Illustratie: GieCampo
Wereld, Milieu, Politiek -

COP21 Parijs, de resultaten van een wereldwijde worsteling

Het is meer dan duidelijk dat de COP21 een enorme worsteling van tegengestelde maatschappijbeelden is geweest. Dat juiste beschouwingen in de tekst opgenomen werden zijn morele overwinningen voor het kamp van de ontwikkelingslanden, de milieubewegingen en de vakbonden. Dat die beschouwingen enkel aanbevolen zijn en niet hard gemaakt worden in de tekst, maakt duidelijk dat de kapitalistische georiënteerde krachten zich weren als een duivel in een wijwatervat en voorlopig aan het langste eind trekken.

zondag 13 december 2015 22:42
Spread the love

COP21 Parijs, de resultaten van een wereldwijde worsteling

Als je naar de toespraken luisterde, als je de meer getrouwe verslagen nalas, als je de uiteindelijke tekst zin per zin naleest, dan is het meer dan duidelijk dat de COP21 een enorme worsteling van tegengestelde maatschappijbeelden is geweest.

Dat er juiste beschouwingen in de tekst opgenomen werden, zijn morele overwinningen voor het kamp van de ontwikkelingslanden, de milieubewegingen en de vakbonden. Dat die beschouwingen enkel aanbevolen zijn en niet hard gemaakt worden in de tekst, maakt duidelijk dat de kapitalistische georiënteerde krachten zich weren als een duivel in een wijwatervat, en voorlopig aan het langste eind trekken.

Elk politiek akkoord, elk klimaatakkoord, is niet meer dan het spiegelbeeld van de werkelijke krachtsverhoudingen op het terrein. Daarom is het zo van belang om op straat te komen. Daarom is het ook zo ernstig dat democratische en syndicale betogingen verboden werden, in naam van een grondig misbruikt veiligheidsargument.

De grote multinationals en alle bedrijven die in de fossiele brandstofsector zitten, al die bedrijven die het overgrote deel van de huidige emissies vertegenwoordigen, werden door de UNO en Frankrijk uitgenodigd om de COP21 te sponsoren en kregen zitjes aan de onderhandelingstafels.  Ze werden geflankeerd door de grote spelers uit de nucleaire sector. Ettelijke nevenactiviteiten werden georganiseerd in de coulissen van de COP21 om het groengewassen kapitalisme te promoten.

De gevoerde strijd door ontwikkelingslanden, de arbeidersbeweging en de milieubeweging heeft passages in de eindtekst opgeleverd, die benut kunnen worden in de komende strijd voor ecologisch juiste en sociaal rechtvaardige oplossingen tegen over de ecologisch valse en sociaal onrechtvaardige oplossingen die de kapitalistische krachten voorstaan.

1,5° Celsius, droogtes en vluchtelingen

Heel het huidig oorlogsgebeuren in het Nabije Oosten, Syrië en Irak, Afrika heeft zwaar gewogen op de klimaatonderhandelingen. De opeenvolgende droogtes in die streken, de verwoestijning van de landbouwgebieden, heeft miljoenen boeren geruïneerd en naar de steden gejaagd. De samenleving in deze streken werd nog verder volledig ontredderd met het opleggen van “marktbenadering” door  het IMF en de Wereldbank en door de militaire inmenging van de rijke landen. Vluchtelingenstromen tot en met zijn het gevolg. De miserie werd door politieke interventies op gang gebracht, maar de klimaatontaarding maakte het stukken erger.

Vandaag is de gemiddelde temperatuur op aarde, eind 2015, gestegen tot 1°C boven het pre-industriële tijdperk. De gevolgen van die 1°C zijn al erg genoeg. Zie de steeds talrijkere natuurrampen.  De wetenschappers van het IPCC en anderen hebben duidelijk aangetoond dat de emissies die we vandaag uitstoten nog jaren blijven opstapelen en nawerken. Een beperking tot een stijging van 1,5°C is theoretisch nog mogelijk mits enorme inspanningen. Al zal ook dan bij 1,5°C de destabilisering van ons klimaat nog verder toenemen. Ik kreeg een telefoontje dat in Manilla betogingen aan de gang waren tegen het onvoldoende zijn van het klimaatakkoord.

