Mijn eerste vraag is zoals gewoonlijk een beetje persoonlijk: welke impact heeft corona op jouw dagelijks leven en werk?

Heel veel. Mijn werk is heel erg het ontmoeten van mensen in de nabijheid. Dat is eigenlijk de essentie van mijn werk, en dat wordt nu bijna in zijn wortels geblokkeerd. Maar goed, we zijn creatief en we doen ons best. We hebben een plan b en dat is wat wij nu ook doen: via het scherm en met de nieuwe technieken mekaar ontmoeten. Ik vind het nu ook goed dat ik je kan zien en kan horen, maar het voelt heel anders dan in het echt elkaar ontmoeten. Dat vind ik des te meer bij mensen met verdriet en miserie, dan is dat echt een beetje raar en voel ik dat aan als een groot tekort. Zo is dat voor mij persoonlijk. Ik ken therapeuten die zeggen dat het digitale goed, even goed of soms zelfs beter gaat. Goed voor hen, en ik wil dat geloven, maar voor mij is dat gebrek aan nabijheid een groot tekort.

Dat is één zaak, een andere zaak is dat ik heel veel lezingen, studiedagen en congressen heb die nu allemaal wegvallen, waardoor ik dacht: ‘Aha, nu ga ik een beetje tijd hebben om de dingen te doen die blijven liggen.’ Maar dat is eigenlijk niet zo, want er komt heel veel tussen. Heel veel vragen voor interviews via de nieuwe media, maar ook heel veel in televisie- en radioprogramma’s. Ik zeg altijd dat ik geen viroloog ben, maar dan zegt men: ‘Ja, maar daarom juist.’ Er is blijkbaar een heel grote nood aan psychiatrische duiding, of hoe moet ik dat noemen? Zo komt men vaak bij mij terecht, maar dat doe ik – zoals dit ook – met veel engagement.

“Ik ben bezorgd als dit nog enkele weken duurt, dat er dan barsten gaan komen in de verbinding.”

Het woord nabijheid staat in mijn voorbereiding goed omcirkeld, want dat lijkt me inderdaad een schaars goed nu.

Ja, ik orakel daar natuurlijk al jaren over, dat we mekaar moeten zien, in de ogen kijken en aanraken. Een handdruk blijkt, nu het niet mag, zo wezenlijk te zijn. Als het niet mag, ondervinden we de belangrijkheid. En het is niet dat ik dat alleen uitvind, ik hoor dat ook van heel veel patiënten, van veel collega’s. Maar goed, het scherm is een degelijk plan b. Ik ben blij dat het werkt.

De patiënten waar ik in het ziekenhuis verantwoordelijkheid voor heb, dat zijn mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen die op dagtherapie komen. Ze worden telefonisch begeleid door de verpleegkundigen en dat loopt tot hier toe – laten we voorzichtig zijn – heel goed. Die mensen zijn tevreden, maar het mag toch ook niet te lang duren, hoor. Ik ben bezorgd als dit nog enkele weken duurt, dat er dan barsten gaan komen in de verbinding. Maar goed, we doen ons best.

In de online Canvas-reeks #coronatalks zei psychoanalyticus Paul Verhaeghe dat de lockdown best nefast is voor de mentale hygiëne en dat het zonder twijfel sporen gaat nalaten. Ik vroeg me af hoe jij daar naar kijkt?

“De gevolgen van quarantaine zijn onrustwekkend: de cijfers van posttraumatische stress, angst, depressie en zelfs suïcide gaan allemaal stijgen. Daar moeten we op voorbereid zijn.”

