Colombiaanse legerafdelingen en paramilitaire benden verstaan elkaar

Vijf jaar geleden werden de vredesakkoorden tussen de staat Colombia en de Guerrillabeweging Revolutionaire Strijdkrachten van Colombia (FARC) ondertekend. Die akkoorden moesten leiden tot de opbouw van een land in vrede, met mensenrechten, gerechtigheid, wars van  straffeloosheid op weg naar echte democratie, broederschap en verzoening. De afspraken voorzagen onder meer in de goedkeuring van sociale maatregelen ten behoeve van de bevolking, waaronder landbouwhervormingen en steun aan boeren om de cocateelt te vervangen door andere gezonde en winstgevende gewassen. Er waren tevens subsidies voorzien voor de integratie van de verzetsstrijders in het civiele leven en de oprichting van een waarheidscommissie.

woensdag 15 december 2021 09:55
Spread the love

Vandaag zien we dat er meer coca geproduceerd en geoogst wordt, meer geweld en minder hoop is. De regering heeft geen stappen ondernomen om een Nationaal Fonds voor Gronden op te richten voor kleine en landloze boeren en heeft het programma voor vervanging van gewassen opgegeven. Het lijkt erop dat het niet in het belang van de regering is dat de coca-, marihuana- en papaverteelt verdwijnt. Ze heeft er immers economische belangen bij. Maar de boeren worden vervolgd omdat zij deze teelten, die de basis van hun levensonderhoud vormen, voortzetten, soms gedwongen worden door criminele benden om voor hen te teelten. De aan legereenheden gelieerde paramilitaire bendes grijpen nu om zich heen in de gebieden waar de guerrillabewegingen zich vroeger vestigden. Meer dan 1400 sociale leiders en bijna 300 ex-guerrillastrijders, allen betrokken bij de uitvoering van de akkoorden, zijn in de afgelopen vijf jaar vermoord.

De vredesgemeenschap van San José de Apartadó

Met de regelmaat van de klok bericht de vredesgemeenschap van San José in Apartadó in de regio van Antioquia over de situatie waarin ze dagelijks leven en overleven.  De vredesgemeenschap vond haar oorsprong in 1997. Het leger, paramilitaire benden en guerrillabewegingen vochten tegen elkaar. De vredesgemeenschap deed er van in het begin alles aan om uit het vaarwater van de strijdende partijen te blijven. Daarbij werden ze gesteund door de Interkerkelijke Commissie voor Gerechtigheid en Vrede.

De krant El Espectador interviewde onlangs padre Javier Giraldo, S.J. Hij coördineert het Centrum voor Onderzoek en vorming van de Bevolking (CINEP) en houdt sinds vele jaren vanuit de Interkerkelijke Commissie voor Gerechtigheid en Vrede nauwe contacten met  de vredesgemeenschap van San José in Apartadó.[1]

Hij legt uit dat na het neerleggen van de wapens door de guerrillabeweging FARC het paramilitarisme de controle over dat hele grondgebied overnam. Maar hij stipt meteen aan dat de ergste vervolger van de gemeenschap de XVIIe Brigade van het leger was.

Elders merkt hij op dat paramilitaire bendes niet autonoom zijn. Want ‘juist het woord paramilitair verschilt van het woord ‘Bacrim’ (criminele bendes) in die zin dat zij door hun nabijheid tot sommige machten van de staat niet tot de gewone criminaliteit kunnen worden gerekend.

Na het vertrek van de guerrillabeweging FARC kwam een ander soort relatie tot stand tussen het paramilitarisme en deze brigade van het leger. ‘De militairen zijn zeer tolerant, in die zin dat er zich een goed doordachte, sluwe coördinatie voordoet. Wanneer de paramilitairen bijvoorbeeld een vergadering beleggen in een dorp, stuurt de legerbrigade haar troepen van tevoren ver weg.’

In november 2000 ging het Inter-Amerikaanse Hof voor de Mensenrechten over tot voorlopige beschermende maatregelen van de lokale bevolking. Daardoor worden er op gezette tijden hoorzittingen gehouden, waaraan ook militairen deelnemen. P. Giraldo legt uit dat ‘wanneer de Gemeenschap aanklaagt dat er een paramilitaire vergadering op touw gezet werd en dat zij zich tegen de gemeenschap hebben uitgesproken, het leger altijd aan het Inter-Amerikaanse Hof antwoordt: ‘Wij waren tien kilometer weg toen de gebeurtenissen plaatsvonden.’ Afgezien van deze sluwe coördinatie met de paramilitairen, hebben de militairen ook nog grondig werk verricht met de gemeenschapsraden, waarbij zij trachtten hen tegen de Vredesgemeenschap op te zetten met het argument dat deze tegen vooruitgang en ontwikkeling zijn.

