In het zuiden van Brazilië komt er de laatste jaren een sterke beweging op van 'economia solidária'. Het hart van de solidaire economie is het waarachtige coöperatief werken. Hier een ontmoeting van de gezinslandbouw van Fetraf-Sul (foto: Fetraf-Sul).
Nieuws, Economie, Milieu, België, Coöperaties, Brazilië, Wervel, Melkveehouders, Luc Vankrunkelsven, Agrobusiness, Coöperatieve banken, Economia solidária, Chapecó, Gezinslandbouw, Biomelk, Fetraf-Santa Catarina, Agroindústrias familiares, Boerenmarkten, Cooperfamiliar, Coöperatieve kredietverlening, Solidair coöperativisme, Commercieel coöperativisme, Biomelk Vlaanderen, Terre de Liens -

Cooperativismo anno 2012

2012 werd uitgeroepen tot het 'Internationaal jaar van de coöperaties'. Maar wat schuilt er zoal onder deze mooie naam, die samenwerking suggereert? Banken, veevoederbedrijven, aan- en verkoopbedrijven van meststoffen / zaden / granen / vlees / zuivel: alle kunnen het coöperaties zijn. De meeste begonnen in een zuivere geest van coöperatief werken en met de leden au sérieux te nemen.

dinsdag 3 juli 2012 16:35
Spread the love

De laatste decennia groeiden vele van de zogenaamde coöperaties uit tot ware multinationals met grote exportbelangen. Het nieuwe concept ‘voedselsoevereiniteit’ (1) is aan hen niet besteed. Nee, zij willen zoveel mogelijk markt bezetten in binnen- en buitenland.

Economia solidária

In Brazilië komt er de laatste jaren een sterke beweging op van ‘economia solidária‘ (2). Het hart van de solidaire economie is het waarachtige coöperatief werken. Ook het ruime begrip ‘agroecologie’ omvat veel meer dan ‘geen chemie in de landbouw’. Het is een collectieve levenswijze, waarin allerlei vormen van samenwerking centraal staan.

Ik ben te gast bij Sandra en Alexandre Bergamin. Alexandre is coördinator van Fetraf-Santa Catarina. Sandra coördineert de coöperatieve beweging van boeren in de regio Chapecó. Ze vertrouwt me toe: “Er is hier een grote diversiteit aan productie-organisaties en landbouwcoöperaties: coöperatieve associaties, productie collectieven, coöperaties van solidair krediet, coöperaties voor huizenbouw op het platteland, ‘agroindústrias familiares‘ en groepen van allerlei vormen van samenwerking, die de regio dynamiseren tot een oorsprongsgebied van heel wat sociale organisaties”.

De creativiteit van de ‘blijvers’ op een krimpend platteland

Volgens gegevens van het onderzoeksinstituut IBGE in 2000 bestaat het platteland van de gemeente Chapecó uit 1.837 landbouwbedrijven, waarvan 92 procent met een familiaal karakter. In de jaren zestig was de rurale bevolking van de gemeente goed voor 68 procent van de bevolking; in 2003 was dit gekrompen tot 8 procent. Diverse factoren hebben tot dit proces bijgedragen, zoals: de opkomst van de grote complexen in de agrobusiness, de herstructurering van de productie en van de producenten.

De ‘blijvers’ verruimen nu hun activiteit met agrotoerisme, fruitteelt, visteelt, vanaf de jaren negentig ‘agroindústria familiar‘ op kleine schaal, artisanale productie. Meestal worden fruitteelt, imkerijen en andere agroecologische initiatieven coöperatief opgezet. De producten worden veel op de boerenmarkten van Chapecó verkocht; soms via de supermarkten.

Cooperfamiliar

Sandra werkt voor Cooperfamiliar, dat in 1995 werd opgericht. Sinds die jaren is er een explosie van creativiteit en synergie. Ongeveer gelijktijdig ontstond het merk ‘Sabor colonial’ (dit is ‘smaak van de colonos’, de familiale boeren), de kredietverschaffer van/voor de gezinslandbouw Cresol.

Ook rond die tijd ontstond in de drie zuidelijke staten van Brazilië Ecovida, het netwerk tussen consumenten en producenten. De levering van de gezinslandbouw voor ‘voeding op school’ (merenda escolar) zag vanaf 2002 het licht. Er worden ook meer dan 50 producten geleverd aan publieke instanties in Chapecó en dat in het kader van PAA (Programa de aquisação de alimentos da Agricultura Familiar). 214 families hebben melkvee en krijgen technische ondersteuning vanuit de coöperatie. 

Volgens de landbouwtelling van 2010 heeft Cooperfamiliar als basis 25.143 gezinsboeren, verspreid over verschillende gemeenten.

Sandra deed een onderzoek onder de leden. Vanuit de interviews blijkt dat een meerderheid van de coöperatie verwacht dat alternatieven van commercialisering worden opgebouwd, vooral van directe verkoop. Anderen benadrukken de organisatie van de productie zelf en de technische begeleiding. Verwacht wordt dat het een echte ‘Cooperativa Alternativa da Agricultura Familiar’ is.

Eén wet voor alle coöperaties

De leden vragen dat Cooperfamiliar de beperkingen in het organisatorische proces aanpakt. Het is een probleem van vele coöperaties omdat op nationaal vlak de algemene wet van het coöperatief werken ‘gelijk is voor ongelijken’. Een grote ‘coöperatieve’ bank is nu eenmaal iets heel anders dan kleinschalige, coöperatieve kredietverlening van en aan kleine boeren. Om deze moeilijkheden te overwinnen, moet er verder gestreden worden, opdat er wetten zouden komen die een onderscheid maken tussen ‘solidair’ coöperativisme en ‘commercieel’ coöperativisme. 