De beperking tot 2°C die gepromoot wordt door de rijke landen sinds de COP15 in Kopenhagen in 2009, is een politieke keuze die het mogelijk maakt de inspanningen uit te stellen naar de volgende generaties. Het betekent tegelijk het verder vernietigen van heel wat ecosystemen. Het verder ontredderen van hele samenlevingen en nieuwe vluchtelingenstromen naar de rijkere landen, die dat juist niet willen.

Luister naar de formidabele speech van de Zuid-Afrikaanse minister voor het milieu  Edna Molewa op de COP21 in Parijs, die sprak in naam van de landengroep “G77-China”. Tussen haakjes, die G77 zijn al lang niet meer met 77 maar met 134. Zij verdedigde met enthousiasme de doelstelling van ten hoogste 1,5°C. En eiste  dat de rijke landen hun rechtmatig deel zouden doen aan het matigen van de emissies.

Toen de uiteindelijke formulering van de eindtekst uitgesproken werd, zaterdagavond, barstte in de zaal in Parijs een daverend applaus los. De doelstelling werd “De verdere opwarming  te beperken tot ruim onder de 2°C, met streefdoel 1,5°C”. In onze verdere strijd onthouden wij die 1,5°C

Gemeenschappelijke maar gedifferentieerde verantwoordelijkheid

In de pers werden India en China vaak als een sta in de weg aangeduid. En wordt de VSA als welwillend voorgesteld. Het klopt niet. Geen enkel rijk land heeft voorstellen tot matiging gedaan die evenredig zijn met hun eigen emissie, hun eigen opgebouwde historische uitstoot en vooral hun eigen kapitaalkracht om iets te verwezenlijken. Terwijl de meeste ontwikkelingslanden veel meer matigingsvoorstellen deden dan hun rechtmatig aandeel per hoofd van de bevolking beschouwd[i].

China en Indië stonden samen met de overgrote meerderheid van de ontwikkelingslanden op het behoud van het fundamentele principe dat in 1992 in het raamakkoord van de UNO werd vastgelegd: “het klimaat is een zaak voor iedereen, maar de verantwoordelijkheid is verschillend”. De rijke landen hebben een historische schuld in te lossen op de opgestapelde vervuiling van de gemeenschappelijke atmosfeer. Het is onder die historische verantwoordelijkheid dat de VSA en andere rijke landen proberen uit te komen. Het zijn zij die de blokkades maakten. Obama twitterde naar de pers dat het Parijse akkoord  “een overwinning was van het Amerikaanse leiderschap”[ii].

In de eindtekst staat herhaaldelijk een verwijzing naar de “gemeenschappelijke maar gedifferentieerde verantwoordelijkheid”. Maar geen woord over de becijfering. Zaterdagavond werd plots de plenaire vergadering opgeschort omdat John Kerry, de Amerikaanse minister en onderhandelaar, bezwaar maakte tegen het gebruik van het woordje “shall” (zullen) in een zin. Na een uur hernam de plenaire zitting. De “shall” werd vervangen door “should”  (zouden moeten). Dat is inderdaad een overwinning voor het “Amerikaanse  leiderschap”.

Het principe van “gemeenschappelijke maar gedifferentieerde verantwoordelijkheid” zou verwezenlijkt moeten worden door hogere matigingsdoelstellingen voor de rijke landen, door financiering van de armere landen door de rijkere en door overdracht van technologische kennis.

De financiering voor 100 miljard dollar werd beloofd. Het was een zware bevalling. Terwijl dat bedrag enerzijds nog ver onder de noden ligt en anderzijds  zou vergeleken moeten worden met andere uitgaven, zoals de 498 miljard subsidies aan fossiele energie in 2013[iii], bv.