Wel, Paul weet goed genoeg dat ik wat dat betreft heel erg op hetzelfde spoor zit. Ik ben zelf ook bezorgd en dat is niet zomaar een soort van negatief denken. We hebben niet zoveel studies, want dit fenomeen is eigenlijk nog nooit gebeurd op deze wereldschaal. We weten niet hoe het gaat zijn, maar ik ben zeer bezorgd over het psychopathologisch probleem dat het virusgevaar gaat nalaten. We hebben een paar studies uit China al, we hebben er een paar van vroeger, van de SARS- en ebola-epidemie. De gevolgen van quarantaine zijn onrustwekkend: de cijfers van posttraumatische stress, angst, depressie en zelfs suïcide gaan allemaal stijgen. Daar moeten we op voorbereid zijn. We moeten daar niet over panikeren, we moeten dat ook niet nodeloos gaan overpsychiatriseren, maar we moeten het ook niet ontkennen. We staan voor veel werk.

Is het dan een ideaal moment voor wat politieke moed om de achterstand in de geestelijke gezondheid in te halen?

Ja, dat heb ik aan minister Beke ook al verteld, die daar wel over wil nadenken. De problemen in de geestelijke gezondheid waar we al jaren over zagen, gaan nu in uitvergrote toestand naar voor komen. Misschien is deze miserie, want het is zeker miserie, een momentum om dat aan te pakken. En misschien, misschien, misschien gaat er vanuit de bevolking, maar ook vanuit de politiek een goodwill zijn om te zeggen: ‘Nu gaan we daar eens werk van maken! Nu gaan we daar in investeren, nu gaan we dat organiseren.’ Dat zou mijn hoop zijn.

Ik hoop mee!

De solidariteit, het respect voor de zorgsector, het belang van de flexibiliteit in het werk en van een grote groep mensen blijven meenemen in het sociale weefsel, daar ga ik voor.”

Nu, ik ben ook erg bang hoor. We gaan voor een zware economische tijd komen, want dit kost massa’s geld, daar wordt nu al veel over gesproken. De lockdown heeft grote gevolgen voor de economie, enzovoort. Dat geld gaat moeten bezuinigd worden, de volgende maanden en jaren zelfs. Bij bezuinigingen zijn de geestelijke gezondheidszorgen altijd wel een gevaarlijk thema, ik zal het voorzichtig uitdrukken. Maar het is goed dat je die vraag stelt, ik probeer dat nu al overal op de kaart te zetten. Want op dit moment is er wel welwillendheid, men zegt ‘ge hebt gelijk’, maar ik ga deze filmpjes de volgende maanden bij herhaling terug op tafel leggen.

De existentiële angst die we als mens koesteren voor ziek worden wordt nu massaal gevoed. Ik vroeg me af wat de grootste triggers voor ziekteangst eigenlijk zijn?

“Het is ook wel boeiend hoe de dood, de ziekte en de angst nu als thema’s aanwezig zijn, terwijl ze anders toch eerder worden weggemoffeld in onze maatschappij.”

Nu is de trigger corona, natuurlijk.

Los van het virus zelf, de onderliggende redenen waarom ziekte ons zo angstig maakt?

Nu heeft het zeker te maken met het gevaar om dood te gaan. Zeker en vast. Het is verschrikkelijk, maar het is toch ook interessant. Nu moet ik opletten om niet cynisch te klinken, want dat is het laatste van mijn bedoelingen. Maar het is ook wel boeiend hoe de dood, de ziekte en de angst nu als thema’s aanwezig zijn, terwijl ze anders toch eerder worden weggemoffeld in onze maatschappij. We gaan daar in onze hoogtechnologische tijden wat steriel mee om. Steriel in de overdrachtelijke zin van het woord. Nu staat dat ineens massief op de kaart en dat is dus ook wel boeiend, want we moeten daar wel over nadenken. Er dreigt natuurlijk altijd de borderline split, ook in deze coronatijden, van enerzijds mensen die het erg minimaliseren, ontkennen bijna, met dingen als ‘Goh, ja, er zijn altijd wel mensen gestorven. Laat ons voortdoen en gewoon doen. Terug naar school en terug gaan werken en niet te veel zeveren’ en anderzijds de paniek: ‘Het is verschrikkelijk, we staan voor de apocalyps en er gaat niets meer kunnen, we gaan nooit geen handen meer aan elkaar mogen geven.’

