David Van Reybrouck

 

Nieuws, Afrika, Cultuur, België, Congo, Boek, Gent, David Van Reybrouck, Marc Reynebeau -

‘Congo, een geschiedenis’ – boekpresentatie in Gent

Schrijver en wetenschapper David Van Reybrouck (°1971) bezocht in enkele jaren tijd Congo een tiental keer en schreef het boek 'Congo, een geschiedenis'.  Bij de boekvoorstelling in de Gentse Vooruit gaf hij duiding bij zijn originele keuzes van invalshoeken. Hij werd geflankeerd door DS-journalist Marc Reynebeau, die zelf nog maar net terug was uit Congo.

woensdag 19 mei 2010 17:25
Spread the love

David Van Reybrouck heeft het niet zo begrepen op het begrip ‘gewone’ mensen, hoewel zij wel het merendeel uitmaken van de personen die hij in Congo interviewde. De gewone mens is voor de cultuurhistoricus al interessant genoeg. Met een schriftje en een pen, wars van technologische snufjes, trok hij van mens tot mens, en noteerde hun verhalen. 

Nu Congo binnenkort vijftig jaar onafhankelijkheid viert, merkt hij in België een hernieuwde belangstelling op voor de voormalige kolonie. Misschien, zo hoopt hij, kan er eenzelfde dynamiek ontstaan als tijdens de hoogdagen van de Buena Vista Social Club

Muziek is er een primair vehikel met boodschappen

De verwijzing naar de Cubaanse muziekgroep is niet toevallig. Muziek is voor Van Reybrouck en voor Congo een niet te omzeilen gegeven. “Hoe is het mogelijk”, oordeelde hij, “dat een bekende Congo-journalist niet eens de meest bekende muzikanten van het land kent? Alsof je over Nederland zou schrijven zonder André Hazes te kennen.” 

Volgens de schrijver geldt de Studio Brussel kreet ‘Music for Life’ zoveel meer in Congo. Muziek is er een primair vehikel met boodschappen in die zowel over liefde en seksualiteit als over politiek kunnen gaan. Overigens ziet Van Reybrouck in de transistorradio een van de elementen die de onafhankelijkheidsbeweging in gang heeft gezet.

Deze nieuwe radiotechnologie, in de kolonie geïntroduceerd in de loop van de jaren vijftig en door de lokale bevolking massaal aan de oren gezet, was deels verantwoordelijk voor de snelle verspreiding van nieuwe gedachten. Zo kon de boodschap ‘Afrika aan de Afrikanen’ tot diep in Congo doordringen. 

Later werd ook televisie gebruikt voor de propaganda van dictator Mobutu. Het was deze voormalige president van Congo (toen nog Zaïre) die al snel de kleurentelevisie gebruikte als een van de middelen om een ‘nationaal gevoel’ te creëren. Ook kwamen er nieuwe kledingvoorschriften: met een Europese snit flaneren in Kinshasa was ‘not done‘. Deze voorschriften hebben hun invloed tot op de dag van vandaag. In Kinshasa kan je de vrouwen die handel drijven met China er zo uithalen: enkel zij dragen minirokken. 

Tandenborstel uit China

Handel met China is een van de zaken waar Congolese vrouwen uitzonderlijk goed in blijken te zijn. Directe vluchten naar China (de stad Guanzhou heeft een sterk groeiende Afrikaanse bevolking) brengen de dames zonder enige bagage naar de geglobaliseerde markt. Daar kopen ze spullen voor zichzelf (“waarom zou ik een tandenborstel uit Congo meenemen die toch geproduceerd is in China?”) en voor het thuisland.

En hoewel tomaten in Congo zonder enig probleem groeien, kunnen boeren ze door een ontbrekende infrastructuur niet van het platteland tot in de stad bij de consumenten krijgen. Het blijkt eenvoudiger en goedkoper te zijn om een container met blikken tomatenpuree vol te stouwen in China en deze te verschepen naar Congo. 

De Chinese contacten zullen een sterke invloed hebben op het land in de toekomst. Marc Reynebeau en David Van Reybrouck nuanceren beiden graag de Europese visie die de Chinezen met lede ogen in Afrika ziet toekomen om er allerlei contracten binnen te halen. Het gaat volgens hen ook om een ruilhandel, waarbij mijncontracten verkregen worden in ruil voor bijvoorbeeld een hospitaal. Of de volgende stap, een goed functionerend personeelsbeleid, even eenvoudig te halen is, zal uiteraard nog moeten blijken.

Jef Geeraerts in het kwadraat

China heeft Congo vrij laat ontdekt. De Aziatische grootmacht was in Afrika eerst op zoek naar petroleum, een goedje dat niet in Congo zo goed als niet te vinden is. Pas later is de Chinese belangstelling naar andere grondstoffen uitgegaan als koper, kobalt en coltan – nodig bij de productie van mobiele telefoons.

Ondertussen hebben de Chinezen het Centraal-Afrikaanse land volop ontdekt. Ze sturen er hun bedrijven met hun bedrijfscultuur heen. Reynebeau kon in Congo een Chinese opzichter aan het werk zien die, zoals hij het verwoordde, “Jef Geeraerts in het kwadraat” was.

Van Reybrouck heeft zich, ondanks zijn jarenlange studie, nog geen eenduidig beeld kunnen vormen van de actuele toestand van Congo. De ene dag ziet hij de toekomst rooskleurig in dankzij de genereuze bevolking, maar de andere dag kan hij evengoed pessimistisch zijn over het totale gebrek aan macro-economische structuren, zonder dewelke er geen enkele vooruitgang mogelijk is.

België is een anekdote aan het worden voor de Congolees

De rol van België lijkt volgens beide Congokenners wel zo goed als uitgespeeld. Volgens Reynebeau heeft nog geen enkele Belgische politicus een zinnig woord gezegd over Congo. Integendeel.

De enige twee debatten die recent werden gehouden, gingen over de vraag of Belgische troepen mogen deelnemen aan de parade in Kinshasa eind juni (viering van 50 jaar onafhankelijkheid), en de vraag of koning Albert II naar Congo mag gaan. Niet bepaald grote vraagstukken in het leven van een Congolees.

David Van Reybrouck was onlangs te gast bij Friedl’ Lesage op Radio 1, en schonk er zijn boek aan koning Albert, met als opdracht: “Voor Koning Albert, In de hoop dat hij even hartstochtelijk van dit land mag houden. Met de meeste hoogachting, David Van Reybrouck.”

take down
the paywall
steun ons nu!