De druk op de vredesgemeenschap blijft tot vandaag voortduren

Momenteel meldt de gemeenschap dat een aannemer van het kabinet van de burgemeester van Apartadó een plan leidt genaamd ‘No More Peace Community.’ Gevraagd aan padre Javier Giraldo over deze zaak, antwoordt hij:

‘Het gaat over een persoon die veel heeft samengewerkt met het kabinet van de burgemeester, hij is al heel lang een vijand van de Gemeenschap. Hij is ook zeer bevriend met de XVIIe Brigade en werkt met hen samen. Ik denk dat hij op dit moment het speerpunt is om de gemeenschapsraden tegen de Gemeenschap op te zetten, maar achter hem staan de militairen en het Bureau van de burgemeester, dat al heel lang een paramilitair is.’

Maar waarom zijn er na bijna 25 jaar nog steeds pogingen om deze gemeenschap te vernietigen?

Volgens Javier Giraldo werd de Gemeenschap vervolgd omdat zij haar niet konden coöpteren om zo het paramilitarisme toe te laten op hun gebied. In die tijd beheerste het paramilitarisme, samen met de XVIIe Brigade, deze corridor. En omdat ze er niet in slaagden  haar te coöpteren, proberen ze haar uit te roeien en van de kaart te vegen.

De nieuwe poging om de vredesgemeenschap af te schaffen maakt deel uit van een strategie die van meet af aan gevolgd werd. Het leger van de XVIIe Brigade, de paramilitairen, bedrijven met belangen in het gebied en de nu ter ziele gegane guerrillabeweging FARC hebben een actieve rol gespeeld bij deze inspanningen, zoals Javier Giraldo uitlegt in zijn boek ‘En las entrañas del genocidio’ (In de ingewanden van de genocide), waarin hij de zeven strategieën uiteenzet die de afgelopen 25 jaar zijn gebruikt. Het gaat onder meer om bloedbaden en selectieve moorden, verloedering van de media, ideologische stigmatisering, sociale uitsluiting, alsmede gerechtelijke montage en het wegkapen van voeding. Tussen 1997 y 2018 was de jezuïet getuige van de moord op 138 leden van de gemeenschap. Nog altijd worden jongeren gedwongen zich in te lijven in de rangen van de paramilitairen of zich alleszins te onderwerpen. Onlangs hebben de paramilitairen verschillende jongeren uit het gebied gerekruteerd en naar andere plaatsen in het gebied gebracht. Dikwijls worden zij naar andere gebieden van het land gevoerd waar reeds verscheidene onder hen vermoord werden, zelfs door veiligheidstroepen van de staat. Deze jongeren dienen letterlijk als ‘kanonnenvlees’ voor criminele strategieën.

Criminele organisatie Clan del Golfo speelt een hoofdrol

Bij die pogingen om de vredesgemeenschap te neutraliseren zijn ook leden van de drugsbende Clan del Golfo betrokken. Zij proberen valse bewijzen voor te leggen aan het Openbaar Ministerie om hen te beschuldigen van banden met de thans ter ziele gegane guerrillabeweging FARC.

Volgens de dorpsbewoners worden de mensen in de buurtdorpen gevraagd een document te ondertekenen waarin zij ermee instemmen verschillende leden van de Vredesgemeenschap bij het Openbaar Ministerie te beschuldigen van vermeende banden met de nu ter ziele gegane guerrillabeweging FARC. Intussen worden degenen die niet met deze eisen instemmen, lastiggevallen.

Wie of wat is die ‘Clan del Golfo?’[2]

Op 4 november dit jaar publiceerde Reuters de aanhouding van alias ‘Otoniel, de hoogste leider van de ‘Clan del Golfo’. Sindsdien concentreren de Colombiaanse autoriteiten hun inspanningen op de ontmanteling van de netwerken van die drugshandelorganisatie. Dat netwerk strekt zich volgens de Colombiaanse Nationale Politie uit over 28 landen op vier continenten. De directeur van de politie Jorge Luis Vargas beweerde hieromtrent dat naast frequente routes naar de Verenigde Staten via Centraal-Amerikaanse naties ook zendingen van cocaïne door de criminele organisatie naar België, Spanje, Nederland, Duitsland, Frankrijk, Ierland, Engeland, Italië, Albanië en Oekraïne in Europa werden ontdekt.