Laten we wat nuanceren en voortschrijdend inzicht toelaten. Maar goed, het staat erg op de kaart: de dood en ziekte en hoe daarmee omgaan, wordt ineens een groot verhaal. Het toont onze maatschappij dat we dat niet meer erg gewoon zijn en erg hebben weggestopt. Het creëert misschien – zoals bij de geestelijke gezondheid – een opportuniteit om een aantal dingen maatschappelijk en intermenselijk op de kaart te zetten die anders verborgen blijven. Dat is zo bij een crisis. Dat is in mijn werk als gezinstherapeut ook zo: als mensen in crisis bij mij komen is dat vaak een momentum om een aantal latente problemen, relationele spanningen, zaken die al heel lang heersen bespreekbaar te maken. Op microniveau van het gezin doe ik dat, maar dat is nu op macroniveau van de maatschappij een opportuniteit.

Alleen is het wel een heel broos evenwicht: het is een opportuniteit, maar terzelfdertijd dreigt er ofwel een massieve ontkenning, ofwel een massieve uitvergroting in negativiteit. We doen ons best.

In een interview in De Standaard stelt angstfilosoof Damiaan Denys dat die doodsangst nodeloos wordt uitvergroot in de media door onder andere de fixatie op de cijfers. Wat denk jij van die tikkende dodentellers overal?

Moesten we geen cijfers hebben, dan denk ik dat mensen grote fantasieën zouden koesteren.”

Ik ken Damiaan ook wel goed, een verstandige man die inderdaad wel een punt heeft. Die dagelijkse cijfers zijn ook voor mij heel confronterend, terwijl er in andere tijden natuurlijk ook dagelijks mensen zijn die sterven, en dan zijn we daar veel minder mee bezig. Het is dubbel. Ik ben wel wat genuanceerd, omdat ik denk dat we niet echt anders kunnen. Om de veiligheidsmaatregelen goed strak te houden, moeten we een klein beetje angst ook blijven communiceren. Dat is nu eenmaal nodig. Moesten we zeggen dat het allemaal geen kwaad kan, zouden mensen de strenge maatregelen ook niet volgen.

Zeker? Is dat echt nodig?

Ik denk het wel, ik denk dat angst – binnen de perken, want geruststelling en hoop blijven belangrijk – toch ook nodig lijkt. Het reëel communiceren van cijfers kan heel paradoxaal de angst ook wel een beetje temperen. Moesten we geen cijfers hebben, dan denk ik dat mensen grote fantasieën zouden koesteren.

Ze maken het behapbaar?

Ja, ze maken het behapbaar, realistisch, transparant. Ze zijn dus nodig, maar aan de andere kant dreigen ze een soort obsessionele becijfering te maken van het menselijke verhaal. Het is heel dubbel.

Ik vraag me dan wel af of we er geen baat aan zouden hebben om in de mainstream duidingsprogramma’s ook eens iemand als Manu Keirse te zetten die over levend verlies kan praten? (Lees er hier op De Wereld Morgen alvast meer over.)

Ja, Manu heeft al teksten geleverd en is ook wel al opgevoerd.

“Op die momenten is het mekaar troosten, samenzijn, mekaar aanraken, mekaar letterlijk nabij zijn zo wezenlijk. Ook het aanraken van de dode mensen, het kunnen daar zijn bij het sterven, dat is in alle culturen en in alle tijden zo wezenlijk.”

Hij heeft over rouw in deze moeilijke omstandigheden al hele mooie dingen gezegd waar ik het ook helemaal mee eens ben. Mekaar nu niet mogen aanraken als iemand sterft, dat is verschrikkelijk. We gaan ook als hulpverleners nog wel voor een stuk pathologische rouw – ik ben niet voor dat woord, maar enfin – gecompliceerde, moeilijke rouwomstandigheden tegenkomen. Op die momenten is het mekaar troosten, samenzijn, mekaar aanraken, mekaar letterlijk nabij zijn zo wezenlijk. Ook het aanraken van de dode mensen, het kunnen daar zijn bij het sterven, dat is in alle culturen en in alle tijden zo wezenlijk.