Voor de technische hulp en overdracht werden aanbevelingen gedaan en  zal een orgaan opgericht worden dat de noden inventariseert. Maar nergens is er sprake van doorbreken van het patentrecht en het intellectueel eigendomsprincipe, dat de ruimere verspreiding van de betere alternatieve technologie tegen houdt.

Een ambitieus, bindend en eerlijk akkoord?

De voorbije tien jaar heeft de klimaatbeweging steeds gehamerd op die ene spijker dat er een “wereldwijd, ambitieus, bindend en eerlijk klimaatakkoord” moest komen. In de pers juichen velen nu dat dit bindend akkoord er nu is. Het akkoord is helemaal niet bindend over de eerlijke bijdragen van elk land. Het ambitieus zijn hebben we hoger besproken. Het wereldwijde werd omgevormd tot een optelling van de beloftes van elk land. Wat wel bindend werd, is de rapportering door elk land van de inspanningen die zij plannen te doen. Bovendien zal die rapportering voor alle landen gestroomlijnd worden naar vorm en maatstaven, zodanig dat er onderling correct vergeleken kan worden. Toch geen te versmaden kleine vooruitgang.

Nergens staat een maatregel of sanctie als een staat zijn beloftes niet waarmaakt.  Terwijl zulke sancties wel voorkomen in de internationale handelsovereenkomsten. Die worden ernstiger genomen dan de klimaatovereenkomsten. Wel kan natuurlijk elke inwoner zijn overheid aanklagen als deze de bepalingen van het akkoord niet nakomen. Zoals de “Klimaatzaak” dit nu al doet.

In de eindtekst staat ook dat de eigen beloftes van elk land periodiek om de vijf jaar geëvalueerd zullen worden. Om dubbeltelling te vermijden. Om te vergelijken met het eerlijk aandeel in de wereldwijde inspanning. Om aanbevelingen te doen naar verhoging van de inspanning. Bovendien mogen de beloofde inspanningen bij de herziening niet terug minderen.

Om de pil te verzachten wordt in artikel 4 geschreven dat er naar een evenwicht gezocht kan worden tussen bronnen en reservoirs van antropogene emissies. In artikels  5 en 6 wordt verder bepaald dat landen op vrijwillige basis kunnen samenwerken en dat de betalingen die rijke landen in rekening brengen resultaat gericht moeten zijn. Artikel 6, punt 3: “Het gebruik van internationaal overgedragen matigingsresultaten om nationaal vastgestelde doelstellingen te verwezenlijken zal vrijwillig zijn en toegelaten bij dit akkoord”. Lees die moeilijke zin nog eens en dan begrijp je waarom onze klimaatministers Marghem en Schauvliege zo tevreden zijn. De huidige praktijken met het aankopen van emissiekredieten in het buitenland kunnen verder gaan. Wat vaak goedkoper is dan maatregelen in het eigen land. Dit wordt het grote strijdpunt voor de klimaatbeweging en de vakbonden in de rijke landen: de matigingsmaatregelen moeten in eigen land gebeuren. Want het is hier dat we structureel iets kunnen veranderen. De goedkopere en gemakkelijke maatregelen in de ontwikkelingslanden moeten we laten voor die ontwikkelingslanden zelf.

Onvoldoende, maar een begin…

In het Parijse akkoord wordt fossiele brandstof nergens meer vermeld. Elke verwijzing naar het wereldwijde koolstofbudget, dat razendsnel opgebruikt wordt was verdwenen in de tussentijdse ontwerpen. Een kleine verwijzing is onder druk terug toegevoegd in de inleidende beschouwingen. Daar spreken zij hun verontrusting uit dat de samentelling van de beloftes per staat uitkomt op 55 gigaton CO2 tegen 2030. Ze vragen dit terug te brengen tot 40 gigaton. Merk op dat we in het referentiejaar 1990 op 23 gigaton zaten. We gaan dus naar meer dan een verdubbeling, terwijl volgens de grafieken van het IPCC de emissies stijl naar beneden moeten tot op nul in 2045 om onder een opwarming van 2°C te blijven[iv].

