Een journaliste 'stierf', geen oorzaak, geen dader... Screenshot: vrt.be/vrtnws
Mediakritiek - Johan Depoortere,

‘Conflict’ of bezetting? Woorden hebben een betekenis

Conflict of bezetting, geweld of repressie, verzet of terrorisme. Woorden hebben een betekenis, volgens gepensioneerd VRT-journalist Johan Depoortere. Door ze te ontdoen van hun inhoud worden ze aseptisch. Ze versterken op die manier het verhaal van de heersende macht. In het geval van Palestina: het verhaal van het apartheidsregime en het settler-kolonialisme.

donderdag 12 mei 2022 23:16
Spread the love

 

Journalisten van de openbare omroep doen hun uiterste best om ‘neutraal’ te blijven en dat is een hachelijke opgave, zeker als het gaat om verslaggeving uit het Midden-Oosten. Op 11 mei 2022 was het blijkbaar een bijzonder moeilijke oefening op eieren lopen in de verslagen over de moord op de Palestijnse journaliste Shireen Abu Akleh door één of meer Israëlische scherpschutters.

Dat het een moord betreft en dat de daders Israëlische militairen zijn is nauwelijks aan twijfel onderhevig: de misdaad gebeurde op een plek waar zich op dat moment alleen Israëlische soldaten bevonden. De gevechten die kort daarvoor of kort daarna plaatsvonden met Palestijnse strijders waren ver van de plaats van de misdaad verwijderd.

Een fake-video van de Israëlische propagandadienst, die moest aantonen dat de schoten door Palestijnen waren afgevuurd, moesten de Israëlische autoriteiten zelf terugtrekken vanwege absoluut gebrek aan geloofwaardigheid.

Een fake-video van de Israëlische propagandadienst, die moest aantonen dat de schoten door Palestijnen waren afgevuurd, moesten de Israëlische autoriteiten zelf terugtrekken vanwege absoluut gebrek aan geloofwaardigheid.

Toch bleef de hele verslaggeving in Journaal en Terzake hardnekkig in het enerzijds-anderzijdsparadigma volharden: alsof de leugenversie van de Israëlische Hasbara (het ministerie van propaganda) evenwaardig was aan de versie van de ooggetuigen ter plaatse en de evidente waarnemingen van tijd en plaats.

Daarbij werd een taalgebruik gehanteerd dat niet neutraal is en niet gericht op het onthullen van de waarheid, maar integendeel bewust of onbewust de realiteit verhult achter een bij uitstek ideologisch vocabularium.

Het begint met de aankondiging in het journaal: “Het geweld tussen Israël en de Palestijnen laait weer fel op. Bij een inval van het Israëlische leger op de Westelijke Jordaanoever is een journaliste van Al Jazeera doodgeschoten.”

Het zo vaak gebruikte woord ‘conflict’ verhult de realiteit van een honderdjarige koloniale oorlog tegen de oorspronkelijke bevolking van Palestina, etnische zuivering, oorlog en terreur.

Dat is typisch verhullend taalgebruik: “Het geweld laait op” en “een journaliste is doodgeschoten.” De passieve vorm laat in het midden wat oorzaak en gevolg is, de informatie is aseptisch: ontdaan van handelende personen.

“Het geweld” is neutraal, kan van overal komen en wordt niet gedefinieerd. Er wordt een verband gesuggereerd tussen “het geweld” dat als vanzelf “oplaait” en het doodschieten van de journaliste.

In de verslaggeving komen woorden terug als: clashes, conflict, escalatie, spanningen, geweld, bloedige rellen, raids, de journaliste is “omgekomen.” Het zijn aseptische woorden die in het ongewisse laten wat ze precies inhouden: welke escalatie, spanningen tussen wie, waardoor, en waarom.

Het zo vaak gebruikte woord “conflict” verhult de realiteit van een honderdjarige koloniale oorlog tegen de oorspronkelijke bevolking van Palestina, etnische zuivering, oorlog en terreur.

Andere woorden zijn allesbehalve neutraal maar hebben door het gebruik in de media een specifieke betekenis gekregen: broeihaarden, geradicaliseerde groepen, terreurverdachten. Ze verwijzen steeds naar één groep: de Palestijnen.

De woorden “bezetting”, “bezetters” krijgen de verslaggevers en presentatoren niet uit de strot.

Zijn de extremistische settlers die nu de kern van de Israëlische regering vormen dan niet “geradicaliseerd?” Zijn de illegale nederzettingen geen “broeihaarden van terreur”?

Het woord dat in de context echt ter zake doet komt slechts één keer voor: de collega van de vermoorde journaliste heeft het over de “bezetters.” De woorden “bezetting”, “bezetters” krijgen de verslaggevers en presentatoren niet uit de strot.

Laat staan dat andere woorden die de situatie in de bezette gebieden accuraat beschrijven te horen zouden zijn: willekeurige arrestaties, 99% veroordelingen van Palestijnse burgers door militaire rechtbanken, gronddiefstal, brandstichting door settlers, het vernielen van olijfgaarden, nachtelijke huiszoekingen, opsluiting van kinderen, foltering in de Israëlische gevangenissen en nog veel meer woorden die inhoud zouden geven aan het begrip “oplaaiend geweld”.

Woorden hebben een betekenis. Door ze te ontdoen van hun inhoud worden ze inderdaad onschadelijk, aseptisch: niemand kan er aanstoot aan nemen. Maar ze versterken op die manier een verhaal, het verhaal van de heersende macht. In het geval van Palestina: het verhaal van het apartheidsregime en het settler-kolonialisme.

De betreurde Jan Blommaert heeft aangetoond hoe sterk framing door taal de ideologie van de machthebber in de geesten ramt. Taalgebruik is nooit “onschuldig.”

Zo heet het in Terzake dat de Palestijnen met de Nakba herdenken “dat ze een groot deel van hun gebied verloren hebben.” Ook “verliezen” is een passief en aseptisch woord dat de werkelijkheid verhult.

Correct zou zijn dat de Palestijnen herdenken hoe een groot deel van hun gebied gestolen werd en hoe ze met militair geweld werden verdreven.

 

Deze opinie werd overgenomen van Salon van Sisyphus.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!