Dat is een hele moeilijke oefening en Manu is inderdaad een belangrijke spreker daarin. Ik heb zijn cursus overgenomen toen hij op emeritaat ging, dus ik ben zelf met die thema’s ook wel wat bezig. We hebben samen – als ik dat hier mag aankondigen – een boek in voorbereiding dat in het najaar, tegen het einde van het jaar, zal verschijnen over leven met beperking en rouw en ziekte, enzovoort.

Zijn er manieren om de kalmte bewust te bewaren tussen de vier muren als de angst komt opborrelen?

Je kan dat heel cynisch interpreteren en belachelijk maken, maar ik vind verantwoord onnozel doen – vod, zeg ik dan – heel erg belangrijk.”

Ja, gelukkig zijn er manieren. Ze zijn in de media ook al wel herhaaldelijk gezegd geweest. Ik kan die alleen maar bevestigen. Zorg voor voldoende structuur, zorg in de mate van het mogelijke ook voor wat afstand als je dicht op elkaar zit. Sta ’s morgens op op een vast uur, kleed je aan, doe je werk op vaste momenten. Streel je huisdieren, want dat kan een beetje helpen bij het compenseren van het tekort aan het strelen van de mensen. Ga wandelen met je hond, ga eens buiten. Zorg voor voldoende slaap, drink niet te veel, gebruik niet te veel drugs. Zorg voor wat afwisseling.

Mijn eigen wat rare inbreng is ondertussen al veel getwitterd. Als ik dat nog eens mag herhalen, met het gevaar dat het afgezaagd wordt: wat onnozel doen is best goed. Je kan dat heel cynisch interpreteren en belachelijk maken, maar ik vind verantwoord onnozel doen – vod, zeg ik dan – heel erg belangrijk. Want het wordt vlug zwaar, er is veel tristesse, er zijn mensen die sterven en we kunnen er niet bij, maar zelfs zonder dat. Het opgesloten zitten, buiten prachtig weer, je mag niet naar de zee, je mag niet afspreken, je mag geen terrasje doen, … dat is toch allemaal niet plezant. Laten we daar tegenover de humor plaatsen. Het is misschien een beetje overdreven nationalistisch, en dat zeg ik ook met ironie, maar Belgen zijn eigenlijk altijd goed geweest in humor, in surrealisme, in dadaïsme, in strips. Het is niet voor niets dat Kamagurkistan toch in België ligt. Ik denk dat humor in de surrealistische, onnozele zin van het woord wel helpend en ook verbindend kan zijn. Stuur mekaar filmpjes, muziek, kunst, grapjes. Ik ben een man van schoonheid in de kunsten, dus het doet me deugd dat ik van vrienden en kennissen filmpjes krijg met prachtige muziek, met virtuele bezoeken aan tentoonstellingen en musea, met prachtige dansvoorstellingen en allerlei dingen. Het verantwoord onnozel doen, is daar mijn eigen kleine inbreng.

Als chronisch zieke vind ik het inderdaad fascinerend om te zien dat we nu bijna collectief lijken te beseffen hoe heftig de impact van ziekte kan zijn op een mensenleven, en ook op samenleven. Ik ben wel benieuwd of er vanuit dat inzicht een soort duurzame vorm van begrip zou kunnen groeien.

Ja, ik deel met jou deze hoop en ik ben heel lichtjes optimistisch, bangelijk lichtjes optimistisch. Mijn vrees is dat de economische werkelijkheid zo dwingend zal worden dat we ook gaan naar een zeer strikt financieel bezuinigend beleid. En dat alle goede bedoelingen rond de zorgsector en solidaire zaken vlug zullen overruled worden door een hard beleid, waarin de bangelijk grote groep van zwakkeren in de samenleving (de langdurig zieke mensen, de mensen met psychische kwetsbaarheid, de heel oude mensen, de vluchtelingen – waar trouwens nu al niet zo veel over gesproken wordt – de mensen zonder statuut, … noem maar op) toch weer dreigen uit de boot te vallen. Nogmaals, ik zal je boodschap blijven meenemen.