En hoe zit dat in België?

Sinds eind 19de eeuw zijn er vele coöperaties. Oorspronkelijk waren ze in boeren handen … Nu formeel nog, maar de realiteit is niet zelden eentje van vervreemding en machtsconcentratie bij de vertegenwoordigers van de zogenaamde ‘koploperbedrijven’. Terwijl oude coöperaties dikwijls verstrengeld zitten in de exportgerichte agrobusiness, ontstaan er frisse nieuwe samenwerkingsverbanden.

Zo was er tien jaar geleden een probleem voor de zestien biologische melkveehouders die Vlaanderen rijk was. Daar ze plots niet meer terecht konden bij hun toenmalige melkophaler, richtten ze de coöperatieve ‘Biomelk Vlaanderen’ op. “We werken nu met een onafhankelijke transporteur en organiseren de ophaling zelf”, legt voorzitter van de coöperatie Johan Broekx uit.

“We hebben een interne overeenkomst waarin gespecificeerd wordt aan welke eisen het melkaanbod moet voldoen. We hebben enkele parameters toegevoegd aan de algemene kwaliteitseisen.”

Biomelk Vlaanderen startte in de regio Vlaanderen, maar begon zes jaar geleden ook samen te werken met een groep melkveehouders uit Vielsalm. De stichtende melkveehouders en de boeren van Vielsalm zijn de aandeelhouders van de coöperatieve. Daarnaast werken ze nog samen met vrije leveranciers uit Henegouwen. In totaal produceren ze met 45 boeren tien miljoen liter melk.

“We versterken elkaar”, zet Johan Broekx. “Als individuele boer die 200.000 liter melk produceert, kan je niet zomaar ergens terecht met je melk. Het vormt ook een logistiek probleem. Melk mag maar drie dagen oud worden. Ze moet elke 72 uur opgehaald en verwerkt worden. We liggen bovendien heel verspreid. Dus dan is het zeker belangrijk om met meerdere mensen te zijn om de grote logistieke kost te dragen.”

Heft in eigen handen

“Wat consumentencoöperatieven betreft, is er een duidelijke heropleving bezig”, zegt Hilde Coucke van de Wassende Maan (3). “Het heeft te maken met een soort zelfbeschikkingsgevoel. Mensen zien dat het bij de banken niet goed loopt, vertrouwen de overheid niet helemaal meer en besluiten om het heft in eigen handen te nemen. Zeker wat voedsel betreft, denk ik soms dat er een toekomst weggelegd is voor coöperatieven. We zitten momenteel met een energievraagstuk en een aangroeiende bevolking. Lokale voedselvoorziening zal dus weer heel belangrijk worden.”

Grond is in Vlaanderen peperduur. Voor jonge mensen, die geen grond erven van hun boeren-ouders, is het haast onmogelijk om te beginnen. Gelukkig heeft België nog een goede pachtwet, die de pachter juridisch beschermt. Omdat er een nieuwe tendens is dat jonge mensen uit de stad willen gaan boeren, ontstond vanuit een synergie tussen ‘Landwijzer vzw’ (4) en andere organisaties het idee om een biogrondfonds op te richten.

Naar het inspirerende voorbeeld van ‘Terre de Liens‘ (5) in Frankrijk, wil het producent-consumenteninitiatief grond vrijkopen voor de biologische landbouw. Het is een voortbouwen op wat vzw ‘Land-In-Zicht’ (6) ooit begon. Ondertussen blijft Landwijzer jongeren opleiden om met biodynamische landbouw te kunnen beginnen.

Grond, de basis van alle landbouw, wordt zo inzet van nieuwe coöperaties. In tijden van wereldwijde ‘land grabbing‘ is dit één van de tekenen van hoop.

Luc Vankrunkelsven

Luc Vankrunkelsven is medewerker bij Wervel vzw (Werkgroep voor een rechtvaardige en verantwoorde landbouw) en publiceerde zonet een nieuw boek ‘Legal! Optimisme-realiteit-hoop’ (ISBN 9-789081-486828), gebaseerd op zijn reizen en contacten in Brazilië, over de gevaren en uitdagingen van het heersende socio-economisch ontwikkelingsmodel dat steunt op agrobusiness.

(Chapecó, 1 mei 2012)

(1) I.v.m. ‘Voedselsoevereiniteit’, zie ‘Dageraad over de akkers‘, Dabar-Wervel, 2007.

(2) Zie ‘Economia Solidária’ in: ‘Legal! Optimisme–realiteit–hoop’, Wervel, 2012.

(3) www.dewassendemaan.be

(4) www.landwijzer.be

(5) www.terredeliens.org ; Terre de Liens coördineert ook een Europese studie om zicht te krijgen op diverse initiatieven in Europa om collectief grond te beheren voor de biologische landbouw.

(6) Land-In-Zicht: http://www.kollebloem.be/index.php/land-in-zicht

Wervelboek ‘De Smaak van Diversiteit’: vijf gratis exemplaren

De eerste vijf lezers van DeWereldMorgen.be die een mailtje sturen naar luc@wervel.be met vermelding ‘Smaak van Diversiteit/DeWereldMorgen.be‘ krijgen een gratis exemplaar toegestuurd van dit boeiende Wervel-boek.

De Smaak van Diversiteit, een uitweg uit de monocultuur‘. Hoe biodiversiteit samenhangt met culturele diversiteit, kom je te weten via 20 autochtone en allochtone boeren, tuinders en koks, onder wie de peter van de Week van de Smaak, Felix Alen van Hof te Rhode en Guy Depraetere van het Algemeen Boeren Syndicaat. Het boek telt 80 pagina’s en kost normaal 9,50 euro.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!