Congo-China deal zit zonder financier
Nieuws, Afrika, Economie, Congo, China, Johanna Jansson, Sicomines -

Congo-China deal zit zonder financier

China loopt Congo onder de voet. Of dat was toch wat we moesten geloven. De Deense onderzoekster Johanna Jansson bekeek de Chinese koloniale pletwals van dichtbij, en haar verslag geeft een danig ander beeld.

zondag 24 maart 2013 16:53
Spread the love

Jansson volgt het zogenaamde Congo-China-contract op de voet. Het verhaal wil dat het een botte ruil zou zijn van investeringen (door China) voor koper en kobalt (van Congo aan China). “Makkelijk om het zo te beschrijven”, aldus Jansson, “maar het is te simpel. Het contract is een ingewikkelde financiële regeling”. Het loont de moeite de details na te lezen bij Jansson. Want wat wil het geval: de financier, de Chinese Eximbank, heeft zich een jaar geleden uit de constructie teruggetrokken. Hierover bleef het stil in de media.

De Eximbank financiert het contract als een bank die haar centen wil terugzien. De Chinese kant heeft zich daarover volgens Jansson altijd al zorgen gemaakt. Onder druk van het Internationaal Muntfonds is een garantie door de Congolese staat uit het originele contract geschrapt. De kans dat de Chinese partners terugbetaald worden, ook al zou dat dan op kosten van de Congolese schatkist zijn, is dus minder groot. Mede daardoor zou Exim zich hebben teruggetrokken.

Ligt het hele contract dan op apegapen ? Nee, China’s Eximbank heeft volgens Jansson al 1 miljard dollar uitgetrokken (op een totaal van circa 6 miljard). Daarvan is 458 miljoen dollar uitgegeven aan openbare werken. Jansson publiceert daarvan een lijst (Een andere lijst van wegenwerken, van de Congolese regering, staat op de website van het ministerie van Openbare Werken). 

Dat is nuttig, want overal in Congo worden wegen aangelegd of hernieuwd, maar er bestaat veel verwarring over welke openbare werken nu juist onder het Congo-China-contract vallen. De zo vaak aangehaalde weg van Kinshasa naar Kikwit valt er niet onder,  de Route Nationale-2 (Bukavu – Mbuji Mayi) evenmin. Een stuk van RN5 (Lubumbashi – Kasomeno) valt wel onder het contract. 

De lijst van het Congo-China-contract ontgoochelt. Want onder de dertien werven is er maar één ziekenhuis (dat wel het grootste budget kreeg, 99,9 miljoen dollar) en liggen er maar zes buiten de hoofdstad Kinshasa. In de hoofdstad is de meeste energie gestoken in de heraanleg van de grote verkeersaders. Toegegeven, dat krikt het aanzicht van de stad op. Maar kwamen er ook andere motieven bij kijken? De vernieuwde lanen zijn nu immers aartsgevaarlijk: voetgangers riskeren hun leven om aan de overkant te geraken. Stedenbouwkundig valt daar veel op aan te merken.

Jansson meldt verder dat de Eximbank 540 miljoen dollar naar het luik ‘mijnbouw’ van het contract heeft doorgeschoven. Een deel daarvan is uitgegeven zodat de Chinese ondernemingen Sinohydro en CREC (China Railway Engineering Corporation) in de gemengde Chinees-Congolese onderneming Sicomines konden stappen. Met de eigenlijke mijnbouw is nog niet begonnen.

Nu Eximbank zich heeft teruggetrokken, zouden Sinohydro en CREC het resterende geld moeten teruggeven. Betekent dit het einde van het contract? Jansson meent van niet. De Eximbank is zo voorzichtig als een bankier in principe moet zijn. Maar intussen wordt opnieuw met de Eximbank en andere Chinese banken gepraat om de financiering van het contract in een andere constructie voort te zetten.

Samengevat: er zijn openbare werken gebeurd maar er is nog geen mijnbouw. Jansson benadrukt opnieuw, en dat is nodig, dat China niet als een monoliet opereert. Het is niet de Chinese staatsmachine die orders geeft en staatsondernemingen die de orders uitvoeren. Voor de deal met Congo rond Sicomines hebben Chinese ondernemingen integendeel grote risico’s genomen. Dit is “a corporative initiative which is the responsibility of the Chinese companies and their financiers”, schrijft Jansson.

De Chinese ondernemingen hebben zelf kennelijk ook grote bedragen voorgeschoten. Dat is deels omdat het China-Congo contract het sluitstuk is van de Vijf Werven, het politieke programma van president Joseph Kabila nadat hij de eerste keer verkozen was. Waarom hebben de Chinese bedrijven zulke risico’s genomen? vraagt Jansson zich af. Eén reden is volgens haar zeker dat ze goeie relaties met de president willen onderhouden. Per slot van rekening hebben hij en zijn naaste medewerkers grotendeels de onderhandelingen voor het contract gevoerd.

Het artikel verscheen in Review of African Economic Policy en is hier te vinden.

Raf Custers is de auteur van ‘Grondstoffenjagers’ (EPO, Antwerpen, 2013)

take down
the paywall
steun ons nu!