Maar als je ziet hoe het nu kan, bijvoorbeeld virtueel hoger onderwijs en flexibel thuiswerk, dan denk ik dat ze dat naar de re-integratie van langdurig zieken toe toch kunnen verduurzamen, waardoor een grote groep mensen ook weer hun bijdrage kan leveren aan de economie.

Zeker, ik ben het helemaal met je eens. De mogelijkheden zijn er. Ik heb daar deze coronacrisis niet voor nodig om daar in te geloven. Maar misschien kan dit nu wel doordringen bij een breder publiek. Ook mijn sector, de zorg, daarvan zien we plots in hoe levensbelangrijk die is. Ineens zijn er de witte lakens en het applaus, wat ik prachtig vind. Het begint anders wel al een klein beetje te minderen. Ik hoop dat we na de crisis dat kunnen behouden, de gedachte dat het zo belangrijk is.

In de podcast die we een tijd terug hebben gemaakt had je het over de nood aan vertragen, maar nog een gebrek aan invulling voor die vertraging. Is dat misschien toch een gouden randje aan corona, dat er nu een pittige rem staat op de ratrace?

Ik heb dat in het begin nogal benadrukt. Dit is een uitstekende periode om verveling te leren. Een beetje provocerend gezegd. Daar is veel rond getwitterd en is soms ook cynisch geïnterpreteerd, alsof ik de saaiheid van het leven wil promoten. Niets is minder waar, ik zie in de verveling, in de betekenis van vertraging en niet toegeven aan al de erg commerciële, hedonistische invullingen die ons overal belagen en waar we aan verslaafd zijn, een kans om onszelf een stukje terug te trekken. Dit is dus inderdaad een gelegenheid om verstilling en vertraging op een positieve manier te koesteren, om te genieten van die dingen. Tuurlijk, het is niet zo makkelijk als we tussen vier muren op elkaar gepakt zitten. Je moet nu maar eens in een klein appartementje leven met drie kinderen die roepen. Dat is natuurlijk niet de verstilling en de vertraging die ik voor ogen had, laten we de realiteit altijd maar goed breed blijven zien. Maar toch, ik denk dat er voor sommige mensen wel een gelegenheid is om die vliegvakantie te laten voor wat het is en te genieten van de eigen tuin. Dat sluit natuurlijk naadloos aan bij mijn Bongobon van een aantal jaar geleden. Er is een tekort aan mondmaskers, maar blijkbaar ook aan Bongobonnen voor de eigen tuin. Een beetje onnozel uitgedrukt. Ik ben benieuwd of mensen nu van het plezier van de eigen tuin kunnen genieten en beseffen dat niet op reis gaan ook best plezant kan zijn. Dat hoop ik toch.

Ik bedoel het nu wel niet zuiver op individueel niveau, maar ook groter, zoals in jouw metafoor van speedboot TINA. Of ze het hogerop ook willen inzien, dat een beetje trager ook wel oké is.

“Leer van deze lastige tijd, neem mee wat er daarin van goeds gebeurt, de solidariteit en de creativiteit die we nu hebben, neem die mee, ook als de tijd terug gaat versnellen en dreigt te gaan doordrammen.”

Dat weet ik niet, dat hoop ik wel. Ik denk dat het beleid heel erg gaat inzetten op het terug aanzwengelen van de economie, zo rap als het kan. Ik begrijp dat binnen het maatschappelijke patroon dat nu bestaat, maar ik zou inderdaad hopen dat ze out of the box gaan kijken. We zitten nu out of the box, of eigenlijk in the box, out of the world, dus ik hoop dat daar nieuwe ideeën kunnen groeien over economie. Ik denk aan het Bregman-idee van het basisinkomen.

Absoluut! In Spanje is het zover, toch?