De streefcijfers die het IPCC in haar rapporten noemde zijn in de tekst niet te vinden. Evenmin de verwijzing naar het refertejaar 1990. Jean-Pascal Van Ypersele, voormalig ondervoorzitter van het IPCC, zei op de radio, dat het akkoord onvoldoende was, maar een begin.

In de teksten worden de juiste principes aangegeven, dat de emissie wereldwijd zo snel mogelijk zou moeten “pieken”, of anders gezegd beginnen te dalen. Dat elk uitstel het later moeilijker maakt en steeds meer kosten meebrengt voor adaptatie aan de veranderende omstandigheden[v]. Het IPCC had duidelijk gesteld dat 2015 het piekjaar had moeten zijn. Vermits dit niet zo is, zullen we in de toekomst voor “negatieve” emissies moeten zorgen. Dat is actief door menselijke tussenkomst CO2 en andere broeikasgassen terug uit de lucht halen. Technisch een hele klus en zal het wel gebeuren?

Het herinneren en het herinvoeren van de juiste streefcijfers wordt een strijdpunt voor de klimaatbeweging en de vakbonden. Dat de COP21 ook besloot om aan het IPCC een nieuw rapport te bestellen over de impact van een verhoging met 1,5°C is daarvoor te gebruiken.

Het IPCC heeft in haar laatste rapport van 2014 ook gesteld dat het nog steeds mogelijk is van iets te doen, mits op grote schaal aan gecoördineerde actie gedaan wordt. Dat betekent initiatieven door de nationale overheid. In de vakbeweging en bij de linkse vleugel van de klimaatbeweging bepleiten we daarom voor nationale planmatige aanpak met democratische inspraak, opdat er een brede ondersteuning zou zijn vanuit de bevolking.

In de voorafgaande besluiten en aanbevelingen bij de eindtekst van de COP21 wordt een koolstoftaks als mogelijkheid aangeduid. Verschillende groene partijen en bewegingen zijn daar ook voor. Wij bestrijden het. Zoals elke marktbenadering en regeling met verhoging van prijzen is dat inherent sociaal onrechtvaardig. Wie geld heeft kan rustig verder vervuilen. Wij pleiten om eerst de betere alternatieven beschikbaar te maken voor de brede bevolking. Dat is tegelijk een strijd voor behoud en uitbreiding van openbare dienstverlening in mobiliteit, in urbanisatie en in energievoorziening. Daarmee bouw je een ondersteuning vanuit de bevolking op.

Juiste en valse oplossingen

De valse oplossingen die het groengewassen kapitalisme voorstelt zijn ook in de tekst terug te vinden. Het gaat om “netto koolstofneutraal” te zijn, om “koolstofafvang en opslag”, om promotie van kernenergie, om marktbenadering.

“Netto koolstofneutraal” is een versimpeld rekenkundig denken: je mag nu meer uitstoten als je in de toekomst minder zal uitstoten. Zo werkt het echter niet. De huidige emissies zetten allerlei klimatologische processen in werking die moeilijk terug te draaien zijn en die bovendien het proces van opwarming verder versnellen. Het dreigt uit de hand te lopen.  De term wordt ook gebruikt voor compensatie met bosaanplant. Daar zijn twee opmerkingen over. Ten eerste blijf je extra koolstof van fossiele oorsprong in de atmosfeer pompen en verstoor je daarmee de bestaande koolstofkringloop. Ten tweede is er gewoon onvoldoende landbouwoppervlakte op de wereldbol om effectief te compenseren en verergert compensatie de sociale ongelijkheid in de ontwikkelingslanden. Zie daarvoor de studies door Oxfam, Via Campesina en vele anderen.