Maar Javier Giraldo maakt een andere analyse van de feiten: ‘De nationale regering zelf heeft in de afgelopen maanden allen maar getracht haar gebrek aan betrokkenheid bij de nationale bevolking te redden en te verbergen. Vandaar de farce van de gevangenneming van alias ‘Otoniel,’ als een nieuw mechanisme om het ‘einde van het paramilitarisme’ te simuleren. De realiteit is echter anders, aangezien de regio’s nog steeds onder terreur leven en het duidelijk is dat de ‘gevangenneming’ van ‘Otoniel’ niets aan deze structuur veranderd heeft. Integendeel het paramilitarisme heeft zijn macht versterkt in elk van de regio’s waar het actief is.

Paramilitairen en het reguliere leger

Het zijn niet alleen mensenrechtenactivisten en integere organisaties die de alarmbel doen rinkelen en tot treurens toe beweren dat er wel degelijk linken zijn tussen paramilitaire en criminele bendes enerzijds en anderzijds sectoren van het leger van de Colombiaanse staat. De Verenigde Staten beschikken over een goudmijn aan inlichtingen, onder meer dankzij een indrukwekkend netwerk, verspreid over heel Latijns-Amerika, bestaande uit Latijns-Amerikaanse CIA-agenten. Inlichtingen komen tevens terecht bij de Amerikaanse ambassades in die landen en zo bij het ministerie van Buitenlandse Zaken van de VS. Die inlichtingen zitten voor jaren achter slot en grendel in het National Security Archive. Deze geheime documenten worden met mondjesmaat aan de openbaarheid prijsgegeven wanneer de tijd er rijp voor is. Dit betekent in feite pas dan wanneer die gedeclassificeerde documenten ongevaarlijk geworden zijn op de eerste plaats voor de belangen van de VS. En vervolgens geen noemenswaardige brokken meer maken elders. De Amerikaanse oorlog tegen de drugs is een prioriteit in het politieke beleid.

Zo komt het dat in oktober dit jaar rapporten van het ministerie van Buitenlandse Zaken van de VS en de CIA gedeclassificeerd werden omdat ze te maken hebben met de drugshandel. Dankzij de vrijgemaakte documenten stond het als een paal boven water dat  Carlos Mario Jiménez, de voormalige paramilitaire leider en drugshandelaar, bekend als ‘Macaco’ en commandant van de onderafdeling ‘Bloque Central Bolívar’ van de ‘Autodefensas Unidas de Colombia.’ De daaropvolgende beslissing van de VS om zich uitsluitend te concentreren op de beschuldigingen van drugshandel, verhinderden helaas dat duizenden slachtoffers van de bende  gerechtigheid konden zoeken voor moordaanslagen, slachtpartijen en andere gewelddaden.[3]

Maar die documenten leverden ook een ander belangrijk resultaat op, namelijk ‘de langdurige relatie tussen de Colombiaanse veiligheidsdiensten van de staat en de paramilitairen.’

In zijn uitspraak voor de aanklagers haalde de Federale Magistraat Edwin Torres ‘een overvloed aan bewijsmateriaal’ aan dat het Bloque Central Bolívar ‘in een symbiotische relatie opereerde met Colombiaanse agenten van de staat’ in de streek van Magdalena Medio. Het bewijs hielp aantonen dat paramilitairen opereerden onder het mom van de wet toen zij moorden en andere wreedheden begingen. En dat het Bloque Central Bolívar en andere leden van de ‘Autodefensas Unidas de Colombia’ voordeel haalden uit een samenwerkingsrelatie met Colombiaanse veiligheidstroepen.

Colombia en de Verenigde Staten

Het blijft onbegrijpelijk hoe de VS cynisch te werk gaan in Latijns-Amerika. Enerzijds vegen ze onophoudelijk de mantel uit van landen die niet verder willen leven onder het Amerikaanse juk en pogen een eigen koers te varen, waardoor ze beschuldigd worden van allerlei inbreuken tegen de ‘democratie.’ Maar het is niet duidelijk of ze in de VS zelf weten wat ze onder ‘democratie’ verstaan. Immers in het ene land vinden ze dat bepaalde inbreuken zodanig erg zijn dat censuur en politieke, financiële en commerciële boycot meer dan op hun plaats zijn. Maar wanneer die zelfde inbreuken in veel ergere mate begaan worden in een ander land, zoals in Colombia, dat goede relaties onderhoudt met de noorderbuur, dan wordt men in de VS ineens steke blind. En dan wordt dat land op de koop toe nog beloond voor de ‘democratische koers’ die het leidt.

 

[1] La campaña contra la Comunidad de Paz de San José de Apartadó | EL ESPECTADOR

 

[2] https://cnnespanol.cnn.com/2021/11/04/clan-del-golfo-conexiones-28-paises-4-continentes-narcotrafico-trax/

 

[3] https://nsarchive.gwu.edu/briefing-book/colombia/2021-10-04/declassified-documents-key-judgment-against-colombian

 

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!