Al dat soort van ideeën die buiten de vaste lijnen van het consumentistische, kapitalistische model zijn. Ik zou hopen dat de creativiteit van politologen, sociologen en al die wetenschappers nu een plaats kan krijgen. Ik ben daar zelf een leek in, ik kan alleen maar wijzen op het feit dat we moeten kijken naar de kwetsbare mens en hem goed in het weefsel moeten houden. Leer van deze lastige tijd, neem mee wat er daarin van goeds gebeurt, de solidariteit en de creativiteit die we nu hebben, neem die mee, ook als de tijd terug gaat versnellen en dreigt te gaan doordrammen. Ik hoop dat ik daarbij – want daar ben ik zelf een leek in – wat medestand kan krijgen van economen, financierders en de wetenschappers uit de harde wereld.

Je hebt de volgende vraag deels al beantwoord. Kunnen we volgens jou nog terug naar wat hiervoor ‘normaal’ was? Is dat nog een optie of mogen we echt dromen van duurzame verandering?

We mogen zeker dromen, we moeten zelfs dromen. Hoop is eigenlijk de drijvende kracht van de menselijke vooruitgang. Dat is in de geschiedenis altijd zo geweest. Ik hoop natuurlijk dat de verandering die er na deze crisis komt, een verandering is die positief kan zijn. En niet een verandering die me beangstigt, zoals geen handen meer geven in sociale omgang, apps gebruiken om te zien wie er mogelijk besmet is, … Dat zijn dan de veranderingen waar ik niet voor wil tekenen. De solidariteit, het respect voor de zorgsector, het belang van de flexibiliteit in het werk en van een grote groep mensen blijven meenemen in het sociale weefsel, daar ga ik voor.

Heb je voor de mens die toch in zijn hangmat in de tuin gaat liggen nog leestips?

Jezelf echt inbedden in een regisseur of een auteur lijkt me prachtig als je tijd hebt. Om daar echt ten volle voor te gaan, om jezelf daar zo bingend en sponzig in onder te dompelen, dat lijkt me een droom.”

Ik had gehoopt om nu eindelijk Á la recherche du temps perdu van Marcel Proust te kunnen lezen. Dat is zo een duizenden bladzijden lang werk, waar ik altijd weer in ben begonnen en terug gestrand. Ik dacht dat het nu de moment zou zijn, maar ik heb dus te veel werk. Het zal toch voor mijn pensioen zijn, en misschien dan ook niet. Voor mensen die nu die tijd wel zouden hebben: zet je aan die zaken die altijd blijven liggen zijn, boeken die zelfs in een gewone vakantietijd niet aan bod komen. De series en films die je altijd hebt willen zien. Dan denk ik aan David Lynch of de totale cyclussen van Ingmar Bergman. Jezelf echt inbedden in een regisseur of een auteur lijkt me prachtig als je de tijd hebt. Om daar echt ten volle voor te gaan, om jezelf daar zo bingend en sponzig in onder te dompelen, dat lijkt me een droom.

En na de lockdown, welke kleine ‘goedjes’ hoop jij dat we massaal gaan doen?

Wel er zijn veel kleine ‘goedjes’ – om jouw woorden te gebruiken – die nu al bestaan. In de buurten gebeuren prachtige dingen. Ongelooflijk wat ik zie in Antwerpen. Ik ga al eens wandelen en zie mensen elkaar veel meer dan vroeger begroeten, ik krijg van iedereen een vriendelijk woord. Ik zie mensen aanschuiven bij de bakker met anderhalve meter tussen, maar ze praten veel meer dan dat ze vroeger deden toen ze dicht bij mekaar stonden. Ik hoop – en daar geloof ik wel in – dat dit warme contact wat kan behouden blijven. Het belang daarvan, ik denk dat we dat echt ondervinden. Dat is een blijver, denk ik, hoop ik.

Dan hoop ik mee.

 

 

 

Zin in meer Wachteriaanse wijsheden?

Tot schrijfs

Lynn Formesyn

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!