Koolstofafvang en opslag, in het Engels afgekort als CCS, carbon capture en storage, geeft de illusie dat we “business as usual” verder kunnen doen. Het stelt structurele ingrepen uit. En zadelt toekomstige generaties op met enorme problemen van een vervuilde ondergrond, waar de rookgassen in zijn opgeslagen. Koolstofafvang is technisch goed mogelijk en zou een vorm van negatieve emissie kunnen zijn. Die techniek vergt echter een enorme hoeveelheid energie op zich. Dus uiteindelijk enkel verantwoord als die afgevangen koolstof benut wordt als grondstof voor de petrochemie als alternatief voor het bovenhalen van petroleum. En niet om in de bodem te steken.

In artikel 16 punt 8 nodigt het Parijse akkoord het “International Atomic Energy Agency” uit om deel te nemen aan de conferenties. Dat kondigt een offensief aan van de nucleaire sector. Het Belgisch Nucleair Forum maakt op haar website bekend dat zij daar aan mee doet. De laatste weken hebben we tegelijk met de verlenging van de kerncentrales Doel 1 en Doel 2 en de heropstart van de scheurtjescentrales Doel 3 en Tihange 4, de paginagrote advertenties van het Nucleair Forum gezien in alle kranten. Nucleaire energie wordt als klimaatoplossing voorgesteld. Het Nucleair Forum doet zich voor als kennisdrager, maar zwijgt in alle talen over het veiligheidsaspect. Nochtans is dit het eerste argument, boven alles om de kerncentrales te weigeren. De veel meer klimaatvriendelijke alternatieven van wind- en zonne-energie zijn technologisch rijp, stukken goedkoper, en sneller geplaatst. We zullen in maart best weer op straat komen bij de vijfde verjaardag van Fukushima en in april bij de dertigste verjaardag van Tsjernobyl.

Perspectieven voor de verdere strijd

Al sinds 2009 wordt door de internationale klimaatbeweging met ondersteuning door de vakbeweging gepleit voor sociale en ecologische benadering. Tegen de privatisering van het gemeenschappelijk erfgoed, tegen het privatiseren en commercialiseren van de ecologische diensten van de natuur. Voor het erkennen van het behoud van de ecosystemen als een noodzaak voor het gezond overleven van de mensheid. Zie het People’s Protocol on Climate Change dat in 2009 in Azië ontstond. Zie het Akkoord der Volkeren, dat in april 2010, in Cochabamba werd opgesteld. Zie de Vancouver-verklaring van het Internationaal Vakverbond van juni 2010. Ook op de Wereldconferentie van 2012 in Rio de Janeiro werd die strijd hevig gevoerd. Vandaag vinden we een beetje tot mijn verbazing de weerslag daarvan terug in verschillende passages van de eindtekst van het Parijse Akkoord. In de inleiding wordt verwezen naar de integriteit van de ecosystemen. In artikel 6 wordt het belang onderstreept van een holistische, evenwichtige en niet-marktgerichte benadering van duurzame ontwikkeling. Het zijn die aspecten uit de tekst die wij handig moeten uitspelen.

De klimaatstrijd is een sociale strijd, een strijd voor een andere maatschappijvorm. Als het huidig kapitalistisch systeem niet ecologisch correct kan zijn en niet sociaal rechtvaardig, dan verliest het haar bestaansrecht.

Wiebe Eekman, 12 december 2015

[i] http://civilsocietyreview.org/wp-content/uploads/2015/10/CSO_summary.pdf

[ii] Belga en Knack 12 december

[iii]https://infogr.am/les_projets_ecolos_que_pourraient_financer_les_milliards_de_subventions_aux_energies_fossiles

[iv] http://climateparis.org/COP21#2C

[v] http://climateparis.org/COP21#2C

take down
the paywall
steun ons nu!